- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).



Vergelijkbare documenten
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

Treasurystatuut 2014 d.d. 18 februari 2014

Treasurystatuut 2010

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Treasurystatuut Regio Twente 2016

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Treasurystatuut. Gemeente Nuth. Treasurystatuut van de gemeente Nuth Treasurystatuut pagina 1 van 11 Juni 2009 FIN/2009/9432

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

2010 BESLUITEN Afdeling: Concernzaken Leiderdorp,

Treasurystatuut DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

FINANCIERINGSSTATUUT GEMEENTE VOORST 2018

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Treasurystatuut Qsurm units Oen Helder. BeDeodsdeel

Treasurystatuut 2018

Treasury reglement. 4 juni van 5

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Treasurystatuut Gemeente Delft

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

TREASURYSTATUUT GEMEENTE HELMOND 2016

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Besluit: - Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.

Treasurystatuut Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

Treasurystatuut gemeente Boxtel 2014

Treasurystatuut. Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Bekendmaking van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 18 februari 2014 tot vaststelling van het Treasurystatuut.

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Treasurystatuut. november 2018

NEE. wethouder Duindam. Van: B.J. Zondag Tel.nr. : Datum: 24 juni Nummer: 14A.00504

BIJLAGE TREASURYSTATUUT. Waterschap Rijn en IJssel Doetinchem

Treasurystatuut. Gemeenschappelijke regeling Regionaal reinigingsbedrijf AVALEX

Sector : II. besluit: vast te stellen het navolgende TREASURYSTATUUT VAN DE GEMEENTE FERWERDERADIEL HOOFDSTUK I ALGEMEEN

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

Jonieta de Hoop, Corry Verhoef, George Breedveld, Joel van der Dool

Paragraaf Financiering

GEMEENTE TERSCHELLING TREASURYSTATUUT 2015

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders,

Goeree-Overflakkee - Beleidsregel treasury (treasurystatuut)

TREASURYSTATUUT RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Koggenland van 11 februari 2014;

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Heemstede. Hoofdstuk 1 Begrippenkader

Collegevoorstel. Advies Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Aanpassing treasurystatuut

Artikel 12 Treasury Het DB neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht, zoals opgenomen in het treasurystatuut.

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

BEGROTING Paragraaf Financiering

Officiële uitgave van Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland. Treasurystatuut GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016

CVDR. Nr. CVDR77133_1. Treasurystatuut

Wettechnische informatie. Gegevens van de regeling. Rijnland Citeertitel Treasurystatuut Holland Rijnland 2014.

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Verordening treasuryfunctie van de gemeente Druten

Gemeente Woerden Woerden Oktober Treasurystatuut Woerden 2010

Treasurystatuut 2015

Inleiding. Treasurystatuut. Algemeen

Inhoudsopgave 1. INLEIDING Algemene missie gemeente Beemster Missie en doelstellingen van het treasurybeleid...

Financieringsstatuut gemeente Coevorden 2016

CVDR. Nr. CVDR96238_1. Treasurystatuut. Treasurystatuut

Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Ons houdende regels omtrent Treasurystatuut

TREASURYSTATUUT 2009 Gemeente ZUNDERT

Treasurystatuut RUD Zuid-Limburg

16 september 2014 Treasurystatuut gemeente Albrandswaard per Rob van der Stoel

1 Inleiding Memorie van toelichting... 11

het College van burgemeester en wethouders der gemeente Menaldumadeel;

Treasurystatuut Gemeente Maastricht

PROVINCIAAL BLAD. gelet op hoofdstuk 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander en artikel 12 van de Financiële Reglement Prolander;

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

TREASURYSTATUUT GEMEENTE VELSEN 2009

In het Financieringsstatuut 2016 zijn 19 artikelen opgenomen die als volgt kunnen worden ingedeeld:

Bijlage 1. Treasurystatuut. Gemeente Ridderkerk. januari 2014

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Treasurystatuut Omgevingsdienst IJSSELLAND Inleiding

Transcriptie:

Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2011 / 031 Naam Besluit Financieringsstatuut gemeente Nijmegen Publicatiedatum 2 maart 2011 Opmerkingen - Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1). De inwerkingtreding van het besluit, 23 februari 2011, is gekoppeld aan het door de gemeenteraad vastgestelde besluit, gemeenteblad 2011-030, tot intrekking van het Treasurystatuut gemeente Nijmegen (GB02-049). Aantal bladzijden / verkoopprijs 8 / 0,40

