CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VEILIGHEIDSBRILLEN 1961 Blz. 1

Vergelijkbare documenten
OOGBESCHUTTINGSMIDDELEN 1962 Blz. 1. Veiligheidsbrillen die niet hinderen en licht van gewicht zijn.

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1

Uitvoering van de glasparelzakslingerproef

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

VLAKBANKBEVEILIGING MET PARALLELGELEIDING 1972 Blz. 1

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een holle wand

TRAMAT.EU. Afdichting van stortpunten. Brochure 7.0

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een holle wand

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

Toolbox-meeting. Oog- en gezichtsbescherming

Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een

Onderhoud Adviezen Dubbelglas- systemen 2011

Montagehandleiding voor betonnen wasbak Taludes Type: wandmontage voor een holle bouwstenenmuur

Montagehandleiding voor betonnen wasbak Taludes Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

UITSTEEKSTEIGERS 1980 blz.1

SCHMOLZ+BICKENBACH B.V. Gildenweg KC Zwijndrecht

VEILIG REPAREREN VAN VATEN 1969 Blz. 1

Louvre 152 standaard. Materiaal. bedieningshendel zijn van aluminium. bestendig kunststof spuitgietwerk. zijn van verzinkt staal.

Montagehandleiding voor SolidDutch wasbakken Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

Montagehandleiding voor betonnen wasbak Taludes Type: wandmontage voor een holle wand

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING KLEINE VEREN VAN KOOLSTOFSTAAL

Technisch HEXA FLOORING

Achterkant ipod Classic Installatie handleiding

Meer dan 100 designs mogelijk!

Reglementsaanpassingen cq correcties op reeds gepubliceerd Veiligheids- en Technisch Reglement op 9 december 2013 Wijziging No.01

SNIJ-TREKSTEMPELS P Blz. 1

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een holle bouwstenenmuur

Bekendmakingen aan de scheepvaart

WETGEVING & RICHTLIJNEN

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS

Tips & Trucs om eenvoudig materialen te wegen en keuren. Sebastiaan Durand & Bart van Ingen Schenau

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING O-RINGEN

Toolboxmeeting; Persoonlijke beschermingsmiddelen

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven.

Informatiegids Oogbescherming

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een holle bouwstenenmuur

Onderzoek van de drakenfiguur

Montagehandleiding voor Douchevloer Type: inbouw met Douchevloer-frame

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een cellenbeton- of gipsblokkenmuur

WATERWERKBLAD VERMIJDEN VAN GELUIDHINDER DOOR LEIDINGWATERINSTALLATIES

Montagehandleiding voor betonnen wasbak Taludes Type: wandmontage voor een cellenbeton- of gipsblokkenmuur

Montagehandleiding voor Douchevloer Type: inbouw met de afvoer in de bestaande vloer

MONTAGEHANDLEIDING. :cellenbeton of gipsblokken

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening

Andere afmetingen of uitvoeringen zijn volgens tekening leverbaar, ook van RVS 440B (1.4112). Artikelnummer D L L1 Materiaal

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

Messing kogelkooi DD14 Mini-serie

Montage Handleiding van SignWorld

GEBRUIKSAANWIJZING SLUITINGEN

AANWIJZINGEN VOOR HET VEILIG GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN GEDEELDE VELGEN VOOR 1987

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een cellenbeton- of gipsblokkenmuur

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

Hijsklemmen. Alles wat u moet weten over hijsklemmen. Verticale platenklemmen. Horizontale platenklemmen. Balkenklemmen

Basic Creative Engineering Skills

LINO. handleiding vijfhoek

Maatwerk roosters Brandwerende roosters Geluiddempende roosters

Geluiddempende roosters Maatwerk roosters

massief kunststof plaat

Slijpmal voor messen SVM-45

Gebruiksaanwijzing Gaasbakken

Accu ipod Classic Installatie handleiding

Meer dan 100 designs mogelijk!

