Ontwerp van decreet. betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Verslag

Vergelijkbare documenten
Ontwerp van decreet. Verslag. namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door de heren Carl Decaluwe en Marino Keulen

Verzoekschrift. over het opspuiten van eilanden op de Vlaamse Banken voor de kust. Verslag

betreffende het tijdelijk tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel bij wijze van proef

Advies. Over het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Brussel, 27 juni 2012

Voorstel van resolutie

Verslag. Voorstel van resolutie

Voorstel van resolutie. betreffende het opstellen van een actieplan voor gevaarlijke transporten door het Vlaamse Gewest. Verslag

Voorstel van resolutie. betreffende de verbreding van de ring rond Brussel. Verslag

Advies. Over het voorontwerp van decreet over het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Brussel, 19 september 2011.

Ontwerp van decreet. Verslag

Ontwerp van decreet. betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren ( ) Nr. 1 8 mei 2012 ( )

VR DOC.0389/1BIS

VERZOEKSCHRIFT. over het Antwerpse havengebied VERSLAG

betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

over het uitbreiden van de mogelijkheid om de asurne te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

betreffende een toegankelijke mobiliteit voor blinden en slechtzienden

over de achterstand in de verwerking en terugbetaling van de verkeersbelasting, met de Vlaamse ombudsman

PLENAIRE VERGADERINGEN

Voorstel van resolutie. betreffende de fiets als volwaardig transportmiddel. Verslag

Verzoekschrift. over de voorwaarden voor de Vlaamse aanmoedigingspremie Landingsbaan social profit. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ONTWERP VAN DECREET. houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening

VERZOEKSCHRIFT. over het wegvallen van de huursubsidie bij verhuis naar een sociale woning VERSLAG

Voorstel van resolutie. betreffende de mobiliteit over de weg in het Waasland. Verslag

betreffende de Vlaamse openbare statistieken

houdende diverse financiële bepalingen

Verzoekschrift. over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1186/1BIS

PLENAIRE VERGADERINGEN

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg VERSLAG

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

Verzoekschrift. over de premie voor energiebesparende investeringen voor niet-belastingbetalers. Verslag

van de heren Wim Wienen, Jan Penris en Filip Dewinter

over de agenda van de komende Europese Ministerraden Landbouw en Visserij en het Belgische EU-voorzitterschap

Advies. Brussel, 27 juni VHC_ADV_ _Scheepvaartbegeleiding_en_MRCC. Vlaamse Havencommissie Wetstraat 34-36, 1040 Brussel

Ontwerp van decreet. Verslag

Ontwerp van decreet. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Voorstel van resolutie. betreffende een oplossing van de parkeerproblematiek van thuisverzorgend personeel bij interventies.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet. Verslag

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Tinne Rombouts en de heren Karlos Callens, Jos Bex, Patrick Lachaert, André Van Nieuwkerke en Erik Matthijs

VR DOC.0850/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

over vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen waarvan de bouwaanvraag dateert van voor de EPB-regelgeving

Verslag. over het ontwerp van decreet

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

Commissies en Interparlementaire Gremia

VERZOEKSCHRIFT. over een gratis Omnium Pas van De Lijn voor vervroegd gepensioneerden VERSLAG

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

Ontwerp van decreet. Verslag

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Verslag. namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door de heer Dirk de Kort ( ) Nr. 1 4 maart 2013 ( )

COMMISSIEVERGADERINGEN

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT:

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

Aanbeveling. Over het wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2009/18/EG betreffende het onderzoek naar zeescheepvaartongevallen

Voorstel van resolutie. betreffende een betere ruimtelijke ordening wat de bouw van crematoria in Vlaanderen betreft. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Verslag. over het ontwerp van decreet

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

VR 2016 DOC.0943/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

Advies. Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

over het al dan niet milieuvriendelijke karakter van (steun aan particulieren voor) het plaatsen van zonnepanelen

