Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit - Stichting Autoriteit Financiële Markten

Vergelijkbare documenten
Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Commissariaat voor de Media

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Voedsel en Waren Autoriteit

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Inspectie Verkeer en Waterstaat

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Samenwerkingsprotocol Autoriteit Consument en Markt en Commissariaat voor de Media

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerkingsprotocol ConsuWijzer Consumentenbond

Dit samenwerkingsconvenant vervangt het Samenwerkingsprotocol tussen de AFM en de NZa van 10 september 2007;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerkingsprotocol. Autoriteit Consument en Markt. Nederlandse Zorgautoriteit

Samenwerkingsprotocol Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst

Samenwerkingsprotocol. de Stichting Autoriteit Financiële Markten. de Nederlandse Zorgautoriteit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Samenwerkingsprotocol tussen Autoriteit Consument en Markt en de Consumentenbond

Samenwerkingsprotocol. Commissariaat voor de Media. Agentschap Telecom

TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Onderwerp Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Consumentenautoriteit 2007

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

S A M E N V A T T I N G

Samenwerkingsprotocol CBP-IGZ

Artikel 2 Samenwerking en informatie-uitwisseling met betrekking tot de Wok, Wft en Wwft

Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

(Voor de EER relevante tekst)

Samenwerkingsovereenkomst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Partijen, Autoriteit Consument en Markt, en, Stichting Infofilter. Gelet op de (wettelijke) bepalingen en doelstellingen dat:

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Handhaving consumentenbescherming

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

Verwerkersovereenkomst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Convenant. va n. Fraudehel pdes k. n 1. aan

Wet handhaving consumentenbescherming inclusief voorgenomen wijzigingen

Protocol. tussen. de Stichting Autoriteit Financiële Markten. de Nederlandse Zorgautoriteit

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Ons kennnerl< Contactpersoon

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSRICHTLIJN 2012/25/EU VAN DE COMMISSIE

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

(Voor de EER relevante tekst)

EUROPESE CENTRALE BANK

CONVENANT. De Stichting Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) en

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

Publicatieblad L 234. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang 18 september Uitgave in de Nederlandse taal

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Samenwerkingsprotocol Logius. Agentschap Telecom

de Koning > Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Financiele Markten

Pagina. ACM Beleidsregel kenbaarheid van internetsnelheden. De Autoriteit Consument en Markt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Convenant horizontaal toezicht. tussen het Productschap Akkerbouw (systeemeigenaar RiskPlaza) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

Bewerkersovereenkomst Wet bescherming persoonsgegevens

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa

TRIPARTIETE OVEREENKOMST 2015

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum:

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

NVAO VERTROUWEN IN KWALITEIT. SAMENWERKINGSPROTOCOL INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS, NVAO en CDHO

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

Verwerkersovereenkomst Oefenen.nl Bijlage 3 bij de Licentieovereenkomst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0204/175. Amendement. Karima Delli namens de Commissie vervoer en toerisme

Transcriptie:

I Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit - Stichting Autoriteit Financiële Markten

Afspraken tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Stichting Autoriteit Financiële Markten over de wijze van samenwerking tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten inzake consumentenbescherming Considerans 1. Met onderhavig samenwerkingsprotocol wordt uitvoering gegeven aan artikel 5.1 van de Wet handhaving consumentenbescherming (hierna: Whc). Op basis van dat artikel kunnen tussen de Minister van Economische Zaken en de Stichting Autoriteit Financiële Markten afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten samenwerken. De in dit samenwerkingsprotocol neergelegde afspraken zien onder meer op de samenwerking in het kader van effectief en doelmatig toezicht op en optreden tegen inbreuken op de consumentenwetgeving. bedoeld in de bijlagen bij de Whc en op de samenwerking ten aanzien van gemeenschappelijke activiteiten en verslaglegging. bedoeld in de artikelen 16. 17 en 21 van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (hierna: verordening 2006/2004) 2. De Whc strekt mede tot uitvoering van verordening 2006/2004. Bij de uitvoering van verordening 2006/2004 nemen de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten de beschikking van de Europese Commissie ter uitvoering van verordening 2006/20042 (hierna:de beschikking ) in acht. Deze beschikking legt de uitvoeringsvoorschriíten van verordening 2006/2004 met betrekking tot de wederzijdse bijstand tussen de bevoegde autoriteiten en de voorwaarden voor verlening van wederzijdse bijstand betreft vast. 3. De samenwerking tussen nationale instanties in de Europese Unie die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. zoals neergelegd in verordening 2006/2004. heefl tot doel de werking van de interne markt te waarborgen en de bescherming van de belangen van consumenten te verbeteren door beter toezicht op en betere handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. 4. Verordening 2006/2004 verplicht elke lidstaat ertoe om bevoegde autoriteiten aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van wetgeving inzake consumentenbescherming die in de bijlage bij verordening 2006/2004 is opgenomen. Daarnaast moeten lidstaten zorgen voor een Verordening (EG) nr. 2006l2OM van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. Pb 2004 nr. L36411 Beschikking van de Commissie ter Uitvoering van Verordening (EG) nr. 2006l2004 van het Europees parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming wat wederzijdse bijstand betreft 1

