Beschermingsdoss ier. Voormalig landhuis met omgevende tuin in Brugge. Monument en dorpsgezicht. Agentschap Onroerend Erfgoed

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Omschrijving : Voormalig landhuis met omgevende tuin, Generaal Lemanlaan 151. De Vl aamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Objectnummer: 4.01/23094/123.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Villa in cottéigestijl, Watertorenlaan 30

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G

Omschrijving: Hoeve-brouwerij met mouterij Goossens, Isabellastraat 16. De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Vlaamse Regering ::J..~

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het mini$terieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van twee geënte bruine beuken in Wetteren

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Provincie: Oost-Vlaanderen. Gemeente: Gent, 25ste afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/44021/ Dossiernummer: 4.001/44021/130.1.

BIJLAGE 1 PERIMETER VAN HET GEBIED WAARVOOR HET BEHEERSPLAN WORDT OPGEMAAKT & AANDUIDING ZEN ERFGOED ( schaal 1/2.500 )

Bennebroekerlaan 10. Bouwjaar : Circa 1890 Architect : : Neorenaissance-trant met invloed van de Chaletstijl Oorspronkelijke functie : Woonhuis

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Onder de Linden. Beheersplan beschermd dorpsgezicht Oud-Rekem

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Resultaat opvraging perceel gelegen in Sint-Truiden afdeling SINT-TRUIDEN 1 AFD, sectie G met perceelnummer 0317/00B009 [71053G0317/00B009]

Omschrijving: Stadsgezicht Hogeschoolplein, Sint Michielsstraat 6, Standonckstraat 6 en overgangszone Sint Michielsstraat 13 en 15

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van vier hulsten in Genk

Typering van het monument: Woonhuis uit 1896 dat deel uitmaakt van de historische bebouwingsstructuur van de dorpskern Hunsel.

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Napoleonsweg 72. Kadastrale aanduiding : HLN02 sectie A nr(s) 3891 Coördinaten : x: y:

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Krullenlaan 3. Oorspronkelijke functie : Dienstwoning en schuur. Datum foto :

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel :

Complexnummer:

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1.

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

NOTULEN ADVIESRAAD DORPSBEELD LOVENDEGEM. Datum: 9 april 2014 Plaats: trouwzaal, Kerkstraat 45 te Lovendegem Begin: 20:05 uur Einde: 20:50 uur

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

BESCHRIJVING VAN DE IMPACT VAN DE WERKEN OP DEZE ERFGOEDELEMENTEN EN -KENMERKEN

Typering van het monument: Vrijstaande, witgeschilderde villa in eclecticistische bouwstijl met kantelen, rondbogen en een erker.

Complexnummer:

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer:

Monumentenregister Nijmegen. Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING VAN MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN. KORTRIJK : Bescherming van 14 monumenten en een stadsgezicht.

Typering van het monument: Vrijstaand woonhuis uit 1935 met karakteristieke ronde erker met glas-in-loodramen.

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

El CI landschapsatlas

: onbekend, houten kruisbeeld vermoedelijk van beeldhouwer Tiessen uit Roermond

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Omschrijving: Villa Herman Teirlinck, Koekoekpad 21

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer:

OmschriJVIng: V1lla Coppm, VIlvoordelaan 2

Typering van het monument: Statig woonhuis met symmetrische indeling en karakteristieke trapgevels ter plaatste van de topgevels.

Typering van het monument: Voormalige directeurswoning en het smeedijzeren hekwerk van de voormalige Huyben s Bierbrouwerij De Kroon.

7~F12 VLAAMSE REGERING MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- EN DORPSGEZICHT

Typering van het monument: Vrijstaand negentiende-eeuws woonpand van twee bouwlagen met karakteristiek dakoverstek.

vml. Nationale Bank 1/29 Dossiernummer : 4.001/11002/ fotobijlage deel 1 Beschermingsdossier: Herenwoning Dhanis - monument

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer:

Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed

Complexnummer:

Heilig Hart Kerk en Kapucijnen klooster te Langeweg. Kloosterlaan 6; 8; 10

Vlaamse overheid :Yl~

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Margarethastraat 33

Typering van het monument: Statig vrijstaand woonhuis met een vooruitspringend linkerdeel dat in de voorgevel eindigt in een topgevel met zadeldak.

Gevels: Het pand is opgetrokken in bruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De gevels hebben een gepleisterde plint.

Omschrijving: . Voormalige bibliotheek, Steenweg 88

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

Afbeelding 1: Situeringsplan van de Woning De Keukelaere-Brico in zijn ruime context.