Besluit financieringsstatuut gemeente Nijmegen Het college van B & W van de gemeente Nijmegen besluit, gelet op art. 10 van de verordening ex art 212 Financiële verordening gemeente Nijmegen regels vast te stellen ter uitvoering van de financieringsfunctie. 1. Algemeen Met de vaststelling van de begroting geeft de gemeenteraad aan welke de publieke taken van de gemeente zijn en binnen welk budgettair kader die worden uitgevoerd. Het financieringsbeleid in de treasuryparagraaf is daar onderdeel van. Binnen dit kader zorgt het college voor de uitvoering van de financieringsfunctie met: 1. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren; 2. het beheersen van de risico s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico s, koersrisico s en kredietrisico s; 3. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen; 4. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities De uitvoering van de financieringsfunctie vindt verder plaats binnen de geldende wet- en regelgeving, meer specifiek de wet Financiering decentrale overheden (Fido), het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, en de daarin opgenomen normen voor de Kasgeldlimiet en de Renterisiconorm. 2. Organisatie van de uitvoering 2.1. Mandaat Het college van B&W verleent mandaat en machtiging tot de uitvoering van het treasurybeleid aan de wethouder met de portefeuille Financiën, waaronder de besluiten tot: - transacties om te voldoen aan de liquiditeits- en financieringsbehoefte van de gemeente - de (her)financiering van de vermogensbehoefte van de gemeente die voortvloeit uit toegezegde of lopende leningen aan derden, en - de financieringsacties als uitvoering van separate besluiten van de raad; - het uitzetten en beleggen van optredende liquiditeitsoverschotten.

2.2. Treasury-comité De wethouder met de portefeuille Financiën wordt bijgestaan door een treasury-comité waarmee ten minste 1 maal per kwartaal overleg wordt gevoerd. Vaste leden van het treasurycomité zijn de directeur Concern, en het afdelinghoofd en de senioradviseur treasury van de afdeling Begroten en Verantwoorden. Het overleg is gericht op: - de opstelling van het beleid in de treasuryparagraaf van de begroting op basis van een meerjarige liquiditeitsprognose; - de opstelling van het treasuryjaarplan en uitvoeringsplannen voor de financiering, de liquiditeit en het betalingsverkeer met een horizon die aansluit bij de frequentie van het overleg met het treasury-comité en met de gemeentelijke informatiecyclus; - de beoordeling van de rapportages over de realisatie het treasurybeleid t.o.v. de opgestelde plannen; - tussentijdse bijstelling van het beleid in de treasuryparagraaf en het treasuryjaarplan op basis van de rapportages; - beoordeling vooraf van de werking en de toepassing van instrumenten (bijvoorbeeld derivaten) die niet tot de standaard financiering- en beleggingsmethoden behoren. De wethouder met de portefeuille Financiën kan op basis van het treasuryjaarplan en de uitvoeringsplannen, de Treasury binnen de afdeling B&V voor periodes van maximaal één jaar en onder vermelding van te hanteren limieten voor de maximaal aan te trekken of uit te zetten bedragen, mandateren tot het uitvoeren van voorgenomen transacties. 3. Risicobeheer De uitvoering van de treasuryfunctie is mede gericht op beheersing van renterisico s (vaste schuld en vlottende schuld) als kredietrisico s, liquiditeitsrisico s, koersrisico s en valutarisico s door toepassing van concrete beheersmaatregelen. 3.1. Renterisicobeheer Het risico op hogere rentelasten van het vreemde vermogen of lagere renteopbrengsten op uitzettingen als gevolg van wijzigingen in de marktrentes wordt beheerst door gebruik te maken van de volgende beheersmaatregelen: het opstellen van een rentevisie; nieuwe leningen en uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitsplanning en de rentevisie; het spreiden van renterisico s over de jaren en binnen het jaar, waarbij de renterisiconorm en de kasgeldlimiet volgens de wet Fido in acht worden genomen; het uitoefenen van vervroegde aflossingsmogelijkheden indien opportuun; het gebruik van derivaten is uitsluitend toegestaan ter afdekking van financiële risico s en worden prudent gebruikt; rente-instrumenten worden uitsluitend toegepast voor het verminderen of ten behoeve van een spreiding van het renterisico.

