Handleiding percelen, landbouwgrond of niet volgens het GLB

Vergelijkbare documenten
Handleiding percelen, landbouwgrond of niet

Handleiding bij: controle nieuwe perceelsregistratie

Handleiding bij: controle nieuwe perceelsregistratie

Aanvullende BGT karteerinstructie EZ Versie 1.0

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, In de nieuwsbrief: Wijzigingen Gecombineerde opgave AGRO. Maart 2018

Agro-Nieuwsbrief. Verlaging waarde betalingsrechten. Wijzigingen Gecombineerde opgave. Feitelijke beschikkingsmacht percelen. In deze nieuwsbrief:

Wijzigingen Gecombineerde opgave

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

SUBSIDIABILITEIT VAN LANDBOUWAREAAL /

Index Natuurbeheer Landschapselementen

Feitelijke beschikkingsmacht percelen

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht

Voorbeelden randen en landschapselementen ecologisch aandachtsgebied

SUBSIDIABILITEIT VAN LANDBOUWAREAAL /

Subsidiabiliteit van landbouwareaal

Middeldijk 86 Barendrecht

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Wijzigingen Gecombineerde opgave 2019 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2019? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp.

SUBSIDIABILITEIT VAN LANDBOUWAREAAL

Subsidiabiliteit van landbouwareaal /

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

Gebruik geografische informatie bij controle landbouwsubsidies

Subsidiabiliteit van landbouwareaal Campagne 2017

Deel 2 Beschrijving Hoofdgroepen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt bekend:

Brabants Landschap Postbus ZH Haaren Tel: Fax: KWALITEITSIMPULS LANDSCHAP-

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Velt presenteert: de ecotuin

Wijzigingen Gecombineerde opgave 2018 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2018? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp.

Landschappelijk inpassingsplan Biesheuvelweg 2, Wijk en Aalburg

SUBSIDIABILITEIT VAN LANDBOUWAREAAL /

Leidraad Toetsingskader Landschapselementen

Stedenbouwkundige. voorschriften

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

Knelpunten van de Natuurzoom.

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

REGELS BIJLAGE 21 INPASSINGSPLAN RUITER 28

vliegveld, bedrijfstoeslag, subsidiabele oppervlakte Wetsverwijzingen Regeling GLB-inkomenssteun a, geldigheid:


ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN

Doc. 1

Typische terreinsituaties uitgewerkt voor waterstaatswerken

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

Toelichting schetsontwerp Molenpark

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo

Erfbeplantingsplan Ruiter 28 Someren

ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN

Landschapsbeheer Gelderland. Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Eward Timmerman Datum: maart

Achtergrondinformatie

Opties en voorwaarden Veldleeuwerikpakket 2017

reijrink heijmans landschappelijk inpassingsplan druisdijk 10 alphen LAND S CHAPS I N R I C H T I N G werkdocument: vormverandering bouwblok

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Ingevulde gegevens Gecombineerde opgave 2015

Juridische Analyse Bos- en Bomenaanplant op landbouwgrond. Klimaatenvelop Bijeenkomsten 1 en 8 november 2018 Gijs van Heemstra

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Notitie Landschappelijke inpassing Kerkstraat 19, Rucphen Datum concept: 11 oktober 2017 Datum definitief: 22 januari 2018 Auteur: Ir. C.C.F.

Impact vernieuwde GLB voor de sierteelt

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ADRIAANS - MILHEEZE

Skaeve Huse Ruimtelijke motivatie voor Raad van State. Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Gemeente Nijmegen, januari 2016.

Toelichting erf- en landschapsplannen Zandweteringpad 6 en Molenweg 10 Olst Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving gemeente Olst-Wijhe

TUINONDERHOUD. Daar hebben we allemaal plezier van.

