Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciale Staten van Noord-Holland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Deze memorie van antwoord wordt gegeven mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van. 11 juli 2005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciale Staten van Noord-Holland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvraag Stichting nieuwe en splitsing, school of scholengemeenschap. (Bijlage 2) Algemene gegevens. Blad 1/6. Zie ook bijgevoegde toelichting.

In artikel I, onderdeel K, wordt in het nieuw voorgestelde artikel 64, eerste lid, onderdeel b vervangen door:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Dit advies, gedateerd 29 september 2016, No.W /I, bied ik U hierbij aan.

Rapportage van de werkgroep identiteit en eigenheid

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

30 januari 2001 Nr , IWW Nummer 4/2001

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Berekening leerlingen potentieel voor. het openbaar voortgezet onderwijs in. de gemeente Barneveld.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvergadering. Onderwerp Aanvraag van het bestuur van Magisterium om hun school op te nemen in het Plan van scholen 2019/2020 tot en met 2021/2022

Overzichtslijst niet ingewilligde verzoeken zoals bedoeld in artikel 65 WVO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het plan van scholen , dat voor 1 augustus 2009 dient te worden vastgesteld, betreft twee basisscholen, te weten:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAADSVOORSTEL. Aan de gemeenteraad,

Concept verslag Overleg Plan van Scholen van woensdag 19 juni 2002

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciale Staten van Noord Holland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Uw brief van. 10 februari 2006

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 OPS-2001/04. Concept verslag Overleg Plan van Scholen d.d. 20 juni 2001

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5. Concept raadsbesluit

Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus BJ Den Haag

m. van der meer BP Lie Plan van scholen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2015D Reactie op een brief van Stichting Omniumscholen i.o. (hierna: Omnium) aangaande knelpunten bij het oprichten van de Omniumschool

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE HOBBEDOB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3^ Brief: d-a CA. Uét( Aangetekend pakket, b-p-3. gemeente Bunnik. PostNL. pur O-A-1. retour afzender L expditeur/return to Sender

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit aanvraag ex artikel 65 Wet op het voortgezet onderwijs

Toetsingskader Plan van Scholen

Internetconsultatie IAK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit aanvraag ex artikel 65 Wet op het voortgezet onderwijs

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00937

Politieke Barometer Onderwijs Meting september 2013

Voorgenomen fusie basisschool Romero en openbare basisschool Nieuwenrooy

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvergadering: 27 juni 2017 Besluit: Unaniem Aangenomen Stemverklaring: BB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Reactie van de staatssecretaris

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies niet-ambtelijke adviescommissie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan. Onderwerp: Verzoek voor plaatsing op het plan van scholen van een basisschool voor Algemeen Bijzonder Onderwijs in de gemeente Hulst.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 708 Plan van Scholen 2000 2002 Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 oktober 1999 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1 heeft op 29 september 1999 overleg gevoerd met staatssecretaris Adelmund van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over: de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 6 april 1999 inzake de VO-fusie in Deventer (briefnr. OCW-99-282); de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 3 mei 1999 inzake Zeewolde (briefnr. OCW-99-385); de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 26 augustus 1999 inzake het ontwerpplan van scholen 2000 2002 (26 708, nr. 1). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Belinfante (PvdA), Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Wijn (CDA), Eurlings (CDA). Plv. leden: Stellingwerf (RPF), Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), De Cloe (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Gortzak (PvdA), Middel (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Spoelman (PvdA), Brood (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Verhagen (CDA), Visser-van Doorn (CDA). Mevrouw Dijksma (PvdA) constateerde dat de aanvraag van de islamitische scholengemeenschap in Rotterdam dit jaar voldoet aan de norm die voortvloeit uit het principe van directe meting. In het licht van het beginsel van de vrijheid van onderwijs is het voorstel tot honorering van deze aanvraag terecht. Hiermee is overigens niet gezegd dat de principiële maatschappelijke discussie over de wenselijkheid van het ontstaan van een nieuwe zuil definitief is afgesloten, maar die discussie dient in een ander verband, los van deze concrete aanvraag, te worden gevoerd. De elf Vrije Scholen voor het voortgezet onderwijs voldoen vanaf 1 augustus 2000 aan de reguliere inrichtings- en examenvoorschriften, zodat zij ook HAVO- en VWO-examens kunnen afnemen. Zoals afgesproken fuseren zij tot vier scholengemeenschappen met nevenvestigingen. Het zou een goede zaak zijn als de regering deze ontwikkeling expliciet steunde. Mevrouw Dijksma wees op de toekenning van de aanvraag voor een openbare VBO-afdeling consumptief op Texel; in dit geval is sprake van een ontheffing in verband met de grote afstand tot het vasteland. De toekenning vindt plaats om beleidsmatige redenen: de vorige staatssecretaris had immers toegezegd om de aldaar bestaande praktijksituatie te formaliseren. De toekenning op zich is niet onredelijk, maar hoe denkt de KST41234 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 1