effectieve coördinatie. via een 'verbindingsbureau', van de toepassing van verordening 2006/2004 door de bevoegde autoriteiten. aangewezen andere overheidsinstanties en instanties die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging of het verbieden van intracommunautaire inbreuken. Ook schrijíi verordening 2006/2004 in de artikelen 16. 17 en 21 verplichtlngen voor lidstaten voor op het gebied van de coördinatie van de handhaving. de administratieve samenwerking en verslaglegging. 5. De Staatssecretaris van Economische Zaken sluit naast dit samenwerkingsprotocol eveneens samenwerkingsprotocollen met de andere in de Whc aangewezen bevoegde autoriteiten. 6. De Consumentenautoriteit is krachtens artikel 2.2 Whc belast met de handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. bedoeld in bijlage a en b van de Whc. voor zover het niet betrefl een financiële dienst of activiteit. Met het oog op intracommunautaire inbreuken is de Consumentenautoriteit krachtens artikel 2.3, tweede lid. Whc aangewezen als bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 4, eerste lid. van verordening 2006/2004 voor de in bijlage a en b van de Whc genoemde wettelijke bepalingen. voor zover het niet betreíi een financiële dienst of activiteit. Daarnaast is de Consumentenautoriteit krachtens artikel 2.3. eerste lid. Whc aangewezen als 'verbindingsbureau' voor Nederland als bedoeld in artikel 4. eerste lid, verordening 2006/2004. Ten sloiie. voor zover in dit kader relevant. heeft de Consumentenautoriteit krachtens artikel 2.3. derde lid. Whc mede tot taak de coördinatie van activiteiten van communautair belang. administratieve samenwerking en de verslaglegging bedoeld in de artikelen 16. 17 en 21 van verordening 2006/2004. 7. De Stichting Autoriteit Financiële Markten is krachtens artikel 3.1 Whc aangewezen als bevoegde autoriteit voor intracommunautaire inbreuken op de wettelijke bepalingen. bedoeld in de onderdelen a en d van de bijlagen bij de Whc. voor zover de intracommunautaire inbreuk betrekking heeft op een financiële dienst of activiteit. De Stichting Autoriteit Financiële Markten is krachtens artikel 3.1 Whc voorts aangewezen als bevoegde autoriteit voor intracommunautaire inbreuken op de wettelijke bepalingen. bedoeld in de onderdeel c van de bijlage bij de Whc. Voorts is zij belast met onder meer het toezicht op de naleving van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). en de overige haar opgedragen taken. 6. De Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten streven naar een optimale samenwerking bij de coördinatie en toepassing van verordening 2006/2004. 9. Bij deze samenwerking zijn de geheimhoudingsbepalingen zoals opgenomen in artikel 13 van verordening 2006/2004. artikel 2.24 Whc en artikel 1 :93 Wtì van toepassing. 10. Indien de Minister van Economische Zaken en de Stichting Autoriteit Financiële Markten dat wenselijk achten zal dit protocol worden gewijzigd; voorts kunnen de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten over andere onderwerpen van wederzijds belang nadere (werk)afspraken maken. 2