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Voorstel van decreet. houdende wijziging van artikel 101 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

houdende wijziging van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport

Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen Artikel 1. (01/10/ ) Artikel 2. (09/02/ )

over de samenstelling van de kabinetten van de Vlaamse ministers

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

betreffende de problematiek van de te hoge prijzen voor gas en elektriciteit betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0099/1BIS

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Verzoekschrift. Verslag. namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting uitgebracht door mevrouw Griet Smaers

Verslag. over het ontwerp van decreet

Transcriptie:

stuk ingediend op 1600 (2011-2012) Nr. 2 1 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren Verslag namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door mevrouw Karin Brouwers verzendcode: OPE

2 Stuk 1600 (2011-2012) Nr. 2 Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Jan Peumans. Vaste leden: mevrouw Karin Brouwers, de heer Dirk de Kort, mevrouw Griet Smaers, de heer Marc Van de Vijver; de heren Pieter Huybrechts, Jan Penris, mevrouw Marleen Van den Eynde; de heren Filip Anthuenis, Marino Keulen; de heren Steve D Hulster, Jan Roegiers; mevrouw Lies Jans, de heer Jan Peumans; de heer Peter Reekmans; de heer Dirk Peeters. Plaatsvervangers: de heren Ludwig Caluwé, Ward Kennes, mevrouw Els Kindt, de heer Johan Sauwens; mevrouw Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt, de heer Johan Deckmyn, mevrouw Katleen Martens; de dames Annick De Ridder, Lydia Peeters; mevrouw Michèle Hostekint, de heer Bart Martens; de heer Bart De Wever, mevrouw Tine Eerlingen; de heer Lode Vereeck; de heer Luckas Van Der Taelen. Stukken in het dossier: 1600 (2011-2012) Nr. 1: Ontwerp van decreet V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

Stuk 1600 (2011-2012) Nr. 2 3 De Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken behandelde op 24 mei 2012 het ontwerp van decreet betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1600/1). Het ontwerp werd toegelicht door mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Zij was vergezeld van mevrouw Ilse Hoet, afdelingshoofd Haven- en Waterbeleid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken. 1. Toelichting door mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken 1.1. Richtlijn 2008/68/EG Minister Hilde Crevits preciseert dat het ontwerp een omzetting is van Europese regelgeving. De Europese richtlijn 2008/68/EG van 24 september 2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land werd op 30 september 2008 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad. De richtlijn biedt een kader voor de internationale regels inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en de binnenwateren. Ze wil een gemeenschappelijke regeling tot stand brengen die van toepassing is op alle aspecten van het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de Europese Unie. De richtlijn bevat geen inhoudelijke bepalingen. Daarvoor verwijst ze naar de Europese overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (Regulation concerning the carriage of Dangerous Goods by rail of RID) en de Europese overeenkomst inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (European Agreement concerning the international Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways of ADN). Die internationale overeenkomsten worden tweejaarlijks geactualiseerd. De richtlijn voert de versies in die van toepassing zijn sinds 1 januari 2009. Voor het weg- en het spoorvervoer gaat het daarbij om een actualisering van de versies van 2007. Voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren gaat het om een nieuw element in het Europese instrumentarium want tot dan toe bestonden er geen verplichtingen. Daardoor was er tot op heden ook geen decretaal kader voor het vervoer van gevaarlijke goederen over het water. Het ontwerp zal die lacune oplossen. Het heeft geen betrekking op het weg- en spoorverkeer. Het beoogt alleen een regeling van de Vlaamse bevoegdheden betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. De technische bepalingen zullen het onderwerp uitmaken van uitvoeringsbesluiten. 1.2. Richtlijn 2010/61/EG De richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010, tot eerste aanpassing van de bijlagen bij richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land aan de technische vooruitgang, werd op 3 september 2010 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad. De uiterlijke datum van omzetting was 30 juni 2011. Die richtlijn voorziet in de vervanging van de bijlagen waardoor ADN 2009 geactualiseerd wordt naar ADN 2011. 1.3. Omzetting Voor wat de federale bevoegdheden betreft werd de richtlijn 2008/68/EG omgezet in het koninklijk besluit (KB) van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren en de richtlijn 2010/61/EU in het KB van 4 juli 2011 tot aanpassing van de regelgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren.