3.2. Liquiditeitsrisicobeheer Het risico op onvoldoende beschikbaarheid van liquiditeiten om te voldoen aan de dagelijkse betalingsverplichtingen wordt beheerst door de opstelling een liquiditeitsprognose voor het actuele begrotingsjaar, en die voor de kortere termijn regelmatig bij te stellen voor de werkelijke liquiditeitsontwikkeling en te concretiseren met een onderbouwde verwachting voor de uitgaven en inkomsten op dagbasis. Het relatiebeheer is gericht op het verzekeren van een duurzame toegang tot de financiële markten zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien. 3.3. Kredietrisicobeheer Risico s op een waardedaling van de vorderingspositie op uitzettingen als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit, worden beheerst door gebruik te maken van ten minste de volgende beheersmaatregelen: 1. Uitzettingen en verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten voldoen aan het wettelijk kader in de regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden, met dien verstande dat a. deze overeenkomsten aangegaan worden met financiële ondernemingen die gevestigd zijn in Nederland, en b. voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus, tenzij c. het uitzettingen betreft tegen waardepapieren met een solvabiliteitsratio van 0 procent; d. overeenkomsten met financiële ondernemingen in een andere lidstaat van de Europese Unie uitsluitend aangegaan worden na een afzonderlijk collegebesluit. 2. Voor uitzettingen en verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten die aangegaan worden voor een periode korter dan 3 maanden, wordt in het eerste lid, onderdeel b minimaal aan een A-rating voldaan. 3. In elke overeenkomst voor uitzettingen en verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten langer dan 1 jaar, wordt een clausule opgenomen waarin staat dat het contract beëindigd kan worden indien de kredietwaardigheid van de tegenpartij onder de AA-minusrating komt. 4. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties. 3.4. Koersrisicobeheer De risico s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen worden beheerst door ten minste de volgende maatregelen: aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak; de looptijd van uitzetting wordt afgestemd met de liquiditeitsplanning; overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrente waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is.

3.5. Valutarisico Valutarisico s worden uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro s. 4. Financiering en uitzettingen Het aantrekken en uitzetten van middelen is gericht op het beheren van de liquiditeitsposities en vindt plaats op basis van de liquiditeitsprognose die opgenomen is in de treasuryparagraaf en gedurende het jaar wordt bijgesteld op basis van realisatiecijfers en herziene inzichten. 4.1. De volgende richtlijnen worden daarbij in acht genomen: leningen en uitzettingen vinden enkel plaats ter uitoefening van de publieke taak; de beheersingsmaatregelen onder 3. Risicobeheer van dit statuut worden in acht genomen; financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico s en het renteresultaat te optimaliseren; 4.2. De toegestane instrumenten zijn Voor looptijden korter dan 1 jaar rekening-courant bij banken call-geld (daggeld) kasgeld (onderhandse) leningen depositorekening bij banken Voor looptijden van één jaar of langer (onderhandse) lening (euro) medium term notes obligatielening 4.3. Andere geld- of kapitaalmarktinstrumenten zijn toegestaan als deze zijn opgenomen in de financieringsparagraaf van de begroting of na afstemming in het overleg tussen de wethouder en het treasurycomité; 5. Kasbeheer 5.1. Geldstromenbeheer De kosten van het geldstromenbeheer worden geminimaliseerd door: het liquiditeitsgebruik te beperken door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen; het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uit te voeren. 5.2. Saldo- en liquiditeitenbeheer Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen: Het betalingsverkeer wordt zoveel als mogelijk geconcentreerd binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities; Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in hoofdstuk 3.3 genoemde tegenpartijen toegestaan;

