ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)



Vergelijkbare documenten
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

Examenreglement Premaster Accounting & Control

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Faculteit der Sociale Wetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDINGEN. Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) 3TU MASTEROPLEIDING EMBEDDED SYSTEMS (ES)

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en Examenregelingen (OER) Bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding psychologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

De OER in gewoon Nederlands

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding Fiscaal recht. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid

2018 Examenreglement Premaster Accounting and Control. Gewijzigd met ingang van 1 september Vervangt: Versie met ingangsdatum 1 februari 2017

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

BIJLAGE E ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER IK

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Masteropleidingen Electrical Engineering en Mechatronics

Regels en richtlijnen van de examencommissie Artificial Intelligence

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding psychologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

Accounting, Auditing and Control Economics and Business Fiscale Economie Economics and Informatics Econometrics and Management Science

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Regels en Richtlijnen examencommissie Sociologie

Regels en richtlijnen van de examencommissie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde

Onderwijs- en examenregeling wo masteropleiding Kunsten cultuurwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

Transcriptie:

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Inleiding ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDINGEN van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) STUDIEJAAR 2008-2009

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Inleiding Inhoudsopgave Vaststelling en publicatie 5 Hoofdstuk 1: Algemene regels voor alle masteropleidingen van de FEB 6 - artikel 1: Toepasselijkheid 7 - artikel 2: Examencommissie 7 - artikel 3: Eindtermen 7 - artikel 4: Het studieprogramma 8 - artikel 5: Deeltijd/Voltijd 9 - artikel 6: Afleggen tentamens, examens en Cum Laude regeling 10 - artikel 7: Geldigheidsduur tentamens 10 - artikel 8: Tentamenregeling 11 - artikel 9: Fraude 11 - artikel 10: Bijzondere tentamenregelingen 11 - artikel 11: Openbaarheid 12 - artikel 12: Bekendmaking tentamenresultaat 12 - artikel 13: Inzage schriftelijke tentamens 12 - artikel 14: Vrijstellingen 13 - artikel 15: Instroommomenten en toelating 13 - artikel 16: Toelating tot tentamens mastervakken 14 - artikel 17: Deelname aan het onderwijs 14 - artikel 18: Taal 15 - artikel 19: Studievoortgang en -begeleiding 15 - artikel 20: Toelating tot de masteropleiding 16 - artikel 21: Deficiënties 17 - artikel 22: Bijvakstudenten 17 - artikel 23: Hardheidsclausule 18 Hoofdstuk 2: De masteropleiding Accountancy & Control 19 2.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 20 2.2 Programma s 2008-2009 22 2.3 Vakkenlijsten 2008-2009 23 2.4 Ingangseisen per vak 24 2.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 25 2.6 Schakelprogramma s 26 Hoofdstuk 3: De masteropleiding Actuarial Science and Mathematical finance 27 3.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 28 3.2 Programma s 2008-2009 30 3.3 Vakkenlijsten 2008-2009 32 3.4 Ingangseisen per vak 33 3.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 34 3.6 Deficiëntieprogramma s 35 Hoofdstuk 4: De masteropleiding Business economics 36 4.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 37 4.2 Programma s 2008-2009 39

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Inleiding 4.3 Vakkenlijsten 2008-2009 41 4.4 Ingangseisen per vak 44 4.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 45 4.6 Deficiëntie- en schakelprogramma s 47 Hoofdstuk 5: De masteropleiding Business studies 49 5.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 50 5.2 Programma s 2008-2009 53 5.3 Vakkenlijsten 2008-2009 55 5.4 Ingangseisen per vak 56 5.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 57 5.6 Deficientie- en schakelprogramma s 58 Hoofdstuk 6: De masteropleiding Econometrics 60 6.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 61 6.2 Programma s 2008-2009 63 6.3 Vakkenlijsten 2008-2009 66 6.4 Ingangseisen per vak 67 6.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 68 6.6 Deficiëntieprogramma s 69 Hoofdstuk 7: De masteropleiding Economics 71 7.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 72 7.2 Programma s 2008-2009 74 7.3 Vakkenlijsten 2008-2009 76 7.4 Ingangseisen per vak 78 7.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 79 7.6 Deficiëntieprogramma s 80 Hoofdstuk 8: De masteropleiding Fiscale economie 81 8.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 82 8.2 Programma s 2008-2009 83 8.3 Vakkenlijsten 2008-2009 84 8.4 Ingangseisen per vak 85 8.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 86 8.6 Schakelprogramma s 87 Hoofdstuk 9: De masteropleiding Operationele research en Management 88 9.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude 89 9.2 Programma s 2008-2009 91 9.3 Vakkenlijsten 2008-2009 92 9.4 Ingangseisen per vak 93 9.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 94 9.6 Deficiëntie- en schakelprogramma s 95 Bijlage A: Speciale Programma s 98 Bijlage B: Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB 107 Bijlage C: Klachtenregeling FEB 111 Bijlage D: Reglement: Masterscripties en Stages aan de FEB 2008-2009 116

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Inleiding Bijlage E: Toelatingsbeleid schakel- en deficiëntieprogramma s 128 Bijlage F: Fraude- en plagiaatregeling UvA 132 Bijlage G: Lijst met gebruikte afkortingen 138

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Vaststelling en publicatie Vaststelling en publicatie 1. Deze Onderwijs- en Examenregeling voor alle masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde 2008-2009 is vastgesteld door de decaan van de faculteit op 1 juni 2008 na advies van: - de Opleidingscommissie AEO - de Opleidingscommissie Economie en Bedrijfskunde - de Opleidingscommissie Fiscale economie - de Examencommissie FEB - de ondernemingsraad FEB en na instemming van de Facultaire Studentenraad FEB. 2. Deze Onderwijs- en Examenregeling wordt bekend gemaakt door een verkorte opname in de studiegids van de faculteit. De volledige tekst wordt op het FEB-web gepubliceerd (www.feb.uva.nl/onderwijsinstituut). 3. Deze Onderwijs- en Examenregeling kan voor een specifieke opleiding worden aangehaald als Onderwijs- en Examenregeling Master of Science in [betreffende opleiding] UvA studiejaar 2008-2009 of kortweg OER MSc [betreffende opleiding] 2008-2009. De betreffende masteropleidingen zijn: Accountancy & Control, Actuarial Science and Mathematical finance, Business economics, Business studies, Economics, Econometrics, Fiscale economie en ten slotte Operationele research en Management.

