LOKALE VERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006

Vergelijkbare documenten
Aangifte van de verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen door lijsten voor de rechtstreekse OCMWraadsverkiezingen

VERSIE : 06 juli 2018

Aangifte van de verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen door lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen

VERKIEZINGEN VAN 25 MEI 2014 VOOR HET EUROPEES PARLEMENT, DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN DE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTPARLEMENTEN

Aangifte van verkiezingsuitgaven door lijsten

SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN BELGIË

BIJLAGE 2. voor de. van de. politieke partijen. - Wet van 19. verkiezingsui Hoofdstedelij. jk Parlement. Adres :... Kieskring/Kie. escollege :..

TOELICHTING. 1. Doel van het protocolakkoord

BIJLAGE 2. voor de. van de. politieke partijen. - Wet van 19. verkiezingsui Hoofdstedelij. jk Parlement ... Adres van de... logo:..

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Statuten van de commissie 1. Artikel 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2018 B E R I C H T

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 25 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen Etienne Van Verdegem (N)

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2018 B E R I C H T

VERKIEZING VAN DE VLAAMSE RAAD VAN 13 JUNI 2004 B E R I C H T

Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen Etienne Van Verdegem (N)

FORMULIER A/3 KIESKRING :... VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS. Voordracht van Kandidaten (*)

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 25 MEI 2014

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door de kiezers (Art.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 juni 2017;

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Aangifte van de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezingsuitgaven door lijsten

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

Bijlage 2. Formulier voor een verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door gemeenteraadskiezers.

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 25 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

INHOUDSOPGAVE INLEIDING 9 GOED OM TE WETEN 13

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 25 MEI 2014 B E R I C H T

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 13 JUNI B E R I C H T

Bijlage 4. Formulier voor een verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door aftredende gemeenteraadsleden.

VERKIEZING VAN DE VLAAMSE RAAD VAN 13 JUNI Voordracht van Kandidaten (1)

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006

Bijlage 4. Formulier voor een verklaring van bewilliging van de kandidaten voorgedragen door aftredende gemeenteraadsleden.

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT EN VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

AGENDA VERKIEZINGEN OP ZONDAG 26 MEI 2019

Inhoudsopgave. Inleiding... 11

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

e Limburg 3 1 JAN Federale Taken

De uitgaven en maximumbedragen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

DE WIJZIGINGEN. WETGEVENDE WIJZIGINGEN VOOR DE VERKIEZINGEN VAN DE KAMER EN VAN DE SENAAT VAN 10 JUNI 2007

VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI Voordracht van Kandidaten ( 1 )

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

VERKIEZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

III. CHRONOLOGISCHE SCHEMA S VANAF DE 40 STE DAG VOOR DE STEMMING.

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de kiezers (Art. 22 en 23 BGKWB) 1

Bijlage 1. Formulier voor de voordracht van de kandidaten voorgedragen door gemeenteraadskiezers

Voordracht van kandidaten door kiezers in gemeenten met minder dan 5000 inwoners

Verkiezingen van het Europees Parlement en van de Raden op 13 juni 2004

Inzake de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 in de gemeente Malle. Verslaggever voor de raad : de heer Luc De Rammelaere.

VERKIEZING VAN DE BRUSSELSE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT VAN 26 MEI 2019

Voordracht van kandidaten door aftredende provincieraadsleden

Titel II VASTSTELLING VAN HET AANTAL TE VERKIEZEN VERTEGENWOORDIGERS (art. 7) 5

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

VOORDRACHT VAN DE KANDIDATEN DOOR DE KIEZERS (Art. 22, 22bis, 23, 23bis, 24, 24bis en 24ter van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek) 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER Voordracht van de kandidaten door de uittredende gemeenteraadsleden. (Art.

VERKIEZINGEN OP ZONDAG 25 MEI 2014

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

Bijlage 3. Formulier voor een voordracht van kandidaten door aftredende gemeenteraadsleden.

Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur

Voorstel van bijzonder decreet. houdende de organisatie van volksraadplegingen in het Vlaamse Gewest

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 14 OKTOBER 2012

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006.

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

Geconsolideerde tekst. Lijst der wijzigende teksten :

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1,

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Aftellen naar de gemeenteraadsverkiezingen: de sperperiode is begonnen

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Extracten van het wetboek van vennootschappen

Deontologische commissie huishoudelijk reglement


Verkiezingen 2014 formaliteiten

Voorstel van bijzonder decreet. houdende de organisatie van volksraadplegingen in het Vlaamse Gewest

Inzake de provincieraads-, gemeenteraads- en districtsraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 in de stad Antwerpen.

CHRONOLOGISCHE SCHEMA S VANAF DE 40 STE DAG VOOR DE STEMMING.

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering

Transparantie en Politiek

VERKIEZING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN 18 MEI Kennisgeving van een bezwaar (per aangetekende brief)

Voordracht van kandidaten door aftredende OCMW-leden

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

Transcriptie:

V L A A M S P A R L E M E N T LOKALE VERKIEZINGEN VAN 8 OKTOBER 2006 BEPERKING EN CONTROLE VAN DE VERKIEZINGSUITGAVEN Commentaar en aanbevelingen van de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven

Drukwerk: Drukkerij van het Vlaams Parlement Wettelijk depot: D2006/3933/9

VLAAMS PARLEMENT Commentaar en aanbevelingen van de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven met betrekking tot de interpretatie van de regelgeving inzake de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden Lokale verkiezingen van 8 oktober 2006

INHOUDSTAFEL 1. Ten geleide 2. Decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden, aangevuld met commentaar 3 10 3. Bijlagen 3.1. Documentatie over geadresseerd en ongeadresseerd verkiezingsdrukwerk (De Post) 3.2. Advies nr. 07/2003 van 27 februari 2003 over het gebruik van elektronische communicatiemiddelen voor verkiezingspropaganda-doeleinden (Privacycommissie) 3.3. Advies over de basisbeginselen inzake de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer bij het gebruik van kiezerslijsten (Privacycommissie) 3.4. Advies over de basisbeginselen inzake de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer door politieke partijen en politieke mandatarissen bij het gebruik van persoonsgegevens met uitzondering van de kiezerslijsten (Privacycommissie) 3.5. Samenstelling van de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven 87 90 94 106 122