4 Stuk 1600 (2011-2012) Nr. 2 Op 22 juli 2011 werd het voorontwerp van decreet betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Vervolgens werd het ontwerp voor advies voorgelegd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), de Vlaamse Havencommissie en de Raad van State. Die adviezen werden respectievelijk op 14 en 19 september en op 4 december 2011 bekomen. De gestelde deadline voor uitvoering is overschreden, geeft de minister toe. Maar het gaat om gemengde bevoegdheden. De Vlaamse regelgeving moest de federale afwachten. De Vlaamse Regering heeft het ontwerp van decreet pas goedgekeurd maar dan ook onverwijld op het moment dat voormeld KB federaal is goedgekeurd. De SERV heeft zelf geen advies uitgebracht, maar het dossier voor advies overgezonden aan de MORA en de Vlaamse Havencommissie. 1.4. Adviezen 1.4.1. MORA De MORA heeft geen opmerkingen op het ontwerp van decreet. De raad merkt wel op dat het middenveld op de hoogte moet worden gehouden van de uitvoeringsbesluiten. Daarom werd op 3 mei 2012 op het Overleg Binnenvaart Vlaanderen beslist een werkgroep op te richten. De werkgroep zal samengesteld worden uit vertegenwoordigers van de betrokken overheden, de waterwegbeheerders, de havens, de binnenvaartsector en de terminaloperatoren. 1.4.2. Vlaamse Havencommissie De essentie van het advies van de Vlaamse Havencommissie is dat men niet mag raken aan de bevoegdheden van de havenkapiteinsdiensten en het havenbedrijf. Het ontwerp van decreet delegeert de aanwijzing van de bevoegde diensten immers aan de Vlaamse Regering. De reden voor de formuleringen in artikelen 6 en 8 in het ontwerp van decreet is echter dat ook buiten de havengebieden nog beheerders moeten worden aangewezen. In het havengebied zullen de havenkapiteinsdiensten worden bevestigd in hun rol. De Vlaamse Havencommissie wijst ook op een onduidelijkheid in het toepassingsgebied. In artikel 4, 4, over vervoer binnen de begrenzing van een afgesloten gebied, werd de term afgesloten gebied niet gedefinieerd. Dit begrip werd rechtstreeks overgenomen uit artikel 1, 1., d, van de richtlijn 2008/68/EG en wordt ook vermeld in het KB van 31 juli 2009 en in de regelgeving van de overige gewesten. De richtlijn voorziet niet in een definitie van het begrip. Het begrip moet dus in zijn gebruikelijke betekenis begrepen worden. Het gaat dus om: een gebied dat fysiek afgesloten is door een omheining of een fysieke hindernis. Daardoor staat het niet in open verbinding voor het betreffende transportmiddel. Concreet worden hiermee meren, vijvers, ontginningsputten en groeves bedoeld. De totaliteit van het havengebied kan, in het bijzonder op het vlak van de waterwegen, dus niet als afgesloten gebied worden beschouwd.. 1.4.3. Raad van State De Raad van State bevestigt in haar advies het karakter van de kaderregeling van het ADN-decreet. Het advies van de Raad van State heeft tot de aanpassingen van het voorontwerp van decreet geleid. De artikelen 5 en 6 werden uit het voorontwerp van decreet geschrapt en de artikelen werden hernummerd in het ontwerp van decreet. Die artikelen waren echter rechtstreeks overgenomen uit de richtlijn 2008/68/EG. Het gaat meer bepaald om het artikel 3, paragrafen 1 en 2. In de omzetting van de federale overheid zijn die richtlijnbepalingen terug te vinden als de artikelen 3 en 4 van het KB van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Het artikel 5 van