Complexnummer:

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer:

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Parmastraat 69. Pierre Pauluspark

INFORMATIEBUNDEL BIEDEN ONDER GESLOTEN OMSLAG VERKOOP VAN PACHTVRIJE HOEVE EN LANDBOUWGROND STICHELDREEF 5 TE NAZARETH

Beschermde cultuurhistorische VAREND ERFGOED VLAADEREN. landschappen in Vlaanderen. onroerenderfgoed.be

Complexnummer:

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Omschrijving: een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op de Kesselberg, Koningsstraat zonder nummer

Oorspronkelijke functie : paardenstalling (begane grond) en feestzaal (verdieping)

Complexnummer:

1701 ITTERBEEK Poverstraat Viergevelwoning Boerenwoning uit vakwerkbouw 2. Weiland. 2. Agrarisch gebied. Mogelijks overstromingsgevoelig gebied

Leidraad voor het schrijven van een beheersplan voor onroerend erfgoed.

De Nieuwenberg 15, Roosendaal

Complexnummer:

Te koop Vrijstaande woning Oranjeweg KS Zuid-Beijerland

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

straat en nummer : Stuurmanspad 2 Objectgegevens straat en nummer : Stuurmanspad 2 postcode en plaats : 1506 EP Zaandam bouwdatum : 1894

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de houten noodwoning van het Koning Albertfonds in Zemst (Eppegem)

LEGENDE. per eeuw > kleur aanduiding idem aan plannen. Datering. Bouwhistorische waarde zeer waardevol. Geen historische waarde

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige b.escherming als monument van het landhuis Misonne in Oud-Turnhout

Plantagebaan , Wouwse Plantage. Bouwjaar: vierde kwart 19e eeuw

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Dorpstraat 35. Kadastrale aanduiding : BXM00 sectie E nr(s) 259 Coördinaten : x: y: 359.

INVENTARIS VAN HET BOUWKUNDIG ERFGOED

Complexnummer:

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Eindstraat 11

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

?, C~ C\.O. v ~,.) MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Transcriptie:

Beschermingsdoss ier Voormalig landhuis met omgevende tuin in Brugge Monument en Agentschap Onroerend Erfgoed

Beschermingsdossier: Voormalig landhuis als monument met omgevende tuin als, Brugge (Assebroek), Generaal Lemanlaan 151 INHOUDELIJK DOSSIER Dossiernummer: 4.001/31005/132.1 4.01/31005/2203.1 4.02/31005/929.1 Stefanie Gilté Koen Himpe 9/09/2016 Pagina 2 van 12

INHOUDSTAFEL 1. Beschrijvend gedeelte... 4 1.1. Situering... 4 1.2. Historisch overzicht... 4 1.3. Beschrijving met inbegrip van de erfgoedkenmerken en erfgoedelementen... 5 1.3.1. Bouwkundig erfgoed... 5 1.3.2. Omgevende tuin... 7 1.4. Fysieke toestand van het onroerend goed... 7 2. Evaluatie van de erfgoedwaarden... 8 2.1. Bescherming als monument... 8 2.1.1. Historische waarde... 8 2.1.2. Architecturale waarde... 9 2.2. Bescherming als... 9 2.3. Motivering van het type bescherming... 9 2.3.1. Motivering van bescherming als monument... 9 2.3.2. Motivering van bescherming als... 9 2.4. Motivering van de afbakening van de bescherming...10 2.4.1. Afbakening beschermd monument...10 2.4.2. Afbakening beschermd...10 2.5. Juridische toestand...10 2.5.1. Onroerend Erfgoed...10 2.5.2. Ruimtelijke Ordening...10 3. Beheersvisie...10 3.1. Beheersdoelstellingen voor het beschermd onroerend goed...10 3.2. Bijzondere voorschriften voor het beschermd onroerend goed...11 3.3. Toelatingsplichtige handelingen voor het beschermd onroerend goed...11 4. Bronnen...12 4.1. Onuitgegeven bronnen...12 4.2. Websites...12 4.3. Uitgegeven bronnen...12 5. Bijlagen bij het inhoudelijk dossier...12 5.1. Omgevingsplan bij de bescherming...12 5.2. Fotobijlage...12 5.3. Historische kaarten en documentatie...12 Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 3 van 12