staatssecretaris om te gaan met toekomstige, vergelijkbare aanvragen waarbij men aan dit precedent rechten denkt te kunnen ontlenen? De aanvraag van het Oostvaarders College te Almere met betrekking tot de vestiging van een nevenvestiging in Zeewolde is weliswaar afgewezen, maar er zijn inmiddels vervolgstappen gezet voor de vestiging van voortgezet onderwijs in Zeewolde. Het ziet ernaar uit dat op basis van samenwerking met scholen in andere gemeenten een openbare mavo kan worden gestart. Mevrouw Dijksma sprak haar steun uit voor de ingeslagen weg. SGM «Het Rhedens» acht verplaatsing van zijn hoofdvestiging naar Dieren noodzakelijk voor het behoud van het voortgezet onderwijs in de regio. Vanwege het bezwaar van omliggende gemeenten is inmiddels door de provincie een bemiddelingspoging gestart. Hoe is de stand van zaken? Naar aanleiding van de megafusie van scholen voor VO in Deventer merkte mevrouw Dijksma op dat de PvdA-fractie herhaaldelijk heeft aangedrongen op de formulering van formele waarborgen voor de materiële kenmerken van het openbaar onderwijs. Bij fusies dienen bepaalde kenmerken, met name het principe van de algemene toegankelijkheid voor leerlingen en leraren, voor de gehele gefuseerde school te gelden. De staatssecretaris heeft in het verleden gesproken van «interessante kruisbestuivingen tussen openbare en bijzondere scholen». Graag hoorde mevrouw Dijksma, in het licht van bovenstaande fusie, hierop een vervolg. In het dunbevolkte Groningen kennen zowel het Dollard College als het AOC-Noord een VMBO-afdeling groen. Als men de levensvatbaarheid van beide afdelingen wil verzekeren en recht wil doen aan de beoogde herschikking van VMBO en MAVO, dan is een vorm van samenwerking in dit geval noodzakelijk. De provincie Groningen heeft een voorstel tot arbitrage in dezen gedaan. De rijksoverheid zou er goed aan doen om alle betrokken partijen te dwingen tot stappen om tot een oplossing te komen. In ieder geval moet zij niet de discussie al bij voorbaat willen beslechten met louter onderwijsinhoudelijke argumenten. Overigens hanteren velen ten onrechte wel eens de veronderstelling dat scholen die voor een bredere aanpak kiezen, per definitie een inferieur onderwijsconcept hanteren. De heer Cornielje (VVD) sprak de hoop uit dat de opmerkingen van de Kamer rond het toetsingskader 2001 2003 ook bij het volgende toetsingskader zullen worden betrokken. Samenwerking tussen het AOC-Noord en het Dollard College kan bijdragen aan een oplossing voor de ontstane problemen. Uit het advies van de provincie blijkt een verschil in onderwijskundig concept tussen beide scholen: het AOC start reeds in het eerste leerjaar met beroepsgerichte vakken, maar het Dollard College is hier geen voorstander van. Desondanks wekken beide scholen de indruk dat zij er samen uit willen komen; een bindende arbitrage lijkt dus niet nodig. De nieuwe gezamenlijke opleiding dient er echter wel te komen en, gezien de gebleken voordelen van verticale organisatie van het onderwijs bij de bestrijding van het vroegtijdig schoolverlaten, bij voorkeur onder de voorwaarden van het AOC. Niet vergeten mag worden dat in Nederland nog nooit een via een plan van scholen landbouwafdeling aan een bredere scholengemeenschap is toegevoegd. De bedoeling van het Dollard College was een versterking van de concurrentiepositie ten opzichte van het AOC, maar tragisch genoeg dreigt men met dit initiatief in de eigen staart te bijten. Dat is te betreuren, maar ook in dit geval geldt een eigen verantwoordelijkheid. De aanvraag van het College de Heemlanden te Houten is een goed voorbeeld van de manier van omgaan met de toewijzing van een VBO-afdeling in een Vinex-locatie. Hoe lang moet een dergelijke Vinex- Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 2