Je tuin. tips en afspraken

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

LOG. g e b i e d s v i s i e. gemeenten Montferland & Oude IJsselstreek. projectnummer oktober 2010 SAB Arnhem

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE

PLAN UITBREIDING RECREATIEBEDRIJF. MINICAMPING OP FIETSE Verlengde Vaart ZZ 143a, Erica

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

ZORGPROJECT AN GEN INJ. landschapsplan

Tekeninstructie. voor de bedrijfskaart bij het formulier Wijziging registratie van uw percelen

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

MIJN BEZOEK AAN KINDERBOERDERIJ RIVIERENHOF

Vergroening Infosessie VA /02/2018 Brussel Sanne Habets

Landschappelijk inpassingsplan

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

VOLKSTUINVERENIGING GEMEENTE BRUMMEN.

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

Definitief ontwerp voor het park Glaskloksingel. Harnaschpolder Delft November 2013

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Houten

Stuurgroep Kromme Rijnlandschap

GEWIJZIGD 23 APRIL 2016

BUITENPOST Oost 40. Vraagprijs: kosten koper

Landgoed Nabbegat inrichtingsschets

Diverse kavels. Groenstrook Zeemanskade Parallel gelegen aan de N482 te Sliedrecht

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn

Subsidiereglement kleine landschapselementen

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

SPEURNEUZEN in de Groene Velden

L a n d s c h a p s p l a n. Uilenburgsestraat 12 Heteren H. Crum Jens ONTWERPERS

Project: Horecavoorzieningen Noord Aa Datum: 13 oktober 2011 Betreft: keuze bouwstenen uit advies Lola

Natuurpad Het Alloo. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

Transcriptie:

Handleiding percelen, landbouwgrond of niet volgens het GLB Heeft u een perceel dat u wilt intekenen of wijzigen? U moet dan bepalen of u het perceel in zijn geheel gebruikt of beschikbaar heeft voor de uitvoering van landbouw. Deze handleiding geeft inzicht in welke percelen en oppervlakten wel en niet onder landbouwgrond vallen volgens het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ook leest u waarmee u rekening moet houden bij het intekenen van uw perceel. Inhoudsopgave 1. Perceel landbouwgrond 2. Oppervlakten die geen deel uit maken van een perceel landbouwgrond 3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond

2

1. Perceel landbouwgrond Vanuit de GLB regelgeving bestaat een perceel landbouwgrond uit de oppervlakte die u gebruikt voor landbouwkundige doelen. Deze grond is te gebruiken voor het uitbetalen van subsidies vanuit de GLB regeling. In deze handleiding staat een uitgebreide omschrijving van wat volgens de GLB regeling valt onder landbouwgrond. 2. Oppervlakten die geen deel uitmaken van een perceel landbouwgrond a. Wegen en paden Dit zijn paden en toegangswegen die speciaal zijn bedoeld om bij een erf of een weg te komen. Ze kunnen zowel verhard als onverhard zijn. Dit zijn bijvoorbeeld zandpaden, betonpaden in grasland en paden die bestaan uit puin en stenen. Vaak liggen deze paden en wegen aan de zijkanten van percelen om verderop gelegen percelen te bereiken. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens tussen de beteelbare oppervlakte en de kant van de weg of het pad. Als een berm aanwezig is langs de weg, dan laat u deze buiten het perceel. Verderop in deze handleiding leest u hoe omgegaan moet worden met bermen. Tractorsporen midden in percelen die worden gebruikt voor zaaien, oogsten en sproeien tellen wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond, deze worden niet gezien als paden. b. Sloten Dit zijn gegraven geulen voor de waterbeheersing. Het grootste deel van het jaar staat er water in. De breedte van een sloot is van insteek tot insteek groter dan 1 meter. De grens van landbouwgrond met een sloot ligt bij de insteek van de sloot. De functie van het talud van een sloot is aan- en afvoer van water. Het talud is daarom geen onderdeel van het perceel landbouwgrond. Als er een afrastering aanwezig is, ligt de grens van de landbouwgrond op de afrastering. Bij een zeer geleidelijk aflopend talud of als er geen talud aanwezig is, mag u de grens van land en water als perceelgrens aanhouden. Dit geldt vooral voor gebieden met een hoge waterstand, zoals het Veenweidegebied. Niet als landbouwgrond aan te merken sloot en talud 3

