Liturgie voor de ochtenddienst op Eerste Paasdag 2017 Thema: De opdracht van Jezus: Vertel de blijde boodschap Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Trompettist: Ds. H.M. Klaassen Jan Smit Bram Jaspers Geerhard Abma
Intochtslied: psalm 89:1 & 6 1. Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, Een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve. 6. Wij loven, Heer, de macht van uw verheven hand, uw uitgestrekte arm houdt al uw werk in stand. Gij hebt uw troon gegrond op recht en waarheid beide als pijlers van uw heil, onwrikbaar door de tijden, en als herauten gaan U voor op al uw schreden uw goedheid en uw trouw, o Vorst van onze vrede. Onze hulp en groet Zingen: gezang 169: 1 & 3 1. Zingt nu de Heer, stemt allen in met ons die God lofzingen, want Hij deed ons van het begin verrukkelijke dingen. Hij heeft het menselijk geslacht in t licht geroepen en bedacht met louter zegeningen. 3. Voor t leven hebben wij de dood, het lege niets verkozen, voor vrede vreze, steen voor brood, voor t eeuwig goed de boze. Wij hebben onze ziel verkocht van ademtocht tot ademtocht aan die genadeloze. Geloofsbelijdenis met de woorden van 1 Korinthe 15: 20 26 (HSv) 20 Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. 21 Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. 22 Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 2
23 Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. 24 Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25 Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26 De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood. Zingen: gezang 169: 4, 6 4. Maar God heeft naar ons omgezien! Wij in de nacht verdwaalden, - hoe zou het ons vergaan, indien Hij ons niet achterhaalde, indien niet in de duisternis het licht dat Jezus Christus is gelijk de morgen straalde. 6. Zingt dan de Heer, stemt allen in met ons die God lof geven: Hij schiep ons voor een nieuw begin, hoeveel wij ook misdreven. Hij riep ons uit de nacht in t licht van zijn genadig aangezicht. In Christus is ons leven! Gebed om de leiding door de Heilige Geest Bijbellezing: Markus 16: 1-8 (HSv) 1 En toen de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht om Hem te gaan zalven. 2 En heel vroeg op de eerste dag van de week kwamen zij bij het graf, toen de zon opging. 3 En zij zeiden tegen elkaar: Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf wegrollen? 4 En toen zij opkeken, zagen zij dat de steen weggerold was, want hij was heel groot. 5 En toen zij het graf ingegaan waren, zagen zij aan de rechterzijde een jongeman zitten, gekleed in een wit, lang gewaad, en zij waren ontdaan. 6 Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. 7 Maar ga heen, zeg tegen Zijn discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; daar zult u Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft. 8 En zij gingen haastig naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want beving en 3
ontsteltenis had hen aangegrepen; en zij zeiden tegen niemand iets, want zij waren bevreesd. Zingen: gezang 215: 1 & 2 1. Christus, onze Heer, verrees, Heilge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, Halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja. 2. Prijst nu Christus in ons lied, die in heerlijkheid gebiedt, die aanvaardde kruis en graf, dat Hij zondaars t leven gaf, halleluja. Markus 16: 9-20 ( Herziene Statenvertaling ) En toen Jezus opgestaan was, 's morgens vroeg op de eerste dag van de week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit wie Hij zeven demonen uitgedreven had. 10 Die ging heen en berichtte het aan hen die bij Hem geweest waren, die treurden en huilden. 11 En toen die hoorden dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet. 12 En daarna is Hij in een andere gedaante geopenbaard aan twee van hen, terwijl zij wandelden en naar het veld gingen. 13 Ook zij gingen het aan de anderen berichten; maar zij geloofden ook hen niet. 14 Later is Hij geopenbaard aan de elf, terwijl zij aanlagen, en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofd hadden die Hem gezien hadden nadat Hij opgewekt was. 15 En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. 17 En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; 18 slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden. 19 De Heere dan is, nadat Hij tot hen 4
gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God, 20 maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. Amen. Zingen: gezang 218: 1, 4 & 5 1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. 4. Ten onder ging de sterke dood, ten onder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet. 5. De donkre weg die Hij betrad komt uit in t hemelrijk, en wie Hem volgen op dat pad, worden aan Hem gelijk. Verkondiging Zingen: OTH Lied 108: 1, 2, 3 & 4: Daar juicht een toon.. 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem. Een heerlijk morgenlicht breekt aan, de Zoon van God is opgestaan. 2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held! Hij steeg uit t graf door s Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht. 3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Die in t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet. 5
4. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven, door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid. Dankgebed en voorbede Zingen: psalm 150:1 & 2 1. Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van t heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen. 2. Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen. Zegen 6