1. BESCHRIJVEND GEDEELTE 1.1. Situering Het voormalig landhuis met omgevende tuin is gelegen in Assebroek, een deelgemeente van Brugge. Het landhuis is te situeren langs de belangrijke invalsweg Generaal Lemanlaan. De Brugse rand is nog steeds rijk aan een groot aantal kastelen en landhuizen. In de inventaris van het bouwkundig erfgoed voor de Brugse rand zijn in totaal 1.823 items opgenomen. Aan de hand van dit instrument krijgen we een duidelijk en objectief beeld van welk erfgoed er aanwezig is in de Brugse rand. 33 Items beantwoorden aan de definitie van landhuis of kasteel. Hiervan zijn er tot op heden negen beschermd als monument, m.n. kasteel Rooigem (Rooigem 1-3, Sint-Kruis, M.B. 17/07/1994), kasteel Groene Poort (Dudzeelse Steenweg 464, Koolkerke, K.B. 2/02/1981), kasteel Tudor (Zeeweg 147, Sint-Andries, M.B. 16/12/1991), Kasteel van Tillegem (Tillegemstraat 83, Sint-Michiels, M.B. 17/07/2012), Kasteel Ten Berghe (Dudzeelse Steenweg 311-313, M.B. 19/02/2013), Kasteel Bloemenoord (Sint-Michiels, Rijselstraat 98, M.B. 17/07/2012), kasteelsite Forreist (Doornstraat 213-215 en 290, M.B. 18/09/2015), kasteelsite Bossuyt (Bossuytlaan 35, M.B. 18/09/2015) en de site Van Hollebeke (M.B. 16/04/2004). Bij de waardebeoordeling van de site van het voormalig landhuis werd er vertrokken van een integrale benadering van het landhuis als ensemble. Een landhuis is niet los te koppelen van de bijhorende tuin. In vele gevallen stelt men immers gelijktijdig veranderingen vast bij de gebouwen en de omgeving. Bij het onderzoek van het domein werden de historische ontwikkeling, het bouwkundig erfgoed en de parkaanleg nader bekeken. Zowel het landhuis met interieur als centraal gegeven, evenals de bijhorende tuin met parkaanleg en bomenbestand moeten voldoen aan de vooropgestelde criteria zeldzaamheid, gaafheid, representativiteit, ensemblewaarde en contextwaarde gekoppeld aan de waarden zoals bepaald in het decreet. In de omgeving van Brugge zijn een groot aantal kastelen en landhuizen, parken en grote domeinen bewaard gebleven. Rond de Brugse stadskern zijn er 33, allen divers van oorsprong en van ouderdom. Ze zijn niet gelijkmatig geografisch verspreid want ten zuiden van Brugge is de concentratie zeer hoog, ten noorden zeer laag. Dit wordt in belangrijke mate verklaard door de fysische gesteldheid (bodem, water, ) en het bodemgebruik. Ten noorden van Brugge liggen de polders die een minder aangename en gunstige woonomgeving vormen door het klimaat (winderig, extreme temperaturen) en de bodem (nattere en kleiige bodems). Vandaar ook de lage concentratie aan kasteeldomeinen. Het zuiden van Brugge, dat behoort tot de (bosrijke) zandstreek, was een veel aantrekkelijker milieu om een buitengoed op te richten. Naast deze fysische uitgangssituatie heeft ook de stedelijke, de economische en de bestuurlijke ontwikkeling een invloed gehad op de kasteeldomeinen en de landgoederen. Het verwerven van een aangename woonplaats met de troeven van het platteland en toch dichtbij de stad gelegen, hebben geleid tot het ontstaan van landgoederen in de omgeving van alle grote steden. Een gelijkaardige situatie treffen we aan rond de steden Gent en Antwerpen. 1.2. Historisch overzicht Op de huidige locatie stond reeds in het begin van de 19de eeuw een grosso modo rechthoekig bouwvolume ingetekend (cf. Franse kadasterkaart uit 1807). Het was eigendom van Pierre Verstraete, rentenier uit Brugge. Het domein bestond uit een tuin met woning. De woning was loodrecht ten opzichte van de straat ingeplant en had ook Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 4 van 12