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Hoofdstuk 1 Algemene regels voor alle Masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 1. - Toepasselijkheid 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de volgende acht masteropleidingen: - Master of Science in Accountancy & Control - Master of Science in Actuarial Science and Mathematical finance - Master of Science in Business economics - Master of Science in Business studies - Master of Science in Economics - Master of Science in Econometrics - Master of Science in Fiscale economie - Master of Science in Operationele research en Management De masteroropleidingen zijn opleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, verder te noemen: 'de faculteit' of de FEB. 2. Indien in deze regeling wordt gesproken van de opleiding zonder nadere toevoeging, dan heeft dit betrekking op elke in deze OER genoemde masteropleiding van de faculteit. 3. Indien in deze regeling gesproken wordt van een Beta/Gamma opleiding, dan betreft het een opleiding die wordt aangeboden door het Instituut van Interdisciplinaire Studies (IIS) van de Universiteit van Amsterdam. 4. Indien in deze regeling gesproken wordt van de opleiding Actuarial science and Mathematical finance, of van de opleiding Accountancy & Control, of van de opleiding Business economics, of van de opleiding Business studies, of van de opleiding Economics, of van de opleiding Econometrics, of van de opleiding Fiscale economie, of van de opleiding Operationele research en Management, dan heeft dit alleen betrekking op de genoemde masteropleiding. Artikel 2. Examencommissie (art. 7.12 WHW) 1. De Examencommissie is een door de decaan ingestelde commissie die tot taak heeft de controle op het afnemen van tentamens, alsook op de organisatie en coördinatie van de tentamens. 2. De Examencommissie is tevens bevoegd te beslissen in gevallen waarin deze regeling niet voorziet. Artikel 3. - Eindtermen (art. 7.13.2.a,b,c WHW) 1. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Accountancy & Control zijn opgenomen in hoofdstuk 2. 2. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Actuarial science zijn opgenomen in hoofdstuk 3. 3. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Business economics zijn opgenomen in hoofdstuk 4. 4. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Business studies zijn opgenomen in hoofdstuk 5. 5. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Econometrics zijn opgenomen in hoofdstuk 6. 6. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Economics zijn opgenomen in hoofdstuk 7. 7. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding Fiscale economie zijn opgenomen in hoofdstuk 8. 8. De eindtermen qua doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude voor de opleiding 7

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Operationele research en Management zijn opgenomen in hoofdstuk 9. Artikel 4. Het studieprogramma (art. 7.13.2.a,d,e WHW) 1. Studiepunten worden berekend volgens het systeem van european credits (ec). De opleiding kent een studielast van 60 studiepunten (ec), afgesloten met een Master of Science examen. 2. De onderwijseenheden waaruit het studieprogramma bestaat worden jaarlijks vastgesteld en in de studiegids bekend gemaakt. Per opleiding wordt in elk hoofdstuk aangegeven uit welk vakkenpakket het studieprogramma 2008-2009 bestaat. 3. In het kader van de opleiding dient een masterscriptie te worden geschreven. De masterscriptie dient te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het Reglement: Masterscripties en Stages aan de FEB 2008-2009 (Bijlage D). 4. a. In het kader van de opleiding Operationele research en Management moet in samenhang met de masterscriptie een masterscriptiestage worden gelopen; aan de masterscriptiestage zelf worden geen studiepunten toegekend. De masterscriptiestage wordt wel afzonderlijk op de cijferlijst vermeld. De masterscriptiestage dient te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het Reglement: Masterscripties en Stages aan de FEB 2008-2009 (Bijlage D). b. Uitsluitend op verzoek aan en met goedkeuring van de Examencommissie kan in voorkomende gevallen van de stageverplichting bij de opleiding Operationele research en Management worden afgezien. Door de student dient in zijn verzoek beargumenteerd te worden dat zijn masterscriptie inhoudelijk gericht is op diepgaand theoretisch onderzoek en dat de tijdsbesteding in overeenstemming is met de voor de masterscriptie staande studielast. c. In het kader van alle niet onder lid 4a genoemde opleidingen mag in samenhang met de masterscriptie een masterscriptiestage worden gelopen; aan de masterscriptiestage zelf worden geen studiepunten toegekend. Deze stage wordt wel afzonderlijk op de cijferlijst vermeld. De masterscriptiestage dient te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het Reglement: Masterscripties en Stages aan de FEB 2008-2009 (Bijlage D). 5. Indien vakken ofwel bij een andere faculteit van de UvA ofwel bij een andere universiteit in Nederland of in het buitenland in het masterprogramma worden opgenomen als vervanging voor verbredings- resp. mastervakken die door de faculteit worden aangeboden, dan moet voldaan zijn aan elk van de volgende vier voorwaarden: a. het verbredings- resp. mastervak wordt elders behaald in de periode dat de student bij een opleiding van de FEB als voltijd- of als deeltijdstudent stond ingeschreven; b. het elders behaalde verbredings- resp. mastervak komt qua inhoud, qua diepgang en qua studielast overeen met het verbredings- resp. mastervak van de FEB waarvoor vervanging wordt aangevraagd; c. de opleidingsdirecteur van de betreffende opleiding heeft een positief advies aan de Examencommissie gegeven; d. het totale aantal studiepunten binnen het masterprogramma dat bij een andere faculteit wordt behaald, bedraagt niet meer dan 15 ec. 6. Keuzevakken binnen het masterprogramma dienen allereerst minimaal het niveau van een verbredingsvak te hebben en vervolgens inhoudelijk aan de opleiding gerelateerd te zijn. Keuzevakken mogen geen overlap vertonen met andere vakken opgenomen in het masterstudieprogramma en met vakken uit de opleiding die voor de student toegang gaf de masteropeleiding. Indien keuzevakken ofwel bij een andere faculteit van de UvA ofwel bij een andere universiteit in Nederland of in het buitenland in het masterprogramma worden opgenomen, dan moet voldaan zijn aan elk van de volgende drie voorwaarden: a. het keuzevak wordt elders behaald in de periode dat de student bij een opleiding van de FEB als voltijd- of als deeltijdstudent stond ingeschreven; b. de opleidingsdirecteur van de betreffende opleiding heeft een positief advies aan de 8

