Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met minimaal 50 toegelaten personen

Vergelijkbare documenten
Tijdig brandveilig. Tips voor een brandveilige zaak met maximaal 49 toegelaten personen

Tips voor een brandveilige zaak met maximum 49 toegelaten personen

Tips voor een brandveilige zaak met meer dan 49 toegelaten personen

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie _CBS_11850

STAD MORTSEL POLITIEREGLEMENT BRANDVEILIGHEID IN INRICHTINGEN TOEGANKELIJK VOOR HET PUBLIEK

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

Brandweer zone Kempen. Politiereglement

De bepalingen m.b.t. het sluitingsuur vermeld in de algemene politieverordening blijven onverminderd gelden. Oppervlakte volledige exploitatie in m²:

ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen

ALGEMENE POLITIEVERORDENING STAD AALST REGLEMENT OP VERHUUR VAN KAMERWONINGEN

College van burgemeester en schepenen

HOOFDSTUK XII JEUGDLOKALEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN JEUGDLOKALEN

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

Lokalen: Brandvoorkoming

GEMEENTE BRASSCHAAT. Politieverordering op de brandvoorkomingsmaatregelen

HOOFDSTUK XI - BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN DE HORECAZAKEN

Brandweerzone Centrum

Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS

Aandachtspunten voor organisatoren van evenementen, manifestaties en fuiven.

Politiereglement met betrekking tot de brandveiligheid in horecazaken

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN

V

Uittreksel uit Code van gemeentelijke politiereglementen Nieuwe gecoördineerde versie _CBS_11850

POLITIEREGLEMENT STAD MECHELEN AFDELING 20 Pagina 1

Bijlage 5. Specifieke brandveiligheidsnormen van toepassing op die toeristische logies overeenkomstig de tabel in bijlage 1 bij dit besluit

Administratieve verordening inzake brandveiligheid in de voor het publiek toegankelijke gebouwen, lokalen en plaatsen.

1.2 De exploitant stelt op eigen verantwoordelijkheid het maximum aantal aanwezige personen vast, binnen de hieronder aangegeven verhoudingen:

Ontwerp van wijzigingen aan de algemene politieverordening

Gemeentelijk reglement inzake

Kennisname occasioneel evenement met openbaar karakter in vaste inrichting - Optreden Willem Vermandere op 25 februari 2017.

Politieverordening inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen

AANVRAAG HORECAVERGUNNING

BRANDVEILIGHEID IN PTI S

GOEDKEURING VAN HET POLITIEREGLEMENT MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN

HOOFDSTUK XIV GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING: REGLEMENTERING MET BETREKKING TOT DE BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN VOOR MEERVOUDIGE BEWONING

Politieverordening preventie van brand en

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden.

Vervangen bij art. 1 gemeenteraadsbesluit dd. 21 september 2009, inwerkingtreding: 1 april 2010.

GOEDKEURING VAN HET POLITIEREGLEMENT OP INRICHTINGEN VAN TIJDELIJKE AARD

plaatsen van materialen of tijdelijke opstellingen op (of over) de openbare weg, openbaar domein of een publiek toegankelijk terrein

Publiek Toegankelijke Inrichtingen

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Deel I - Algemene bepalingen

VR DOC.0787/4

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken moeten voldoen om:

GEMEENTELIJK REGLEMENT M.B.T. DE BRANDVEILIGHEID IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN

1. Fenomeen brand. 2. Voorstelling dienst brandpreventie. 3. Reglementering. 4. Aanvragen, afhandeling, retributie

Brandpreventie bij evenementen

POLITIEREGLEMENT HORECA NOORD-LIMBURG

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID GEMEENTE HOEGAARDEN

Hoofdstuk I - algemene bepalingen procedure

1. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden

Bijlage 1 Artikel 1. Inplanting, toegangswegen en bereikbaarheid voor de brandweer Artikel 2. Evacuatie 1 Aantal uitgangen

Gemeentelijk reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiektoegankelijke inrichtingen

Politiereglement op de kamerwoningen

BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG. Ronny Houben

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Gebruiksovereenkomst voor het kerkgebouw H. Drievuldigheid aan de Wapenstilstandlaan 55 te 2600 Berchem, gesloten tussen :

Brandveiligheid kamerwoningen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Richtlijnen aanvraag vergunningen voor de exploitatie van nachtw inkels en private bureaus voor telecommunicatie

TIJDELIJKE INRICHTINGEN EN VEILIGHEID. Infozitting woensdag 10 juli 13 WELKOM INFOZITTING WOENSDAG 10 JULI 2013 IN CCW WACHTEBEKE - MOERBEKE

Dienst politiereglementen Goedkeuring van het politiereglement betreffende brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen.