een achterliggend bosperceel. De structuur van de toenmalige percelen 125, 126 en 127 komt overeen met het huidige perceel nummer 76D. In de vroegste documenten van het Belgisch kadaster (ca. 1830) vinden we Antonius Bortier als eigenaar van een lusttuin (perceelnummer 75), een huis (perceelnummer 76) en nog een lusttuin (perceelnummer 80A). Die laatste lusttuin was volgens het Frans kadaster in 1809 evenwel nog bos en geeft ons dus een indicatie over een tweede fase van de tuinaanleg. Tussen 1809 en het begin van het Belgisch kadaster (ca. 1830) is het bestaande bouwvolume uitgebreid of gesloopt en vervangen door het huidige rechthoekige volume. De eigenaar Antonius Bortier (Diksmuide, 1765 Brugge, 1843) behoorde als koopman en grootgrondbezitter tot de West-Vlaamse bovenlaag van de burgerij. Hij was jarenlang (gemeente)raadslid van de Stad Brugge. Hij stierf in zijn Brugse stadswoning in 1843. Deze stadswoning was gelegen in het centrum van de stad Brugge, namelijk Oude Burg 12. Zijn woning in de binnenstad was een statig herenhuis (C1/74 of Oude Burg, huidig nr. 12). Vermoedelijk was hij de bouwheer van het huidige landhuis in Assebroek. Na zijn dood in 1843 werd het landhuis verkocht aan Jacobus Herrewyn, koopman uit Oostende. Enkele jaren later werd het aan de Oostendse Maria Josephine Manceau verkocht. Volgens het kadaster breidt zij het gebouw in 1864 achteraan uit met een bescheiden centrale aanbouw. Zij sterft in 1874 in haar Brugse stadswoning gelegen in de Predikherenstraat. Sidonia Manceau, eveneens ongehuwd en nicht van Marie Josephine Manceau, erft het landhuis en bewoont het (permanent?) tot haar dood vier jaar later. Vervolgens komt het in eigendom van de familie Vanhamme de Stampaertshoucke de Wautier (ca. 1900), de vrederechter De Keukelaere en, in de tweede helft van 20ste eeuw, de familie Verhaeghe-David en de huidige eigenaars sinds 1965. Het kadaster registreert in 1977 een uitbreiding van het bestaande volume richting Blekerijstraat. In de tuin worden twee gebouwen opgetrokken. Uit de analyse van cartografische bronnen vanaf de tweede helft van de 19de eeuw kan besloten worden dat de twee lusttuinpercelen geëvolueerd zijn tot één geheel, met een parkachtig karakter. Voortgaande op de huidige stamomtrekken van de nog aanwezige bomen komen zowel elementen van een vroegere als van een recentere tuinaanleg voor. 1.3. Beschrijving met inbegrip van de erfgoedkenmerken en erfgoedelementen 1.3.1. Bouwkundig erfgoed 1.3.1.1. Exterieur Het voormalig landhuis is een vrijstaand gebouw gelegen te midden van een omvangrijk en grotendeels ommuurd perceel met vooraan en achteraan een parkachtige tuinaanleg voorzien van waardevolle hoogstammige bomen met laat 19de-eeuwse en vroeg 20steeeuwse kenmerken, waarin een recentere, beperkte symmetrische tuinaanleg is toegevoegd. De onbebouwde strook aan de straatzijde, op ca. 15 meter achter de rooilijn, is over de volledige perceelbreedte afgesloten door een oorspronkelijk 19deeeuws smeedijzeren hek met dubbele poort, geheel in laat-neoclassicistische stijl en voorzien van plaatje met opschrift V LEFEVRE F BRUGES. Het opschrift zou staan voor V(alère) Lefevre f(ecit) Bruges. Valère Lefèvre was geboren in Brugge op 25/05/1862 als zoon van Edouard, een handelaar uit de Smedenstraat. Hij huwde op 07/04/1891 met Jeanne Tassier en verhuisde waarschijnlijk daarop naar het huis van zijn schoonouders in de Ganzenstraat. Kort daarop, op 11/01/1892 verhuisde het gezin naar Luik. In de bevolkingsboeken van 1880-1890, toen hij nog bij of naast zijn ouders in de Smedenstraat woonde, stond Valère omschreven als maitre fondeur, in de bevolkingsboeken 1890-1900, toen hij al naar de Ganzenstraat was verhuisd, stond hij Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 5 van 12

omschreven als ijzer- en kopergieter. Rekening houdend met deze bovenstaande gegevens kunnen we dit hekwerk dateren tussen 1880 en 1891. Vermoedelijk stond dit hekwerk oorspronkelijk aan de straat opgesteld. De muur rondom het perceel is in verschillende fasen tot stand gekomen. Zuid georiënteerd landhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak bedekt met Vlaamse pannen. Sterk symmetrisch opgebouwde bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel. De centrale travee is uitgewerkt als een risaliet met bossage op de benedenverdieping. De begane grond is opengewerkt met rondbogige muuropeningen, veelal gevat in dito omlijsting. Sober uitgewerkte rechthoekige vensters op de verdieping. De benedenvensters en de twee linker bovenvensters zijn voorzien van luiken; de overige bovenvensters bewaren nog duimen. Bewaarde 19de-eeuwse ramen: oorspronkelijk schuiframen, maar later aangepast tot ramen met vleugels. De toegangsdeur wordt getypeerd door neoclassicistische elementen zoals onder meer een tandlijst, het driehoekig fronton op klossen en paneelwerk. De overige gevels zijn van verankerde witbeschilderde baksteen. De zijgevels zijn blind, maar telkens met opvallende uitbouwtjes onder zinken dakjes met lamberkijn. Deze uitbouwtjes zijn voorzien van diepe wandkasten die de schouwen in beide voorsalons flankeren. De achtergevel werd vermoedelijk in 1977 deels verbouwd (cf. mutatieschets kadaster) in functie van een nieuw terras en aanbouw met onder andere een keuken. Deze later toegevoegde elementen bezitten geen uitgesproken erfgoedwaarde. De achtergevel was oorspronkelijk qua indeling identiek aan de voorgevel. In dezelfde periode (1970-1980) werden de halfcirkelvormige bermen langs de zijgevels opgeworpen en komen ze achteraan samen tot een bordes naar een centrale achterdeur. Onder het bordes ligt een uitbouw met keuken uitgevend op een symmetrisch opgevat terras omsloten door vergelijkbare cirkelvormige bermen, aansluitend op het oorspronkelijk tuinniveau. 1.3.1.2. Interieur Het interieur van het voormalig landhuis kenmerkt zich door een sterk symmetrisch grondplan met centrale vierkante hal die aan weerszijden uitgeeft op de salons met rechthoekig grondplan die toegankelijk zijn via dubbele paneeldeuren. Tegenover de inkomdeur bevindt zich een wandnis voorzien van een gipsen Herculesbeeld. De beeldnis is voorzien van een omlijsting met stucversieringen kenmerkend voor de directoirestijl, zoals onder meer de palmetten, de vaasornamenten en de ruitvormen. De nis wordt geflankeerd door twee lage paneeldeuren. De linkerdeur geeft toegang tot de verdieping via een halfcirkelvormige trap met wanden in marmerimitatie, de rechterdeur leidt naar de vroegere keuken. De vloer in de hal bestaat uit zwarte leisteen in combinatie met witte marmer, gelegd in een geometrisch patroon. Beide salons staan in elkaars spiegelbeeld door tegenover elkaar geplaatste witmarmeren schouwen in de as van de deuropeningen. Alle plafonds van de voornoemde ruimtes zijn verlaagd. In het rechtersalon is enkel het oorspronkelijk vrij groot rozet met palmetornamenten zichtbaar gelaten. Onder de verlaagde plafonds bevinden zich vermoedelijk nog de oorspronkelijke plafonds. Rechts achteraan deels onderkelderd (tongewelf // voorgevel), waarboven opkamertje, oorspronkelijk met toegangs- en kastdeuren, dat door het wegbreken van de tussenmuur één geheel vormt met het rechter salon. Vergelijkbare uitbreiding doch zonder opkamer in het linker salon. De verdieping vertoont ondanks enkele aanpassingen een vergelijkbaar grondplan als de benedenverdieping: centrale hal weliswaar ruimtelijk eengemaakt met de open zolder - met aan weerszijden twee paneeldeuren naar de respectievelijke kamers links en rechts. Het trappenhuis is opengewerkt naar de zolder toe. Onder de verlaagde plafonds op de verdieping bevinden zich vermoedelijk de originele bepleisterde plafonds. Op de Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 6 van 12