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Examencommissie gegeven. c. het aantal studiepunten binnen het masterprogramma dat bij de FEB wordt behaald, bedraagt niet minder dan 45 ec; d. het betreffende vak geen inhoudelijke overlap heeft met andere in het masterprogramma opgenomen vakken. 7. Aan het masterprogramma mogen extra vakken tot een maximum van 30 studiepunten toegevoegd worden. Het toevoegen van vakken aan het masterprogramma is alleen toegestaan als voldaan wordt aan elk van de onderstaande voorwaarden: a. aantoonbaar is dat het betreffende vak minimaal het niveau heeft van een verbredingsvak; b. het betreffende vak inhoudelijk gerelateerd is aan het masterprogramma; c. het betreffende vak geen inhoudelijke overlap heeft met andere in het masterprogramma opgenomen vakken; d. de opleidingsdirecteur van de betreffende opleiding heeft een positief advies aan de Examencommissie gegeven; e. het betreffende vak is behaald bij de UvA, of bij een andere Nederlandse universiteit, of bij een door de Examencommissie goedgekeurde buitenlandse universiteit; f. het betreffende vak is behaald in de periode dat een student bij de betreffende opleiding van de FEB stond ingeschreven. 8. a. Het door de student in de opleiding gevolgde studieprogramma dient door de Examencommissie goedgekeurd te worden. b. Goedkeuring voor een studieprogramma kan bij de Examencommissie aangevraagd worden, indien de student voor de betreffende masteropleiding staat ingeschreven. c. In uitzondering op het in lid b gestelde geldt, tot 1 september 2009, dat een student - als hij ofwel minimaal 150 studiepunten van zijn bachelorprogramma bij de FEB heeft behaald ofwel minder dan 15 studiepunten hoeft te behalen van zijn schakelprogramma bij de FEB goedkeuring van zi`jn studieprogramma in de masteropleiding kan aanvragen. d. Het studieprogramma dient te voldoen aan de Onderwijs- en Examenregeling geldig in het studiejaar waarin het studieprogramma ter beoordeling aan de Examencommissie wordt voorgelegd. e. In afwijking van het bepaalde in lid d kan de examencommissie onderdelen van het studieprogramma goedkeuren die beschreven staan in oudere Onderwijs Examenregelingen; deze regelingen mogen echter niet ouder zijn dan drie studiejaren voorafgaand aan het studiejaar waarin het studieprogramma ter beoordeling aan de Examencommissie wordt voorgelegd. f. Een student wiens studieprogramma door de Examencommissie is goedgekeurd, heeft het recht dat studieprogramma volledig af te ronden binnen 4 jaar met ingang van de datum van de goedkeuring van het studieprogramma. g. Indien een door de Examencommissie goedgekeurd studieprogramma als gevolg van het vervallen van vakken niet meer afgerond kan worden, beslist de Examencommissie op welke wijze dat studieprogramma alsnog afgerond kan worden. Artikel 5. Deeltijd / Voltijd (art. 7.13.2.i WHW) Elke opleiding is voltijds ingericht. Daarnaast zijn de volgende twee opleidingen ook in deeltijd ingericht: MSc in Accountancy & Control MSc in Fiscale economie 9

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 6. Afleggen Tentamens en Examens en Cum Laude Regeling (art. 7.13.2.h, j WHW) 1. a. Voor alle vakken geldt dat in de periode van twaalf maanden, gerekend vanaf de aanvang van het onderwijs dat voorbereidt op een bepaald tentamen, ten minste driemaal de gelegenheid wordt geboden het tentamen af te leggen, waarvan éénmaal aansluitend op het verzorgde onderwijs. b. Een afgelegd tentamen mag opnieuw worden afgelegd, waarbij alléén het behaalde judicium van het laatst afgelegde tentamen geldt. c. Voor een onderdeel uit het studieprogramma waarvoor in een bepaald studiejaar geen onderwijs wordt aangeboden, kan toch ten minste éénmaal in dat studiejaar het tentamen worden afgelegd. d. Het sub a gestelde is niet van toepassing op werkstukken en practische oefeningen die deel uitmaken van het tentamen. Studenten dienen in de gelegenheid te worden gesteld om, zo mogelijk en binnen de grenzen van de redelijkheid, werkstukken en/of practische oefeningen die met een onvoldoende beoordeeld zijn te verbeteren. e. Voor vakken binnen de opleiding die door een andere faculteit worden getentamineerd, geldt het tentamenreglement van de betreffende faculteit. 2. Aan het tentamen van een vak wordt door de examinator een judicium toegekend. a. Indien het judicium een cijfer betreft, dan gelden de volgende regels: - het laagste cijfer is een 1 en het hoogste cijfer een 10; - alléén hele of halve cijfers, uitgezonderd het cijfer 5.5, mogen worden toegekend; - het laagste cijfer dat voor een voldoende behaald kan worden, is het cijfer 6. b. Indien het judicium geen cijfer betreft, dan is het judicium ofwel aan alle verplichtingen voldaan (AVV) ofwel onvoldoende (ONV). 3. Tot het afleggen van het masterexamen wordt zesmaal per jaar de gelegenheid geboden aan die student die bewijzen kan overleggen dat alle tentamens van de tot het desbetreffende examen behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd. 4. Bij de opleidingen Econometrics en Fiscale economie is een mondelinge verdediging van de masterscriptie verplicht, tenzij de Examencommissie hier dispensatie voor verleent. 5. Aan het masterdiploma wordt het judicium cum laude toegekend, indien: het gewogen gemiddelde judicium van alle op de cijferlijst vermelde studieonderdelen tenminste het cijfer 8 bedraagt; het judicium van de masterscriptie tenminste het cijfer 8 bedraagt; er in geen enkel studieonderdeel een hertentamen is afgelegd; voor maximaal 10 studiepunten aan vrijstelling is verleend. De Examencommissie behoudt zich het recht voor andere factoren bij de beoordeling te betrekken. Artikel 7. Geldigheidsduur Tentamens (art. 7.13.2.k WHW) 1. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens is zes jaar, behoudens de bevoegdheid van de Examencommissie die geldigheidsduur te verlengen. 2. In uitzondering op het in lid 1 gestelde geldt voor met goed gevolg afgelegde tentamens van doctoraalvakken, die vóór 1 september 2002 zijn behaald en per 1 september 2002 zijn meegenomen bij de overstap van een doctoraal- naar een bachelor- en masterprogramma, een geldigheidsduur van 10 jaar, behoudens de bevoegdheid van de Examencommissie die geldigheidsduur te verlengen. 10