locatie wachten voordat de bestaande smalle scholengemeenschap met MAVO, HAVO en VWO zich mag uitbreiden met een VBO-afdeling? Een snelle toewijzing is in dit geval zeker ook in het belang van de leerlingen. Een fusie van de openbare MAVO in Zeewolde met het Oostvaarders College te Almere is de meest werkbare constructie. De fusiebesprekingen met de RSG te Harderwijk zijn immers herhaaldelijk op een mislukking uitgelopen. Het argument gebaseerd op het voedingsgebied, op grond waarvan de staatssecretaris tot een afwijzing heeft besloten, is in het licht van andere mogelijke overwegingen weinig overtuigend. Graag zag de heer Cornielje een heroverweging van dit besluit. Een commissie van drie deskundige hoogleraren buigt zich op dit ogenblik over een mogelijke juridische constructie met betrekking tot de megafusie in Deventer. Graag vernam de heer Cornielje te zijner tijd een gedegen reactie van het kabinet op het advies van deze commissie. De heer Cornielje merkte tot slot op dat de aanvraag van de islamitische school te Rotterdam terecht is gehonoreerd. De thans gevolgde procedure is alleszins zorgvuldig en de school voldoet aan alle criteria, dus niets wettelijks staat de start van deze school in de weg. De heer Mosterd (CDA) vond het niet meer dan logisch dat bij verzoeken wordt gekeken naar de toekomstige infrastructuur; daardoor ligt enige terughoudendheid bij het stichtingsbeleid en herschikking voor de hand. De vraag rijst of fusie van scholen nog steeds prioriteit verdient. Ook dringt zich herhaaldelijk de vraag op of bij de verschillende besluiten rekening is gehouden met de recentelijk vastgestelde doelmatigheidscriteria. Opvallend is ook dat OCW vaak afwijkt van positieve adviezen van provincies. Een voorbeeld is de afgewezen aanvraag van het Groenhorst college in Ede voor de stichting van een VBO-landbouw in Almere. OCW ziet, in tegenstelling tot de provincie en de school, weinig potentieel. Ligt dit wellicht aan het feit dat OCW de door school en provincie gehanteerde meetmethode niet erkent? De CDA-fractie steunt de aanvraag van de islamitische school te Rotterdam. De vrijheid van onderwijs is voor haar een groot goed; de rol van de overheid dient zich te beperken tot het stellen van basisvoorwaarden en het doen naleven van doelmatigheidscriteria. Met de oprichting van deze school wordt wel een nieuwe zuil opgezet. Is er sprake van enige extra financiële ondersteuning om eventuele aanvangsproblemen te ondervangen? De heer Mosterd sloot zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Dijksma rond de Vrije Scholen. De aanvraag van het Oostvaarders College is op duidelijke gronden afgewezen. Wat zijn echter de consequenties hiervan voor de gestarte mavo in Zeewolde? Kan die aansluiten bij de RSG te Harderwijk of is dat niet meer mogelijk? De verplaatsing van VWO en HAVO die SGM «Het Rhedens» voornemens is, is in het belang van de school zelf, maar als de belangen van het onderwijs in de omliggende erbij worden betrokken, kan men zich afvragen of een reële oplossing wel mogelijk is. De heer Mosterd deelde de opvatting van het kabinet dat de op handen zijnde megafusie in Deventer op dit moment geen zaak is voor de overheid. Wel sprak hij zijn onvrede uit over deze ontwikkeling; hier dreigt immers een mammoetschool met 5500 leerlingen te ontstaan, met vervreemding en alle nadelen die daaruit voortkomen als mogelijk gevolg. Ook worden door deze fusie de variatie in schoolidentiteit en de daarmee samenhangende keuzevrijheid en concurrentiemogelijkheid in gevaar gebracht. Een herbezinning op de betekenis van de identiteit van scholen is in deze tijd te verkiezen boven grootschalige fusies. In de regeringsverklaring staat dat de regering geen institutionele schaalvergroting wenst, maar dit geval lijkt te illustreren dat het financiële beleid tot grote fusies uitnodigt. Graag hoorde de heer Mosterd de opvatting van de staatssecretaris over de samenwerking tussen het Dollard College en het AOC. Ook wees hij Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 3