verdieping zijn later toegevoegde schouwlichamen en later ingebrachte verlaagde plafonds zonder erfgoedwaarde aanwezig. Zolder met 4 spanten, 3 bovendakse schouwen, twee lateraal (van beide salons) en één midden achterdakvlak van vroegere keuken. 1.3.2. Omgevende tuin De beschrijving van de tuin is deels gebaseerd op een opmetingsplan (2016) opgemaakt door het ontwerpbureau Buro II & ARCHI+I in functie van een haalbaarheidsstudie en deels op basis van waarnemingen vanaf het openbaar domein. Een aanvullend plaatsbezoek door het agentschap in de tuin werd voorlopig niet toegestaan. In de vlakke voortuinruimte bevinden zich aan de westzijde enkele waardevolle bomen waaronder gewone en bruine beuken, afgewisseld met linden, gewone esdoorns, een Noorse esdoorn en een tamme kastanje. In het centrale deel bevinden zich enkele meerstammige trompetbomen en een venijnboom. De oostzijde van de voortuin bestaat uit een minder waardevolle aanplant met fijnsparren, kersen, berken, gewone esdoorns, witte paardenkastanjes en laurierkers. In deze tuinruimte bevindt zich aan de oostzijde één afzonderlijke garage, een bakstenen volume onder zadeldak zonder erfgoedwaarde. De achtertuin bezit een centrale lobvormige verdiepte gazonpartij met een waardevolle, min of meer vrijstaande bruine beuk. Deze tuinzone is voorzien van een rondgaand graspad met enkele eenvoudige trapconstructies en een aftakking uitgevend op een rechthoekig bakstenen bijgebouw (vermoedelijk gebouwd als een tuinberging) onder pannen bedaking en een brede poorttoegang aan de Blekerijstraat. Net ten westen van deze eenvoudige tuinberging bevindt zich de omvangrijkste beukenboom op het tuinperceel. De toegangspoort aan de Blekerijstraat bezit geen erfgoedwaarde. Aan de oostzijde van de tuin bevinden zich tegen de perceelgrenzen nog twee constructies. Beide bouwvolumes hebben geen erfgoedwaarde. De randzones van de achtertuin zijn dicht beplant met waardevolle hoog opgaande parkbomen waaronder overwegend gewone en bruine beuken, aangevuld met gewone esdoorns, linden alsook enkele robinia s en een aantal zomereiken. In de westzijde van de achtertuin zou zich ook een bijzondere papieresdoorn (Acer griseum) bevinden. In de struikaanleg worden typische struiksoorten aangetroffen, waaronder aucuba en boerenjasmijn. Centraal in de gazonpartij is een rond vijvertje aangelegd, omrand met bakstenen muurtjes, trap en helling. De lobvormige ruimte is ook afgezet met geschoren hagen, die ter hoogte van de achterdeur samenkomen in een door keermuren beschutte terraszone afgewerkt met natuursteentegels. Langs de keermuren dalen twee symmetrische trappen af naar de achtertuin. Deze terraszone, het vijvertje en de sierhagen behoren wellicht tot dezelfde verbouwingsfase uit de jaren 1970-1980 en bezitten geen uitgesproken erfgoedwaarde. De centrale, verdiepte gazonpartij en de omvangrijkste bomen in de voortuin en achtertuin, met stamomtrekken boven de 2 meter, verwijzen ongetwijfeld naar de fase waarin de twee lusttuinpercelen geëvolueerd zijn tot één parkachtig geheel. De meerstammige trompetbomen en de bijzondere papieresdoorn zijn latere toevoegingen die de garnituur van de parkachtige tuin verrijken. 1.4. Fysieke toestand van het onroerend goed De fysieke toestand van het onroerend goed waarvoor dit beschermingsdossier wordt opgemaakt, is vastgesteld tijdens een plaatsbezoek op 3 februari 2016. De fysieke toestand is op dat moment fotografisch gedocumenteerd. Deze registratie is als bijlage bij het ministerieel besluit gevoegd en geeft een beeld van de toestand van het onroerend goed op het moment van de bescherming. Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 7 van 12

