Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Start-/ werkoverleg houden 3.4.2 Afwerken controlelijst 3.4.3 Besloten ruimte gereed maken volgens (werkveiligheids)plan 3.4.4 Toegang besloten ruimte markeren als Niet betreden 3.4.5 Gastesten volgens werkvergunning: 3.4.6 Aanvullende beheersmaatregelen 3.4.7 Ruimte vrijgeven voor betreden, markering Niet betreden verwijderen 3.4.8 Voer werkzaamheden in besloten ruimte uit 3.4.9 Na werkzaamheden besloten ruimte markeren als Niet betreden : 4 UITKOMST 5 RAPPORTAGE: 6 REFERENTIE NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum GECONTROLEERD: Area Coordinator GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree WIJZIGING: CMS update4-02-2014. Toevoeging bij voorwaarden fysiek scheiden: indien niet mogelijk dient scheiding d.m.v. blind- of steekflenzen plaats te vinden Verlichting toegevoegd aan aandachtspunten controlelijst.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 6 1 SCOPE Voor werkzaamheden in besloten ruimten is een aanvullende besloten ruimte vergunning van toepassing 2 Doel Het geven van voorwaarden voor het opleveren en betreden en reinigen / werken in besloten ruimte. 3 Procedure 3.1 Inleiding Besloten ruimten kenmerken zich o.a. door: Moeilijke werkhouding Vaak kleine inhoud Vaak gevaarlijke stoffen Moeilijk te ventileren Geen daglicht Toegang/vluchtweg moeilijk Hulpverlening moeilijk. Voorbeelden van besloten ruimten zijn o.a.: Tanks. Ketels. Kolommen. Riolen/rioolputten. Rookkanalen. Fornuizen. Vaten. Installatie ruimten Sleuven/putten/bakken/kelders waarvan de diameter of breedte kleiner is dan de diepte/hoogte. (ARBO Wet) Kruipruimten. Lastentjes / tijdelijke tentconstructies
Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 6 3.2 Voorwaarden De instructie details moeten bekend zijn. Bepaald moet zijn of de werkplek onder de kenmerken van een besloten ruimte valt Zie inleiding Kenmerken en voorbeelden van een besloten ruimte. De besloten ruimte moet, veiliggesteld zijn, fysiek gescheiden en geschikt zijn om te kunnen betreden. Als fysiek scheiden van de installatie niet mogelijk is, kan volstaan worden met het scheiden d.m.v. blind- of steekflenzen, zodat er altijd een positieve procesveiligstelling aangebracht wordt. 3.3 Organisatie De LVP stelt de besloten ruimte vergunning op met aanvullende beheersmaatregelen (S)OT levert de besloten ruimte op volgens plan: 3.4 Werkwijze 3.4.1 Start-/ werkoverleg houden De LVP houdt een start-/ werkoverleg en bespreekt o.a. Er dienen in het werkgebied alleen die mensen aanwezig te zijn die betrokken zijn bij het reinigen. Tijdens het betreden van een besloten ruimte mogen geen activiteiten plaatsvinden die het betreden van een besloten ruimte beïnvloeden, of er door worden beïnvloed. Werkgebied dient middels signalering (lint/ borden) afgebakend te worden. 3.4.2 Afwerken controlelijst Gebruik de controlelijst voor het betreden van een besloten ruimte. De ingevulde controlelijst moet onderdeel zijn van de werkvergunning (incl. besloten ruimte vergunning) indien een (of meer) van de volgende vragen met ja wordt beantwoord: Heeft de ruimte koolwaterstoffen en/of giftige stoffen bevat? Wordt er gewerkt met open vuur (ontstekingsbron Categorie 1)? Wordt er gewerkt met elektrisch gereedschap (zie ook controlelijst)? Is er sprake van een tank/ketel/vat? In bovenstaande situatie vervangt dan de controlelijst de TRA. De controlelijst dient dan wel specifiek te worden gemaakt door, daar waar nodig, de beheersmaatregelen in te vullen. Indien alle bovenstaande vragen met nee kunnen worden beantwoord, dan wordt de controlelijst alleen als hulpmiddel gebruikt voor de werkvergunning (incl. besloten ruimte vergunning). Indien nodig dient dan nog wel een aparte TRA gemaakt te worden.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van 6 Bij het invullen van de controlelijst, werkvergunning en eventueel een TRA dienen in ieder geval de volgende zaken geadresseerd te worden: Voorlichting en instructie; Communicatie(middelen); Ventilatievoorzieningen; Verlichting (zie opmerking) Instortingsgevaar bij sleuven; Noodmaatregelen en redding; Afzetting en signalering; Meetregime: type meting (O2, Explosie, Toxiciteit, LSA) en frequentie; Werk- en rustperiodes; Warmtebelasting; Personele bezetting; Opstelling equipment (t.o.v. windrichting); Veiligstelling (bewegende delen, elektriciteit, etc.); Aanwezigheid van keramische vezels bv. bij het metselen van fornuizen. Opmerking: Bij het werken in een besloten ruimte dient er voldoende zicht te zijn op de werkzaamheden, zodat men het werk veilig uit kan voeren en in geval van calamiteiten een snel vertrek uit de ruimte mogelijk is. 3.4.3 Besloten ruimte gereed maken volgens (werkveiligheids)plan Het reinigen van of werken in een besloten ruimte, waarin gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, moet uitgevoerd worden met gebruikmaking