Stuk 1600 (2011-2012) Nr. 2 5 het ontwerp van decreet bepaalt over welke onderwerpen de Vlaamse Regering nadere regels kan vastleggen. De Raad van State had over deze bepaling geen opmerkingen. Op basis van die delegatiebepaling kan het artikel 3, paragrafen 1 en 2, van de richtlijn worden omgezet in de te nemen uitvoeringsbesluiten. Voor artikel 8 van het ontwerp van decreet wijst de Raad van State op de rechtspraak van het begrip woning dat onder bepaalde omstandigheden ook betrekking kan hebben op beroeps- en bedrijfslokalen. In het ontwerp van decreet gaat het daarbij om de lokalen en installaties in de onmiddellijke omgeving van de laad- en losplaatsen. In geen geval worden hiermee woningen bedoeld of beoogd in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De overige opmerkingen van de Raad van State werden verwerkt in het ontwerp van decreet en toegelicht in de memorie van toelichting. 2. Bespreking De heer Marino Keulen heeft begrepen dat de minister in de uitvoeringsbesluiten meer duidelijkheid wil brengen over de bevoegdheidsverdeling tussen de Vlaamse overheidsdiensten, de havenbedrijven en de havenkapiteinsdiensten. De Raad van State is kritisch over het feit dat aan de Vlaamse Regering een zeer ruime delegatie wordt gegeven voor het vaststellen van de regels betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren. De bepalingen van het ontwerp van decreet zijn dermate algemeen dat het in bepaalde gevallen moeilijk is om de juiste draagwijdte ervan te achterhalen. De Raad van State signaleert ook dat het ontwerp niet beantwoordt aan de door het Grondwettelijk Hof gestelde vereisten inzake het bestraffing van inbreuken. Wanneer de wetgever de niet-naleving van een bepaling van een uitvoeringsbesluit strafbaar stelt, vereist het legaliteitsbeginsel in strafzaken dat de machtiging aan de uitvoerende macht voldoende nauwkeurig omschreven is en betrekking heeft op de tenuitvoeringlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen vooraf door de wetgever zijn vastgesteld. Minister Hilde Crevits merkt op dat de Raad van State had gezegd dat men duidelijk diende te bepalen op welke domeinen de Vlaamse Regering kan optreden. Op basis daarvan werd het artikel 5 van het voorontwerp herschreven. Twee artikelen die verwarring stichtten, werden geschrapt. De bepalingen ervan zullen worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit. Het lid van artikel 7 over de overtredingen, dat volgens de Raad van State overbodig was, werd geschrapt. Er werd dus op een gedetailleerde manier ingegaan op de opmerkingen van de Raad van State. Elk punt van kritiek van de Raad van State werd weerlegd bij de commentaren. De heer Dirk de Kort, waarnemend voorzitter, stelt dat zijn fractie tevreden is met dit ontwerp van decreet. Vorig jaar heeft de commissie een voorstel van resolutie voorgelegd over de binnenvaart 1. Nu worden er op dat terrein dus verdere initiatieven genomen. De minister twijfelt er niet aan dat de havenkapiteins bevoegd zullen blijven voor gevaarlijke goederen binnen de havengebieden. Het zal geen verschil uitmaken of die goederen nu op een zeeschip of op een binnenschip worden vervoerd. Dat probleem werd aangekaart door de Vlaamse Havencommissie. Minister Hilde Crevits bevestigt dat deze onduidelijkheid zal worden opgelost in een uitvoeringsbesluit. Aanvankelijk vroeg de havencommissie dat de bevoegde autoriteiten onmiddellijk zouden worden aangeduid. Dat is echter niet mogelijk omdat er afhankelijk van het gebied een andere autoriteit zal worden aangeduid. Eerst moeten de verschillende gebieden waarop het van toepassing is worden opgelijst. 1 Voorstel van resolutie van de heer Dirk de Kort, mevrouw Karin Brouwers, de heren Bart Martens en Jan Peumans, de dames Sophie De Wit en Annick De Ridder en de heer Sas van Rouveroij betreffende de toekomst van de binnenvaart in Vlaanderen (Parl. St. Vl. Parl. 2009-10, nr. 581/1-4).

