Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld oktober 2007

Vergelijkbare documenten
Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Regeling auteursrechtelijk voorbehoud op een beeldmerk en huisstijl

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Lijst van vragen - totaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rijksbegroting 2014 iii Algemene Zaken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Resultaten verantwoordingsonderzoek

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijksbegroting 2013 iii Algemene Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Algemene Zaken (III)

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voortzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Kamervragen en antwoorden begroting IXB

vaste commissie voor Binnenlandse Zaken Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Herziene agenda i.v.m. toevoeging agendapunt*) vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Basis selectiedocument voor de administratieve neerslag van de zorgdragers en hun taakvoorgangers, en van de daaronder ressorterende actoren:

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IP Tweede Kamer STATEN-GENERAAL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijksbegroting 2017 iii Algemene Zaken

vaste commissie voor Koninkrijksrelaties Brieven van de minister van BZK

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad

vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Besluitenlijst vorige vergaderingen

Rijksbegroting 2016 iii Algemene Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijksbegroting 2018 vii Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

T Binnenhof 4

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali

vaste commissie voor Binnenlandse Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 4 maart 2014

vaste commissie voor Binnenlandse Zaken Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

procedurevergadering BZK Besluitenlijst vorige vergadering(en)

Resultaten verantwoordingsonderzoek Gemeentefonds (B) Rapport bij het jaarverslag

Code Interbestuurlijke Verhoudingen

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2011

mr George Croes Directeur Directie Wetgeving en Juridische Zaken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Het wetgevingsproces bij SZW. Anton Boere

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rijksbegroting III Algemene Zaken. Van ons allemaal Voor ons allemaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD - E.J. JANSE DE JONGE

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ;

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GRIFFIEPLAN GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE

Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba.

Transcriptie:

31 200 III Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2008 Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld oktober 2007 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, Leerdam De griffier van de commissie, De Gier Nr Vraag Blz van 1 Hoe wordt doorgaans interdepartementaal de inbreng van de minister-president in de 4 Europese Raad afgestemd? Welke rol speelt het ministerie van Algemene Zaken hierbij en op welke wijze wordt samengewerkt met het ministerie van Buitenlandse Zaken? De formele voorbereiding van de inbreng van de minister-president in de Europese Raad loopt via de Coördinatie Commissie voor Europese Integratievraagstukken (CoCo), en/of in de pendant daarvan op hoogambtelijk niveau (CoCoHAN). Beiden worden voorgezeten door de Staatssecretaris voor Europese Zaken. Het secretariaat is in handen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Ministerie van AZ is deelnemer aan de CoCo en de CoCoHAN. Het uiteindelijke standpunt wordt vastgesteld op het niveau van de Ministerraad. Daags voor de Europese Raad wordt de opstelling in de Europese Raad besproken in een onderraad van de Ministerraad, de Raad Internationale en Europese Aangelegenheden (RIEZ). De Minister-President zit voor, AZ verzorgt het secretariaat. tot vragen en antwoorden OB2008III 1/5