TEN GELEIDE 1. Bedoeling van dit vademecum De regeling en organisatie van de lokale verkiezingen is sinds 2001 een bevoegdheid van de gewesten. In het begin van dit jaar keurde het Vlaams Parlement een kiesdecreet goed dat de regels vastlegt voor de gemeente-, districts- en provincieraadsverkiezingen in Vlaanderen 1. Het kiesdecreet reglementeert ook de verkiezingscampagnes die de partijen, de lijsten en de kandidaten mogen voeren voor de lokale verkiezingen. Die regels werden ingevoegd in het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden. De controle op de naleving van deze regeling is toevertrouwd aan de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven. Die commissie is opgericht in het Vlaams Parlement, bestaat uit 15 Vlaamse volksvertegenwoordigers, en was voorheen al bevoegd voor de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement. In de aanloop naar de lokale verkiezingen van 8 oktober 2006, wenst de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven alle deelnemers aan de verkiezingen (politieke partijen, lijsten en individuele kandidaten) met dit vademecum wegwijs te maken in het decreet van 7 mei 2004. Dat decreet bepaalt wat de politieke partijen, de lijsten en de individuele kandidaten tijdens hun verkiezingscampagne mogen doen of moeten laten, welke bedragen zij aan verkiezingspropaganda mogen besteden en op welke wijze zij hierover verantwoording moeten afleggen. De niet-naleving van deze bepalingen kan voor de betrokkenen ernstige gevolgen hebben. Het is dan ook de bedoeling dat dit vademecum een zo groot mogelijk bereik heeft. Het vademecum kan daarom geraadpleegd worden op de website van het Vlaams Parlement (www.vlaamsparlement.be). 1 Decreet van 10 februari 2006 houdende wijziging van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de wet tot organisatie van de geautomatiseerde stemming van 11 april 1994 en het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement. 3

2. Wat is de juridische waarde van dit vademecum? De Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven ziet erop toe dat de politieke partijen de decretale regeling inzake verkiezingsuitgaven naleven. Kandidaten of lijstaanvoerders die de regels inzake verkiezingsuitgaven overtreden, kunnen veroordeeld worden door de strafrechter. De normen in het decreet van 7 mei 2004 zijn vaak op algemene wijze geformuleerd. Dit vademecum bevat een toelichting en een aantal voorbeelden bij de decretale normen. De Vlaamse Controlecommissie heeft zich hiervoor gebaseerd op de aanbevelingen die de federale controlecommissie naar aanleiding van de lokale verkiezingen van 1994 en 2000 heeft aangenomen. De commentaar en de aanbevelingen van de Controlecommissie hebben geen kracht van wet. Het zijn slechts richtlijnen die niet als rechtspraak met precedentwerking mogen worden beschouwd. De strafrechter is er niet door gebonden. Het spreekt voor zich dat de Controlecommissie bij de beoordeling van de partijcampagnes haar eigen aanbevelingen als richtsnoer hanteert. 3. De krachtlijnen van het decreet van 7 mei 2004 De krachtlijnen van de decretale bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven kunnen als volgt worden samengevat. 3.1. Verkiezingscampagne De sperperiode voor de verkiezingen van 8 oktober 2006 begint op 8 juli 2006 en eindigt op de dag van de verkiezingen. Tijdens de sperperiode moeten de individuele kandidaten, de lijsten en de politieke partijen bij de organisatie van hun verkiezingscampagne een dubbele verplichting naleven. Enerzijds mogen ze niet meer besteden dan toegelaten is bij decreet, anderzijds mogen een aantal campagnemiddelen niet worden gebruikt. 1. Naleving van de maximumbedragen inzake verkiezingsuitgaven Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt hoeveel de verkiezingscampagnes die de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten tijdens de sperperiode voeren, maximaal mogen kosten. Alle verkiezingsuitgaven verricht tijdens de sperperiode 4

worden aangerekend op het bedrag dat de partijen, lijsten en kandidaten respectievelijk mogen uitgeven. Politieke partijen die minstens vijftig lijsten onder hun gewestelijk lijstnummer en hun beschermd letterwoord voordragen, mogen in totaal niet meer dan 372.000 euro besteden aan hun verkiezingscampagne. Partijen met minder dan 50 lijsten mogen maximaal 340.000 euro besteden aan hun verkiezingscampagne. Het bedrag dat elke lijst mag besteden aan verkiezingscampagnes staat in verhouding tot het aantal kiezers dat is ingeschreven op de kiezerslijst. In elke gemeente of in elk provinciaal kiesdistrict zijn de maximumbedragen voor alle lijsten bijgevolg identiek. Het bedrag dat elke kandidaat mag besteden aan verkiezingscampagnes staat eveneens in verhouding tot het aantal kiezers dat is ingeschreven op de kiezerslijst. De kandidaten binnen eenzelfde gemeente of in hetzelfde provinciale kiesdistrict mogen dus elk exact evenveel besteden aan hun verkiezingscampagne. Kandidaten die op verschillende lijsten (districtsraad, gemeenteraad, provincieraad) tegelijk kandideren, mogen de diverse maximumbedragen niet cumuleren. Alleen het hoogste maximumbedrag is van toepassing. Op dat cumulatieverbod bestaat één uitzondering. Een kandidaat die tegelijk op een provincielijst en op een andere lijst kandideert, mag de twee maximumbedragen wel cumuleren wanneer hij voor de provincieraad kandidaat is in een kiesdistrict waartoe de gemeente waarin hij deelneemt aan de gemeente- en/of districtsraadsverkiezingen niet behoort. De overschrijding van het maximumbedrag door een politieke partij kan leiden tot het tijdelijk verlies van de door het Reglement van het Vlaams Parlement bepaalde dotatie. Individuele kandidaten en lijstaanvoerders die respectievelijk hun persoonlijk maximumbedrag of dat van hun lijst overschrijden kunnen strafrechtelijk vervolgd worden. Opmerking: eigen verkiezingscampagne versus giften ter financiering van de verkiezingscampagne van anderen De partijen kunnen los van de partijcampagne die ze voeren, de individuele verkiezingscampagnes van hun kandidaten financieel steunen. Die giften van 5

de partij aan hun kandidaat worden niet aangegeven als verkiezingsuitgave van de partij. De begunstigde verkiezingskandidaat moet wel de herkomst van deze geldmiddelen in zijn aangifte vermelden. Ook de lijsten kunnen hun kandidaten op die manier financieel steunen. 2. Verbod van bepaalde campagnevormen Tijdens de sperperiode mogen de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten, alsook derden die voor hen propaganda wensen te maken: - geen gadgets verkopen, noch gadgets of geschenken uitdelen tenzij aan de kandidaten en de personen die met toepassing van artikel 8quinquies, 3, 1, onbezoldigd verkiezingspropaganda voeren ten voordele van politieke partijen en kandidaten; - geen gebruik maken van commerciële reclameborden of affiches; - geen gebruik maken van niet-commerciële reclameborden of affiches groter dan 4 m²; - geen commerciële telefooncampagnes voeren; - geen commerciële reclamespots op radio, televisie en in bioscopen voeren. Politieke partijen kunnen bij het gebruik van verboden campagnemiddelen tijdelijk de aanvullende partijfinanciering verliezen waarvan de toekenning geregeld is in het Reglement van het Vlaams Parlement. Kandidaten en derden kunnen, bij overtreding van de verbodsbepalingen, een strafrechtelijke sanctie oplopen. 3.2. Aangifteplicht Om de controle op de naleving van de hiervoor opgesomde bepalingen mogelijk te maken, moeten de politieke partijen, de lijsten en de kandidaten hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de daarvoor aangewende geldmiddelen zelf aangeven. De aangiften moeten binnen dertig dagen na de verkiezingen ingediend worden bij de voorzitters van de rechtbank van eerste aanleg. De partijuitgaven worden meegedeeld aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied waarin de nationale zetel van de partij is gevestigd. De uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst worden door de lijstaanvoerder aangegeven. De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat, en dient die samen met de lijstuitgaven in bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van de gemeente. 6