erop dat de aanvragen voor afdelingen transport en logistiek overal zijn afgewezen. Gelet op mogelijke toekomstige behoeften is aandacht hiervoor echter wenselijk. Wellicht kunnen bestaande afdelingen worden opgeheven om voor dergelijke afdelingen plaats te maken. Ten slotte wees de heer Mosterd op de afgewezen aanvraag van het Vechtdal College: dit is altijd beschouwd als een puur protestants-christelijke onderwijsinstelling, terwijl het naar eigen zeggen een school op algemeen christelijke grondslag is. De school heeft dat laatste ook geprobeerd aan te tonen; zij is van mening dat de aanvraag vanwege een misverstand niet is gehonoreerd. Mevrouw Lambrechts (D66) complimenteerde de staatssecretaris met de opname van de directe meting in het toetsingskader, waarmee de mogelijkheid is gecreëerd om scholen op basis van de directe behoefte van ouders in het plan van scholen op te nemen. Voor D66 is het instrument van de directe meting echter een tussenstation naar een model van richtingvrije planning en bekostiging. Mevrouw Lambrechts hechtte eraan om dit in herinnering te brengen, omdat de aandacht voor dit model dreigt te verslappen, terwijl het voor een aantal problemen toch de enige oplossing lijkt. Wanneer kan de Kamer voorstellen van de staatssecretaris hieromtrent verwachten? De gang van zaken rond het Vechtdal College is een goede illustratie van de noodzaak van richtingvrije planning en bekostiging. Als dit college volgend jaar een aanvraag voor een interconfessionele school indient, wordt die dan wel gehonoreerd? Ook de situatie met betrekking tot de opleidingen transport en logistiek dient in dit verband te worden vermeld. Met name in de regio Eindhoven is hiervoor meer dan voldoende draagvlak en het is te betreuren dat de huidige richtingensystematiek ervoor zorgt dat dergelijke opleidingen, waaraan een grote behoefte bestaat, niet van de grond komen. Overigens ontbreekt in het toetsingskader een uitwerking van de motie-lambrechts/ Cornielje: hierin staat immers nog steeds te lezen dat er een voorkeur bestaat voor een brede scholengemeenschapvorming maar daarvoor bestaat inmiddels nauwelijks meer voldoende politiek draagvlak. Opname van de strekking van de motie in het volgende toetsingskader is dus dringend gewenst. De honorering van de aanvraag van de islamitische scholengemeenschap in Rotterdam is in het licht van het huidige toetsingskader terecht. De vragen rond integratie die bij de oprichting van deze nieuwe, islamitische zuil kunnen worden gesteld, zijn even gerechtvaardigd bij de andere denominaties en richtingen. Hopelijk kunnen de betrokkenen alle ambities rond verlaging van schooluitval en betere toerusting voor onze samenleving waarmaken. Ten aanzien van de problematiek rond het Dollard College merkte mevrouw Lambrechts op dat D66 voorstander is van de verticale scholengemeenschap met optimale mogelijkheden voor doorstroming en een grote diversiteit. Maar het is uiteraard niet de bedoeling dat door een dergelijk streven het functioneren van andere scholen onmogelijk wordt gemaakt. Zij nodigde de provincie Groningen uit om zich nogmaals hierover te buigen. In de kwestie van de fusie tussen Almere en Zeewolde was zij het spoor bijster. Graag hoorde zij de visie van de staatssecretaris hierop. De megafusie in Deventer vond zij wel degelijk een zaak voor de overheid. Staat de letter van de wet een dergelijke omvangrijke en brede scholengemeenschap, in wezen een samenwerkingsschool avant la lettre, wel toe? In de voorbereidingen van deze enorme operatie worden veel tijd, geld en energie gestoken; het is goed dat over de wettelijke toelaatbaarheid hiervan op voorhand duidelijkheid bestaat. De heer Rabbae (GroenLinks) sprak zijn waardering uit voor de opname van de directe meting in het toetsingskader, waardoor het Rotterdamse initiatief tot de oprichting van voortgezet onderwijs op islamitische basis Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 4