Voorafgaand aan de formele besluitvorming vindt dikwijls interdepartementaal overleg plaats op verschillende niveaus. Soms neemt Buitenlandse Zaken daartoe het initiatief, soms Algemene Zaken. Steeds gebeurt dit in goed onderling overleg. Bij grote onderwerpen als de verdragsdiscussie of de financiering van de Unie wordt regelmatig de stand van zaken doorgenomen en politieke sturing gegeven in een ministeriële stuurgroep, bestaande uit de Minister-President, de Vice-Ministers-President, de Minister en Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en eventuele andere direct betrokken bewindslieden. In dat geval verzorgt het Ministerie van Algemene Zaken het secretariaat, ondersteund door Buitenlandse Zaken. 2 Wat is het verschil tussen de huidige Rijksministerraad en de toekomstige onderraad voor de Rijksministerraad? Kunt u toelichten wat de consequenties zijn voor de bevoegdheden en de mate van inspraak van de overzeese rijksdelen? Verandert er iets in de verantwoording aan respectievelijk Tweede Kamer, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba? Zo ja, wat verandert er? De verhouding tussen de rijksministerraad en een onderraad van de rijksministerraad wordt bepaald door het instellingsbesluit van de onderraad dat wordt vastgesteld door de rijksministerraad. Een dergelijke onderraad dient ter voorbereiding van de besluitvorming in de rijksministerraad die de besluiten vaststelt. Dit houdt in dat de instelling van een onderraad geen gevolgen heeft voor de verhoudingen in het Koninkrijk en de volksvertegenwoordigingen van de landen. 4 3 Wat verklaart de stijging van de apparaatuitgaven met ruim 2,5 miljoen euro ten opzichte van 2007? Op grond van het coalitieakkoord is aan de begroting 2008 budget toegevoegd voor de versterking van het algemeen regeringsbeleid ( 4,2 mln.). Daarnaast is de begroting 2008 verlaagd i.v.m. de in het coalitieakkoord afgesproken efficiencytaakstelling voor de rijksdienst ( 0,6 mln.) en is sprake van diverse interne reallocaties ( 1,0 mln.). 6 4 Wordt bij de coördinatie van het algemeen communicatiebeleid een onderscheid gemaakt tussen communicatie over beleidsvoornemens en hoofdlijnen van beleid (ex ante communicatie) enerzijds en de communicatie over de in- en uitvoering van concreet beleid (ex post communicatie) anderzijds? Zo ja, wat zijn de uitgangspunten en wat zijn de verschillen? De Rijksvoorlichtingsdienst coördineert samen met de Voorlichtingsraad, het collectief van directeuren Voorlichting en Communicatie, het communicatiebeleid van de Rijksoverheid. Deze coördinatie bestaat uit het bevorderen van de samenwerking tussen ministeries op het gebied van overheidscommunicatie. Daarnaast werkt de RVD samen met de ministeries aan het verbeteren van de presentatie van het kabinetsbrede beleid. Iedere minister is, conform de ministeriële verantwoordelijkheid, zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van communicatie over zijn eigen beleid. Leidend voor alle communicatie van de rijksoverheid zijn de uitgangspunten voor overheidscommunicatie. Belangrijk fundament voor die uitgangspunten is de informatieplicht van de overheid zoals die staat vermeld in artikel 110 van de Grondwet en in de Wet openbaarheid van bestuur. 5 Is de communicatiestrategie die is afgesproken rondom het coalitieakkoord openbaar? Zo ja, bent u bereid deze naar de Kamer te zenden? Er is geen uitgeschreven communicatiestrategie rondom het Coalitieakkoord geweest. Wel wordt met enige regelmaat binnen de Voorlichtingsraad gesproken over de wijze waarop de samenhang in het beleid, passend bij de zes pijlers van het coalitieakkoord, kan worden gecommuniceerd. De leden van de Voorlichtingsraad dienen daarover hun bewindslieden van advies. Tijdens de formatie is door de onderhandelaars van de coalitiepartijen besloten het vragen en antwoorden OB2008III 2/5

coalitieakkoord bij het Catshuis te presenteren, hetgeen op 22 februari 2007 plaatsvond. Op 16 maart heeft de Ministerraad gesproken over de totstandkoming van het Beleidsprogramma. In dat beraad is besloten enkele kabinetsbrede communicatieactiviteiten te initiëren. 6 Hoeveel geld zal worden uitgegeven voor het ontwerp van het nieuwe, rijksbrede logo? Op 13 juli 2007 heeft de ministerraad besloten om een rijksbreed logo in te voeren en een daaraan gekoppelde huisstijl. Na dit besluit is de opdracht voor de vormgeving van het logo in de markt gezet volgens de geëigende procedure van een Europese aanbesteding.deze Europese Aanbesteding is in volle gang. Na de eerste ronde zijn er nu vijf partijen geselecteerd die ieder twee ontwerpen voor een nieuw logo indienen. Dit is een vrij ontwerp en een ontwerp gebaseerd op het rijkswapen. De vier partijen aan wie de opdracht niet wordt gegund ontvangen ieder 10.000,- voor de geleverde inspanningen. De partij aan wie de opdracht wordt gegund, wordt betaald conform het geoffreerde bedrag. Aangezien de aanbestedingsprocedure nu nog loopt, is niet aan te geven wat de kosten voor het ontwerp zijn. Een prijsopgave maakt onderdeel uit van de aanbesteding. Pas na ontvangst van alle offertes en een keuze daaruit, is bekend wat de vergoeding voor het ontwerp zal zijn. Voor de selectie is kostenefficiency een van de criteria. 10 7 Welke financiële tegemoetkoming ontvangt de ontwerper van het logo? Zie antwoord vraag 6 8 Wordt het ontwerp van een logo aanbesteed? Zie antwoord vraag 6 10 10 Wat verklaart het lage percentage tijdig beantwoorde e-mails (binnen 48 uur) in 2006 en welke indicatie is er en welke maatregelen zijn genomen om in 2007 en in 2008 de norm van 80% beantwoording binnen 48 uur te halen? In 2006 werden de e-mails beantwoord binnen gemiddeld 52 uur. In tegenstelling tot een regulier facilitair contact center heeft Postbus 51 een kleine groep voorlichters die de vraagbeantwoording in de eerste lijn verzorgt. In het verleden is gebleken dat bij pieken in het aantal vragen of onverwachte verminderde bezetting, zoals bijvoorbeeld het geval is bij ziekte van voorlichters, niet snel genoeg extra personeel ingezet kon worden om ondersteuning te bieden. Het gevolg hiervan was dat de service levels in deze perioden opliep, waardoor het service level voor e-mail lager was dan in eerste instantie beoogd. Postbus 51 heeft diverse maatregelen genomen om het service level e-mail in 2007 en 2008 te verbeteren. Vanaf eind 2006 is een extra team van flexibel inzetbaar personeel getraind en ingezet om de vraagbeantwoording van de e-mail op zich te nemen. 10 Hoe wordt de burgertevredenheid over Postbus 51 gemeten? Wordt een onderscheid gemaakt tussen tevredenheid over het antwoord en tevredenheid over de kwaliteit van het antwoord? Postbus 51 voert jaarlijks een burgertevredenheidsonderzoek uit. Om de objectiviteit van het onderzoek zoveel mogelijk te waarborgen wordt het onderzoek door een extern onderzoeksbureau uitgevoerd. Het onderzoek richt zich op alle aspecten die bij vraagbeantwoording aan de orde zijn. De burger wordt zowel naar zijn tevredenheid over het antwoord en de algehele dienstverlening van Postbus 51 gevraagd als naar zijn mening over de kwaliteit van het antwoord. De burger geeft een totaal rapportcijfer over het contact met Postbus 51 of het bezoek aan de website. Deze cijfers worden jaarlijks aan de Tweede Kamer gepresenteerd. vragen en antwoorden OB2008III 3/5