3.3. Verslag van de voorzitter van het verkiezingshoofdbureau Binnen zestig dagen na de datum van de verkiezingen maken de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg ten behoeve van de Vlaamse Controlecommissie een verslag op. Het verslag bevat de gegevens over de uitgaven die de politieke partijen voor verkiezingspropaganda hebben gedaan, en over de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend. De voorzitters zenden onmiddellijk twee exemplaren van het verslag aan de Controlecommissie. Zij bewaren twee andere exemplaren: een daarvan ligt vanaf de zestigste dag na de verkiezingen op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. Alle kiesgerechtigden kunnen dat exemplaar daar gedurende vijftien dagen inzien en binnen dezelfde termijn schriftelijk hun opmerkingen over het verslag formuleren. 3.4. Onderzoeksopdracht van de Controlecommissie De voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg sturen de twee laatste exemplaren van het verslag en de opmerkingen van de kandidaten en de kiesgerechtigden naar de Vlaamse Controlecommissie voor onderzoek. Uiterlijk negentig dagen na ontvangst van alle verslagen doet de Controlecommissie uitspraak over de juistheid en de volledigheid van elk verslag. Ze houdt daarbij rekening met de rechten van de verdediging. Het eindverslag van de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven vermeldt de bedragen die elke politieke partij besteed heeft aan de verkiezingscampagne, en somt desgevallend de overtredingen op. Een partij die meer heeft uitgegeven dan toegestaan, of een partij die verboden campagnemiddelen gebruikt heeft, verliest een deel van de aanvullende partijfinanciering die door het Vlaams Parlement toegekend wordt. Het onderzoek van de Controlecommissie wordt afgesloten met de publicatie van haar eindverslag in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. 3.5. Vervolging van individuele kandidaten De voormelde overtredingen kunnen ten aanzien van een individuele kandidaat worden vervolgd, hetzij op initiatief van de procureur des Konings, hetzij op grond van een klacht ingediend door een persoon die van enig belang doet 7

blijken. De termijn voor de uitoefening van het initiatiefrecht van de procureur des Konings en voor de indiening van klachten verstrijkt 120 dagen na de verkiezingen. De procureur des Konings bezorgt binnen acht dagen na de indiening van een klacht tegen verkiezingskandidaten de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven een afschrift van die klacht. Wanneer de procureur des Konings beslist om vervolging in te stellen, deelt hij dat eveneens binnen acht dagen mee aan de Controlecommissie. Wanneer de strafrechter iemand schuldig acht aan het overschrijden van het decretaal vastgelegd maximumbedrag of aan het gebruik van verboden campagnemiddelen, kan hij de betrokkene een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en/of een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro opleggen. 4. Controle verkiezingsuitgaven van de rechtstreekse verkiezing van de OCMW-raden: federale bevoegdheid In de zes Vlaamse randgemeenten en in Voeren worden de OCMW-raden rechtstreeks verkozen. Die verkiezingen zijn een federale bevoegdheid gebleven. Voor de controle van de verkiezingsuitgaven voor die verkiezingen geldt nog steeds de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden, en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn. Die controle wordt uitgeoefend door de federale controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen. 8

5. Hoe dit vademecum te gebruiken? Met het oog op een vlotte raadpleging van het vademecum vindt u in de linkerkolommen een gecoördineerde versie van het decreet van 7 mei 2004 houdende de regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden. In de rechterkolommen staan de commentaar en de aanbevelingen van de Controlecommissie. 9

ARTIKEL 8BIS DECREET 7 MEI 2004 DECREET VAN 7 MEI 2004 HOUDENDE REGELING VAN DE CONTROLE VAN DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE HERKOSMT VAN DE GELDMIDDELEN VOOR DE VERKIEZING VAN HET VLAAMS PARLEMENT, DE PROVINCIERADEN, DE GEMEENTERADEN EN DE DISTRICTSRADEN Hoofdstuk IIIbis Specifieke bepalingen die gelden voor de verkiezingen van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden in het Vlaams Gewest Artikel 8bis De uitgaven en de financiële verbintenissen voor verkiezingspropaganda op gewestelijk vlak van de politieke partijen die een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermd letterwoord hebben verkregen met toepassing van artikel 10 van de provinciekieswet of, met toepassing van artikelen 22bis en 23 van de gemeentekieswet, mogen in totaal niet meer dan 372.000 euro bedragen. Voor de politieke partijen die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, maar die minder dan vijftig lijsten onder hun gemeenschappelijk volgnummer en beschermd letterwoord voordragen, wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, verminderd tot 340.000 euro. Gemeentekieswet *** Art. 22 bis. (eerste lid) Na de loting bedoeld in artikel 10 van de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, stelt de Vlaamse Regering de voorzitters van de hoofdbureaus in kennis van de aldus toegekende gemeenschappelijke volgnummers, van de aan de verschillende nummers voorbehouden letterwoorden alsmede de namen, de voornamen en de adressen van de personen en hun plaatsvervangers, die door de politieke formaties zijn aangewezen op het vlak van het administratief arrondissement, en die alleen bevoegd zijn tot het echt verklaren van de kandidatenlijsten. Art. 23, 1. (vijfde lid) Door de vermelding op de voordrachtsakte of de verbeteringsakte verbinden de kandidaten zich ertoe de bepalingen inzake 10

COMMENTAAR 1. Beginsel Artikel 8bis Eerste en twee lid - maximumbedrag voor politieke partijen Voor de lokale verkiezingen van 8 oktober 2006 mogen politieke partijen die minstens vijftig lijsten onder hun gewestelijk lijstnummer en hun beschermd letterwoord voordragen maximaal 372.000 euro besteden aan hun verkiezingscampagne. Partijen met minder dan 50 lijsten mogen niet meer dan 340.000 euro besteden aan hun verkiezingscampagne. In het kader van hun strategische autonomie mogen de partijen hun middelen, onder de voorwaarden opgelegd door het decreet, vrijelijk gebruiken voor de financiering en de organisatie van hun verkiezingscampagne. De enige restrictie bestaat in het decretaal vastgelegde plafond. Onder de formulering dat het maximumbedrag van partijen betrekking heeft op "verkiezingspropaganda op gewestelijk vlak", moet worden verstaan dat dit maximumbedrag van toepassing is op het totaal van de uitgaven die de partij in alle gemeenten en provincies van het Vlaams Gewest doet. Partijen kunnen bijgevolg ook op lokaal vlak voor een lijst of voor één of meerdere boegbeelden campagne voeren (zie ook art. 8bis, vierde lid). 2. Aanrekening van de kostprijs van de verkiezingscampagne Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de aangifte van verkiezingsuitgaven die een partij besteed aan de campagne die ze zelf voert en de aangifte van de giften die de partij doet aan lijsten en kandidaten ter financie- 11