Niet voor landbouwgrond in aanmerking komend talud Sloot zonder talud, grens landbouwperceel op waterlijn leggen Flauw talud, grens landbouwperceel op waterlijn Afgerasterd talud buiten landbouwperceel c. Greppels Dit zijn gegraven geulen. Het grootste deel van het jaar staat er geen water in. Greppels staan door hun minimale diepte en breedte de uitoefening van landbouwactiviteiten niet in de weg en tellen mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Dieren kunnen er bijvoorbeeld makkelijk doorheen of overheen lopen. Greppels die daar te diep en/of te breed voor zijn, horen niet bij het perceel landbouwgrond. Voor deze greppels gelden dezelfde regels als voor de sloten. Greppels die bij het perceel landbouwgrond horen 4

d. Dammen Er zijn twee soorten dammen. Toegangsdam Dit is een verharde of onverharde dam vanaf de openbare weg of eigen weg naar een perceel. Ook een dam tussen een perceel landbouwgrond en een perceel met een andere functie dan landbouwgrond is een toegangsdam. Een toegangsdam maakt geen onderdeel uit van het perceel landbouwgrond. De grens van de sloot trekt u door als perceelgrens. Als de toegang naar een perceel over een berm loopt, zien we de berm als onderdeel van de dam en dus ook geen onderdeel van het perceel landbouwgrond. Doorgangsdam Een doorgangsdam is een dam die percelen landbouwgrond met elkaar verbindt. Als deze dam onverhard en beteelbaar is en bij het perceel hoort mag u deze meetellen als landbouwgrond. Dit doet u door het gedeelte van de dam dat bij het betreffende perceel hoort in te tekenen. Bij het verdelen van de dam over twee percelen legt u de grens in het midden van de dam of op een eventueel aanwezig hek. U kunt de percelen eventueel ook samenvoegen. e. Bomenrijen Een bomenrij is een lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van bomen en struiken. De bomen staan in één kromme of rechte lijn. Een bomenrij binnen het landbouwperceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als deze korter is dan 50 meter. Bomenrijen die grenzen aan het perceel of op de buitengrens van het perceel staan, telt u niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Het maakt niet uit hoe lang de bomenrij is. Bij het tekenen van de perceelgrens moet u 0,5 meter vanaf het midden van de boomstam aanhouden. De bomenrij wordt hierdoor 1 meter breed. Heeft u een bomenrij die u opgeeft als Landschapselement voor de invulling van het ecologisch aandachtsgebied? Dan kunt u voor deze oppervlakte geen betalingsrechten aanvragen. Uitzondering voor grasland Voor bomen in een bomenrij binnen een landbouwperceel waarbij de onderlinge afstand van de bomen landbouwactiviteiten niet in de weg staat geldt een uitzondering. De bomen moeten dusdanig ver uit elkaar staan zodat bijvoorbeeld dieren er tussendoor kunnen lopen. In dat geval telt de oppervlakte van de bomenrij wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond. f. Bosjes en losse bomen Bosjes in een landbouwperceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de lijn langs de buitenzijde van de stam. Losse bomen op de grens van het landbouwperceel mag u niet meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond. Losse bomen die verspreid staan over het perceel mag u wel meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als het aantal bomen minder dan 50 per hectare is. Als er 50 of meer bomen per hectare op het perceel staan mag u de bomen alleen meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als het een perceel fruitbomen betreft die geregeld een oogst opleveren. 5