Politiereglement op de kamerwoningen

UITTREKSEL uit de notulen van de Gemeenteraad

CONTROLE BRANDVEILIGHEID VOORZIENING VOOR KINDEROPVANG T KLIMOPJE Adres: Jules de Saint-Genoisstraat 91-93, 9050 Gentbrugge

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

Veiligheidsaspecten lt Dirk Vanbaelen Brandweer Hasselt

Kamerreglement Antwerpen zoals goedgekeurd bij M.B. van 10/11/

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 februari 2013

Wetgeving in stooklokalen

Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid uitbreiding.

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE

E1.1 Algemene richtlijnen evacuatie DOC.NR.: Controle REVISIE: 0 DATUM: PAGINA: 1

Brand in jeugdlokalen voorkomen, ontvluchten en blussen VEILIG IN GENT

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

VASTE INRICHTINGEN I. INHOUDSTABEL

REGLEMENT BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN

Aanvraagformulier Evenementen

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE HORECAZAKEN EN HORECAVERGUNNING

Toelichting. brandpreventie van publiek toegankelijke inrichtingen, vanaf 1 januari 2016

Brandweerzone Centrum

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken

Hoofdstuk 1: Algemeen

Gemeentelijk reglement inzake brandveiligheid. Artikel 1: het gemeentelijk reglement op de brandveiligheid vastgesteld door de gemeenteraad in

Inhoudstafel Tekst Begin

Infosessie 2: Streven naar conforme kamers. Hoe voldoen aan kwaliteitsnormen en brandveiligheid?

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23

POLITIEVERORDENING OMTRENT DE BRANDVEILIGHEID IN HORECAZAKEN EN GELIJKAARDIGE INRICHTINGEN HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Transcriptie:

Tijdig brandveilig Tips voor een brandveilige zaak met minimaal 50 toegelaten personen

ALGEMEEN In deze brochure staat telkens het artikel (art.) van het brandveiligheidsreglement vermeld. Wilt u een exemplaar van dit reglement? Surf naar www.antwerpen.be en zoek op politiecodex. Het brandveiligheidsreglement staat in de politiecodex onder Titel 5, hoofdstuk 1. Deze brandveiligheidsregels zijn van toepassing in alle delen van uw zaak die toegankelijk zijn voor het publiek. Ook als een deel van uw zaak slechts éénmalig toegankelijk is voor het publiek, gelden deze regels. (art 297) De uitbater van een zaak die toegankelijk is voor het publiek, heeft volgende verplichtingen: Meld ten laatste 1 maand voor de opening van de zaak de openingsdatum aan de burgemeester via een aangetekende brief. Neem alle maatregelen om brand te voorkomen en te bestrijden. (art. 294) Stadsdiensten, politie of brandweer kunnen altijd de brandveiligheid van uw zaak controleren. Als uitbater bent u verplicht hen toegang te verlenen tot uw zaak. (art. 381) U ontvangt een verslag van de controle. U krijgt de mogelijkheid om eventuele overtredingen in orde te brengen. Als u dat niet doet, riskeert u een boete of een sluiting van uw zaak. VERZEKERING OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID BRAND EN ONTPLOFFING Waarom is er deze verzekering? Op sommige uitbaters van een zaak rust een objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing. Dit betekent dat de uitbater altijd de lichamelijke en stoffelijke schade aan derden moet vergoeden, ook als de uitbater geen fout maakte. Is de verzekering verplicht? Contacteer uw verzekeringsagent om te weten of de verzekering verplicht is voor uw zaak. Bewijs van verzekering Bent u verzekeringsplichtig? Dan moet u altijd een bewijs van verzekering kunnen voorleggen aan een bevoegd ambtenaar (stadsdiensten, politie of brandweer). Uw verzekeringsagent bezorgt dit bewijs aan u. 2