Algemene LPG-tank installatie instructies

Brandwerende ventilatieroosters

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

MONTAGEHANDLEIDING. :holle bouwstenen

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

nora 1-componenten voegpasta

GL04300 NISDEUR MONTAGE INSTRUCTIES

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Scalpelhouder nr Scalpelmesjes nr. 23, spits, 5 stuks 1. Pincet, l = 130 mm, recht-spits 1

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

GL03350 HOEKCABINE MONTAGE INSTRUCTIES

1 Voorbereiden van de werkplek.

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA

HET PLAATSEN VAN DUBBELE BEGLAZING :

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen

Lcd scherm ipod Classic Installatie handleiding

Fig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES t f MODELLEN E-PPES1, E-APPES1

maximale deurgewicht maximale deurhoogte maximale deurbreedte temperatuurbereik 200 kg mm mm -10ºC +60ºC voldoet aan NEN-EN1125

GL VIJFHOEKCABINE MONTAGE INSTRUCTIES

Voor uw veiligheid! 7 Algemene aanwijzingen

Deel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:

Fietsenstalling. Eigenschappen voor Polycarbonaat. Maximale gebruikstemperatuur. Lineaire uitzettingscoëfficiënt. Brandgedrag

Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S

RAMEN EN OPDRAAIMECHANISME. Inhoud Algemene beschrijving Identificatie van speciale gereedschappen

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming

Handleiding Kunststoflassen. Het lassen van thermoplastische kunststof auto- en motoronderdelen met een Leister Triac S of Weldy PLAST

Technisch Reglement van het merk S3

Montagehandleiding voor Squarish Type: wandmontage voor een holle wand

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

MONTAGEHANDLEIDING. :holle wand

Hoe plaats ik swivels op een houten geweerkolf voor een draagriem

Transcriptie:

Blz. 1 1. INLEIDING Ingevolge artikel 121 van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938 moeten personen, die bij het gebruik van werktuigen of gereedschappen gevaar lopen getroffen te worden door afvliegende vonken, splinters, schilfers of stof, doeltreffend tegen dit gevaar zijn beveiligd, in het bijzonder tegen het gevaar van oogverwondingen. In laatstbedoelde gevallen is een goede veiligheidsbril het aangewezen beveiligingsmiddel. Er bestaan verschillende typen veiligheidsbrillen, die al naar gelang de verschillende werkzaamheden en de daaraan verbonden gevaren voor toepassing in aanmerking komen. In de publikatie van de Arbeidsinspectie P. no. 22 (Oogbeschuttingsmiddelen) zijn hierover nadere bijzonderheden vermeld. Voor de bescherming van de ogen tegen het gevaar getroffen te worden door grove deeltjes dient, zoals in genoemde publikatie is aangegeven, een veiligheidsbril te worden gebruikt bestaande uit een gewoon type bril, voorzien van veiligheidsglazen, een versterkt montuur en naar behoefte al of niet voorzien van zijschermen. Naar de mening van de Arbeidsinspectie kan dit type veiligheidsbril slechts dan als een doeltreffend oogbeschuttingsmiddel als bedoeld in bovengenoemd artikel 121 worden aangemerkt, als het voldoet aan de hieronder volgende aanwijzingen. 2. TOEPASSELIJKHEID VAN DE AANWIJZINGEN Deze aanwijzingen zijn van toepassing op tegen wegvliegende grove deeltjes beschermende veiligheidsbrillen, al of niet voorzien van zijschermen, waarvan het montuur is vervaardigd van metaal en/of kunststof en die zijn voorzien van twee ongekleurde veiligheidsglazen. 3. VEILIGHEIDSGLAZEN 3.1 Materiaal 3.1.1 Veiligheidsglazen mogen uitsluitend bestaan uit: a. een schijf gehard glas; b. een schijf kunststof waartegen aan weerszijden een glasschijf is gekit, z.g. triplexglazen; c. een schijf kunststof. 3.1.2 Veiligheidsglazen moeten van niet gemakkelijk brandbaar materiaal zijn vervaardigd. Kunststoffen die wanneer zij in een vlam worden gehouden langzaam opbranden, zijn toegestaan. Kunststoffen waarbij de verbranding snel voortschrijdt, bijv. kunststoffen op nitrocellulosebasis, zijn niet toegestaan.