ARTIKEL 8BIS DECREET 7 MEI 2004 beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en die uitgaven aan te geven. Zij verbinden er zich bovendien toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren. 2. De lijstaanvoerder moet binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbindt er zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren. De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen wiens rechtsgebied de gemeente gelegen is. De aangifte wordt gesteld op het daartoe bestemde formulier en wordt door de lijstaanvoerder ondertekend. De aangiften worden vanaf de eenendertigste dag na de datum van de verkiezingen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg gedurende vijftien dagen ter inzage gelegd van alle kiesgerechtigden van de betrokken kieskring op vertoon van hun oproepingsbrief voor de verkiezingen. Provinciekieswet Art. 10. 1. Elke in het Vlaams Parlement door ten minste drie leden vertegenwoordigde politieke formatie kan een voorstel indienen tot lijstenvereniging met het oog op het verkrijgen van de bescherming van het letterwoord dat zij wil vermelden in de voordrachten van kandidaten en van een gemeenschappelijk volgnummer. De voordracht vermeldt welk letterwoord, bestaande uit ten hoogste achttien karakters boven de kandidatenlijst moet komen op het stembiljet. Een zelfde letterwoord kan worden gesteld, hetzij in een enkele nationale taal, hetzij vertaald in een andere nationale taal, hetzij in een nationale taal samen met de vertaling in een andere nationale taal. Het voorstel tot lijstenvereniging moet worden ondertekend door ten minste vijf parlementsleden die tot de politieke formatie behoren die dat letterwoord zal gebruiken. Wanneer een politieke formatie vertegenwoordigd is door minder dan vijf parlementsleden wordt het voorstel tot lijstenvereniging ondertekend door alle parlementsleden die tot deze formatie behoren. Een parlementslid mag slechts één enkel voorstel van lijstenvereniging onderte- 12

COMMENTAAR ring van hun campagne. Een politieke partij die de verkiezingscampagne van een individuele kandidaat financieel steunt, moet dat bedrag niet aanrekenen op het quotum van de partij. De begunstigde kandidaat moet het bedoelde bedrag wel aangeven als verkiezingsuitgave, en bovendien de herkomst van dit bedrag vermelden. 3. Kartellijsten Indien twee of meer politieke partijen die elk afzonderlijk een gewestelijk lijstnummer en een beschermd letterwoord hebben, voor een van de lokale verkiezingen in bepaalde kiesomschrijvingen een kartellijst indienen, dan kan die kartellijst niet als een afzonderlijke politieke partij worden beschouwd die voor 340.000 euro of 372.000 euro verkiezingsuitgaven mag verrichten. De onderscheiden politieke partijen behouden immers hun eigen identiteit en ontvangen, indien ze daartoe de voorwaarden vervullen, elk afzonderlijk de federale dotatie krachtens artikel 15 van de wet van 4 juli 1989 en de Vlaamse dotatie krachtens artikel 9 van het Reglement van het Vlaams Parlement. Ze smeden alleen een alliantie met het oog op de verkiezingen. De partijen mogen de kartellijst wel financieel steunen. De lijstaanvoerder moet deze steun opnemen in de verklaring van de herkomst van de geldmiddelen en de daarmee gefinancierde uitgaven voor verkiezingspropaganda vermelden in de aangifte van de verkiezingsuitgaven van zijn lijst. Deze plaatselijke kartellijsten mogen onder geen enkel beding de bedragen uitgeven die bepaald zijn voor de politieke partijen. Kartellijsten worden niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van het in artikel 8bis bepaalde aantal van 50 lijsten, aangezien ze niet onder het gewestelijke lijstnummer en het beschermd letterwoord van de politieke partijen, bedoeld in dat artikel, behoren. 4. Een politieke partij die lijsten onder verschillende letterwoorden voorstelt Voor zover een politieke partij die als een entiteit wordt beschouwd, met één geconsolideerde boekhouding en één federale en/of Vlaamse parlementaire dotatie, in verscheidene kieskringen lijsten onder een verschillend letterwoord en het daaraan voorbehouden volgnummer voordraagt, kan die partij toch slechts een maal het maximumbedrag van 340.000 of 372.000 euro aan 13

ARTIKEL 8BIS DECREET 7 MEI 2004 kenen. Elke politieke partij die door minstens drie leden vertegenwoordigd is in het Vlaams Parlement, kan een akte indienen tot bescherming van het letterwoord dat zij in de voordrachtsakte willen vermelden en van het logo dat gebruikt wordt in de verkiezingspropaganda. Het voorstel tot lijstenvereniging wordt de veertigste dag vóór de verkiezing, tussen tien en twaalf uur, aan de Vlaamse Regering of aan diens gemachtigde overhandigd door een parlementslid-ondertekenaar. Het vermeldt het letterwoord dat zal worden gebruikt door de lijsten van kandidaten die zich wensen te verenigen, alsook de naam, de voornamen en het adres van de persoon en van diens plaatsvervanger, die door de politieke formatie zijn aangewezen om in ieder administratief arrondissement te attesteren dat een kandidatenlijst door haar erkend wordt. De vermelding van een letterwoord waarvan gebruik gemaakt is door een politieke partij die door minstens drie leden vertegenwoordigd is in het Vlaams Parlement en waaraan bij een vorige verkiezing met het oog op de vernieuwing van een parlementaire assemblee op Europees, federaal, gemeenschaps- of gewestelijk niveau, bescherming werd verleend, kan op gemotiveerd verzoek van die politieke partij door de Vlaamse Regering worden verboden. 2. Onmiddellijk na het indienen van de voorstellen tot lijstenvereniging houdt de Vlaamse Regering een loting tot aanwijzing van de gemeenschappelijke volgnummers. Aan iedere politieke partij die minstens drie verkozenen heeft in het Vlaams Parlement, wordt een gemeenschappelijk volgnummer toegekend. Kartels gebruiken het gemeenschappelijke volgnummer van de partij die het eerst voorkomt op de stembrief. De tabel van de lijstenverenigingen evenals het letterwoord en het gemeenschappelijk volgnummer die hen werden toegekend worden binnen vier dagen in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De Vlaamse Regering stelt de voorzitters van de districtshoofdbureaus, gevestigd in de provinciehoofdplaats, in kennis van de toegekende gemeenschappelijke volgnummers, van de aan de verscheidene nummers voorbehouden letterwoorden alsmede van de naam, de voornamen en het adres van de door de politieke formaties op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen personen en van hun plaatsvervangers die alleen gemachtigd zijn de kandidatenlijsten voor echt te erkennen. 3. De voordrachten van kandidaten die een beschermd letterwoord en een gemeenschappelijk volgnummer vorderen moeten vergezeld zijn van het 14