11 Kan de Kamer de beschikking krijgen over het werkprogramma van de WRR? Ja. Het werkprogramma 2005-2007 is te raadplegen via de volgende link http://www.wrr.nl/content.jsp?objectid=2335. Op 1 januari 2008 begint de achtste raadsperiode. De dan aangetreden raad zal zijn eigen werkprogramma vaststellen voor de eerstkomende jaren van die periode. 10 12 Wat verklaart de stijging van de baten van media-inkoop met 6,7 miljoen euro op de post opbrengst van overige departementen? Wat verklaart de stijging met bijna 5 miljoen euro voor campagnemanagement op dezelfde post? De stijging van de begrote baten betreft nagenoeg geheel dekking van externe kosten, zoals de productiekosten van audiovisuele middelen, die één op één worden doorberekend aan de opdrachtgevers. De begrote stijging van de opbrengst van 6,7 mln. op media-inkoop komt voort uit toename van de media-inkoop. De begrote stijging van de opbrengst van 4,8 mln. op campagnemanagement komt voort uit het besluit om de coördinatie van campagnes onder te brengen bij DPC. Dit gebeurt fasegewijs. In 2007 hebben een aantal departementen deze taak ondergebracht bij DPC. In 2008 volgen de meeste andere departementen. 13 13 Welke consequenties heeft de taakstelling voor de realisatie van de reguliere beleidsdoelstellingen in de begroting van Algemene Zaken? Heeft de taakstelling negatieve consequenties voor de ambities die de minister-president aan de dag wil en kan leggen op het gebied van Algemene Zaken? Het is het goed om te beginnen met de vaststelling dat het grootste deel van de omvang van het ministerie wordt gevormd door de dienst Publiek en Communicatie, die een shared service is voor alle ministeries en met Postbus 51 de voorlichting aan burgers verzorgt, door de onafhankelijke Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (en diens wetenschappelijke staf) en door de facilitaire ondersteuning (wier omvang mede wordt bepaald door de bijzondere gebouwen van het ministerie). Het Kabinet der Koningin maakt deel uit van de begroting maar niet van het ministerie. Wat resteert aan ondersteuning van de minister-president en van de ministerraad voor beleid en communicatie is derhalve van oudsher reeds bescheiden. Het ministerie van Algemene Zaken zal niettemin zijn evenredig aandeel leveren in de Vernieuwing van de Rijksdienst. Het ministerie van Algemene Zaken heeft net als andere ministeries een taakstelling van 20 à 25% reductie (in formatieplaatsen en in personele kosten). Deze taakstelling zal geen negatieve consequenties hebben voor de ambities van de minister-president op het gebied van Algemene Zaken, maar vereist wel dat de ambities gericht blijven op zijn kerntaak, de Algemene Zaken, of, zoals de Grondwet het stelt: op het algemeen regeringsbeleid en de éénheid daarvan. Daartoe ondersteunt het ministerie de regering in het algemeen, en in het bijzonder de minister-president, de ministerraad, en voorlichting en communicatie voor de Koningin. Dit is in lijn met het kabinetsstandpunt over het onderzoek naar de positie van de minister-president in het Nederlands staatsbestel, zoals vorig jaar opgenomen in de begroting 2007 van het ministerie van Algemene Zaken. Met andere woorden, het ministerie van Algemene Zaken kan niet worden gezien als een ministerie van Alle zaken. Dat was altijd al het geval, want het ministerie is van oudsher klein in omvang. Maar zeker een verdere reductie vereist dat het ministerie zich richt op zijn kerntaak. 16 vragen en antwoorden OB2008III 4/5

14 Hoe wordt omgegaan met het verzoek van de Kamer te komen tot een minder summiere toelichting met betrekking tot het Huis der Koningin? Conform mijn toezegging bij de begrotingsbehandeling 2007 is het Kabinet via de ministerraad op de hoogte gesteld van het verzoek van de Kamer. 20 vragen en antwoorden OB2008III 5/5