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 8. - Tentamenregeling (art. 7.13.2.l WHW) 1. De tentamens van de onderwijseenheden in de opleiding worden afgenomen in de vorm zoals jaarlijks vermeld in de studiegids. 2. Indien een tentamen bestaat uit verschillende onderdelen, wordt in de studiegids aangegeven uit welke onderdelen het tentamen bestaat en welke gewichten aan die onderdelen worden toegekend. 3. Voor vakken met een schriftelijk tentamen heeft de student recht op een representatief voorbeeldtentamen met uitwerkingen. 4. Nadere regels omtrent schriftelijke tentamens zijn vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB (Bijlage B). Artikel 9. Fraude (art. 7.12.4 WHW) 1. Het bepaalde in de Fraude en plagiaat regeling studenten UvA is onverkort van toepassing en maakt onderdeel uit van deze onderwijs en examenregeling. De tekst van de regeling is als bijlage F bijgevoegd. 2. Indien tijdens een tentamen wordt geconstateerd dat een student handelt in strijd met de voorschriften zoals opgenomen in het Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB, wordt dit gemeld aan de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt na het horen van student en docent de sanctie. 3. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student impliciet toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. 4. Als aan een student vanwege fraude of een andere onregelmatigheid een sanctie wordt opgelegd, dan wordt deze geregistreerd in het dossier van de betreffende student. Artikel 10. Bijzondere Tentamenregelingen (art. 7.13.2.m WHW) 1. Aan gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens af te leggen op een zo veel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze. De aanpassing kan inhouden dat maximaal een half uur extra per tentamen wordt gegeven voor het maken van het tentamen, en/of dat het tentamen wordt gemaakt in een aparte ruimte. Er moeten wel officiële bronnen zijn waaruit de handicap en de ernst ervan blijkt. Gehandicapte studenten kunnen zich met een verzoek om een voorziening formeel tot de studieadviseurs wenden die de regeling namens de Examencommissie uitvoeren. Indien een student zich niet houdt aan de door de faculteit gestelde regels met betrekking tot deze extra faciliteiten, kan de Examencommissie als sanctie de extra faciliteiten tijdelijk dan wel permanent intrekken. 2. Studenten met een niet-nederlandstalige achtergrond kunnen in hun eerste jaar van inschrijving voor een Nederlandstalig programma maximaal een half uur extra per tentamen krijgen. Studenten die hiervoor in aanmerking komen, dienen vooraf toestemming van de studieadviseurs te krijgen die de regeling namens de Examencommissie uitvoeren. 3. De FEB heeft bijzondere regelingen vastgesteld omtrent tentamendata voor topsporters. Voor meer informatie hierover kan de student zich wenden tot de studieadviseurs. Deze regelingen worden door de studieadviseurs namens de Examencommissie uitgevoerd. 4. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen over de wijze waarop tentamens bedoeld in artikel 10, lid 1,2,3 dienen te worden afgelegd. 11

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 11. Openbaarheid (art. 7.13.2.n WHW) Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar tenzij de Examencommissie anders bepaalt. Artikel 12. Bekendmaking Tentamenresultaat (art. 7.13.2.o WHW) 1. Direct na afloop van een mondeling tentamen wordt de uitslag vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. De examinator verstrekt de geëxamineerde een schriftelijke verklaring waaruit de uitslag blijkt. 2. Binnen dertien werkdagen na het afleggen van een schriftelijk tentamen wordt de uitslag door de examinator vastgesteld. Op verzoek van de examinator kan de termijn van dertien werkdagen met vijf werkdagen worden verlengd. Een dergelijk verzoek dient voor de tentamendatum te worden gericht aan de Examencommissie. 3. De examinator deelt de uitslag van het tentamen schriftelijk mee aan het Bureau Examens en Studentzaken (BES) van de FEB. Deze zorgt ervoor dat de uitslag binnen twee werkdagen na inlevering bekend wordt gemaakt aan die studenten, die voor het betreffende tentamen stond ingeschreven én die voldeden aan de ingangseisen van het betreffende vak. 4. Op het voorblad van een schriftelijk tentamen wordt vermeld wat de uiterste datum is waarop de uitslag aan de student wordt bekendgemaakt. Conform lid 2 en 3 van dit artikel is dit uiterlijk vijftien werkdagen na de tentamendatum. 5. Indien voor een vak een hertentamen plaats vindt binnen zes weken na de tentamendatum, geldt het onder lid 2, 3 en 4 gestelde niet. De uitslag van een schriftelijk tentamen dient dan door de examinator binnen tien werkdagen te zijn vastgesteld en de uitslag dient door de onderwijsadministratie binnen twee werkdagen te worden bekend gemaakt. Op het voorblad van het tentamen dient de datum vermeld te worden waarop de uitslag aan de student bekend wordt gemaakt; dit is uiterlijk twaalf werkdagen na de tentamendatum. 6. Het Bureau Examens en Studentzaken (BES) zorgt voor de registratie van de uitslagen van examens en tentamens. Zij registreert tevens welke getuigschriften aan een student zijn uitgereikt. Artikel 13. Inzage schriftelijke tentamens (art. 7.13.2.p,q WHW) 1. Binnen 30 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke tentamen heeft elke student die zich volgens de regels - zoals bepaald in het Huishoudelijk Reglement Schriftelijke Tentamens FEB (zie Bijlage B) - voor dat tentamen heeft ingeschreven, het recht op inzage van het door hem gemaakte werk 2. Op het voorblad van een schriftelijk tentamen wordt aangegeven op welke wijze er inzage is in dat tentamen. 3. De examinator kan bepalen dat de inzage collectief geschiedt op een vooraf vastgestelde tijd en plaats. Hierbij blijft lid 1 van dit artikel onverminderd van toepassing. 4. Indien een student het recht op inzage heeft op grond van lid 1 van dit artikel en hij kan aantonen door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid tot inzage geboden. 5. Op verzoek wordt elke student die het recht op inzage heeft op grond van lid 1 van dit artikel in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen op grond waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Tegen kostprijs 12