zijn vruchten heeft kunnen afwerpen. De vorige keer werd duidelijk met twee maten gemeten; nu is er eindelijk sprake van gerechtigheid. Overigens staat voor GroenLinks centraal dat islamitische scholen in Nederland voldoen aan alle eisen die ook aan andere scholen worden gesteld. Is de staatssecretaris bereid tot extra steun voor dit nieuwe project in de aanvangsfase, bijvoorbeeld op logistiek gebied of door middel van voorfinanciering? Met betrekking tot de situatie in Almere en Zeewolde, de megafusie in Deventer en het College de Heemlanden te Houten sloot de heer Rabbae zich aan bij de opmerkingen van de heer Cornielje. De heer Van Bommel (SP) vond de bespreking van het plan van scholen veel weg hebben van een jaarlijks terugkerend ritueel waarbij voor een aantal scholen wordt bekeken of zij aan de normen voldoen en of het toetsingskader juist wordt toegepast. Dit doet echter geen recht aan de taak van de Kamer. Het toetsingskader dient dynamisch en pragmatisch te worden toegepast en jaarlijks te worden aangepast als het niet meer voldoet aan de eisen die de samenleving stelt. Het voorbeeld van de kwestie van het islamitisch onderwijs is een goede illustratie van het principiële karakter van de discussie en de starheid van het huidige instrumentarium. In discussies hierover speelt het grondwettelijke beginsel van vrijheid van onderwijs terecht een belangrijke rol, maar daarbij mag het niet blijven. De heer Van Bommel achtte een meer pragmatische benadering gewenst. Al het Nederlandse onderwijs dient van voldoende kwaliteit te zijn en voldoende leerresultaten op te leveren. Ook de mate waarin de verschillende onderwijssoorten bijdragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving dient voortdurend aan de orde te worden gesteld. Aan dit laatste hecht de SP veel waarde. Het is een belangrijke taak van de rijksoverheid om op al deze onderdelen toezicht te houden. Over een aantal aspecten, met name de kwaliteit van het islamitische basisonderwijs en de leeropbrengst, is het rapport van de onderwijsinspectie zeker niet positief. Een van de oorspronkelijke centrale doelstellingen van het islamitisch basisonderwijs, de verbetering van de leerlingenprestaties tot het niveau van de gemiddelde autochtone leerling, blijkt niet gerealiseerd, al doen de prestaties van leerlingen op islamitische basisscholen wellicht niet onder voor die van de gemiddelde leerling op reguliere basisscholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Het aspect van de bijdrage tot integratie is niet opgenomen in het huidige toetsingskader en maakt dus geen deel uit van het rapport van de onderwijsinspectie. Wellicht vormen methodologische problemen een obstakel voor een betrouwbare meting van dit aspect. ITS constateert dienaangaande dat het op veel scholen ontbreekt aan een gemeenschappelijke visie en een duidelijk beleid ten aanzien van de wijze waarop integratie daadwerkelijk kan worden bevorderd. De slechte score op deze centrale doelstellingen doen de vraag rijzen naar de meerwaarde van het islamitisch onderwijs. Nu de stichting van nieuwe islamitische scholen aan de orde is, is het zaak om hierbij uitgebreid stil te staan en zo problemen voor leerlingen in de toekomst mogelijk te voorkomen. Kenmerkend is in dit verband overigens de beslissing van de staatssecretaris om op basis van het rapport overleg te voeren over het pedagogisch klimaat op islamitische scholen en de te hanteren grenzen. De kwestie van de openbare scholengemeenschap Schoonoord in Zeist is, evenals de megafusie in Deventer, nu geen zaak voor de overheid. Uit de brieven blijkt dat voor deze school per 1 augustus 2001 opheffing dreigt. De school heeft gevraagd om ontheffing van artikel 107 door toepassing van artikel 108. Kan de staatssecretaris hierop reageren? Meer in het algemeen kan worden gesteld dat openbaar onderwijs verdwijnt of wordt bedreigd door afnemende leerlingenaantallen en samenwerkingsverbanden of fusies. Is er op dit vlak sprake van een structureel probleem? Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 5

Verder vroeg de heer Van Bommel naar de stand van zaken rond het Dollard College en het AOC-Noord. Hij benadrukte dat bij dergelijke kwesties altijd het belang van de leerlingen, in het bijzonder dat van de leerlingen die de meeste ondersteuning nodig hebben, centraal dient te staan. De heer Van der Vlies (SGP) herinnerde aan de discussies rond het toetsingskader. Het streven naar evenwicht in de regionale en denominatieve spreiding staat hierbij immer centraal en dat is een goede zaak. Het huidige toetsingskader, product van het streven naar objectivering, is inmiddels geaccordeerd en dat is een goede zaak; de implicaties die dit met zich brengt, moeten voor lief worden genomen. Het proces van herschikking met betrekking tot MAVO en VBO moet leiden tot een adequate onderwijsvoorziening, maar mag zeker geen ongewenste verdunning tot gevolg hebben. Dit laatste leidt noodzakelijkerwijs tot een zekere terughoudendheid in het plan van scholen. Rigiditeit is overigens ongepast; de brede scholengemeenschappen zijn deels ontstaan vanwege de soepele toepassing van de nevenvestiging als beleidsinstrument. Het is een goede zaak dat de Vrije Scholen per 1 augustus aan de reguliere vereisten moeten voldoen. Dat dit leidt tot de vier clusters met diverse nevenvestigingen, is de prijs die hiervoor moet worden betaald. Een nieuwe golf van fusies en verdere schaalvergroting als doel op zich zijn ongewenst; het is zaak om in te zetten op deugdelijke samenwerkingsovereenkomsten. Ook de fractie van de SGP hanteert diverse overwegingen met betrekking tot de totstandkoming van nieuwe richtingen, zoals die van de evangelische en islamitische scholen. Thema s als integratie moeten hierbij in alle openheid kunnen worden besproken. Maar als scholen aan de gestelde criteria voldoen, dan moet hun groen licht worden gegeven, ongeacht de denominatie. Het is te betreuren dat de wensen van de SGM Gomarus in Gorinchem niet zijn gehonoreerd. De laatste tijd is hierover intensief overleg gevoerd. Volgens de prognoses komt de school steeds dichter bij de stichtingsnormen, maar zij voldoet er nog niet aan. De inzet van het kabinet in deze kwestie is overigens zeer bemoedigend. De aanvraag voor een nevenvestiging op Urk van de reformatorische SGM Pieter Zandt te Kampen is op begrijpelijke gronden afgewezen. Desondanks moet worden vastgesteld dat de hoofdvestiging kampt met een reëel en steeds groter huisvestingsprobleem. De heer Van der Vlies deelde de nieuwsgierigheid naar de bevindingen van de commissie rond de megafusie in Deventer. De scholengemeenschap Schoonoord in Zeist biedt een goede pedagogisch-didactische omgeving voor onderwijs voor kinderen uit achterstandsgroepen en verricht daarmee in haar regio een belangrijke taak. Wel gaat een en ander ten koste van het atheneum en het gymnasium. Enige aandacht van de rijksoverheid voor dit dilemma is gewenst. Het antwoord van de regering De staatssecretaris wees op alle scherpe debatten omtrent de gelijkberechtiging van evangelisch en islamitisch onderwijs. De uitspraken over ongelijke behandeling berustten op een ongelukkig misverstand: de honorering van aanvragen van het evangelisch onderwijs en de afwijzing van aanvragen van het islamitisch onderwijs berustten op verschillende gronden. Er is dus nooit met twee maten gemeten. Wel hebben wij aan deze discussie de directe meting als aanvullend instrument te danken. Om verdere misverstanden te voorkomen: in het plan van scholen wordt strikt vastgehouden aan het grondwettelijke beginsel van gelijke behandeling binnen het onderwijs. Alle erkende richtingen worden gelijk behandeld en de vrijheid van schoolkeuze voor ouders staat voorop. Dit uitgangspunt impliceert wel dat er, buiten alle bestaande mogelijkheden, geen extra Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 6