6. Planning en Control Naast de wettelijk voorgeschreven financieringsparagrafen in de stadsbegroting en de jaarrekening wordt maandelijks en in het kader van de gemeentelijke informatiecyclus het treasurybeleid en de uitvoering van het beleid afgestemd met de voor de treasury verantwoordelijke wethouder. De volgende planning- en controlinstrumenten worden gebruikt: Instrument rapportage- planning/ rapportage/ cyclus begroting verantwoording t.b.v. t.b.v. - Meerjarige liquiditeits-/ BBI- Stadsbegroting Jaarrekening Financieringsplanning Treasuryparagraaf Kasgeldlimiet/renterisiconorm planning Treasuryjaarplan begin van het Wethouder/ Wethouder/ Maandplan uitvoering + Bijstelling liquiditeit/finaniering Rapportage/bijstelling fin. planning treasuryparagraaf Rapportage afgesloten leningen en uitzettingen het begrotingsjaar Treasury-comité Treasury-comité maandelijks Wethouder Wethouder 3-maandelijks Voorjaarsnota Najaarsnota College van B & W 7. Slotbepalingen 7.1. Inwerkingtreding 1. Dit besluit treedt in werking op de datum van intrekking van het Treasurystatuut gemeente Nijmegen door de raad 2. Dit besluit treedt in de plaats van het Treasurystatuut gemeente Nijmegen, vastgesteld door de raad op 30 januari 2002 7.2. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald onder de naam Besluit Financieringsstatuut gemeente Nijmegen

Toelichting op het wettelijk kader financieringsstatuut Op grond van art 212, lid c Gemeentewet bevat de financiële verordening ex art 212 in art 10. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie. Artikel 10. lid 4. van de verordening bepaalt dat het college regels vaststelt ter uitvoering van de financieringsfunctie en deze vastlegt in een besluit financieringsstatuut. Voor zover doelstellingen en richtlijnen en limieten al in de verordening opgenomen zijn, zijn die ook in dit financieringsstatuut overgenomen. Het wettelijk kader voor de nadere regels ter uitvoering van de financieringsfunctie is verder vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (fido) en de hiermee samenhangende wetgeving in het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Publieke taak en risicobeheer De Wet financiering decentrale overheden stelt dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen. Artikel 2 van de Wet fido 1. Openbare lichamen gaan leningen aan, zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Naast het vereiste van uitoefening van de publieke taak, bevat de Wet fido normen voor het beheersen van risico s op kort- en langlopende leningen: - de kasgeldlimiet Tot het kasgeld behoort alle vlottende schulden < 1 jaar, de contante gelden in kas, de uitstaande gelden < 1 jaar en de tegoeden / schulden rekening-courant. Doel van de kasgeldlimiet is het beperken van de renterisico s op de korte schuld door deze primair te bestemmen voor financiering van lopende uitgaven en de maximale omvang ervan te beperken door de limiet te koppelen aan de omvang (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting. Artikel 4, lid 1 van de Wet fido De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal van een openbaar lichaam overschrijdt de kasgeldlimiet niet. - de renterisiconorm De renterisiconorm stelt een limiet aan het renterisico over de lange termijn financiering. Het renterisico is het geldbedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan renteherziening en herfinanciering onderhevig is. Het renterisico mag maximaal 20% van het begrotingstotaal bedragen. De renterisiconorm benadrukt het belang van een goede spreiding van de leningenportefeuille en van de renterisico's. Artikel 6, lid 1 van de Wet fido Het renterisico op het begrotingstotaal van een openbaar lichaam overschrijdt de renterisiconorm niet.

De percentages voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden en kunnen bij wijziging van deze regeling aangepast worden. Uitzettingen en derivaten Bij de uitzettingen en derivaten moet er sprake zijn van een prudent karakter en voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico. Artikel 2 van de Wet fido 2. Openbare lichamen kunnen derivaten hanteren of in afwijking van het eerste lid, middelen uitzetten anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Artikel 2 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden 1. Openbare lichamen zetten.. slechts gelden uit en gaan slechts verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten aan met financiële ondernemingen die: a. gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; en b. voor henzelf of voor de door het uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt. Daarnaast is in de Ruddo opgenomen dat geen leningen aangegaan worden met het enkele doel om de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten, en dat derivaten uitsluitend gebruikt worden ter beperking van financiële risico s. Valuta en hoofdsom leningen In het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden worden valutarisico s wettelijk beperkt door de eis dat bij het aangaan, verstrekken of garanderen van leningen de wederzijdse betalingsverplichtingen zijn uitgedrukt in euro of in een van de nationale munteenheden van de lidstaten van de EU die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie. Hoofdsommen van leningen mogen daarnaast niet onderhevig zijn aan enige vorm van indexatie.