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels wordt hem op verzoek een kopie van vragen, opdrachten, standaarduitwerkingen en beoordelingsnormen verschaft. Artikel 14. - Vrijstellingen (art.7.13.2.r WHW) 1. De Examencommissie kan vrijstelling verlenen voor het afleggen van één of meer tentamens van onderdelen binnen het masterprogramma, tot een maximum van 15 studiepunten (ec), op grond van een andere door de student behaalde wetenschappelijke masteropleiding (MSc). Een vrijstelling op basis van een ander masterdiploma (MSc) wordt alleen gegeven voor die onderwijseenheden die qua inhoud, qua diepgang en qua studielast grotendeels overeenkomen met de onderwijseenheden van de FEB waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd. 2. In uitzondering op het in lid a gestelde geldt dat geen vrijstellingen worden verleend voor onderwijseenheden die reeds onderdeel hebben uitgemaakt van de bachelor- en/of masteropleiding die de student in kwestie toelating heeft verschaft tot het masterprogramma. 3. Verzoeken om vrijstelling voor één of meer vakken in het masterprogramma dienen te worden gericht aan de Examencommissie. 4. Verzoeken om vrijstelling voor één of meer vakken in een schakel- of deficiëntieprogramma dienen te worden gericht aan de Examencommissie. 5. Vrijstellingen hebben dezelfde geldigheidsduur als tentamens, zoals opgenomen in artikel 7 van dit hoofdstuk, vanaf de datum waarop deze door de onderwijsdaministratie van de FEB worden geregistreerd. Artikel 15. Instroommomenten en Toelating 1. Toelating tot een opleiding is alléén mogelijk ofwel met ingang van het eerste semester ( 1 september ) ofwel met ingang van het tweede semester ( 1 februari ). Enkel voor de opleidingen MSc in Economics en MSc in Business Studies geldt dat er voor het instroommoment op 1 februari sprake is van een studeerbaar onderwijsprogramma dat in één jaar volledig afgerond kan worden en dat de studielast gelijkmatig over het studiejaar verdeeld kan worden. 2. Voor toelating tot een opleiding op een instroommoment dient het bachelorprogramma dat toegang geeft tot de (variant van een) aansluitende opleiding volledig afgerond te zijn. 3. Voor toelating tot een opleiding op een instroommoment dient - indien een student is toegelaten tot een schakel- en mastertraject van de faculteit - het schakelprogramma, dat toegang geeft tot de (variant van een) aansluitende opleiding, volledig afgerond te zijn. 4. Toelating tot een opleiding op een ander moment dan de in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde instroommomenten kan door de Examencommissie verleend worden, wanneer voldaan is aan de voorwaarden gesteld in lid 2 of in lid 3 van dit artikel. Een studeerbaar onderwijsprogramma én een gelijkmatige verdeling van de studielast kan dan echter niet gegarandeerd worden. 5. Toelating tot een opleiding is alleen mogelijk als de student een bewijs van toelating tot de (variant binnen de) betreffende opleiding van de Examencommissie heeft ontvangen. Een bewijs van toelating wordt door de Examencommissie verstrekt als de student voldoet aan de voor de betreffende opleiding gestelde voorwaarden, zoals aangegeven in artikel 20 van dit hoofdstuk. 13

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 16. Toelating tot tentamens mastervakken (art. 7.13.2.j en 7.30.3 WHW) 1. Voor toelating tot het tentamen van een mastervak dient de student te staan ingeschreven voor één van de masteropleidingen van de FEB. 2. In uitzondering op het in lid 1 van dit artikel gestelde kan een student in 2008-2008 door de Examencommissie tot het tentamen van een mastervak - met uitzondering van de masterscriptie - worden toegelaten, indien de student zijn bachelorprogramma bij de FEB volgt én minimaal 165 studiepunten (ec) van zijn bachelorprogramma - inclusief zijn bachelorscriptie - heeft behaald. 3. In uitzondering op het in lid 1 van dit artikel gestelde kan een student in 2008-2009 door de Examencommissie tot het tentamen van een mastervak - met uitzondering van de masterscriptie - worden toegelaten indien de student a) is toegelaten tot een schakel- en mastertraject van de faculteit, én b) de steunvakken Wiskunde H én Statistiek H1 heeft behaald indien deze vakken zijn opgenomen in het schakelprogramma, én c) de steunvakken Wiskunde AEO III, Wiskunde AEO IV en KRS 3 heeft behaald indien de student het schakelprogrammma ORM voor HBO Bedrijfswiskunde volgt, én d) nog maximaal 15 studiepunten (ec) van zijn schakelprogramma moet behalen. Artikel 17. Deelname aan het Onderwijs (art. 7.30.a3 en 7.30c WHW) 1. Deelnemen aan colleges van een vak is mogelijk indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. een student heeft op grond van het in artikel 16 gestelde recht op het afleggen van een tentamen voor het betreffende vak; b. een student heeft zich voor het betreffende vak minimaal twee weken van tevoren ingeschreven. Inschrijving is alléén mogelijk via het facultaire inschrijfsysteem CTIS; c. een student voldoet aan het in lid 4 van dit artikel gestelde. Indien een student niet aan deze voorwaarden voldoet, kan het Onderwijsinstituut van de FEB hem uitsluiten van deelname aan colleges van het betreffende vak. 2. Een student kan zich voor maximaal 45 studiepunten per semester inschrijven voor colleges. Na toestemming van de Examencommissie kan dit maximum in individuele gevallen worden verhoogd. 3. Indien het aantal groepen voor het onderwijs van een vak ontoereikend is om elke student, die zich vóór de aanvang van het onderwijs voor het betreffende vak heeft ingeschreven, een plaats te bieden, kunnen studenten door de directeur van het onderwijsinstituut uitgesloten worden. Voor uitsluiting kunnen de volgende criteria gehanteerd worden: a. de student is niet ingeschreven voor de opleiding waarbinnen het betreffende vak een verplicht onderdeel is of kan zijn; b. de student is niet in het bezit van een bachelor of science examen dat directe toegang geeft tot de opleiding waarbinnen het betreffende vak een verplicht onderdeel is of kan zijn; c. de student voldoet niet aan de ingangseisen van het tentamen van het betreffende vak. d. een student heeft zich ingeschreven voor vakken met een studiebelasting in studiepunten (ec s) die grotere is dan de nominale studiebelasting van het studieprogramma voor de relevante periode. 4. Het Onderwijsinstituut van de faculteit kan aanvullende ingangseisen stellen voor de deelname aan colleges en tentamens. Deze worden jaarlijks in het OER én in de studiegids bekendgemaakt. 5. Het Onderwijsinstituut van de faculteit kan in overleg met de docent de inschrijvingsverplichting voor bepaalde colleges opheffen. 6. Een masterscriptie dient aan het einde van de opleiding te worden geschreven over een door de opleidingsdirecteur of studierichtingscoördinator goedgekeurd onderwerp binnen de opleiding; het onderwerp van de masterscriptie dient aan te sluiten bij een relevant vakgebied van het door 14