Hoofdstuk 1. Definities en reikwijdte van het samenwerkingsprotocol Artikel i - Definities De in artikel 3 van verordening 2006/2004. artikel 2 van de beschikking en artikel 1.1 Whc opgenomen definities zijn in dit samenwerkingsprotocol van toepassing. Artikel 2 - Reikwijdte De in dit samenwerkingsprotocol vastgelegde afspraken hebben betrekking op de samenwerking: a. tussen de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau en de Stichting Autoriteit Financiële Markten in haar hoedanigheid van bevoegde autoriteit bij de uitvoering van de hoofdstukken ii en 111 van verordening 2006/2004 inzake wederzijdse'bijstand; b. tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markien in het kader van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 16. 17 en 21 van verordening 2006/2004. met de coördinatie waarvan de Consumentenautoriteit voor Nederland is belast; c. tussen de Consumentenautoriteit ais toezichthouder op wetgeving met de handhaving. waarvan zij op grond van de Whc is belast en de Stichting Autoriteit Financiële Markten in haar hoedanigheid van toezichthouder op wetgeving met de handhaving waarvan zij op grond van de Whc is belast. Hoofdstuk 2. Samenwerking die voortvloeit uit verordening 200612004 (Consumentenautoriteit als verbindingsbureau) 2.1 Algemene bepalingen Artikel 3 -Algemene verantwoordelijkheden De Consumentenautoriteit ais verbindingsbureau en de Stichting Autoriteit Financiële Markten in haar hoedanigheid van bevoegde autoriteit werken samen en treffen alle maatregelen die nodig zijn om verordening 2006/2004 en de Whc effectief uit te voeren. Arfikel 4 - Overleg De Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten zullen tezamen met de andere toezichthouders die in Nederland ais bevoegde autoriteit zijn aangewezen zo vaak als zij dat noodzakelijk achten overleg voeren over de uitvoering van verordening 2006/2004. Dit overleg wordt voorgezeten door de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau. 2.2 Samenwerking inzake wederzijdse bijstand bij intracommunautaire inbreuken Artikel 5 - Verzoeken wederzijdse bijstand afkomstig van een instantie in een andere lidstaat 1. De Consumentenautoriteit als verbindingsbureau zendt Verzoeken. om wederzijdse bijstand als bedoeld in artikel 12. iweede lid, verordening 2006/2004 onverwijld elektronisch door via de databank 3

aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten. Dit betreft verzoeken met betrekking tot de onder punt 6 van de Considerans genoemde taken. 2. Indien de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau een verzoek om wederzijdse bijstand heeft doorgestuurd terwijl de Stichting Autoriteit Financiële Markten geen bevoegdheden heeft ten aanzien van de richtlijn waarop het verzoek ziet, stelt de Stichting Autoriteit Financiële Markten de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau hienon onverwijld in kennis. Artikel 6 - Verzoeken om wederzijdse bijstand, gericht aan een instantie in een andere lidstaat 1. Indien de Stichting Autoriteit Financiële Markten een verzoek om wederzijdse bijstand wil doen aan een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat. zendt zij een ingevuld standaardformulier als bedoeld in artikel 12. derde lid. van verordening 2006/2004. elektronisch via de databank toe aan de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau. 2. De Consumentenautoriteit als verbindingsbureau zendt een verzoek om wederzijdse bijstand. afkomstig van de Stichting Autoriteit Financiële Markten en bestemd voor een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat. onverwijld door aan het verbindingsbureau van die lidstaat. Artikel 7 - Informatie-uitwisseling zonder verzoek Wanneer de Stichting Autoriteit Financiële Markten op grond van artikel 7 van de Verordening 2006/2004 de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten onverwijld in kennis stelt van een intracommunautaire inbreuk of een redelijk vermoeden heeít dot een intracommunautaire inbreuk kan plaatshebben. stelt zij krachtens artikel 3.1 3 Whc eveneens de Consumentenautoriteit daanan onverwijld in kennis. Artikel 8 - Coördinatie van markttoezicht- en handhavingsactiviteiten Indien een situatie als bedoeld in artikel 9. tweede lid, van verordening 2006/2004 zich voordoet. stelt de Stichting Autoriteit Financiële Markten de Consumentenautoriteit als verbindingsbureau hiervan in kennis en vindt hieromtrent overleg plaats. 2.3 De gemeenschappelijke activiteiten en verslaglegging (ariikelen 16, 17 en 21 van verordening 2006/2004) Artikel 9 - Gemeenschappelijke activiteiten 1, Ter uitvoering van de artikelen 16 en 17 van verordening 2006/2004 stelt de Stichting Autoriteit Financiële Markten de Consumentenautoriteit jaarlijks. voor zover dit nodig is voor het bereiken van de doelstellingen van verordening 2006/2004. in kennis van alle relevante informatie met betrekking tot haar activiteiten van communautair belang op onder meer de gebieden als genoemd in artikel 16 eerste lid, en artikel 17 eerste lid, onderdeel a en e. van verordening 2006/2004. 4