g. Heggen Dit zijn knip- en scheerheggen. Een heg is een lijnvormig landschapselement met een aaneengesloten begroeiing van inheemse bomen en/of struiken die worden geknipt of geschoren. Heggen binnen het perceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als ze korter zijn dan 50 meter en de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens van de heg met het maaiveld. Heggen die het perceel begrenzen tellen niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond. h. Windhagen rond fruitkwekerijen Dit zijn heggen, hagen of coniferen rondom een fruitkwekerij. Ze zijn ter voorkoming van emissie van bestrijdingsmiddelen naar de sloten en bieden bescherming van de fruitbomen tegen de wind. Windhagen met een maximale breedte van 2 meter rondom fruitkwekerijen mag u wel meetellen bij de beteelbare oppervlakte van het perceel. Beteelbare oppervlakte aansluitend buiten de windhaag mag u ook meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond. i. Houtranden Dit zijn houtsingels, hagen en houtwallen. Deze houtranden zijn begroeid met loofhout of naaldhout. De inplant van de stammen is breder dan 1 meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens van de houtrand met het maaiveld. Op de foto hieronder ziet u hoe een houtwal te zien is op de luchtfoto. Houtwal j. Rietzomen of kleine rietpercelen Rietzomen of kleine rietpercelen komen vaak voor langs waterkanten, deze vegetatie maakt geen onderdeel uit van de landbouwgrond, ook als de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens tussen de beteelbare oppervlakte van het landbouwperceel en het rietgedeelte. Rietpercelen kunnen zowel bestemd zijn voor het telen van productieriet als voor natuurdoeleinden. Riet binnen in een landbouwperceel kleiner dan 50 vierkante meter zijn onderdeel van het perceel, deze hoeft u niet uit te sluiten. 6

k. Poelen, vennen, drassen, waterdelen Dit zijn alle wateroppervlakten die zijn aangelegd zoals poelen, of op een natuurlijke manier zijn ontstaan zoals vennen en drassen. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de insteek van het water. Als er omliggende begroeiing of verharde delen aanwezig zijn dan tellen deze oppervlakten evenmin mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Ondergelopen land (door een natte periode) telt wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond, als deze grond niet langer dan 90 dagen per jaar onder water staat. Poel met begroeiing l. Bebouwing en installaties Dit zijn gebouwen aard- en nagelvast zoals molens en windturbines, gaswinningstations en fakkeltorens. Bebouwing en installaties mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als de oppervlakte kleiner is dan 10 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens met het maaiveld. Als er een omheining rondom de bebouwing of de installatie aanwezig is telt de oppervlakte gelegen binnen de omheining telt niet mee als landbouwgrond. U volgt dan de omheining bij het intekenen van de perceelgrens. m. Erf Het erf is het gebied dat direct om de bebouwing ligt. Het heeft een ondersteunende functie voor deze bebouwing. Onder bebouwing vallen onder andere een huis, stal, kas, silo, loods of schuur. Deze bebouwing zelf behoort ook tot het erf. Beelden erf 7

n. Gazon Een gazon is een ruimte begroeid met gras en wordt niet gebruikt voor landbouwdoeleinden. Het ligt vaak op het erf bij een boerderij, woonhuis, bedrijfsgebouw of andere bebouwing. Een gazon wordt vooral onderhouden door het gras regelmatig te maaien, zodat het op een beperkte hoogte blijft en de meeste andere planten geen kans krijgen zich op het gazon te vestigen. Ook als het gras van een gazon wordt gevoerd aan vee is er nog geen sprake van landbouwgrond. Teelt van graszoden valt niet onder het begrip gazon. o. Opslagplaats Dit zijn kuilvoeropslagen, mestopslagen zoals platen, bassins, silo s of grond, zand, afval, losse kuilbalen en machines. Als de ondergrond van deze opslagen al langer dan een jaar niet is gebruikt als landbouwgrond telt de oppervlakte niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond p. Park, Plantsoen of ander openbaar groen Een park is een groenvoorziening die op zichzelf staat en door de mens is ontworpen en aangelegd. Een park heeft een recreatieve functie. De vegetatie van een park kenmerkt zich door afwisseling van gras, bomen, struiken, planten/bloemen en (wandel)paden. Het park is (beperkt) toegankelijk voor publiek. q. Kampeerterrein Een kampeerterrein is een plek met voorzieningen om te kamperen. Hier kan een tent worden opgezet en een vouwwagen, caravan of camper worden neergezet. Meestal is een camping met velden omzoomd door bosschages die beschutting bieden. De kampeerveldjes hebben vaak een begroeiing die bestaat uit gras. Het kampeerterrein heeft permanente voorzieningen zoals sanitairgebouwen, paden, verlichting en afscheidingen en is meer dan drie maanden per jaar open. Ook bijbehorende permanente onderdelen zoals parkeerplaatsen, speelplaatsen zijn geen landbouwgrond. Een weiland zonder permanente voorzieningen dat tijdelijk als kampeerterrein wordt gebruikt (maximaal 90 dagen) wordt niet gezien als een kampeerterrein. Kampeerterreinen r. Sportveld, zoals voetbalveld of golfbaan Een sportveld is een terrein dat bestemd en ingericht is voor het uitoefenen van buitensport en spel. Voorbeelden hiervan zijn voetbalvelden, golfterreinen en crossterreinen. Sportterreinen van tijdelijke aard voor maximaal 90 dagen vallen hier niet onder. Boerengolfterreinen kunt u wel als landbouwgrond opgeven als u deze terreinen naast het boerengolf ook voor uitvoering van de landbouw gebruikt of beschikbaar houdt. 8