middelen kunnen worden geboden aan beginnend islamitisch onderwijs. Voorfinanciering behoort overigens tot de reeds bestaande mogelijkheden. Over de kwaliteit van het onderwijs binnen de nieuwe richtingen vindt herhaaldelijk discussie plaats. Ook hierbij bestaan vele misverstanden. Men moet echter altijd voor ogen houden dat het bij al deze richtingen, ook bij het islamitisch onderwijs, gewoon gaat om Nederlands onderwijs dat aan alle Nederlandse criteria dient te voldoen. Bij de nieuwe richtingen gaat het, net zoals bij de traditionele denominaties, slechts om accentverschillen bij de invulling van bepaalde onderdelen van het onderwijs. De onderzoekers van onderwijsinspectie en ITS wijzen op gunstige ontwikkelingen binnen het islamitisch onderwijs. Zij betreuren alle negatieve publiciteit rond de resultaten van hun onderzoek naar het pedagogische klimaat op islamitische scholen. Bij alle opwinding ging het vooral om de vraag of op islamitische scholen wordt geslagen. Uit het onderzoek bleek dat op enkele islamitische scholen wel eens een tik wordt uitgedeeld, maar ook dat bij andere scholen klachten over slaan aan de orde zijn. De staatssecretaris wilde hierover geen misverstanden laten bestaan: slaan op scholen is binnen de context van het Nederlandse onderwijssysteem absoluut uit den boze. De nota over richtingvrije planning zal dit najaar aan de Kamer worden gezonden, zodat de discussie hieromtrent op basis van deze notitie kan plaatsvinden. De heer Leune heeft trouwens over de ontwikkeling van artikel 23 behartenswaardige zaken opgemerkt. Het oordeel van de regering hierover kan bij deze discussie worden betrokken. Bij Vinex-locaties doet zich vaak een spanning voor tussen reeds aanwezige scholen en nieuwe scholen die een plaats trachten te veroveren. De aanwezigheid van veel scholen in de buurt is vaak een complicatie. De verplaatsing van grote aantallen leerlingen over grote afstanden moet bij overwegingen altijd een grote rol spelen; het belang van de kinderen staat bij de concrete planningprocedures immers centraal en niet het belang van de instituten. Vaak wordt geprobeerd om bestaande scholen te verplaatsen of om nevenvestigingen te vormen, zoals in Leidsche Rijn. De kern van het probleem in Houten is dat in de regio reeds voldoende VBO-onderwijs binnen redelijke afstand van dezelfde soort en van verschillende richtingen beschikbaar is. Het is hoopvol dat in dit geval de provincie zeer actief is bij het zoeken naar oplossingen door middel van herschikking. Vele VBO-afdelingen kampen met een te gering aantal leerlingen. Het herschikkingproces is erop gericht om door bevriezing van het aantal VBO-afdelingen, individuele afdelingen en daarmee de totale VBO-infrastructuur te versterken en het aanbod daarbinnen te vernieuwen. In overleg met besturen, organisaties en provincies worden hiervoor nieuwe instrumenten ontwikkeld. Zo kunnen VBO-scholen bij vrijwillige opheffingen van twee VBO-afdeling een licentie voor één nieuwe afdeling verkrijgen, ook als zij daarvoor niet aan de stichtingsnorm voldoen. Als algemene randvoorwaarden geldt dat verdunning moet worden voorkomen dat nieuwe afdelingen over voldoende potentie beschikken en dat omringende scholen geen concurrentie wordt aangedaan. Een en ander zal worden uitgewerkt in een regeling ter aanvulling van het toetsingskader van het plan van scholen 2001 2003, die binnenkort aan de Kamer zal worden toegezonden. Meer in het algemeen geldt dat het bestaande toetsingskader vaak onvoldoende beleidsruimte biedt voor de aanpak van specifieke knelpunten en daarmee niet zelden zijn eigen doelstellingen ondermijnt. Aanpassingen van het toetsingkader, in overleg met provincies en veld geformuleerd en door de Kamer gesanctioneerd, zullen daarom vaak nodig zijn. Over de vigerende regelgeving is overigens een nieuwe voorlichtingsbrochure gemaakt die in oktober naar alle scholen zal worden gezonden. Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 7

