Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Vergelijkbare documenten
hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Samenvatting. Samenvatting

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

Samenvatting (Summary in Dutch)

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Samenvatting. Samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Samenvatting SAMENVATTING

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

Marrit-10-H :05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd : :01:1 :12

Samenvatting. Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Elisabeth Turfboer - Vink

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er ge

nederlandse samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose

Depressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg.

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

Op(weg(naar(een(optimale(vitamine(D(status:(determinanten(en( consequenties(van(vitamine(d(deficiëntie(in(de(oudere(populatie(

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting

212

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)


4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Nederlandse samenvatting

Hoe ziek word je van zitten?

Samenvatting Chapter 2 128

samenvatting 127 Samenvatting

Nederlandse Samenvatting

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

A c. Dutch Summary 257

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Nederlandse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Chapter. Samenvatting

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

Samenvatting*en*conclusies* *

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Samenvatting (Summary in Dutch)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Samenvatting Summary in Dutch

Nederlandse samenvatting

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Plasklachten bij mannen

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Transcriptie:

Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161

162

In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting toe. Om te onderzoeken of deze stijgende levensverwachting gepaard gaat met gezondheidsproblemen of met een relatief goede gezondheid en onafhankelijkheid in het functioneren, is inzicht in de gezondheidstoestand van ouderen nodig. Een eenvoudig instrument dat vaak gebruikt wordt om de algemene gezondheidstoestand van ouderen te bepalen is het oordeel over de eigen gezondheid (selfrated health, SRH). Onderzoek naar SRH kreeg vooral grote belangstelling nadat een consistente voorspellende waarde voor mortaliteit werd gevonden. Tegelijkertijd is er discussie in de literatuur over de vraag of SRH wel moet worden gebruikt als instrument voor het bepalen van de gezondheid van ouderen. Er bestaat namelijk een discrepantie tussen enerzijds de lichamelijke gezondheid van ouderen, die meestal afneemt met de leeftijd, en anderzijds hun subjectieve gezondheid, ook wel bekend als de paradox of ageing. Het is onduidelijk in welke situaties SRH een goede reflectie is van de gezondheidstoestand, en dit geldt in het bijzonder voor de toepassing in longitudinale studies en trendstudies. Het doel van dit proefschrift was te onderzoeken in welke mate SRH, als eenvoudig instrument, de gezondheidstoestand van ouderen weerspiegelt. Hiertoe werden gegevens van twee cohortstudies gebruikt. De Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) bevat een representatieve steekproef van 55-plussers in Nederland. Tussen 1992 en 2009 hebben zes driejaarlijkse meetmomenten plaatsgevonden. De Finse Vitality 90+ Studie is een prospectief cohortonderzoek onder ouderen van 90 jaar en ouder uit Tampere, Finland. In deze studie zijn tussen 2001 en 2010 vier meetmomenten uitgevoerd. In beide studies kon SRH op meerdere momenten worden vergeleken met twee veelgebruikte gezondheidsmaten in het verouderingsonderzoek: het aantal chronische ziekten en de mate van beperkingen in het dagelijks functioneren. 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting Hoofdstuk 2 toont de sensitiviteit van SRH voor het aantal chronische ziekten dat ouderen rapporteren. In deze cross-sectionele studie werd een niet-lineaire relatie tussen multimorbiditeit en SRH gevonden: de impact van het hebben van een eerste ziekte was groter dan de impact van de daaropvolgende ziekten. Echter, vanaf de tweede ziekte ging elke extra ziekte gepaard met een cumulatieve verslechtering van de SRH. Deze bevindingen suggereren dat de eerste ziekte de grootste impact heeft, bijvoorbeeld door psychologische aanpassing aan een verslechterende gezondheidstoestand. In cross-sectionele studies lijkt één SRH meting een goede weergave te zijn van de opeenstapeling van gezondheidsproblemen. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe gevoelig SRH nog is voor de gezondheidsachteruitgang van 90-plussers, een leeftijdsgroep met een hoge prevalentie van ziekten en beperkingen. Een groot deel van de 90-plussers - 37% - beoordeelde de gezondheid als redelijk goed tot zeer goed. Na twee jaar bleef de SRH van 56,3% van de respondenten gelijk. De 22,3% die een verslechterde SRH rapporteerden hadden meer functionele beperkingen op baseline en ervoeren een toename van het aantal beperkingen gedurende de follow-upperiode. Een duidelijke achteruitgang in SRH werd gevonden na zes en negen jaar follow-up, en kon worden verklaard door een toename van het aantal ziekten en een afname in het fysiek functioneren. Bij 90-jarigen is SRH dus nog 163