COMMENTAAR verkiezingspropaganda uitgeven, afhankelijk van het totale aantal verenigingen van lijsten dat ze onder die letterwoorden en de daaraan voorbehouden volgnummers voordraagt. 15

ARTIKEL 8BIS DECREET 7 MEI 2004 getuigschrift van de door de politieke formatie op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen persoon of van zijn plaatsvervanger; indien dergelijk getuigschrift niet wordt overgelegd, dan weigert de voorzitter van het districtshoofdbureau het gebruik van het beschermd letterwoord en van het gemeenschappelijk volgnummer door een niet erkende lijst. (Derde lid) *** De bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid, kunnen met ingang van 2012 door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden. (Vierde lid) De politieke partijen kunnen campagne voeren met een of meer kandidaten. 16

COMMENTAAR Vierde lid 1. Gewestelijke campagne met één of meer kandidaten (de zogenaamde landelijke boegbeelden) In het kader van hun strategische autonomie mogen de politieke partijen de toegestane bedragen, onder de voorwaarden opgelegd door het decreet, vrijelijk gebruiken voor de financiering van de verkiezingscampagne van een of meer van hun kandidaten. Deze uitgaven worden niet aangerekend op de maximumbedragen van de betrokken kandidaten. In tegenstelling tot wat voor andere verkiezingen geldt, bevat het decreet geen enkele beperking in verband met de aanrekening die een partij ten gunste van een bepaalde kandidaat mag doen. Een partij kan beslissen om het maximumbedrag van, naargelang het geval, 340.000 of 372.000 euro integraal aan te wenden voor de propaganda van één kandidaat in één gemeente. De kandidaat die als boegbeeld naar voren wordt geschoven, moet dat in zijn of haar aangifte vermelden, evenwel zonder het bedrag op te geven dat de partij aan die campagne heeft besteed en op haar quotum aanrekent. Hij of zij moet wel het stavingsstuk houdende zijn of haar aanwijzing als boegbeeld door de partij bij zijn of haar aangifte voegen. Met het oog op een vlotte controle achteraf, moeten de politieke partijen op hun beurt in hun aangifte de namen meedelen van de kandidaten die zij in het kader van deze bepaling als boegbeelden hebben aangewezen. 17

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 Artikel 8ter 1. Het totaal van de uitgaven en de financiële verbintenissen voor de verkiezingspropaganda van de lijsten mag voor de provincieraadsverkiezingen, de gemeenteraadsverkiezingen en de districtsraadverkiezingen per lijst niet meer bedragen dan per schijf: 1 tot 1000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 2,70 euro per ingeschreven kiezer; 2 van 1001 tot 5000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 1,10 euro per ingeschreven kiezer; 3 van 5001 tot 10.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 0,80 euro per ingeschreven kiezer; 4 van 10.001 tot 20.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 1,00 euro per ingeschreven kiezer; 5 van 20.001 tot 40.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 1,10 euro per ingeschreven kiezer; 6 van 40.001 tot 80.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 1,20 euro per ingeschreven kiezer; 7 vanaf 80.001 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 0,14 euro per ingeschreven kiezer. Die bedragen kunnen met ingang van 2012 door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden. 2. Het totaal van de uitgaven en de financiële verbintenissen voor de verkiezingspropaganda van individuele kandidaten mag voor de provincieraadsverkiezingen, de gemeenteraadsverkiezingen en de districtsraadverkiezingen per kandidaat niet meer bedragen dan per schijf: 18

COMMENTAAR 2. Aanrekening van de kostprijs van een verkiezingscampagne Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de kosten die de partij maakt voor de eigen verkiezingscampagne enerzijds en de giften die de partij doet ter financiering van de verkiezingscampagne van anderen. Die giften van de partij aan de kandidaat worden niet aangegeven als verkiezingsuitgave van de partij. De begunstigde verkiezingskandidaat moet wel de herkomst van deze geldmiddelen in zijn aangifte vermelden. 1. Beginsel Artikel 8ter Paragraaf 1 en 2 Maximumbedragen voor lijsten en individuele kandidaten Artikel 8ter, 1 en 2 bevatten de rekenformules voor de vaststelling van de maximumbedragen die de lijsten en de kandidaten aan verkiezingscampagnes mogen besteden. Bijvoorbeeld. *** De heer X is lijsttrekker in een gemeente met 10.000 ingeschreven kiezers. Hoe moet hij de maximumbedragen voor zijn lijst en de kandidaten berekenen? De twee bedragen worden vastgesteld per schijf van kiezers, ingeschreven op de kiezerslijst. a. Voor de lijst geeft dat het volgende resultaat: - voor de schijf van 1 tot 1000 ingeschreven kiezers: 2,70 euro per ingeschreven kiezer: 1000 x 2,70 = 2700 euro; - voor de schijf van 1001 tot 5000 ingeschreven kiezers: 1,10 euro per ingeschreven kiezer: 4000 x 1,10 = 4400 euro; - voor de schijf van 5001 tot 10.000 ingeschreven kiezers: 0,80 euro per ingeschreven kiezer: 5000 x 0,80 = 4000 euro. 19

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 1 tot 50.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 0,080 euro per ingeschreven kiezer, met een minimum van 1250 euro per kandidaat; 2 van 50.001 tot 100.000 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 0,030 euro per ingeschreven kiezer; 3 vanaf 100.001 op de kiezerslijst ingeschreven kiezers: 0,015 euro per ingeschreven kiezer. Die bedragen kunnen met ingang van 2012 door de Vlaamse Regering geïndexeerd worden. 20