Blz. 2 3.2 Vorm Een veiligheidsglas, niet tevens een correctieglas, moet een optisch zuiver menisken glas (een bol glas) zijn met een kromming van maximaal + 6½ en - 6½ dioptrie en minimaal + 5 en - 5 dioptrie. Deze waarden moeten worden bepaald met een sferometer. 3.3 Afmetingen 3.3.1 De middellijn van een cirkelvormig veiligheidsglas moet tenminste bedragen: a. voor correctieglazen en voor brillen met een oogafstand van minder dan 62 mm: 44 mm; b. voor brillen met een oogafstand van 62 - <64 mm: 45,8 mm; c. voor brillen met een oogafstand van 64 mm of meer: 49 mm. 3.3.2 Van pantoscopische of trapeziumvormige veiligheidsglazen moet de breedte tenminste bedragen: voor metalen glasranden: bij een oogafstand tot 64 mm: 45 mm; " " " van 64 - < 68 mm: 47 mm; " " " van 68 mm of meer: 48 mm; voor kunststoffen glasranden: bij een oogafstand tot 66 mm: 44 mm; " " " van 66 - < 70 mm: 46 mm; " " " van 70 mm of meer: 48 mm; Bij brillen met correctieglazen, bij brillen voor jeugdige personen en voorts in zeer bijzondere andere gevallen mag de breedte van de glazen tot 44 mm bij metalen glasranden en tot 42 mm bij kunststoffen glasranden worden verkleind. Onder oogafstand van een bril wordt verstaan de afstand tussen de verticale hartlijnen der glazen. 3.3.3 De hoogte van een veiligheidsglas moet tenminste bedragen: bij pantoscopische glazen: 90% van de onder 3.3.2 genoemde breedte; bij trapeziumvormige glazen: 85% van de onder 3.3.2 genoemde breedte. 3.3.4 De breedte en de hoogte van een glas dienen te worden gemeten als is aangegeven in afbeelding 3. 3.3.5 Van een gehard glas mag de dikte niet meer dan 3 mm bedragen. Deze bepaling is niet van toepassing op correctieglazen. 3.4 Optische eigenschappen 3.4.1

Het glas moet kleurloos zijn.

Blz. 3 3.4.2 Het glas moet vrij zijn van blazen, verontreinigingen of minder doorzichtige gedeelten. 3.4.3 Het glas moet vrij zijn van inhomogeniteiten (slierten e.d.). Het mag bij erdoorheen kijken geen vertekening vertonen. 3.4.4 Glazen van gehard glas of triplexglas moeten optisch zuiver zijn geslepen en goed zijn gepolijst. 3.4.5 Een veiligheidsglas, niet tevens zijnde een correctieglas, mag in geen enkel punt een negatieve of een positieve sterkte hebben groter dan 0,125 dioptrie. Het verschil in sterkte in twee onderling loodrechte richtingen mag in geen enkel punt van het glas meer dan 0,05 dioptrie bedragen. Het binnen- en het buitenvlak van een glas mag in geen enkel punt meer dan 20 boogminuten (0,25 prisma dioptrie) van de evenwijdigheid afwijken. De hierbedoelde waarden moeten worden bepaald met behulp van een topsterktemeter. 3.5 Mechanische sterkte 3.5.1 Veiligheidsglazen die bestaan uit een laag glas dat gehard is, en veiligheidsglazen die bestaan uit een schijf van kunststof, mogen, indien zij zijn ondersteund op de onder 3.5.3 aangegeven wijze, geen enkele beschadiging vertonen nadat het glas in het midden is getroffen door een over een hoogte van 1,30 m vrij vallende bolvormige stalen kogel van 40 g (middellijn circa 22 mm). 3.5.2 Veiligheidsglazen die bestaan uit een schijf van kunststof, waartegen aan weerszijden een glasschijf is gekit, mogen, indien zij zijn ondersteund op de onder 3.5.3 aangegeven wijze en nadat het glas in het midden is getroffen door een over een hoogte van 1 m vrij vallende bolvormige stalen kogel van 16 g (middellijn circa 16 mm), aan de niet door de kogel getroffen zijde niet zijn afgesplinterd. 3.5.3 De ondersteuning van de glazen tijdens de onder 3.5.1 of 3.5.2 beschreven valproef moet bestaan uit een metalen ring, waarvan voor ronde glazen met een middellijn van 49 mm de afmetingen en de vorm zijn aangegeven in afbeelding 6. De metalen ring moet stevig zijn bevestigd op een stalen plaat, dik tenminste 10 mm, die op een niet meegevende onderlaag moet zijn opgesteld. Het glas moet rusten op een ring van rubber waarvan de hardheid volgens Shore ongeveer 60 eenheden bedraagt. Het glas mag over de gehele omtrek ten hoogste over een rand ter breedte van 2 mm op de rubberring rusten.