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels de student gekozen studieprogramma. Voor toelating tot het schrijven van een masterscriptie dient een student het bachelorexamen te hebben behaald, én inclusief vrijstellingen minimaal 25 ec binnen de opleiding te hebben behaald, én dient het studieprogramma te zijn goedgekeurd door de Examencommissie (zie Bijlage D). Artikel 18. - Taal (art. 7.2.b,c WHW) 1. De opleidingen: - Fiscale economie - Operationele research en Management worden aangeboden in de Nederlandse taal. Dit betekent dat het mondelinge onderwijs gegeven wordt en de tentamens afgenomen worden in het Nederlands. In afwijking hiervan kan Engels als taal worden gebezigd, indien het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt of indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten, daartoe noodzaakt. Jaarlijks zal per vak in de studiegids bekend worden gemaakt of het onderwijs in het Engels wordt gegeven en/of de tentamens in het Engels worden afgenomen. 2. De opleidingen: - Accountancy & Control - Actuarial science - Business economics - Business studies - Econometrics - Economics worden aangeboden in de Engelse taal. Het onderwijs wordt gegeven en de tentamens worden afgenomen in het Engels. In afwijking hiervan kan de Nederlandse taal worden gebezigd, indien zowel de docent als de studenten het Nederlands voldoende machtig zijn. 3. a. Tentamens van onderwijseenheden voor de in lid 2 van dit artikel genoemde opleidingen worden in het Engels afgenomen. b. In uitzondering op het in lid 3a van dit artikel gestelde kan een docent - indien hij het Nederlands voldoende machtig is - besluiten dat een Nederlandstalige student het tentamen in het Nederlands mag afleggen. 4. a. De masterscriptie dient voor de in lid 2 van dit artikel genoemde Engelstalige opleidingen in het Engels geschreven te worden. b. In uitzondering op het in lid 4a van dit artikel gestelde kan een docent - indien hij het Nederlands voldoende machtig is - besluiten dat een Nederlandstalige student de masterscriptie in het Nederlands mag schrijven. Indien toestemming wordt gegeven om binnen een Engelstalig masterprogramma een masterscriptie in het Nederlands te schrijven, is een Engelstalige samenvatting verplicht. Artikel 19. Studievoortgang en -begeleiding (art. 7.13.2.u WHW) 1. Op verzoek van de student wordt aan hem door het Bureau Examens en Studentzaken (BES) van de faculteit een overzicht verschaft van de door hem behaalde tentamenresultaten. 2. Een student die voor de opleiding is ingeschreven, kan voor studiebegeleiding een beroep doen op de studieadviseur van de opleiding. 15

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels 3. In college- en tentamenperioden kunnen studenten dagelijks terecht bij een inloop en een telefonisch spreekuur van de studieadviseurs. Iedere student die zich bij het inloop spreekuur meldt, wordt te woord gestaan. 4. Een student kan een klacht indienen tegen de gevolgde procedure van of situatie aan de faculteit. De klachtenregeling staat beschreven in Bijlage C. Artikel 20: - Toelating tot de masteropleiding (art. 7.30a,b,c WHW) 1. Toelating tot een masteropleiding van de FEB is alleen mogelijk onder een aantal algemene en opleidingsspecifieke voorwaarden. Deze voorwaarden gelden ook voor de in Bijlage A gespecificeerde speciale programma s. Indien aan onderstaande algemene en opleidingsspecifieke toelatingseisen is voldaan wordt er een bewijs van toelating afgegeven door de Examencommissie van de FEB. Zonder bewijs van toelating mage een student zich niet inschrijven in de masteropleiding. 2. Algemene voorwaarden tot toelating tot een masteropleiding: Als ingangseis voor elke masteropleiding geldt dat de student in bezit moet zijn van: a. een wetenschappelijk bachelordiploma of een HBO-diploma b. voldoende voorkennis van de Nederlandse of Engelse taal, dit afhankelijk of toelating moet worden verkregen voor een Nederlandstalige danwel een Engelstalige masteropleiding én dat de student voldoende voorkennis van de wiskunde dient te hebben De voorkennis van de Nederlandse taal kan worden aangetoond met: - een vwo diploma met Nederlands, of - een diploma van een Nederlandstalig universitaire of HBO-opleiding, of - een NT2 certificaat. De voorkennis van de Engelse taal kan worden aangetoond met: - een vwo diploma met Engels, of - een diploma van een Nederlandstalig of Engelstalige universitaire of HBO-opleiding, of - een TOEFL-score van tenminste 600 (paper based test)/250 (computerbased test)/100 (internet test), of - een IELTS-score van tenminste 6,5. Expliciet wordt gesteld dat na toelating tot een masteropleiding en in geval van twijfel met betrekking tot de voorkennis van de Engelse taal, een student kan worden verplicht nogmaals een Engelse vaardigheidstest af te leggen. Bij een onvoldoende score kan de student worden uitgesloten van het onderwijs en de tentamens, totdat voldaan is aan een van bovengenoemde voorwaarden met betrekking tot de voorkennis van de Engelse taal. De extra kosten (toetsing en studievertraging) zijn voor rekening van de student. c. voldoende voorkennis heeft van de wiskunde. De voorkennis van de wiskunde kan worden aangetoond met: - een vwo-diploma of een vwo-certificaat met wiskunde A1,2 dan wel B1, of - een havo-diploma met een voldoende voor wiskunde B1+B2, of - een universitair bachelordiploma op grond waarvan de student is toegelaten tot de opleiding en van een opleiding waarbinnen wiskunde op voldoende hoog niveau onderdeel uitmaakt van het studieprogramma, of - een voldoende voor de wiskunde entreetoets van de FEB. 16