van onafhankelijke adembescherming en eventuele aanvullende PBM's. Aandachtspunten hierbij zijn: Medium wat oorspronkelijk in de besloten ruimte heeft gezeten; Uitdampen van reststoffen; Temperatuur; Explosiemeting. Opmerkingen: 1) Indien gemeten waarde > 10% LEL en/of > 40 Celsius, mag de ruimte niet betreden worden. Toegang tot besloten ruimte met gemeten waarden tussen 1% en 10% LEL is alleen toegestaan t.b.v. het veilig en schoon opleveren, maar dan wel met gebruik van onafhankelijke adembescherming en eventuele extra PBM's. 2) Het gebruik van een volgelaatsmasker met onafhankelijke ademlucht is niet onbeperkt veilig, deze beschermt tot maximaal 2000 x actiewaarde. In geval van benzeen is dit 1000 ppm. Bij overschrijding van deze waarde mag de besloten ruimte niet worden betreden. Actiewaarde = halve wettelijke grenswaarde. Voor kwik is de actiewaarde echter gelijk aan de grenswaarde 3.4.4 Toegang besloten ruimte markeren als Niet betreden Om te voorkomen dat de besloten ruimte wordt betreden voordat deze is vrijgegeven, moeten de toegangen voorzien zijn van het waarschuwingsbord "gevaar" met daar onder de tekst "Niet betreden, besloten ruimte".de omgeving van de besloten ruimte moet bij het bepalen van de beheersmaatregelen worden meegenomen. Voorbeelden hierbij zijn: noodzaak tot afzetten van de omgeving, obstakels en belemmeringen bij eventuele reddingoperaties.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 6 3.4.5 Gastesten volgens werkvergunning: Vrijgave criteria voor het betreden van een besloten ruimte zonder adembescherming: Zuurstof : minimaal 20 volume %. : maximaal 21 volume %. Explosiemeting : <1% LEL. Toxische damp : < 50% van de wettelijke grenswaarde, zie de actuele WIK. H2S : zie de actuele WIK. Temperatuur : maximaal 40oC. LSA : de afwezigheid van LSA moet zijn vastgesteld. Tijdens de werkzaamheden in een besloten ruimte dienen continu metingen te worden uitgevoerd naar: Zuurstof (20-21 volume %). Explosief mengsel (<1% LEL). H2S voor wettelijke grenswaarden zie de actuele WIK. (H2S locaties). Tevens moeten incidenteel metingen uitgevoerd worden naar te verwachten toxische stoffen. Opmerkingen: 1) Bij het vaststellen van bovengenoemde waarden moet de gastester voorzien zijn van de juiste PBM s tegen het medium in de besloten ruimte en/of het medium waarmee de besloten ruimte gepurged is. 2) Alvorens vrijgave plaatsvindt, dient zeker gesteld te zijn dat eventuele spoel/purge aansluitingen fysiek zijn verwijderd van de besloten ruimte. 3) Men moet alert zijn op het kunnen ontstaan van schadelijke of explosieve dampen door opwarming of uitdamping tijdens werkzaamheden. In bepaalde gevallen kan op een zoetgas locatie ook H2S voorkomen. 4) Indien één van de vrijgavecriteria/-waarden wordt overschreden, moet ogenblikkelijk het werk worden gestopt en de ruimte worden verlaten. De LVP moet hierover worden ingelicht. 3.4.6 Aanvullende beheersmaatregelen Mangatwacht: Er wordt door de LVP voor iedere besloten ruimte waarin zich één of meer personen bevinden een aparte gecertificeerde* mangatwacht aangewezen. De LVP moet de mangatwacht duidelijk instrueren hoe/waar te handelen tijdens calamiteiten en wie zijn directe aanspreekpunt is. Adembescherming voor de mangatwacht is afhankelijk van de omstandigheden waartegen hij zich moet beschermen. De mangatwacht mag geen redding uitvoeren en moet voortdurend contact houden met de mensen in de besloten ruimte en de LVP. *Een (S)OT in dienst van NAM mag als mangatwacht optreden mits hij minimaal de training Werkvergunningen, Nogepa gasmeetcursus en BHV (of ERT-offshore) heeft gevolgd. Extern ingehuurd personeel mag als mangatwacht optreden mits hij gecertificeerd Buitenwacht is.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van 6 Reddingsteam: De LVP stelt voorafgaande aan de werkzaamheden een reddingsteam samen. Het reddingsteam moet over de geschikte PBM s beschikken om reddend te kunnen optreden. Leden van het reddingsteam moeten gecertificeerd zijn tot het dragen van onafhankelijke adembescherming, BHV (of ERT-offshore) en Nogepa gasmeetcursus gevolgd hebben. Opmerking: Om reddend op te kunnen treden moet een reddingsteam minimaal uit twee personen bestaan. De LVP moet zich ervan overtuigen dat het ingestelde reddingsteam bij een noodsituatie direct kan worden ingezet en dat er reddend kan worden opgetreden. 3.4.7 Ruimte vrijgeven voor betreden, markering Niet betreden verwijderen Geen verdere instructie 3.4.8 Voer werkzaamheden in besloten ruimte uit Geen verdere instructie. 3.4.9 Na werkzaamheden besloten ruimte markeren als Niet betreden : Geen verdere instructie 4 Uitkomst Besloten ruimte waarin veilig gewerkt kan worden: 5 Rapportage: Rapporteer in de betreffende registratie systemen: 6 Referentie NAM-EP.71.WI.76.03 Werkinstructie: Voorwaarden voor het betreden en werken in een besloten ruimte (NL) Veiligheidshandboek 2009