De toekenning van de aanvraag voor een openbare VBO-afdeling consumptief op Texel is een uitzonderingsgeval. Inderdaad moet worden gewaakt voor ongewenste precedentwerking. Daarom is bij de beschikking geëxpliciteerd dat Texel een eiland is; de uitzondering was dus niet louter gebaseerd op reisafstanden, maar ook op het feit dat gebruik moet worden gemaakt van veerboten met een onregelmatige dienstregeling. De staatssecretaris verklaarde dat de uitvoering van de regeling rond de Vrije Scholen plaatsvindt conform de afspraken en dat het plan op schema ligt. Zij zei zeer te hechten aan de bemiddelingspoging rond SGM «Het Rhedens», omdat alle betrokken partijen over goede argumenten beschikken. Het is van groot belang dat in deze kwestie wordt geïnvesteerd in samenwerking. De aanvraag ten aanzien van MAVO en VBO is gehonoreerd, want op dit punt zijn geen negatieve effecten te verwachten. De aanvraag met betrekking tot de verplaatsing van HAVO en VWO wordt aangehouden tot 1 november, de datum waarop de wettelijke beslissingstermijn afloopt. De ingewikkelde kwestie in Zeewolde heeft tot hartstochtelijke discussies geleid. De lange reistijden en de ontoereikende busvoorzieningen maken een voorziening voor VO aldaar broodnodig. Het is dan ook terecht dat hier binnenkort een mavo wordt geopend. Op 3 mei jl. werd gemeld dat de aanvraag voor fusie met het Oostvaarders College te Almere was afgewezen vanwege het ontbreken van een substantiële relatie in het wervingsgebied en de mogelijke effecten voor de VO-scholen in Harderwijk en Ermelo. Wel vindt de rijksoverheid het wenselijk dat de openbare mavo te Zeewolde zich niet alleen richt op het Oostvaarders College, maar ook de mogelijkheid van een fusie met de openbare scholengemeenschap te Harderwijk overweegt. De mavo te Zeewolde mag zonder toestemming van OCW afspraken over doorstroming met het Oostvaarders College maken, maar dient zich hierbij uiteraard te houden aan voorschriften van de wet en het toetsingskader. Fusie is nu niet aan de orde omdat een substantiële relatie in het voedingsgebied statistisch niet aantoonbaar is. Overigens is met het oog op alle toekomstige fusies het toetsingskader voor volgend jaar aangepast, opdat ook niet brede scholengemeenschappen nevenvestigingen in stand kunnen houden. De staatssecretaris wachtte het voorstel van de commissie van hoogleraren en het advies van de Onderwijsraad over samenwerkingsscholen af alvorens met een standpunt te komen over de megafusie in Deventer. In ieder geval is stimulering van fusie van overheidswege door middel van bekostiging absoluut niet aan de orde. Naar aanleiding hiervan benadrukte de staatssecretaris dat het principe van algemene toegankelijkheid bij haar zeer hoog in het vaandel staat. Zij vertrouwde erop dat het Dollard College en het AOC-Noord zelf tot een vorm van samenwerking zullen komen en zij steunde het initiatief van de provincie Groningen in dezen. Het opleggen van een bindende arbitrage van rijksoverheidswege heeft niet de voorkeur. De vraag of al in het eerste jaar met beroepsgerichte vaardigheden moet worden begonnen, zal in algemene zin ruimschoots aan de orde komen bij het debat over de basisvorming. Het initiatief van de provincie maakt het onwenselijk om nu tot jaartaltoekenning over te gaan. Mochten beide scholen er niet uitkomen, dan is toekenning conform het plan van scholen aan de orde en krijgen beide scholen binnen vijf jaar hetgeen in de motie-lambrechts/ Cornielje is gevraagd. Het toetsingskader biedt geen expliciete stimulans meer voor fusie en de oprichting van brede scholengemeenschappen. Als scholen hiervoor om bepaalde redenen kiezen, dan moet dat echter mogelijk zijn. Als pag. 11 een bepaalde voorkeur voor de brede scholengemeenschap suggereert, dan zal daarvan een aanpassing plaatsvinden. Rond het Groenhorstcollege in Ede geldt de stichtingsnorm te weten 260 leerlingen. In de prognose van de aanvrager (252 leerlingen) was een afstroom van MAVO-C meegeteld, maar daarmee was niet de reguliere Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 8