2. De Stichting Autoriteit Financiële Markten verstrekt de in dit artikel genoemde informatie uiterlijk een maand nadat de Consumentenautoriteit hiertoe een verzoek heeít gedaan. zodat de Consumentenautoriteit tijdig verslag uit kan brengen aan de Europese Commissie. Artikel 70 - Verslaglegging 1. Ten behoeve van de versiagiegging over de toepassing van verordening 2006/20M bedoeld in artikel 21 van verordening 2006/2004 aan de Europese Commissie stelt de Stichting Autoriteit Financiële Markten. de Consumentenautoriteit in kennis van de informatie als genoemd in artikel 21, derde lid. van verordening 2006/2004. 2. De Sticht(ng Autoriteit Financiële Markten verstrekt de in dit artikel genoemde informatie uiterlijk een maand nadat de Consumentenautoriteit hiertoe een verzoek heeít gedaan, zodat de Consumentenautoriteit tijdig verslag uit kan brengen aan de Europese Commissie. 3. De Consumentenautoriteit zorgt voor verspreiding van de samenvattingen bedoeld in artikel 21, eerste lid. onderdeel e, van verordening 2006/20M onder de in de Whc aangewezen bevoegde autoriteiten. Hoofdstuk 3 - Algemene bepalingen inzake samenwerking (Consumentenautoriteit als toezichthouder) Artikel 7 I - Informeren en samenwerking 1. De Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten informeren elkaar over zaken en ontwikkelingen die voor eikaars functioneren van belang (kunnen) zijn. 2. indien daartoe naar het oordeel van de Stichting Autoriteit Financiële Markten of de Consumentenautoriteit aanleiding bestaat. vindt overleg plaats tussen het bestuur van de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Consumentenautoriteit met betrekking tot de in dit samenwerkingsprotocol geregelde Samenwerking of andere aangelegenheden van wederzijds belang. 3. indien de Consumentenautoriteit of de Stichting Autoriteit Financiële Markten constateert dat beide autoriteiten tegen een bepaalde gedraging handhavend kunnen optreden en/of dat gezamenlijk optreden gewenst is. neemt de Consumentenautoriteit respectievelijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten hierover contact op met de ander om nadere werkafspraken te maken over de wijze van optreden in het desbetreffende geval. Artikel 72 - Afstemming uitleg begrippen De Consumentenautoriteit zai binnen drie weken, of indien spoed dit vereist binnen de kortere termijn die tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten is afgesproken. haar oordeel ten aanzien van de wijze van uitieg van begrippen geven, indien een daartoe strekkend verzoek overeenkomstig artikel 3.3. tweede lid, Whc juncto artikel 4.3. eerste lid Whc. is gedaan door Stichting Autoriteit Financiële Markten. 5

Hoofdstuk 4 - Overige Artikel 13 - Contactpersonen De Consumentenautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten benoemen ieder vanuit de interne organisatie een contactpersoon die het aanspreekpunt is voor hetgeen is afgesproken in dit samenwerkingsprotocol. Arfikei 14 - Aanpassingen en wljzigingen 1, Het samenwerkingsprotocol kan in onderling overleg worden gewijzigd. 2. Tenminste jaarlijks wordt door de Minister van Economische Zaken en de Stichting Autoriteit Financiële Markten bekeken of een wijziging van dit protocol noodzakelijk is. Aiiikel 75 -Bekostiging Tussen de Consumentenautoriteit en de Wchting Autoriteit Financiële Markten vinden geen onderlinge verrekeningen plaats voor de bekostiging van de samenwerking die direct voortvloeien uit dit protocol. Ariikel 16 - Inwerkingtreding Dit samenwerkingsprotocol treedt in werking met ingang van de iweede dag na dagtekening van de Stoatscouront waarin mededeling van dit protocoi wordt gedaan. Den Haag. De Staatssecretaris van Economische Zaken. pl2d-q drs. F. Heemskerk Het Bestuur van de Stichting Autoriteit Financiële Markten. mr. A.W. Kist Mr. A.W.H. Docters van Leeuwen Van dit profocol wordt mededeling gedaan in de Staatscouranf 6