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels 2. Opleidingsspecifieke voorwaarden tot toelating tot een masteropleiding. a. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Accountancy & Control is opgenomen in paragraaf 2.5.1 van hoofdstuk 2.3. b. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Actuarial science is opgenomen in paragraaf 3.5.1 van hoofdstuk 3.4. c. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Business economics is opgenomen in paragraaf 4.5.1 van hoofdstuk 4. d. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Business studies is opgenomen in paragraaf 5.5.1 van hoofdstuk 5. e. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Econometrics is opgenomen in paragraaf 6.5.1 van hoofdstuk 6. f. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Economics is opgenomen in paragraaf 7.5.1 van hoofdstuk 7.8. g. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Fiscale economie is opgenomen in paragraaf 8.5.1 van hoofdstuk 8.9. h. De regeling met betrekking tot toelating tot de opleiding Operationele research en Management is opgenomen in paragraaf 9.5.1 van hoofdstuk 9. Artikel 21. Deficiënties (art. 7.30c WHW) 1. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Accountancy & Control is opgenomen in paragraaf 2.5.2 van hoofdstuk 2. 2. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Actuarial science is opgenomen in paragraaf 3.5.2 van hoofdstuk 3. 3. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Business economics is opgenomen in paragraaf 4.5.2 van hoofdstuk 4. 4. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Business studies is opgenomen in paragraaf 5.5.2 van hoofdstuk 5. 5. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Econometrics is opgenomen in paragraaf 6.5.2 van hoofdstuk 6. 6. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Economics is opgenomen in paragraaf 7.5.2 van hoofdstuk 7. 7. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Fiscale economie is opgenomen in paragraaf 8.5.2 van hoofdstuk 8. 8. De regeling met betrekking tot deficiënties voor de opleiding Operationele research en Management is opgenomen in paragraaf 9.5.2 van hoofdstuk 9. Artikel 22. Bijvakstudenten 1. Deelname aan het onderwijs en tentamen van een mastervak door bijvakstudenten is alléén toegestaan als de Examencommissie daar toestemming voor geeft. 2. Toestemming wordt door de Examencommissie alléén gegeven als de student allereerst in een masteropleiding aan een andere faculteit dan de FEB en vervolgens als bijvakstudent aan de FEB staat ingeschreven. 3. Een verzoek wordt door de Examencommissie alléén in behandeling genomen als de student kan aantonen dat hij een wetenschappelijk bacheloropleiding elders volledig heeft afgerond én dat hij de vereiste voorkennis voor het betreffende mastervak heeft. Bij de beoordeling van de vereiste voorkennis wordt advies gevraagd aan de vakcoördinator van het betreffende mastervak. 17

OER Masteropleidingen FEB 2008-2009 Algemene regels Artikel 23. Hardheidsclausule In geval van aantoonbare onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard kan de examencommissie toestaan dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de bepalingen in deze regeling. 18

OER MSc Accountancy and Control 2008-2009 Hoofdstuk 2 Masteropleiding Accountancy & Control Studiejaar 2008-2009 19

OER MSc Accountancy and Control 2008-2009 Eindtermen 2.1 Eindtermen naar doelstelling, kennis, vaardigheden en attitude Eindtermen (art. 7.13.2.a,b,c WHW en art. 3, lid 1 in hoofdstuk 1 van deze OER) Doelstelling De opleiding is gericht op vorming tot een academisch niveau van denken en werken. Studenten verwerven kennis van de wetenschappelijke literatuur op het vakgebied van de Accountancy en Control en krijgen training in methoden en vaardigheden om deze kennis toe te passen. Aldus worden de studenten opgeleid voor beroepen waarin op wetenschappelijke niveau met deze kennis wordt gewerkt.. Eindtermen qua kennis De opleiding biedt kennis en inzicht gericht op zowel nationale als internationale vraagstukken op de vakgebieden Accountancy en Control. Kennis en inzicht in vraagstukken houdt in dat de afgestudeerde in staat is deze vanuit theoretische concepten te analyseren, alsmede in staat is kritisch te zijn ten opzichte van de in de theorie en praktijk gekozen oplossingen voor problemen en zelf alternatieve oplossingen te ontwerpen waarvoor een deugdelijke grondslag bestaat. Qua inhoudelijke kennis wordt een niveau geëist dat de de student tot specialist maakt op het vakgebied. Gedetailleerde kennis op hoog academisch niveau wordt gecombineerd met praktijkvoorbeelden en toepassingen. Studenten hebben na het voltooien van de opleiding de volgende kennis (afhankelijk van de gekozen variant): Variant Accountancy: (a) kennis van de functies, doelstellingen en technieken van interne financieel administratieve vastleggingen in organisaties; in het bijzonder kennis van de inrichting van de administratieve organisatie en het systeem van interne controle rekening houdend met de ontwikkelingen op het terrein van informatietechnologie; (b) kennis van de wijze waarop in organisaties beslissingen worden genomen op basis van financiële en niet-financiële informatie; (c) kennis van de wijze waarop informatie van financiële en niet financiële aard ter kennis van derden wordt gebracht, waaronder kennis van en inzicht in alternatieve grondslagen van waardering en resultaatbepaling voor de jaarrekening en de inrichting van het directieverslag en in achtergronden en motieven die ondernemingsleidingen kunnen hebben bij het opstellen van een jaarrekening; (d) kennis van de wijze waarop de betrouwbaarheid van verantwoordingen van financieel administratieve aard die ter kennis van derden wordt gebracht door registeraccountants kan worden gecontroleerd, alsmede kennis van en inzicht in de eisen die aan registeraccountants worden gesteld ter zake van deskundigheid en gedrags- en beroepsregels; Variant Control: (a) kennis van de bestudering en beheersing van organisaties door middel van financieeladministratieve technieken; in het bijzonder kennis van de inrichting van de administratieve organisatie en het systeem van interne controle rekening houdend met de ontwikkelingen op het terrein van informatietechnologie; (b) kennis van de functies, doelstellingen en technieken van kwantitatieve besluitvorming in organisaties; (c) kennis van de grondslagen en methoden van het verzamelen, ordenen, aggregeren, analyseren en rapporteren van financiële en niet financiële informatie ten behoeve van beheersing en besluitvorming; 20