6 Stuk 1600 (2011-2012) Nr. 2 De heer Jan Penris heeft een vraag bij artikel 8, laatste lid. Aan de personen die belast zijn met het toezicht moet men binnen de door hen gestelde redelijke termijn, alle medewerking verlenen die ze redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van hun bevoegdheden. Hij vraagt hoe de begrippen redelijk en redelijkerwijs juridisch geïnterpreteerd dienen te worden. Hierbij gaat het om het toezicht van de Vlaamse ambtenaren, naast het toezicht van de gerechtelijke politie. Minister Hilde Crevits antwoordt dat er mogelijks hierover nog een uitvoeringsbesluit kan worden opgesteld. De heer Jan Penris vraagt zich af of die vage begrippen niet beter geschrapt zouden worden. Ze kunnen immers aanleiding geven tot verwarring en betwistingen. Hij stelt voor dat de meerderheid een amendement indient om de tekst in die zin aan te passen. Minister Hilde Crevits vraagt zich vooral af of het gaat om een letterlijke overname van de tekst van de richtlijn. De woorden redelijk en redelijkerwijs kan men eigenlijk niet gaan definiëren. Het maakt een heel verschil uit of het al dan niet gaat om een explosieve situatie. Op dit ogenblik werkt men al met een dergelijke bepaling, en daarover zijn er nog nooit betwistingen geweest. Mevrouw Ilse Hoet, afdelingshoofd Haven- en Waterbeleid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, verwijst naar de bepaling dat er binnen een redelijke termijn documenten moeten worden opgevraagd. Als het gaat over gevaarlijke situaties, bijvoorbeeld omdat een bepaalde stof in contact komt met water, dan moet die termijn veel korter kunnen zijn dan in een minder acute situatie. De heer Jan Penris hoopt dat er hierover nooit een betwisting ontstaat. De advocaat van een schipper die door de diensten bepaalde maatregelen opgelegd krijgt zou kunnen argumenteren dat het begrip redelijk niet gedefinieerd is. Indien men zou bepalen dat er binnen een bepaalde termijn medewerking verleend dient te worden, zou er meer rechtszekerheid zijn. Het is niet omdat die begrippen in het verleden onduidelijk gebleven zijn, dat ze onduidelijk moeten blijven. Minister Hilde Crevits denkt dat een tussenoplossing mogelijk is. Men zou die bepaling kunnen laten staan in het ontwerp van decreet. Tegelijk zou men kunnen nagaan hoe die begrippen gedefinieerd worden in de drie reglementeringen. Als er een schrapping gebeurt, dient het te gaan om een algemene schrapping. De heer Dirk de Kort denkt dat een schrapping nodig zal zijn. Zo niet zullen de afgekondigde maatregelen in de toekomst telkens gemotiveerd moeten worden op hun redelijkheid. De heer Dirk de Kort vraagt of men kan inschatten wanneer de uitvoeringsbesluiten bij dit ontwerp van decreet klaar zullen zijn. De richtlijn heeft ook betrekking op het spoor. Op dat vlak dient de federale overheid initiatieven te nemen. Is dat al gebeurd? Heeft dit ontwerp van decreet financiële consequenties voor de binnenvaartsector? Minister Hilde Crevits antwoordt dat het gaat om een kaderdecreet. Men is volop bezig met het opstellen van het uitvoeringsbesluit. Er is een overleggroep opgericht om de betrokkenheid van het middenveld te garanderen. Het is de bedoeling om het uitvoeringsbesluit zo snel mogelijk in werking te laten treden. Het is belangrijk dat er een eenduidige en uniforme regeling wordt uitgewerkt voor het verkeer over het spoor en over de weg. Vooral de veiligheidsaspecten moeten daarbij worden geregeld. Inzake de budgettaire consequenties merkt ze op dat het niet de bedoeling is iemand op kosten te jagen, wel om zeer goed geïnformeerd te zijn over de manier waarop die transporten zullen verlopen. 3. Stemming Het ontwerp van decreet betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding. Dirk DE KORT, waarnemend voorzitter Karin BROUWERS, verslaggever