steeds gevoelig voor veranderingen in het aantal ziekten en het functioneren en dit kwam het duidelijkst tot uiting op de langere termijn. Deze resultaten bevestigen de ageing paradox, en laten zien dat aanpassing aan een verslechtering van de gezondheidstoestand de impact van nieuwe ziekten beïnvloedt. Leeftijdsverschillen in het oordeel over de eigen gezondheid kunnen dus toegeschreven worden aan deze aanpassing. In Hoofdstuk 4 onderzochten we het fenomeen response shift, om te bepalen welke mechanismen van aanpassing de stabiliteit in SRH, ondanks gezondheidsachteruitgang, te verklaren. Drie types response shift kunnen worden onderscheiden: herprioritering (een verandering van waarden), reconceptualisatie (een verandering van het concept van SRH) en recalibratie (een verandering in interne standaarden). Er werd geen bewijs gevonden voor de eerste twee typen response shift. Wel vonden we aanwijzingen voor recalibratie: In de subgroep die op twee meetmomenten een gelijke SRH rapporteerde, hadden respondenten die in de tussentijd een nieuwe ziekte gediagnosticeerd kregen drie keer zoveel kans om retrospectief (met een then-test: Hoe was uw gezondheid 3 jaar geleden? ) hun gezondheid te overschatten met de zogenaamde thentest. Zij geven dus eigenlijk aan een verslechterde gezondheid te hebben. Dit suggereert dat zij hun standaard van een goede gezondheid verlaagden in reactie op nieuw gediagnosticeerde ziekten, waardoor geen verandering in SRH werd gevonden. Hoofdstuk 5 vergelijkt de voorspellende waarde van twee veranderingsmaten van SRH voor 5-jaarssterfte: De eerste is een retrospectieve maat, verkregen met behulp van de thentest. Aangenomen wordt dat deze manier van meten minder gevoelig is voor veranderingen in gezondheidsstandaarden. De tweede maat is prospectieve verandering, verkregen door het vergelijken van SRH op twee opeenvolgende meetmomenten. De resultaten toonden aan dat verslechtering in SRH een hoger sterfterisico met zich meebracht, zoals te verwachten is, maar alleen wanneer deze prospectief was gemeten. Na toevoeging van SRH, gemeten op het meest recente meetmoment, waren beide veranderingsmaten niet voorspellend meer voor sterfte. Een berekende verandering in SRH voegt dus geen voorspellende waarde toe aan een model met SRH op één moment gemeten. Doordat SRH een breed scala aan gezondheidsaspecten reflecteert, en mogelijk ook (toekomstige en voorgaande) veranderingen in gezondheid, is verandering in SRH waarschijnlijk geen goede weergave van de werkelijke gezondheidsachteruitgang die heeft plaatsgevonden. Deze twee studies toonden aan dat ouderen mogelijk hun standaard verlagen, wanneer zij na een periode van gezondheidsachteruitgang opnieuw een oordeel geven over hun gezondheid. Een then-test kan in dit geval extra informatie opleveren. De then-test heeft echter ook nadelen. Recall bias kan bijvoorbeeld de scores op de then-test beinvloed hebben. Dit verklaart mogelijk ook waarom geen associatie tussen verandering in SRH, gemeten met de then-test, en sterfte werd gevonden. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen hoe verandering in SRH het beste gemeten kan worden, gegeven dat zowel de prospectieve als de retrospectieve maat in meer of mindere mate wordt beïnvloed door vertekening. 164