COMMENTAAR De lijst mag dus 2700 + 4400 + 4000 = 11.100 euro uitgeven. b. Voor de individuele kandidaten geeft dat het volgende resultaat: voor de schijf tot 50.000 ingeschreven kiezers: 0,080 euro per ingeschreven kiezer: 10.000 x 0,080 = 800 euro. Dat bedrag wordt opgetrokken tot 1250 euro, zijnde het minimumbedrag dat bij decreet is bepaald. *** De exacte bedragen die de lijsten en individuele kandidaten mogen uitgeven, worden ten laatste in de loop van de maand augustus 2006 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. 2. Gebruik van de bedragen door de lijsten en de individuele kandidaten In het kader van hun strategische autonomie mogen de lijsten specifiek campagne voeren voor bepaalde kandidaten van de lijsten Zij kunnen met andere woorden zowel een lokale boegbeeldencampagne voeren, als gemeenschappelijke campagnes voor verschillende kandidaten. De hiervoor gedane uitgaven worden aan de lijst aangerekend, ongeacht de wijze waarop deze campagnes zijn gefinancierd, bijvoorbeeld door giften, toelagen of bijdragen van een of meer kandidaten. De onderscheiden financieringswijzen moeten tot uiting komen in de verklaring van de herkomst van de geldmiddelen van de lijst. *** Voorbeelden. 1. Een lijst beslist een boegbeeldencampagne te voeren met de lijstaanvoerder. Voor de financiering van deze boegbeeldencampagne mag de lijstaanvoerder uit zijn eigen vermogen middelen ter beschikking stellen van de lijst, zonder dat hij ze op zijn persoonlijke quotum moet aanrekenen. 2. Met het oog op een gemeenschappelijke verkiezingscampagne dragen verschillende kandidaten, met toestemming van de lijstaanvoerder, een bepaald bedrag af aan de lijst. De hiermee verrichte verkiezingsuitgaven worden aangerekend aan de lijst en niet aan de kandidaten (zie ook infra, punt 4. Gemeenschappelijke verkiezingscampagnes, derde en vierde lid). *** 21

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 22

COMMENTAAR De uitgaven voor de lijst zijn degene waarvoor de lijstaanvoerder als uitgever verantwoordelijk is. Aangezien hij verantwoordelijk is voor het respecteren van het toegestane bedrag voor de lijst, is het normaal dat hij terzake beslissingsbevoegdheid heeft. Wanneer een kandidaat het toegestane bedrag van de lijst gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de lijstaanvoerder, kan hij niet eisen dat de uitgaven wordt aangerekend op het toegestane bedrag van de lijst. Hij zal de uitgave voor de bestelling die hij heeft gedaan, op zijn eigen toegestane bedrag moeten aanrekenen. 3. Onoverdraagbaarheid van uitgavenplafonds Het maximumbedrag van elke individuele kandidaat is persoonlijk en onoverdraagbaar. De kandidaten kunnen die bedragen dus niet aan elkaar overdragen. 4. Gemeenschappelijke verkiezingscampagnes Hoewel het decreet dat niet uitdrukkelijk regelt, mogen kandidaten van een lijst beslissen financieel bij te dragen om een fonds of een rekening te stijven voor zover die gebruikt worden om een gemeenschappelijke verkiezingscampagne te financieren. Het kan daarbij gaan om een campagne waarvan de kostprijs wordt aangegeven: - door de lijst; - door de betrokken individuele kandidaten. Het gaat in beide gevallen niet om een gift, voor zover elk van de betrokken kandidaten er voordeel uithaalt. In tegenstelling tot wat voor andere verkiezingen is bepaald, is geen voorafgaande schriftelijke toestemming van de kandidaten nodig om het aandeel in de gemeenschappelijke uitgaven vast te stellen dat aan elk van de kandidaten zal worden aangerekend. Zoals bepaald in punt 3 kan een kandidaat zijn bedrag van toegestane uitgaven niet zonder meer aan een andere kandidaat overdragen. Hij kan een andere kandidaat slechts mee gebruik laten maken van het geheel of van een ge- 23

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 3. Als een kandidaat op verscheidene lijsten tegelijk kandideert, mogen de maximumbedragen, vermeld in 2, niet samengeteld worden. Alleen het hoogste maximumbedrag wordt in aanmerking genomen. Onverminderd de bepalingen van het eerste lid, mag een kandidaat die tegelijk op een provincielijst en op een of twee andere lijsten kandideert, twee van de maximumbedragen, vermeld in 2, waaronder dat voor de provincieraadsverkiezingen, samentellen, voor zover hij zich voor die laatste verkiezingen kandidaat stelt in een district waartoe de gemeente waar hij in het bevolkingsregister is ingeschreven, niet behoort. 24

COMMENTAAR deelte van het bedrag van zijn toegestane uitgaven in het kader van een gemeenschappelijke campagne, d.w.z. een campagne waarbij hij, al is het slechts zijdelings, ook betrokken is. De bedoeling hiervan is dat een kandidaat niet kan worden verplicht tot de gehele of gedeeltelijke overdracht, zonder meer, van zijn bedrag van toegestane uitgaven aan zijn lijst of aan een andere kandidaat. Het aandeel in de uitgaven voor gemeenschappelijke propaganda dat wordt aangerekend op het toegestane bedrag van elke kandidaat moet niet evenredig zijn met het aandeel in de propaganda voor elke kandidaat. De kandidaten die een gemeenschappelijke campagne willen uitvoeren, moeten gewoon onderling uitmaken hoe de aanrekening bij de aangifte van hun respectieve uitgaven zal gebeuren. De uitgaven van de kandidaten mogen gecoördineerd worden door één verantwoordelijke die in hun opdracht de uitgaven doet en voor ieder afzonderlijk de boekhouding voert. Iedere partij of lijst beslist immers vrij over haar interne organisatie en kan dus de hiervoor geschetste werkwijze volgen, op voorwaarde dat de verrichte verkiezingsuitgaven klaar en duidelijk aan de onderscheiden kandidaten kunnen worden aangerekend. 5. Financiering van de verkiezingscampagne De toegestane uitgaven mogen niet worden verward met de financiering van die uitgaven. Kandidaten mogen financiële steun ontvangen voor hun verkiezingscampagne op voorwaarde dat de bepalingen van artikel 8duodecies inzake giften worden nageleefd. Paragraaf 3 1. Verbod op de cumulatie van maximumbedragen De kandidaat die bij gelijktijdige verkiezingen op verschillende lijsten kandideert, mag het hoogste van de onderscheiden toegestane maximumbedragen uitgeven. Hij mag de onderscheiden bedragen niet samenvoegen. Hij organiseert zijn campagne zoals hij het wenst. Zo kan hij volgens zijn eigen strategisch inzicht zijn campagne geheel of gedeeltelijk concentreren op zijn kandidaatstelling voor bijvoorbeeld de provincieraad of de gemeenteraad. 25