Blz. 4 Andere dan cirkelvormige glazen moeten op dezelfde wijze worden beproefd, met dien verstande dat de ondersteuning moet zijn aangepast aan de vorm van het glas. 3.6 Duurzaamheid. Een triplexglas mag, nadat het gedurende 30 minuten is ondergedompeld in water van 100 C en daarna zonder te zijn afgedroogd gedurende 24 uren in stilstaande lucht met een temperatuur van 15-18 C is gedroogd, geen verkleuring, geen sporen van loslaten van de kit en geen binnendringen van vocht tussen de lagen vertonen. 4. HET MONTUUR 4.1 Algemene aanwijzingen 4.1.1 Metalen onderdelen van een montuur moeten zijn vervaardigd van zilver of alpaca, dan wel van een daarmee in sterkte en corrosievastheid overeenkomend materiaal. 4.1.2 Een montuur moet van een niet gemakkelijk brandbaar materiaal zijn vervaardigd. Kunststoffen die wanneer zij in een vlam worden gehouden langzaam opbranden, zijn toegestaan. Kunststoffen waarbij de verbranding snel voortschrijdt, bijv. kunststoffen op nitrocellulosebasis, zijn niet toegestaan. 4.1.3 Indien delen van een montuur door solderen aan elkaar zijn verbonden, moet dit uitsluitend zijn geschied door hardsolderen. 4.1.4 De schroef waarmee een glas in de glasrand wordt bevestigd, mag niet tevens dienst doen als scharnier-pen van een oorveer. 4.1.5 Het gewicht van een onbekleed montuur zonder glazen mag ten hoogste 25g bedragen. 4.1.6 De schroeven voor de bevestiging van de glazen en/of de oorveren moeten zijn voorzien van schroefdraad M 1,25 of meer. 4.1.7 Het gedeelte van elk der beide neussteunen dat tegen de neus komt te rusten, moet een minimum-oppervlak hebben van 50 mm².