s. Paardenbak, dressuurplaats en uitloopbak Het gaat hierbij om niet overdekt terrein met grasland of voorzien van een bewerkte aangepaste bodem anders dan gras. Dit terrein is bestemd voor het trainen, africhten, dresseren en uitlopen van paarden of pony s. Het terrein is meestal omgeven door een constructie zoals houten palen en planken. Deze terreinen tellen niet mee als landbouwgrond. Paardenbak 3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond valt. a. Natuurgronden Natuurgronden zijn heide, schorren en kwelders, slikken en platen, duinen, ruigte (o.a. struiken, bosschages, riet), moeras, riet, percelen met veel pitrus en bos. Voor duinen geldt dat zandduinen en groene duinen die overwegend uit ruigte bestaan geen landbouwgrond zijn. Groene duinen kunnen wel in aanmerking komen als landbouwgrond, als hier een landbouwgewas op staat en er aanwijzingen zijn dat de duinen landbouwkundig gebruikt worden. Voor percelen met ruigte en pitrus geldt dat indien de vegetatie overwegend bestaat uit ruigte en/of pitrus het geen landbouwgrond is. Voor bos geldt dat als de ondergrond geen gras is het altijd bos is. Grasland met 50 of meer bomen per ha is ook bos. Er is dan sprake van te veel hinder voor landbouwactiviteiten. Grasland met minder dan 50 bomen per ha is grasland en daarmee landbouwgrond. b. Moestuin Een moestuin of groentetuin is een tuin waar groenten worden gekweekt of geteeld voor eigen gebruik. Een groentetuin kan onderdeel zijn van een tuin, waarvan de rest als siertuin is ingericht. c. Siertuin, zoals bloemen- en kruidentuin Een siertuin is een tuin waar (sier)planten worden aangeplant en verzorgd, met het doel de esthetische waarde van de tuin te verbeteren en eventuele bezoekers ervan te laten genieten. Siertuinen hebben vaak een gazon omringd door borders. Een siertuin kan ook uit niet-beplante delen bestaan zoals een terras of zelfs helemaal begroeid zijn. Grotere tuinen kunnen ook vijvers, vlonders, zitkuilen en watervallen hebben. 9