OER MSc Accountancy and Control 2008-2009 Eindtermen (d) kennis van de grondslagen en methoden van kostencalculatie, kostenverbijzondering, waardering, en winstbepaling; (e) kennis van de wijze van financiële en niet financiële berichtgeving binnen en buiten organisaties; (f) kennis van de wijze waarop investering-, belegging- en financieringbeslissingen in organisaties worden genomen. Eindtermen qua vaardigheden a) Het kunnen verrichten van onderzoek met een abstract, wetenschappelijk karakter, inclusief het formuleren van een probleemstelling en het vinden van de benodigde bronnen. b) Het helder en bondig zowel mondeling als schriftelijk kunnen rapporteren over onderzoek van wetenschappelijk niveau. c) De belangrijkste in de praktijk levende vraagstukken binnen de gekozen specialisatie kunnen analyseren en daarmee samenhangende problemen op creatieve wijze kunnen oplossen. Eindtermen qua attitude a) Een multidisciplinaire instelling; b) Het vermogen om zowel zelfstandig te functioneren, als in teamverband constructief samen te werken; c) Een besef van de maatschappelijke context waarbinnen het vak wordt beoefend. 21

OER MSc Accountancy & Control 2008-2009 Programma s 2.2 Programma s 2008-2009 De onderstaande programma s zijn tevens weergegeven in de facultaire studiegids 2008-2009. Er worden twee varianten onderscheiden binnen de opleiding Accountancy & Control: de variant Accountancy en de variant Control. De opleiding en elke variant daarbinnen wordt Engelstalig aangeboden. Het instroommoment van elke variant binnen de opleiding is per 1 september. Variant Accountancy Eerste Semester Tweede Semester Blok I Blok II Blok III Blok IV Internal Control & 5 International Financial Reporting 10 Masterthesis 15 Accounting Information Systems 1 Standards (IFRS) Advanced Financial Accounting 10 Management & Internal Control 10 Auditing 10 Variant Control Eerste Semester Tweede Semester Blok I Blok II Blok III Blok IV Internal Control & 5 International Financial Reporting Standards 10 Accounting Information Systems 2 (IFRS) Management Accounting 10 Advanced Corporate Finance 10 Management Accounting Research Seminar 10 Masterthesis 15 1 Het verbredingsvak IC & AIS (code 7147) alsook het basisvak Internal Accounting Control 2 (code 6030) mogen niet gecombineerd worden met het vervallen verbredingsvak BIV-AO: IC (code 7603). 2 Zie voetnoot 1 22

OER MSc Accountancy & Control 2008-2009 Vakkenlijsten 2.3 Vakkenlijsten 2008-2009 De onderstaande vakkenlijst is tevens verschenen in de facultaire studiegids 2008-2009. Vakkenlijst MSc Accountancy & Control Vakcode Vaknaam ec blok Mastervakken (MV) 7634 Advanced Financial Accounting 10 I+II 6020 Auditing 10 I+II 80064 Int. Financial Reporting Standards (IFRS) 10 II+III 85005 Management Accounting 10 I+II 7630 Management Accounting Research Seminar 10 I+II Verbredingsvakken (VV) 7100 Advanced corporate finance 10 III+IV 7102 Management & Internal Control 10 III+IV 7147 Internal Control & Accounting Information Systems 5 I 23

OER MSc Accountancy & Control 2008-2009 Ingangseisen 2.4 Ingangseisen per vak Vakkenlijst MSc Accountancy & Control Code Vaknaam Ingangseis (verplicht) 1 Mastervakken (MV) 7634 Advanced Financial Accounting Externe verslaggeving 1 (VV) 6020 Auditing Externe Verslaggeving 1 (VV) 80064 Int. Financial Reporting Standards (IFRS) Externe Verslaggeving I (VV) 85005 Management Accounting Management Accounting (VV) of Management Accounting: Advanced level (VV) 7630 Man. Accounting Research Seminar Management Accounting (VV) of Management Accounting: Advanced level (VV) Verbredingsvakken (VV) 7100 Advanced corporate finance Financiering (BV) 7102 Management & Internal Control IMC (BV) of Internal Control (BV) of Internal Accounting Control 1 (BV) + Internal Accounting Control 2 (BV) 7147 Internal Control & Accounting Information Systems (IC & AIS) Internal Control (BV) of Internal Accounting Control 1 (BV) + Internal Accounting Control 2 (BV) 1 BV: basisvak; VV: verbredingsvak. 24

OER MSc Accountancy & Control 2008-2009 Toelating en defiënties 2.5 Voorwaarden van toelating en deficiënties 2.5.1 Toelating tot de MSc in Accountancy & Control (art. 7.30a,b,c WHW en art. 20, lid 1 in hoofdstuk 1) 1. Studenten met een voltooide bacheloropleiding Economie en Bedrijfskunde, studierichting Bedrijfseconomie, variant Accountancy & Control van de Universiteit van Amsterdam, krijgen onvoorwaardelijke toelating tot de MSc in Accountancy & Control. 2. Toegang van studenten met een afwijkende vooropleiding zal worden getoetst door de Examencommissie. Uitgangspunt hierbij zijn - voor zover benodigd - de eindtermen qua kennis van de bacheloropleiding Economie en Bedrijfskunde, studierichting Bedrijfseconomie, variant Accountancy & Control, van de Universiteit van Amsterdam zoals weergegeven in de Onderwijsen Examenregeling van die bacheloropleiding. Op grond hiervan kan de Examencommissie besluiten tot onvoorwaardelijke toelating, toelating met deficiënties zoals omschreven in paragraaf 2.5.2, of geen toelating. 3. De algemene voorwaarden en de procedure voor toelating tot een schakel- en deficiëntieprogramma staan beschreven in Bijlage E. 2.5.2 Deficiënties (art. 7.30c WHW) 1. Voor studenten met een afwijkende vooropleiding kan de Examencommissie deficiënties aanduiden die voor toelating tot en/of voor afronding van (onderdelen van) de betreffende opleiding dienen te zijn weggewerkt; de door de Examencommissie aangeduide deficiënties kunnen als ingangseis worden gesteld voor deelname aan mastervakken. Uitgangspunt hierbij zijn - voor zover benodigd - de eindtermen van de bacheloropleiding Economie en Bedrijfskunde, studierichting Bedrijfseconomie, variant Accountancy & Control, van de Universiteit van Amsterdam zoals weergegeven in de Onderwijs- en Examenregeling van die bacheloropleiding. 2. Voor studenten met een afgeronde HEAO opleiding (RA, AA, AC, BE) die in het collegejaar 2008-2009 bij de FEB zijn ingestroomd in een schakeltraject, geldt een specifiek schakelprogramma. Dit schakelprogramma wordt in paragraaf 2.6 hierna weergegeven. 25