Aan de hand van volgende vragen, kan u checken of uw zaak in orde is met de brandveiligheid. Naast elke vraag staat een vierkantje. Zo kan u aanvinken wat in orde is. WAAR MOET U OP LETTEN BIJ DE INRICHTING VAN UW ZAAK? Gebruik geen materialen die gemakkelijk branden. Bijvoorbeeld losse plafonddoeken, karton en papier zijn verboden als versiering of bouwmateriaal. (art. 341) Vloeibaar gemaakt petroleumgas (gasflessen) mag u nooit binnen in uw zaak gebruiken of opslaan. Als u toch gasflessen gebruikt, moet u ze in openlucht plaatsen. (art. 362) FIGUUR 1 Kaarsen, petroleumlampen en andere sfeerverlichting met open vuur zijn enkel toegelaten als ze geen brand kunnen veroorzaken. (art. 363) FIGUUR 2 FIGUUR 1 Open haarden zijn enkel toegelaten in een vuurvaste en stabiele opstelling met rookgasafvoer. (art. 364) Zet nooit afval of afgedankte voorwerpen in de lokalen toegankelijk voor het publiek. (art. 374) FIGUUR 3 Uw zaak is aangesloten op het openbaar telefoonnet. Het vast telefoontoestel is direct te bereiken en te gebruiken. Plaats bij het toestel de oproepnummers van de hulpdiensten: tel. 100 (ambulance en brandweer) tel. 101 (politie) (art. 371) FIGUUR 2 FIGUUR 3 3

WAAR HANGT U EEN BORD MET HET MAXIMAAL AANTAL TOEGELATEN PERSONEN? U plaatst een bord met daarop het maximaal aantal toegelaten personen. Het bord is: duidelijk leesbaar goed zichtbaar bij de ingang(en) (art. 299) HOE BEPAALT U HET MAXIMAAL AANTAL TOEGELATEN PERSONEN? U bepaalt zelf hoeveel mensen in uw zaak binnen mogen. U moet wel rekening houden met volgende zaken: Netto gebruiksoppervlakte: 1 persoon/m², 2 personen/m² voor zalen, 3 personen/m² voor ingerichte dansvloeren. Het aantal uitgangen: 1 tot 99 personen = 1 uitgang, 100 tot 499 personen = 2 uitgangen. De breedte van de uitgangen: 1 cm = 1 persoon, met een minimum van 70 of 80 cm (zie p. 5: hoe groot zijn de uitgangen). Voorbeeld van berekening maximaal aantal toegelaten personen U baat een horecazaak uit met een bruto-oppervlakte van 150 m². Na aftrek van toog en vast meubilair blijkt de netto-oppervlakte 125 m² te zijn. Er is 1 uitgang met een breedte van 90 cm. Volgens oppervlakte: 125 personen. Volgens aantal uitgangen: 99 personen. Volgens breedte uitgang: 90 personen. Conclusie: maximaal 90 personen toegelaten. (art. 298) WAAR MOET U OP LETTEN BIJ DOORGANGEN EN UITGANGEN? Plaats nooit voorwerpen in de doorgangen en uitgangen. (art. 350) 4

HOEVEEL UITGANGEN MOETEN ER ZIJN? Aanwezigen kunnen altijd het gebouw snel en veilig verlaten. Minimaal 1 uitgang geeft rechtstreeks toegang tot de openbare weg (of hiermee gelijkgestelde plaats). Opgelet. Vanaf 100 toegelaten personen moeten er minimaal 2 aparte uitgangen zijn. Vanaf 500 toegelaten personen heeft uw zaak 3 aparte uitgangen. (art. 343) Op elke plaats in uw zaak moet de 1ste uitgang binnen 45 m liggen, de 2de uitgang binnen 80 m. Uitgangen met volgende kenmerken zijn toegelaten: De uitgang geeft rechtstreeks toegang tot de openbare weg (of hiermee gelijkgestelde plaats). Of de uitgang geeft toegang tot een binnenterrein waar alle aanwezigen zich minimaal 8 m van het gebouw kunnen verwijderen. Of de uitgang geeft toegang tot de openbare weg via een evacuatieweg die voldoet aan volgende kenmerken: (art. 348) de evacuatieweg heeft wanden met een brandweerstand van minimaal 1 uur en zelfsluitende branddeuren met een brandweerstand van minimaal 0,5 uur de trappen bestaan uit onbrandbare materialen de breedte van de evacuatieweg en de trappen is minimaal 80 cm en bepaald volgens de algemeen geldende regels (evenredigheid met het aantal gebruikers, namelijk 1 cm per persoon horizontaal; 1,25 cm per persoon voor dalende evacuatie en 2 cm per persoon voor stijgende evacuatie) de deuren draaien in de evacuatierichting de plaats waar de evacuatieweg terug op het gelijkvloers komt, bevindt zich vlak bij de gevel en is onafhankelijk van de eigenlijke uitgang heel de evacuatieweg is voorzien van veiligheidsverlichting deze (nood)uitgang en de te volgen richting zijn veelvuldig aangeduid met de juiste pictogrammen HOE BREED EN HOOG ZIJN DE UITGANGEN? Uitgangen hebben een breedte die in cm minstens gelijk is aan het aantal toegelaten personen in uw zaak. Opgelet. Ongeacht het aantal toegelaten personen hebben alle uitgangen een minimale vrije hoogte van 2 m en een vrije breedte van minimaal: 70 cm bij een bestaande uitbating 80 cm bij een stedenbouwkundige vergunning (art. 344) 5