Behoudens verborgen gebreken, bevindt het landhuis zich in een goede bouwfysische toestand. De overige constructies in de tuin, waaronder de voormalige tuinberging bevinden zich in een goede bouwfysische toestand. De parkachtige tuinaanleg bewaart meerdere waardevolle bomen uit een tweede en derde aanlegperiode. Voorts is er achterstallig onderhoud in de parkachtige tuin en komt er spontane opslag voor, onder meer van esdoorn, berk, robinia, vlier en laurierkers. De conditie van de bomen is over het algemeen goed. Bomen die dicht bij de perceelsgrenzen groeien zijn recent zwaar teruggesnoeid. 2. EVALUATIE VAN DE ERFGOEDWAARDEN 2.1. Bescherming als monument 2.1.1. Historische waarde Het voormalig landhuis met parkachtige tuin is gelegen in Assebroek. Tot de fusie in 1977 met Brugge was dit een zelfstandige gemeente. Via de drukke verkeersader Generaal Lemanlaan vertrekkend van bij de Gentpoort in Brugge is de deelgemeente Assebroek verbonden met de stad. De term buitenhuis wijst op een tweede verblijf buiten de stad op het platteland. Een buitenplaats wordt omschreven als een eenheid van huis en park. De belangrijkste factoren die de ligging van het buitenhuis bepalen zijn onder meer de schaars bebouwde omgeving en de goede bereikbaarheid vanuit de stad. Vanaf de 19de eeuw bouwt de rijke burgerij landhuizen en buitenplaatsen in de Brugse rand. De toen nog schaars bebouwde Generaal Lemanlaan was een geliefkoosde plaats voor een landhuis met bijhorende lusttuin. Vanaf 1809 waren hier een drie-viertal paviljoenen aanwezig, die uitgroeiden tot landhuizen. De evolutie is nog steeds herkenbaar in het straatbeeld en verklaart ook open en groene ruimte in dit deel van de laan. Generaal Lemanlaan 151 is dan ook een representatief en kenmerkend voorbeeld van een landhuis zowel wat de locatie als de inplanting betreft. Deze locatie was en werd ook gekozen door de bouwheren van de voormalige landhuizen links en rechts van Generaal Lemanlaan 151. De percelen links en rechts werden tevens ingenomen door landhuizen namelijk de panden Generaal Lemanlaan 149 gebouwd in het tweede kwart van de 19de eeuw en Generaal Lemanlaan 155, gebouwd ca. 1836. Pierre Verstraete liet ca. 1809 een landhuis bouwen langs de toen nog schaars bebouwde Generaal Lemanlaan. De volgende eigenaar, Antonius Bortier (Diksmuide, 1765 Brugge, 1843) behoorde als koopman en grootgrondbezitter tot de bovenlaag van de West-Vlaamse burgerij. Bovendien was hij jarenlang (gemeente)raadslid van de Stad Brugge. Hij stierf in zijn Brugse stadswoning in 1843 (C1/74 of Oude Burg, het huidige nr. 12). Bovenstaande eigenaars en de daaropvolgende eigenaars gebruikten Generaal Lemanlaan 151 als tweede verblijf buiten de stad Brugge. De aanwezigheid van dit voormalig landhuis met bijhorende tuin in de voormalige dorpskern van Assebroek is uitzonderlijk. De omgeving van het voormalig landhuis wijzigde grondig in de loop der tijden. De bebouwing langsheen de Generaal Lemanlaan is fasegewijs tot stand gekomen, hierdoor krijgen we een heterogeen straatbeeld, waarvan de oudste bebouwing opklimt tot het eerste kwart van de 19de eeuw. Generaal Lemanlaan 151 is hier een voorbeeld van en is een van de laatste restanten van vrijstaande bebouwing langs de Generaal Lemanlaan, een belangrijke invalsweg, waarlangs de bebouwing tot op heden nog steeds in ontwikkeling is. Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 8 van 12

