SPATADERS SCLEROTHERAPIE (DROOGSPUITEN) - Patiëntinformatie -
Inleiding. Welkom op de dienst vaatheelkunde. Bij u werden aan één of beide benen spataders vastgesteld die best kunnen verholpen worden met sclerotherapie. Deze uitgebreide brochure informeert u over de medische aspecten van spataders en over alles wat bij uw behandeling komt kijken. Ze biedt een eerste antwoord op vele vragen. Wat zijn spataders? Spataders zijn uitgezette, niet goed werkende aders, die met name voorkomen in de benen. We hebben in ons lichaam twee soorten bloedvaten, namelijk slagaders (arteriën) en aders (venen). Het hart pompt het bloed in de slagaders en via een netwerk van hele kleine dunne adertjes (haarvaten), geeft het bloed zuurstof en voedingsstoffen af aan het weefsel in ons lichaam en neemt de gemaakte afvalstoffen op. Daarna wordt het bloed weer verzameld in de aders en terug naar het hart vervoerd. De kleppen in de aders voorkomen dat het bloed in het been terugstroomt tijdens het terugvoeren van het bloed naar het hart tegen de zwaartekracht in. Wanneer deze niet goed sluiten (insufficiënte kleppen = reflux), ontstaat een te hoge druk in de aders. Hierdoor zetten de aders uit en ontstaat een spatader. Een spatader (varix) is dus een uitrekking en verzakking van een normale ader. De medische naam voor spataders is varices. 1
De aders in de benen kunnen worden onderverdeeld in oppervlakkige en diepe aders. Deze aders vertakken zich in kleine aders die zich door de benen verspreiden. De diepe aders en de oppervlakkige aders zijn met elkaar verbonden door verbindingsaders (perforanten), waarin zich eveneens kleppen bevinden. Negentig procent van het bloed wordt via de diepe aders naar het hart geleid. De resterende tien procent van de afvoer van het bloed gaat via de oppervlakkige aders. Het gaat om de vena safena magna over de binnenzijde van het been en de vena safena parva over de kuit. Wanneer één van beide systemen onvoldoende functioneert, neemt het diepe systeem de functie over. Hoe ontstaan spataders? Aanleg Spataders zijn veelal erfelijk. Door aangeboren zwakte van de vaatwand van de aders kunnen spataders ontstaan. Doordat de mens rechtop loopt, zullen onder invloed van de zwaartekracht spataders zich juist in de onderbenen gaan ontwikkelen. 2
Als één ouder spataders heeft, dan heeft u 60% kans dat u ook spataders ontwikkelt. Hebben beide ouders spataders, dan is de kans bijna 100% dat u vroeg of laat ook spataders ontwikkelt. Zwangerschap Zowel door hormonale invloeden als door een beperking van de terugstroom van het bloed in de aders uit de benen naar het hart (door druk van de groeiende baarmoeder) ontstaan spataders gemakkelijker tijdens de zwangerschap. Hormonale factoren De invloed van de verschillende hormonen op het ontstaan van spataders is nog niet geheel duidelijk, maar lijkt wel aanwezig. De vrouwelijke hormonen (oestrogeen) verminderen de functie van de spierlaag van de vaatwand. Dit verklaart waarom spataders veel vaker voorkomen bij vrouwen dan bij mannen. De kans op het krijgen van spataders is in feite een optelsom van risicofactoren, waarvan bovenstaande drie de belangrijkste zijn. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn: Veel staan of zitten Overgewicht en ouderdom (verzwakking van de aderwand) Warme omgeving Klemmende kledij Overige oorzaken Spataders kunnen ook een gevolg zijn van een ziekte zoals bijvoorbeeld een trombosebeen. Bij een trombosebeen zijn enkele aders binnenin het been verstopt geraakt door gestold bloed. Hierdoor zijn andere aders aan de buitenzijde van het been 3
overbelast. Veel mensen die een trombosebeen hebben gehad zullen hierdoor na een aantal jaren last van spataders krijgen. Wat zijn de symptomen? Cosmetische bezwaren Zwaar of vermoeid gevoel Rusteloze benen, vaak in bed (restless legs) Zeurende, doffe pijnklachten Krampen Jeuk Eczeem Bruine verkleuringen (okerdermatitis, hyperpigmentatie) Verharding van de huid en onderhuids vetweefsel (lipodermatosclerose) Witte verlittekening (atrophie blanche) Aderontsteking (flebitis) met klontervorming (tromboflebitis) Bloedingen door stoten Zwelling in de benen, vaak rond de enkels (malleolaire oedemen) Veneus ulcus of open been 4