HOEVEEL TRAPPEN MOETEN ER ZIJN? EN HOE BREED? Vanaf 100 toegelaten personen op een verdieping moeten er minimaal 2 aparte trappen zijn. Vanaf 500 toegelaten personen heeft de verdieping minimaal 3 aparte trappen. De minimale breedte in cm moet u op volgende wijze berekenen: aantal toegelaten personen vermenigvuldigd met 1,25 voor dalende trappen aantal toegelaten personen vermenigvuldigd met 2 voor stijgende trappen Opgelet. Ongeacht het aantal toegelaten personen is de breedte van elke trap minimaal: 70 cm bij een bestaande uitbating 80 cm bij een stedenbouwkundige vergunning Voorbeeld van berekening breedte dalende trap Er mogen 80 personen op de 1ste verdieping van uw zaak. Dan moet de trap minimaal 100 cm breed zijn (80 x 1,25). Voorbeeld van berekening breedte stijgende trap Er mogen 40 personen in de kelder van uw zaak. Dan moet de trap minimaal 80 cm breed zijn (40 x 2). (art. 345) Om aan de eisen van het minimale aantal trappen te voldoen: komen rol- en spiltrappen niet in aanmerking komen hellende vlakken met een helling van meer dan 10% niet in aanmerking bestaan de trappen uit rechte delen hebben de trappen een aantrede van minimaal 20 cm zijn draaitrappen toegestaan als de aantrede op de looplijn minimaal 24 cm bedraagt (art. 346) Trappen hebben stevige leuningen. De treden zijn slipvrij. (art. 347) AAN WELKE EISEN VOLDOEN DE DEUREN? Deuren in de uitgangswegen draaien in beide richtingen of in vluchtzin open. Als uw zaak open is, mogen ze nooit vergrendeld of op slot zijn. Uitgangsdeuren die zich op minder dan hun breedte van de rooilijn bevinden: draaien naar binnen open staan permanent open tijdens de openingsuren Er geldt enkel een uitzondering voor deuren die bij gewone druk alleen naar binnen draaien, maar bij sterkere druk ook naar buiten. Deuren in uitgangswegen die 2 uitgangen verbinden, draaien in beide richtingen open. U mag automatische deuren gebruiken voor de rechtstreekse uitgangen naar buiten. Deze deuren moeten wel automatisch openen als de elektriciteit uitvalt of bij een ander defect. (art. 349) 6