2.1.2. Architecturale waarde Het landhuis is een gaaf bewaard en representatief voorbeeld van een buitenhuis uit het eerste kwart van de 19de eeuw in neoclassicistische stijl. De typerende symmetrisch opgebouwde gevel is voorzien van centrale inkomtravee die als risaliet is uitgewerkt en benadrukt wordt door de imitatievoegen die uitwaaieren boven de rondboogdeur. De gevel is opengewerkt met beluikte vensteropeningen, rondboogvormig op de begane grond en rechthoekige op de verdieping. Ze zijn allemaal voorzien van gaaf bewaard schrijnwerk. De sterke symmetrie van de buitengevel herhaalt zich in het interieur. De aankleding van het interieur is vrij rijk voor een landhuis en daarom ook uitzonderlijk in vergelijkbaar met andere landhuizen in de Brugse rand. Vooral de inkom en de salons op de begane grond zijn rijk aangekleed met typerende elementen voor de directoire- en empirestijl. De inkom bewaart een opmerkelijke wandnis die opgesmukt is met directoire-elementen. De vloer is voorzien van tegels gelegd in een geometrisch patroon. De salons links en rechts van de inkom bewaren onder de deels verlaagde plafonds hun oorspronkelijk lijstwerk met onder meer een rozet die een vrij grote omvang heeft en voorzien is van empire-elementen. De marmeren schouwen worden links en rechts geflankeerd door ingemaakte kasten. De traphal, verscholen achter de beeldnis, is voorzien van een halfcirkelvormige trap met wanden voorzien van marmerimitatie. De verdieping vertoont een vergelijkbaar grondplan als de benedenverdieping. 2.2. Bescherming als De omgevende tuin heeft een belangrijke historische waarde en hoort vanouds bij het landhuis en wordt daarom ook mee opgenomen in de bescherming als. De tuin vormt de directe en onmiddellijk verbonden visuele omgeving van het monument. De tuin wordt getypeerd door een parkachtige aanleg die meerdere waardevolle bomen uit een tweede en derde aanlegperiode bewaart. Het sierlijk hekwerk in neoclassicistische stijl dateert vermoedelijk van ca. 1880. 2.3. Motivering van het type bescherming Voorliggend beschermingsinitiatief betreft een herneming van de bescherming uit 2004, vernietigd door de Raad van State (18 februari 2010). De erfgoedwaarden werden niet in vraag gesteld, daarom gaat de nieuwe bescherming uit van hetzelfde type bescherming. 2.3.1. Motivering van bescherming als monument Het voormalig landhuis wordt beschermd als monument omwille van de historische en architecturale waarde. Het Onroerenderfgoeddecreet definieert een monument als volgt: een onroerend goed, werk van de mens of van de natuur of van beide samen, met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, inzonderheid de bijhorende uitrusting en de decoratieve elementen van algemenen belang wegens de erfgoedwaarde(n). 2.3.2. Motivering van bescherming als De omgevende parkachtige tuin, ontstaan uit verschillende aanleg- en heraanlegfases, wordt aanvullend beschermd als. De bescherming als sluit daarmee naadloos aan op het aanpalend reeds definitief beschermde van de gronden van het voormalig tuinbouwbedrijf Van Hollebeke met interbellumwoning (MB 16 april 2004). Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 9 van 12

Het Onroerenderfgoeddecreet definieert een als volgt: een geheel van een of meer monumenten en/of onroerende goederen met omgevende bestanddelen zoals beplantingen, omheiningen, waterlopen, bruggen, wegen, straten en pleinen, van algemeen belang wegens de erfgoedwaarde. 2.4. Motivering van de afbakening van de bescherming De afbakening van het beschermd onroerend goed is opgenomen op het plan dat als bijlage bij het ministerieel besluit is gevoegd. Alle kadastrale percelen gevat door de bescherming zijn opgenomen in artikel 1 van het ministerieel besluit. Het voormalig landhuis wordt als monument voorgesteld, de bijhorende tuin wordt als voorgesteld. 2.4.1. Afbakening beschermd monument Het beschermd monument omvat het voormalig landhuis, gelegen op het perceelnummer 76D (deel). Het voormalig landhuis is een vrijstaand volume. 2.4.2. Afbakening beschermd De afbakening als omvat het volledige perceel (21ste afdeling, deel Assebroek, sectie A, perceelnummer 76D) waarop het voormalig landhuis gelegen is. Dit perceel is deels ommuurd en is aan de straatzijde afgesloten door een sierlijk hekwerk. De aangelegde tuin is voorzien van een rijk bomenbestand en een vrijstaande eenvoudige tuinberging. 2.5. Juridische toestand 2.5.1. Onroerend Erfgoed: Op het omgevingsplan in bijlage bij dit dossier zijn de beschermingen opgenomen die in de buurt liggen van het onroerend goed waar dit dossier over gaat. Generaal Lemanlaan 151 is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID: 77083). 2.5.2. Ruimtelijke Ordening: Volgens gewestplan Brugge-Oostkust gelegen in een woongebied. 3. BEHEERSVISIE 3.1. Beheersdoelstellingen voor het beschermd onroerend goed In het beschermingsbesluit zijn beheersdoelstellingen opgenomen. Je vindt die terug onder artikel 3 van het besluit. De beheersdoelstellingen moeten de zakelijkrechthouders (eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en leasinggevers) en gebruikers op weg helpen om de erfgoedwaarden maximaal in stand te houden of te verbeteren. Ze hebben de optimale verwezenlijking van de erfgoedwaarden voor ogen. Ze geven richting aan of vormen een kader voor toekomstig beheer van het beschermd onroerend goed. Zakelijkrechthouders en gebruikers dienen rekening te houden met deze beheersdoelstellingen als ze werken wensen uit te voeren aan het beschermd goed. Ook de overheid houdt met deze doelstellingen rekening als ze over deze werken advies moet geven of als ze toelating moet geven voor die werken. De beheersdoelstellingen spelen in op de erfgoedwaarden, de erfgoedelementen en de erfgoedkenmerken opgenomen in artikel 2 van het beschermingsbesluit. Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 10 van 12