d. Bermen tot een breedte van 3 meter van de weg of breder voor zover de verkeersbestemming landbouwkundig gebruik hindert. Een berm is een strook grond langs een verharde weg, toegangsweg of parkeerterrein en is meestal met gras beplant. Bermen hebben twee hoofdfuncties en een aantal nevenfuncties. De eerste hoofdfunctie is een wegenbouwkundige functie. Een berm geeft steun aan het weglichaam en dient als reserveruimte voor een eventuele verbreding van de weg. De tweede hoofdfunctie is de verkeerskundige functie. Een berm biedt plaats voor straatmeubilair, zoals reflectorpaaltjes en bewegwijzering. Een berm is verkeersgeleiding en is een uitwijkplaats in noodgevallen. Een berm heeft nog een aantal andere civieltechnische nevenfuncties als plaats voor het ingraven van kabels en leidingen en voor de buffering en het afvoeren van regenwater. Een berm kan in sommige gevallen dienst doen als waterkerende kade. Een berm ligt vaak tussen de weg en een sloot. Als een berm breder is dan 3 meter wordt de eerste 3 meter niet meegerekend als landbouwoppervlakte. De resterende berm gelegen buiten eerste 3 meter kan als subsidiabele oppervlakte worden ingetekend, als er geen sprake is van noemenswaardige hinder en deze oppervlakte ook landbouwkundig in gebruik is. Bermen en delen van bermen waar een afrastering om is aangebracht ook die smaller zijn dan 3 meter, kunnen worden aangemerkt als landbouwgrond. Noemenswaardige hinder kan voortvloeien uit feitelijke of fysieke beperkingen en/of uit juridische beperkingen. Voorbeelden hiervan zijn: in de berm staat zo veel straatmeubilair dat een landbouwer er redelijkerwijs niet kan maaien met de gebruikelijke landbouwmaaimachines. Dit kan ook een deel van het bermperceel betreffen. In dat geval moet dit deel uitgetekend worden. het pachtcontract legt zodanige beperkingen op dat er sprake is van noemenswaardige hinder. Bijvoorbeeld dat het gras niet voor vervoederen gebruikt mag worden. Bermen langs fietspaden kunnen wel aangemerkt worden als landbouwgrond, voor zover niet ook gelegen langs een weg. e. Speelweide Een speelweide is een speelterrein voor kinderen. Een speelweide bestaat voor een groot gedeelte uit gras met daarop klim- en speeltoestellen. Speelweides f. Stroken grasland langs verharde landingsbanen voor vliegverkeer Stroken langs of in het verlengde van landingsbanen die richting geven aan het vliegverkeer. Een landingsbaan is een complex van start- en landingsbaan, taxibaan en parkeerplaats. De stroken kunnen met of zonder lampen zijn. De stroken zijn weliswaar begroeid met gras, maar door de activiteiten die er plaatsvinden is het uitoefenen van landbouw niet mogelijk. Deze stroken tellen niet mee als landbouwgrond. Er gelden normen vanuit de veiligheidsvoorschriften waardoor gebruik van deze grond niet mogelijk is. 10

g. Onverharde landingsbaan voor luchtsport en luchtvaarthobby s Het gaat hier om onverharde landingsbanen, die bestemd zijn voor het uitoefenen van luchtsport en luchtvaarthobby's. Meestal zijn de banen van grasland. Het gaat hierbij om luchtvaartuigen al dan niet gemotoriseerd zoals zweefvliegtuigen, parapenten, zeilvliegtoestellen, parachutes, modelvliegtuigen, gemotoriseerd, luchtballonnen. De luchtvaartuigen stijgen op en/of landen op deze landingsbanen. Bij regelmatig gebruik voor de luchtsport en luchtvaarthobby s worden deze terreinen niet voor uitvoering van de landbouw gebruikt of beschikbaar gehouden. h. Smalle stroken langs gebouwen of kassen Stroken grond langs kassen en gebouwen smaller dan 1 meter maken onderdeel uit van het erf en zijn geen landbouwgrond. Smalle strookgrond langs kas i. Schouwpaden Een openbaar toegankelijk pad langs een watergang waar een vertegenwoordiger van het waterschap de schouw (inspectie van sloten) kan uitvoeren en/of waarlangs het waterschap het beheer en onderhoud van de sloot uitvoert. Veelal zijn deze schouwpaden afgerasterd. Schouwpaden maken geen onderdeel uit van het naast gelegen landbouwperceel. j. Geluidswallen Een geluidswal is een grondlichaam of een soort dijk die naast en weg of spoorlijn ligt om de geluidshinder te beperken voor de woon- en verblijfsfunctie die hier achter ligt. 11

k. Springweides Een springweide is een perceel grasland dat meer dan 90 dagen per jaar is ingericht met springtoestellen voor het springen met paarden of pony's. Springweide l. Kinderboerderij Een kinderboerderij is een boerderij die voor iedereen toegankelijk is. Deze boerderij is speciaal ingericht voor kinderen. Zij kunnen er kennis maken met (vaak inheemse) dieren zoals kippen, geiten, schapen, paarden, koeien, ganzen, konijnen, varkens, eenden en andere (boerderij)dieren. Het terrein van de kinderboerderij is meestal ingericht met grasland, schuren, hokken en kooien voor de dieren. Daarnaast zijn meestal speeltoestellen aanwezig. 12