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 26

COMMENTAAR 2. Uitzondering op het verbod op cumulatie Op het algemeen cumulatieverbod bestaat een uitzondering. Indien een kandidaat tegelijk op een provincielijst en op gemeente- en/of districtslijst kandideert, mag hij twee van de daarvoor geldende maximumbedragen, waaronder dat voor de provincieraadsverkiezingen, samentellen, als hij zich voor deze laatste verkiezingen kandidaat stelt in een district waartoe de gemeente waar hij in het bevolkingsregister is ingeschreven, niet behoort. Een voorbeeld. Mevrouw X woont in Lier en is kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen in Lier. Zij ambieert eveneens een zitje in de (Antwerpse) provincieraad en stelt zich kandidaat in het district Turnhout. Zij mag de twee maximumbedragen die gelden voor de provincie- en de gemeenteraadsverkiezingen dus samentellen. Zij mag haar campagne evenwel niet ten belope van de som van de twee maximumbedragen toespitsen op een van de twee verkiezingen, maar moet voor elke verkiezing het toepasselijke maximumbedrag respecteren. Mevrouw X mag de som van de twee maximumbedragen dus niet volledig aanwenden voor haar campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in Lier of de provincieraadsverkiezingen in het district Turnhout. 3. Aangifte van de verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen door een kandidaat die op verscheidene lijsten tegelijk kandideert De Controlecommissie is van oordeel dat het inzagerecht van de kiesgerechtigden in de aangiften van de kandidaten die zich gelijktijdig kandidaat stellen voor enerzijds de provincieraad en anderzijds de gemeenteraad en/of de districtsraad het best als volgt gewaarborgd kan worden: a) in geval van verbod op de cumulatie van maximumbedragen (art. 8ter, 3, eerste lid): een enkele aangifte die betrekking heeft op beide verkiezingen wordt in twee exemplaren ingediend bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen wiens rechtsgebied het district en de gemeente gelegen zijn; b) in geval van toegelaten cumulatie van maximumbedragen (art. 8ter, 3, tweede lid): een aangifte per verkiezing wordt, met vermelding van de kandi- 27

ARTIKEL 8TER DECREET 7 MEI 2004 4. Het aantal op de kiezerslijst ingeschreven kiezers, vermeld in 1 en 2, wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, 1, 3, artikel 3, 1, en artikel 88, van de Gemeentekieswet en de overeenkomstige bepalingen van artikel 1, 1, 3, en 5, en artikel 1ter, 3, van de Provinciekieswet. Artikel 8quater Uiterlijk veertig dagen voor de verkiezingen of in geval van buitengewone verkiezingen, uiterlijk de dag van de oproeping van de kiezers, deelt de Vlaamse Regering de maximumbedragen mee die werden berekend overeenkomstig de bepaling van artikel 8ter, en die mogen worden uitgegeven door de lijsten en de kandidaten voor de verkiezingen van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden. Artikel 8quinquies 1. Voor de toepassing van dit decreet worden als uitgaven voor verkiezingspropaganda beschouwd, alle uitgaven en financiële verbintenissen voor mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen die erop gericht zijn het resultaat van een politieke partij, een lijst en hun kandidaten gunstig te beïnvloeden en die verricht worden tijdens een periode van drie maanden voor de verkiezingen van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden of, in geval van buitengewone verkiezingen, vanaf de dag van de oproeping van de kiezers. 28

COMMENTAAR daatstelling op de andere lijst, ingediend bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen wiens rechtsgebied het district, respectievelijk de gemeente gelegen zijn. Dat betekent dat indien district en gemeente tot verschillende rechtsgebieden behoren, de twee aangiften op twee verschillende griffies moeten worden ingediend. Artikel 8quater Dat bericht wordt ten laatste in de loop van de maand augustus 2006 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Artikel 8quinquies Paragraaf 1 Aan te geven uitgaven voor verkiezingspropaganda - toepassingen 1. Referentieperiode (de zogenaamde sperperiode) De kostprijs van verkiezingspropaganda moet slechts als verkiezingsuitgave worden aangegeven als die propaganda tijdens de sperperiode van 3 maanden voorafgaand aan de verkiezingen is gevoerd. Voor de verkiezingen van 8 oktober 2006 begint de sperperiode op 8 juli 2006 en eindigt die op de dag van de verkiezingen. 2. Toepassingen en aanrekening A. Basisregels De uitgaven en financiële verbintenissen moeten worden aangerekend op het decretaal bepaald maximumbedrag wanneer ze betrekking hebben op bood- 29

ARTIKEL 8QUINQUIES DECREET 7 MEI 2004 30

COMMENTAAR schappen met een electoraal karakter, verspreid tijdens de sperperiode, zelfs wanneer de uitgaven werden verricht of de financiële verbintenissen werden aangegaan vóór deze periode. De uitzonderingen op dit principe staan vermeld in paragraaf 3 van dit artikel. B. Voorbeelden van aan te geven of niet aan te geven uitgaven 1. De kosten voor zelfklevers met een politieke boodschap dienen volledig te worden aangegeven, voor zover ze tijdens de sperperiode zichtbaar zijn. Het feit dat deze kosten reeds voor de aanvang van de kiesperiode zijn betaald, speelt geen rol. 2. De uitgaven voor enveloppen, postzegels, papier met briefhoofd enzovoort, die voor de aanvang van de sperperiode zijn aangekocht en opgeslagen, moeten worden aangegeven. 3. Hetzelfde geldt voor affiches, pamfletten, mailings,... die voor de aanvang van de sperperiode zijn gedrukt, maar tijdens deze periode als propagandamateriaal worden gebruikt, tenzij er kan worden bewezen dat die affiches en pamfletten de resten zijn van een voorraad die bij de vorige verkiezingen is gebruikt, gefactureerd en aangegeven. 4. Met betrekking tot de aanrekening van de uitgaven verricht door een politieke partij, een lijst of een kandidaat voor het gebruik van duurzame goederen (bijvoorbeeld reclameborden, wagens, aanhangwagens...) om verkiezingscampagne mee te voeren, moet het volgende onderscheid worden gemaakt: - In geval van aankoop: a) Eigen goederen of goederen die aangekocht zijn voor activiteiten die niets te maken hebben met de verkiezingscampagne, hoeven niet te worden aangerekend, ongeacht of ze vóór dan wel tijdens de sperperiode zijn aangekocht. b) Alle andere goederen die worden of werden aangekocht met het oog op verkiezingen, kunnen over drie verkiezingen, ongeacht welke, worden aangerekend, met een minimum van een derde van de uitgaven per verkiezing. Bij een hoger afschrijvingspercentage dan 33 % per verkiezing, mag de laatste afschrijving lager zijn dan 33%. 31