Omdat sommige handelingen schadelijk zijn voor de erfgoedwaarden en aanleiding kunnen geven tot het verloren gaan van erfgoedelementen of erfgoedkenmerken zijn een aantal handelingen absoluut verboden. Ook deze zijn opgenomen in artikel 3 van het ministerieel besluit. Voor deze handelingen kan geen vergunning of toelating worden gegeven. 3.2. Bijzondere voorschriften voor het beschermd onroerend goed Voor elk beschermd onroerend goed geldt het actief en passief behoudsbeginsel. Dit betekent dat de zakelijkrechthouders en gebruikers het beschermd goed in goede staat moeten houden door de nodige instandhoudings-, beveiligings-, beheers-, herstellingsen onderhoudswerken uit te voeren en dat het verboden is om een beschermd onroerend goed te ontsieren, te beschadigen, te vernielen of de erfgoedwaarden er van aan te tasten. Het betekent ook dat een zakelijkrechthouder en gebruiker verplicht is het beschermd onroerend goed als een goed huisvader te beheren en het dus niet te verwaarlozen. Alle voorschriften voor de instandhouding en het onderhoud van het beschermd onroerend goed die van toepassing zijn op het beschermd goed zijn opgenomen in artikel 4 van het beschermingsbesluit. In het Onroerenderfgoeddecreet en Onroerenderfgoedbesluit zijn een aantal algemene voorschriften voor de instandhouding en het onderhoud van beschermd onroerend erfgoed opgenomen. Dat zijn deze: - het goed als een goede huisvader beheren en de nodige voorzorgsmaatregelen nemen tegen schade ten gevolge van brand, blikseminslag, diefstal, vandalisme, wind of water; - de toestand van het goed regelmatig controleren; - regulier onderhoud uitoefenen; - onmiddellijk passende consolidatie- en beveiligingsmaatregelen nemen in geval van nood. Om de erfgoedwaarden van het onroerend goed dat met dit besluit wordt beschermd in stand te houden legt het besluit een aantal bijkomende bijzondere voorschriften op. Deze zijn opgenomen in artikel 4 van het besluit. Deze bepalingen zijn op maat van de bescherming. 3.3. Toelatingsplichtige handelingen voor het beschermd onroerend goed Voor sommige werken aan het beschermd onroerend goed moet een toelating worden gevraagd. Sommige werken kunnen namelijk een negatief effect hebben op de erfgoedwaarden. Voor alle werken die stedenbouwkundig vergunningsplichtig zijn, of waarvoor een verkavelingsvergunning, milieuvergunning of natuurvergunning nodig is vraagt de vergunningverlener (de gemeente of de Vlaamse overheid) advies aan het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid. Voor een aantal werken die niet vergunningsplichtig zijn, moeten de zakelijkrechthouders en gebruikers, voorafgaand aan de uitvoering van de werken, toelating vragen aan het agentschap Onroerend Erfgoed of aan de erkende Onroerenderfgoedgemeente. Een overzicht van alle erkende Onroerenderfgoedgemeenten is te vinden op www.onroerenderfgoed.be. De werken waarvoor u toelating moet vragen zijn opgesomd in artikel 5 van het beschermingsbesluit. Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 11 van 12

4. BRONNEN 4.1. Onuitgegeven bronnen Afdeling Beheer West-Vlaanderen, archief nummer 2313. Buro II & ARCHI+I 2016: Haalbaarheidsstudie van het Withof, dd. 03.02.2016. Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, 1864/3, 1944/19, 1957/35, 1965/1, 1977/16. Stadsarchief Brugge, bevolkingsregisters, 1862-1890. 4.2. Websites www.kaartenhuisbrugge.be www.beeldbankbrugge.be 4.3. Uitgegeven bronnen GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. MET MEDEWERKING VAN VANWALLEGHEM, A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Assebroek, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL20. 5. BIJLAGEN BIJ HET INHOUDELIJK DOSSIER 5.1. Omgevingsplan bij de bescherming Afzonderlijk document 5.2. Fotobijlage De fotoregistratie van de fysieke toestand, gevoegd als bijlage bij het Ministerieel Besluit bevat alle relevante foto s bij deze bescherming. Omwille van de privacy werden de interieurfoto s in een afzonderlijke bijlage verwerkt. 5.3. Historische kaarten en documentatie Afzonderlijk document Dossiernummer:4.001/31005/132.1 Pagina 12 van 12