Hoofdstuk 6 benadert verandering in SRH vanuit een ander perspectief. SRH is nu vergeleken tussen dezelfde leeftijdsgroepen, over verschillende jaren. Er werd tussen 1992 en 2009 een stabiele trend in de prevalentie van slechte SRH en ernstige functionele beperkingen gevonden, terwijl het gemiddelde aantal chronische ziekten en de prevalentie van lichte beperkingen steeg. Terwijl de associatie tussen chronische ziekten en SRH zwakker werd, hadden ernstige beperkingen juist een grotere impact op de SRH. De meest ongunstige trends werden waargenomen bij de oudere ouderen en de lageropgeleiden. Deze resultaten tonen aan dat de stabiliteit van SRH onderliggende veranderingen in chronische ziekten en beperkingen maskeert. Er treden veranderingen op in het belang dat ouderen hechten aan de verschillende aspecten van gezondheid wanneer zij hun gezondheid beoordelen. Hoofdstuk 7 beschrijft een onderzoek naar de overeenkomst tussen zelfgerapporteerde chronische ziekten en ziekten door de huisarts gerapporteerd. Tussen 1992-93 en 2008-09 nam de prevalentie van zelfgerapporteerde ziekten het sterkst toe. Over-rapportage van chronische ziekten (Respondent positief, huisarts negatief) kwam significant vaker voor in 2008-09, terwijl onder-rapportage (respondent negatief, huisarts positief) minder vaak voorkwam. Deze trend leidde niet tot een verandering in de mate van overeenstemming over specifieke chronische ziekten. Oudere ouderen rapporteerden hun ziekten minder accuraat dan jongere ouderen. Verder kwam onder-rapportage vaker voor bij mannen en over-rapportage vaker bij vrouwen en bij personen met een slechtere SRH of verminderd fysiek functioneren. De associatie tussen SRH en over-rapportage van chronische ziekten laat zien dat response bias mogelijk een rol heeft gespeeld bij het bepalen van de associatie tussen zelfgerapporteerde chronische ziekten en SRH: beiden worden mogelijk beïnvloed door de visie van respondenten op hun eigen gezondheid. Additionele analyses lieten zien dat de impact van de meeste zelfgerapporteerde chronische ziekten op SRH gelijk was aan die van huisartsgerapporteerde ziekten. Dit geeft aan dat de invloed van deze vertekening op onze resultaten beperkt is geweest. 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting Conclusie Dit proefschrift had als doel te onderzoeken in welke mate SRH (self-rated health, het oordeel over de eigen gezondheid) de gezondheidsstatus van ouderen weerspiegelt. Als eerste werd gevonden dat aanpassing aan een verslechtering van de gezondheidstoestand de impact van nieuwe ziekten beïnvloedt. Toch bleek SRH goed te kunnen onderscheiden tussen een goede en slechte gezondheidstoestand. Als tweede werd onderzocht hoe de aanpassing aan gezondheidsproblemen kan resulteren in een veranderde betekenis van SRH. Resultaten lieten zien dat ouderen na gezondheidsachteruitgang hun standaard verlagen, maar niet hun concept van gezondheid veranderen. Als laatste werd gevonden dat trends in chronische ziekten en functioneren niet goed worden weerspiegeld in trends in SRH. Op basis van deze resultaten kunnen aanbevelingen gedaan worden voor het gebruik van SRH in studies naar de gezondheid van ouderen. Een enkele SRH meting is een goede voorspeller van sterfte en kan groepen met goede en slechte gezondheid onderscheiden. Deze eigenschap is waardevol voor het screenen van populaties en te beslissen welke subgroepen het grootste 165

risico op sterfte, institutionalisering of andere negatieve gezondheidsgevolgen hebben. In longitudinaal onderzoek kunnen veranderingen in SRH inzicht geven in het aanpassingsvermogen van ouderen. SRH kan echter beter niet gebruikt worden om gezondheidsachteruitgang zelf te meten, aangezien ouderen hun standaard van een goede gezondheid mogelijk verlagen in reactie op gezondheidsachteruitgang. In trendstudies zullen veranderingen in de prevalentie van chronische ziekten en functionele beperkingen op populatieniveau niet altijd tot uiting komen in een afname van de SRH. Mogelijk liggen hier subtiele veranderingen in de waarde van de verschillende gezondheidsdimensies voor SRH aan ten grondslag. Wanneer onderzoekers geïnteresseerd zijn in veranderingen in de gezondheid, ofwel bij het ouder worden, ofwel op populatieniveau over de tijd, is het van belang om meer objectieve en specifieke indicatoren van gezondheid te onderzoeken. 166