prognosesystematiek gevolgd; hierover zijn immers nog geen cijfers bekend. Ook hanteren school en provincie voor de regionale belangstelling een percentage dat niet door het beschikbare statistische materiaal wordt gerechtvaardigd. Het is te betreuren dat beslissingen van OCW wel eens afwijken van de adviezen van provincies, maar vaak is dit te wijten aan het feit dat provincies uitgangspunten bij de berekening van prognoses hanteren die afwijken van de afgesproken methodiek, die zeer nauw luistert. Ook zijn de prognoses van provincies wel eens te optimistisch. Het Vechtdal College voldeed niet aan de stichtingsnorm met betrekking tot het potentieel aan protestants-christelijke leerlingen. De school opteert nu voor een rooms-katholiek en een protestants-christelijk potentieel, maar in de statuten waarover OCW beschikt is alleen sprake van protestants-christelijk onderwijs. Nagegaan zal worden of de richting van de school juist is beoordeeld. Vervolgens moet dan bij de afwegingen het principe van de redelijke afstand worden betrokken. Het is van groot belang dat de VBO-afdelingen transport en logistiek van de grond komen. Toch zijn de aanvragen afgewezen omdat het geraamde aantal leerlingen steeds ruimschoots onder de stichtingsnorm van 120 leerlingen bleef. Deze norm is gebaseerd op ervaringscijfers met de experimenten, maar het probleem is dat het hierbij om een nieuwe onderwijssoort gaat, waardoor er nog geen ervaringsgegevens na de overgang van experimenten naar reguliere afdelingen beschikbaar zijn. Met instemming van de Kamer is de prognosesystematiek voor deze onderwijssoort gebaseerd op de belangstelling voor de voormalige VBO-experimenten transport en logistiek en vergelijkbare opleidingen in het secundaire beroepsonderwijs. In samenwerking met schoolbestuur, organisaties en provincies wordt nagegaan of de belangstelling voor dergelijk onderwijs in het mbo is gestegen en of dit geen verhoging van het provinciale deelnamepercentage en dus een gunstiger prognosesystematiek mogelijk maakt. Ook wordt onderzocht of de VBO-afdeling transport en logistiek wellicht beter in de economische sector kan worden geplaatst, in plaats van in de huidige technische sector. Zoals eerder gesteld, kan men tevens door vrijwillige opheffing van twee oude VBO-afdelingen een licentie voor een nieuwe verkrijgen, zonder dat men aan stichtingsnormen voldoet. Op al deze punten vindt nu overleg plaats. Een en ander wordt uitgewerkt in de regeling tot aanvulling van het toetsingskader van het plan van scholen 2001 2003, die op korte termijn aan de Kamer wordt gezonden. De positie van het openbaar onderwijs wordt zeker niet ondermijnd. De laatste jaren zijn ongeveer evenveel scholen overgegaan van openbaar naar christelijk als andersom. Ook dit thema zal aan de orde komen bij het debat over richtingvrij plannen. SGM Schoonoord in Zeist belandde op 1 augustus 1998 voor de eerste keer onder de opheffingsnorm. Opheffing dreigt pas als de school voor een derde maal achtereenvolgens onder de norm blijft. In de tussentijd kunnen allerlei mogelijkheden worden benut om het tij te keren. De opheffing of het verdwijnen van openbaar onderwijs in Zeist is op dit moment dus niet aan de orde. De staatssecretaris had veel begrip voor de wensen van SGM Gomarus te Gorinchem. De primaire doelstelling is echter een versterking van het VMBO in de regio in bredere zin. Op dit moment worden de mogelijkheden verkend die de herschikking van het VMBO biedt. De reformatorische scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen is niet voorzien van een nevenvestiging voor MAVO in Urk, omdat zij niet voldoet aan de in het toetsingskader gestelde criteria voor splitsing. Het lokale bevoegd gezag hanteert bij zijn berekening van de behoefte aan een derde MAVO-locatie een foutief voedingsgebied. Op dit moment is een bezwaarschrift van de school tegen deze beslissing in behandeling bij de commissie voor bezwaarschriften. Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 9

Bij de opstelling van het nieuwe toetsingskader voor de periode 2002 2004 zal uiteraard rekening worden gehouden met alle wensen die de Kamer heeft geuit. Het hoeft uiteraard weinig betoog dat de Kamer bij de behandeling altijd de mogelijkheid heeft om het toetsingskader overeenkomstig haar wensen aan te passen. De voorzitter van de commissie, Van der Hoeven De griffier van de commissie, Mattijssen Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 708, nr. 2 10