Blz. 5 4.2 Bepaling van de sterkte 4.2.1 De sterkte van elk type montuur moet voor alle maten worden bepaald aan een montuur waarvan de oogafstand 68 mm bedraagt. 4.2.2 Het montuur met glazen moet in zodanige stand worden gehouden, dat de lijn die de oorveerscharnieren verbindt verticaal staat. Op het montuur moet ter plaatse waar de oorveren aan het montuur zijn bevestigd, in de richting van de verbindingslijn der scharnieren een kracht van 2 kg worden uitgeoefend. 4.2.3 Het montuur met glazen moet op een horizontaal vlak worden gelegd met de oorveren omhoog, zodanig dat een der glasranden op het vlak steunt en het overige gedeelte buiten het vlak uitsteekt. Het niet dragende gedeelte van het montuur moet nabij de oorveer worden belast met een gewicht van 1 kg. 4.2.4 Tijdens de onder 4.2.2 en 4.2.3 omschreven proeven moeten de glasranden de glazen deugdelijk blijven omvatten. Na de proeven mag het montuur geen blijvende vervorming vertonen en moet de bevestiging van de glazen in het montuur nog voldoen aan het bepaalde in 4.2.5. 4.2.5 De glasranden moeten zodanig zijn gevormd en het glas zodanig omvatten, dat een glas er niet wordt uitgedrukt indien het aan de van het gelaat afgewende zijde in het midden wordt getroffen door een over een hoogte van 1,3 m vrij vallende bolvormige stalen kogel van 40 g (middellijn 22 mm), en indien het glas aan de gelaatzijde wordt getroffen door een over dezelfde hoogte vrij vallende bolvormige stalen kogel van 16 g (middellijn ± 16 mm). Bij deze proeven mag het montuur slechts zijn gesteund in het midden van de neusbrug, op het bevestigingspunt van de oorveer en in het midden van de onderzijde van de glasrand. 4.2.6 Een oorveer, ingeklemd over een afstand van 5 mm gemeten vanaf het scharnierpunt, en belast in de richting van de as van het kleinste traagheidsmoment met een gewicht van 500 g, aangebracht op een afstand van 50 mm van het inklempunt, mag na verwijdering van de belasting geen blijvende vervorming vertonen. 4.2.7 Indien een onbeklede krulveer in het midden van het gebogen gedeelte, dat achter de oorschelp komt te rusten, evenwijdig aan het rechte gedeelte van de oorveer wordt belast met een gewicnt van 100 g, door middel van een metalen ringetje aan de oorveer gehangen, mag de veer niet zoveel buigen dat het gewicht van de veer afglijdt. Na de belasting moet de veer in haar oorspronkelijke stand terugveren.

Blz. 6 4.2.8 Een der glasranden van het montuur moet zo dicht mogelijk bij een der scharnieren op een horizontaal vlak worden vastgeklemd; de oorveer moet in verticale of nagenoeg verticale stand aan een hefboom worden geklemd, zo dicht mogelijk bij het bevestigingspunt van het scharnier. Loodrecht op de scharnierrichting moet op de oorveer door middel van de hefboom een buigmoment worden uitgeoefend van 4 kg/cm. Na tweemaal door dit moment in beide richtingen te zijn belast, mogen het scharnier en de bevestiging van het scharnier aan de oorveer en de glasrand geen gebreken vertonen. 4.2.9 De onder 4.2.2, 4.2.3 en 4.2.5 t/m 4.2.8 omschreven beproevingen moeten, voor zover deze worden verricht aan kunststoffen monturen, bij kamertemperatuur plaatsvinden. 5. ZIJSCHERMEN 5.1 Zijschermen van een veiligheidsbril moeten, onverminderd het onder 5.3 bepaalde, een zo volledig mogelijke beschutting bieden tegen het zijdelings indringen van voorwerpen of deeltjes in het oog. 5.2 Zijschermen moeten in de stand waarin de bril wordt gebruikt, goed op de glasrand aansluiten. 5.3 De constructie en het materiaal van zijschermen moeten zodanig zijn, dat zijdelings waarnemen voldoende is gewaarborgd. In de zijschermen mogen zich geen openingen bevinden die groter zijn dan 1 mm². 5.4 Zijschermen moeten voldoende sterk zijn. Zij moeten zijn vervaardigd van metaal of kunststof, dan wel van een combinatie van deze materialen. 5.5 Metalen zijschermen of metalen onderdelen van zijschermen moeten zijn vervaardigd van nieuw zilver of alpaca, dan wel van een daarmee in sterkte en corrosievastheid overeenkomend materiaal. 5.6 Het bevestigen van metalen vlechtwerk of geperforeerde metalen plaat in een rand mag uisluitend zijn geschied door hardsolderen. 5.7 Zijschermen moeten stevig aan het montuur zijn bevestigd. Scharnieren van zijschermen moeten deugdelijk zijn uitgevoerd.

Blz. 7 5.8 Kunststoffen die in zijschermen zijn verwerkt, mogen niet licht brandbaar zijn. Kunststoffen die langzaam opbranden wanneer zij in een vlam worden gehouden, zijn toegestaan; kunststoffen waarbij de verbranding snel voortschrijdt, zoals kunststoffen op nitrocellulosebasis, zijn niet toegestaan. 5.9 Aan zijschermen mogen geen scherpe randen en hoeken voorkomen.