WELKE VEILIGHEIDSVERLICHTING MOET U PLAATSEN? Uw zaak heeft veiligheidsverlichting. Deze verlichting begint direct en automatisch te werken als de stroom uitvalt. De veiligheidsverlichting moet u minstens op volgende plaatsen installeren: boven elke uitgangsdeur in alle evacuatiewegen (gangen en trappen) bij blusmiddelen in alle lokalen met enkel kunstmatige verlichting De veiligheidsverlichting brandt minimaal 1 uur zonder onderbreking. (art. 354) Alle lokalen zijn behoorlijk verlicht. Alleen elektriciteit is toegelaten als kunstmatige verlichting. (art. 353) WELKE PICTOGRAMMEN MOET U OPHANGEN? Duid elke uitgang aan met het juiste pictogram. Ook de richting van de wegen en trappen naar de uitgangen moet u aanduiden met pictogrammen. De pictogrammen zijn altijd zichtbaar, zowel bij gewone verlichting als bij veiligheidsverlichting. (art. 351) UITGANG NOODUITGANG HOEVEEL SNELBLUSTOESTELLEN HEBT U NODIG? Plaats 1 snelblustoestel (type 6 kg poeder ABC of 6 l AB) per 150 m² totale oppervlakte. Opgelet. Ongeacht de totale oppervlakte heeft uw zaak minimaal: 2 snelblustoestellen 1 snelblustoestel op elke verdieping (art. 366) Als u niet verwarmt met aardgas, moet er in de nabijheid van de stookplaats 1 snelblustoestel staan (type 5 kg CO2 of 6 kg poeder ABC of gelijkwaardig). (art. 368) Blusmiddelen moet u ophangen en duidelijk signaleren met de juiste pictogrammen. (art. 370) 7

Zorg ervoor dat u en uw personeel weten wat te doen bij brand: melding van de brand aan de hulpdiensten gebruik van de blusmiddelen aanwezigen helpen bij een snelle en veilige evacuatie (art. 372) WANNEER PLAATST U MUURHASPELS? Als de totale oppervlakte van uw zaak groter is dan 500 m², plaats dan muurhaspels (conform NBN EN 671-1). De muurhaspels zijn via een aangepaste leiding op de openbare waterbedeling of gelijkwaardig systeem aangesloten. Plaats de muurhaspels zodat elk punt in uw zaak kan bespoten worden. Het aantal muurhaspels bepaalt u als volgt. De afstand vanaf om het even welk punt tot de dichtste haspel mag niet meer bedragen dan de lengte van de gebruikte haspels. De haspels worden gevoed door een leiding onder druk met een debiet van minimaal 24 l per minuut. (art. 367) WAAR MOET U OP LETTEN BIJ DE VERWARMING VAN UW ZAAK? Verwarmingstoestellen die niet op elektriciteit werken, moet u op een schoorsteen aansluiten. Verplaatsbare verwarmingstoestellen en vloeibare brandstoffen zijn verboden in alle lokalen toegankelijk voor het publiek. (art. 356) Plaats niets tegen de verwarmingsinstallatie. Ook in de omgeving van de installatie mag u niets zetten dat het brandrisico verhoogt. (art. 355) WAAR STAAT DE STOOKINSTALLATIE? De stookinstallatie en brandstoffenvoorraad staan in een apart lokaal dat niet rechtstreeks toegankelijk is voor het publiek. Dit lokaal is goed verlucht en brandwerend: muren, vloer en plafond hebben een brandweerstand van minimaal 1 uur deuren zijn zelfsluitend en hebben een brandweerstand van minimaal 0,5 uur (art. 357) Branders met vloeibare brandstof moet u uitrusten met een automatische blusinstallatie. (art. 358) De toevoerleiding tussen het lokaal met de brandstoffenvoorraad en de stookplaats is stevig bevestigd en uit metaal vervaardigd. Deze leiding heeft minimaal 1 afsluitkraan buiten deze lokalen. (art. 359) 8

WAAR STAAN DE GASMETERS? De gasmeters staan in een ruimte buiten de stookplaats. Deze ruimte is goed verlucht en ligt in een deel van uw zaak die niet toegankelijk is voor het publiek. Plaats niets in deze ruimte dat het brandrisico verhoogt. (art. 360) HEBT U EEN AFSLUITER VOOR UW GASTOEVOER? Als de gastoevoerleiding buiten het gebouw geen afsluiter heeft, dan moet u aan de gasmaatschappij vragen om die afsluiter te plaatsen. De gasmaatschappij duidt de afsluiter goed zichtbaar op de voorgevel aan. (art. 361) WAT MOET ER IN UW KEUKEN AANWEZIG ZIJN? Gebruik enkel CE-gekeurde toestellen om te bakken, braden en flamberen. (art. 365) Het volgende materiaal moet zeker in uw keuken aanwezig zijn: 1 snelblustoestel (type 5 kg CO2 of 6 kg poeder ABC of gelijkwaardig) 1 branddeken een goed sluitend metalen deksel voor de frituurketel (art. 369) 9