ARTIKEL 8QUINQUIES DECREET 7 MEI 2004 32

COMMENTAAR c) Het gebruik van volledig afgeschreven borden van partijgeledingen of (gewezen) kandidaten moet niet worden aangerekend. Het bewijs van afschrijving mag met alle middelen worden geleverd. - In geval van huur of terbeschikkingstelling tegen vergoeding: De huurprijs of vergoeding voor duurzame goederen die met het oog op het voeren van een verkiezingscampagne zijn gehuurd of ter beschikking gesteld, moet onmiddellijk in zijn geheel voor de betrokken verkiezing worden aangegeven. De opgegeven huurprijs moet commercieel verantwoord zijn (bijvoorbeeld een derde van de kostprijs). 5. Met betrekking tot telefooncampagnes moet erop worden gewezen dat commerciële campagnes absoluut verboden zijn (zie artikel 8sexies, 1, 2 ). Dat verbod geldt eveneens voor allerlei andere vormen van telecommunicatie, zoals sms'jes, alsook voor nieuwe telecommunicatietoepassingen. Wat de niet-commerciële campagnes betreft, moeten de kosten aan de hand van facturen worden bewezen. Indien er daartoe speciaal afgehuurde telefoonlijnen worden gebruikt, volstaat het de factuur daarvan voor te leggen. Worden de bestaande eigen lijnen gebruikt, dan zal het bewijs van de kosten die specifiek voor de verkiezingscampagne werden gemaakt, moeten blijken uit het verschil tussen de facturen die betrekking hebben op gesprekken respectievelijk tijdens de verkiezingscampagne en tijdens eenzelfde nietelectorale referentieperiode. De kosten van de gesprekken moeten dus als verkiezingsuitgaven worden aangerekend. Het is volstrekt verboden voor ondernemingen en openbare instellingen om op hun kosten telefooncampagnes of sms-campagnes ten behoeve van partijen, lijsten of kandidaten te voeren. Een telefooncampagne gevoerd door een ploeg vrijwilligers of door de kandidaat zelf, is echter niet in strijd met het decreet. Tot slot wordt eraan herinnerd dat bij het gebruik van elektronische communicatiemiddelen voor verkiezingspropaganda rekening moet worden gehouden met het advies nr. 07/2003 daarover van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van 27 februari 2003 (bijlage 2). 33

ARTIKEL 8QUINQUIES DECREET 7 MEI 2004 34

COMMENTAAR 6. De kostprijs van internettoepassingen moet worden aangegeven, indien hij - zelfs vóór de aanvang van de sperperiode - gefactureerd werd voor de aanmaak van verkiezingspropaganda (bijvoorbeeld de creatie tegen betaling van een website of van verkiezingspropaganda met het oog op verzending via e- mail door een gespecialiseerde onderneming). Tevens dienen alle verzendingskosten van e-mails met verkiezingspropaganda als verkiezingsuitgave te worden aangegeven (zie artikel 8quinquies, 3, 9 ). 7. Een aannemer, kandidaat bij de verkiezingen, mag de lichte vrachtwagens of de diensten van het personeel van zijn bedrijf gebruiken om campagne te voeren, op voorwaarde dat: - het gebruik van de vrachtwagens marktconform wordt gefactureerd; - de medewerking van het personeel buiten de werkuren geschiedt en op vrijwillige basis. Persoonlijke (dat wil zeggen door particulieren geleverde) en niet betaalde prestaties alsmede het gebruik van een eigen wagen worden daarentegen niet als verkiezingsuitgaven beschouwd (zie artikel 8quinquies, 3, 1 ). 8. Het is verboden het gemeente- of provincieblad of enige andere publicatie - zelfs met een geregeld weerkerend karakter -, die met financiële steun van de gemeente, de provincie of een andere overheidsdienst tot stand komt, te gebruiken voor verkiezingsdoeleinden. In geval van klacht wegens overtreding van dit verbod kan de kostprijs van de bedoelde publicaties als verkiezingsuitgave worden aangerekend, voor zover deze publicaties tijdens de sperperiode zijn verspreid. Het verdient bijgevolg aanbeveling gemeente- en provinciebladen of bladen van andere overheidsdiensten louter informatief te houden en op een politiek neutrale wijze rond te sturen, bijvoorbeeld onder de handtekening van de gemeentesecretaris, de provinciegriffier of de leidend ambtenaar van de betrokken overheidsdienst. 9. De verkiezingsfolders die door de drukkerij van de provincie, de gemeente of een overheidsdienst worden aangemaakt, dienen te worden gefactureerd en aangerekend tegen marktprijs. Het spreekt vanzelf dat de kandidaat de in dit geval opgestelde factuur ook werkelijk moet betalen. Deze handelwijze is alleen toegestaan wanneer het tot de normale werkzaamheden van deze drukkerij behoort om drukwerk voor derden te verrichten. Is dat niet het geval, dan is deze handelwijze verboden. 35

ARTIKEL 8QUINQUIES DECREET 7 MEI 2004 36

COMMENTAAR Opmerkingen met betrekking tot het verkiezingsdrukwerk 1. De reglementering van De Post inzake verkiezingsdrukwerk gaat als bijlage bij dit vademecum (bijlage 1). 2. Verkiezingsdrukwerk voldoet niet aan de voorwaarden om portvrij verstuurd te worden en moet dus gefrankeerd worden. Er is voor verkiezingsdrukwerk in artikel 41 van het K.B. van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst een speciaal verminderd tarief opgenomen (zie eveneens bijlage 1). Op deze briefwisseling moet op de voorzijde en goed leesbaar de vermelding verkiezingsdrukwerk worden aangebracht. Bovendien wordt er aan herinnerd dat het gebruik van omslagen en briefpapier ter beschikking gesteld door het Vlaams Parlement, tijdens de verkiezingscampagne tegen marktprijs aangerekend moet worden in de aangifte. 3. Als verkiezingspropaganda onder gesloten omslag door dragers aan de geadresseerden wordt bezorgd, moet alleen de prijs van het drukwerk en eventueel de vergoeding van de persoon die de brieven heeft rondgedragen, worden aangerekend. De portkosten verbonden aan de verzending van uitnodigingen voor verkiezingsbijeenkomsten die na 7 juli 2006 plaatshebben, worden als verkiezingsuitgave beschouwd, ongeacht of de uitnodigingen vóór of na 7 juli 2006 augustus zijn verstuurd. 4. Met betrekking tot de gezamenlijke mailings kan worden verwezen naar de commentaar bij artikel 8ter, 1 en 2 (punt 4). 5. Kandidaten moeten de prijs van hun verkiezingsbriefwisseling die in de vorm van persoonlijke, gesloten en op naam geadresseerde brieven verzonden wordt, op het bedrag van hun toegestane uitgaven aanrekenen. Het verzenden van gesloten en op naam geadresseerde brieven mag niet worden gecontroleerd om na te gaan of het om verkiezingspropaganda gaat, aangezien deze zending wordt beschermd door het briefgeheim en het recht op inachtneming van de persoonlijke levenssfeer. Er moet evenwel op worden gewezen dat, wanneer die brieven eenmaal in 37

ARTIKEL 8QUINQUIES DECREET 7 MEI 2004 2. Als uitgaven voor de verkiezingspropaganda, vermeld in 1, worden eveneens beschouwd, de uitgaven door derden voor politieke partijen, lijsten of kandidaten, tenzij die politieke partijen, lijsten of kandidaten: 1 onmiddellijk na de kennisneming van de door de betrokken derden gevoerde campagne, hen met een aangetekende brief ertoe aanmanen de campagne te staken; 38