WAT ALS KLANTEN MOGEN ROKEN IN UW ZAAK? Als roken toegelaten is in uw zaak, moet u: voldoende asbakken plaatsen de asbakken leegmaken in een metalen opvangbak Deze opvangbak heeft een goed sluitend metalen deksel of is vlamdovend. (art. 373) BIJKOMENDE VOORSCHRIFTEN Als u uw zaak opricht, inricht of herinricht, gelden volgende bijkomende voorschriften. Er is een brandwerende scheiding tussen de voor het publiek toegankelijke lokalen en hun uitgangen met de overige delen van het gebouw. Deuren in deze binnenwanden hebben een brandweerstand van minimaal 0,5 uur. De zichtbare oppervlakte van plafonds, balken, muren, vloeren, kolommen en trappen bestaat uit moeilijk brandbare materialen. De breedte van de uitgangen, uitgangswegen en uitgangstrappen is minimaal 80 cm. Nieuwe trappen: bestaan uit rechte delen zijn gemaakt uit onbrandbaar materiaal hebben een aantrede van minimaal 20 cm hebben een optrede van maximaal 18 cm (art. 375, 376, 377, 378 en 379) 10

Attesten en controle Laat de volgende installaties tijdig controleren door de juiste personen. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de verschillende installaties, wie moet controleren en hoe vaak. Wat? Door wie? Wanneer? personenliften EDTC 6-maandelijks door een gecertificeerd onderhoudsbedrijf 3-maandelijks in de andere gevallen goederenliften EDTC 3-maandelijks centrale verwarming en schouwen BI/BP jaarlijks dampkappen BI/BP jaarlijks alarm* BI/BP jaarlijks brandbestrijdingsmiddelen* BI/BP jaarlijks individuele gasverwarmingstoestellen* BI jaarlijks veiligheidsverlichting uitbater 3-maandelijks brandwerende deuren uitbater jaarlijks gasinstallatie* EO 5-jaarlijks laagspanning* EO 5-jaarlijks hoogspanning (bv. neonverlichting) EO jaarlijks EDTC: externe diensten voor technische controle op de werkplaats. EO (erkend organisme): onafhankelijke keuringsinstantie die van elke controle een verslag maakt. BI (bevoegd installateur): bevoegd technicus die de kennis, het materiaal en de erkenning heeft om installaties te controleren. BP (bevoegd persoon): sommige installaties kan u zelf controleren. U moet dan wel over voldoende technische kennis beschikken. Installaties aangeduid met * laat u bovendien controleren bij: elke wijziging van uitbating of uitbater transformatie- of renovatiewerken vernieuwing van de binneninrichting wijziging van de netto-oppervlakte bestemmingswijziging elke wijziging die de brandveiligheid kan beïnvloeden 11

Aan alle opmerkingen gemaakt tijdens de controle geeft u onmiddellijk het passende gevolg. Als bewijs van deze controles ontvangt u een keuringsverslag. Zorg dat u de keuringsverslagen altijd kan voorleggen aan een bevoegd ambtenaar (stadsdiensten, politie of brandweer). Alle verbruikstoestellen werkend op gas, stookolie of elektriciteit in uw zaak, worden beschouwd als toestellen die gebruikt worden. Ze moeten dus aan alle keuringsvoorwaarden voldoen. Als er een gasmeter actief is voor uw zaak, dan: laat u een gasafsluiter in het voetpad en een bordje op de gevel plaatsen (aan te vragen bij de gasmaatschappij) bezit u een keuringsattest van de gasinstallatie Als er enkel een gasmeter actief is in het gebouw maar niet voor uw zaak, dan: laat u een gasafsluiter in het voetpad en een bordje op de gevel plaatsen (aan te vragen bij de gasmaatschappij) bezit u een document van de gasmaatschappij waarin staat dat er geen gasmeter actief is op de verdieping van uw zaak (art.380) 12

Meer info Wilt u een exemplaar van het brandveiligheidsreglement? Surf naar www.antwerpen.be en zoek op politiecodex. Het brandveiligheidsreglement staat in de politiecodex onder Titel 5, hoofdstuk 1. Hebt u nog vragen over het opstarten van uw zaak? Contacteer het Bedrijvenloket: tel. 03 338 66 88 bedrijvenloket@stad.antwerpen.be www.ondernemeninantwerpen.be Versie maart 2017 www.ondernemeninantwerpen.be 03 338 66 88