Behandelingsmogelijkheden? Spataders kunnen op verschillende manieren worden behandeld. De keuze van de behandelmethode is afhankelijk van het type spatader, de ernst en de uitgebreidheid van het probleem. De vaatchirurg laat zich leiden door de klinische gegevens van de patiënt én de bevindingen bij het duplexonderzoek om zo tot een à la carte behandeling te komen, aangepast aan elke individuele patiënt. Klassieke behandeling : crossectomie en stripping Endoveneuze behandeling door middel van radiofrequente ablatie Duplexgeleide foamsclerose Flebectomies volgens Müller Sclerotherapie 5
Sclerotherapie Voorbereiding Om de behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat u de volgende instructies opvolgt: Smeer uw benen op de dag van de behandeling niet in met crème of lotions. Epileer of scheer uw benen niet op de dag van de behandeling. Draag op de dag van de behandeling ruime schoenen en ruime kleding. Door de kousen die u na de behandeling moet dragen, past een strakke broek of schoen waarschijnlijk niet meer. Hou uw benen warm en wandel veel rond op de dag van de ingreep. Zo is de ader groter en gemakkelijker te bereiken. Breng uw steunkousen mee! Ingreep De behandeling wordt ambulant uitgevoerd op de consultatie. Ze vindt plaats zonder verdoving. U hoeft niet nuchter te zijn. Bij scleroseren (= droogspuiten) spuit de arts speciale vloeistof (Aethoxysclerol ) in de spatader. De vloeistof bestaat in verschillende sterktes. Om de vloeistof effectiever te maken, wordt deze ook wel eens gemengd met lucht waardoor een schuim (foam) ontstaat. De vloeistof wordt door middel van een klein prikje in de spataders gespoten en veroorzaakt een chemische beschadiging van de binnenzijde van de ader, waardoor deze dichtgaat. Deze chemische beschadiging is eigenlijk een steriele ontsteking. U kunt dus verschijnselen van een plaatselijke aderontsteking merken. Het behandelde gebied is dan lokaal warm en kan de kleur hebben van 6
een (oude) blauwe plek. Verder kan het lokaal wat bobbelig voelen. Dit is allemaal normaal. Het lichaam ruimt de behandelde ader(s) op. Dit proces duurt enkele maanden. Het eindresultaat verbetert tot een jaar na de behandeling. Er is wel een maximum aan de hoeveelheid vloeistof of schuim die in totaal per keer ingespoten mag worden. Het kan dus zijn dat niet alle spataders in één keer kunnen worden behandeld! Nazorg Er wordt een steunkous aangedaan die u meeheeft. Deze steunkous moet u 48 u dag en nacht dragen. Na 48 u mag u dus terug douchen. Nadien draagt u de kous nog een week overdag. De steunkous mag tijdelijk verwijderd worden als u zich wil wassen. Het is af te raden langdurig stil te staan of te zitten. Mobilisatie is aangewezen! Bij lang stilzitten is het aan te raden de benen in hoogstand te leggen. De eerste week na de operatie dienen intensieve sporten zoals wielrennen of hardlopen vermeden te worden. Zonnebank, sauna en blootstelling aan de zon dienen vermeden te worden de eerste twee maanden na de ingreep. Bij pijn mag u paracetamol 1 g (Dafalgan forte) nemen tot maximaal viermaal daags. In principe wordt een controleafspraak voorzien na vier weken. De arts kijkt dan of de behandeling geslaagd is. Het is mogelijk dat de behandelde spatader niet goed is dichtgegaan. In dat geval bekijkt de arts of de behandeling herhaald moet worden. 7
Neveneffecten? de eerste avond na de behandeling kunnen klachten optreden als hoofdpijn en rillerigheid. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen, bijvoorbeeld paracetamol. lokale pijn en een hardere streng (zone) over het behandelde bloedvat, soms dient deze na vier weken ingeprikt en uitgeduwd te worden. oppervlakkige flebitis: pijnlijke, rode en warme zone op en rond de plaats van de behandeling. hyperpigmentatie of bruinverkleuring over het behandelde bloedvat (dit kan soms enkele maanden aanhouden, maar verdwijnt meestal). Tot slot We hopen dat deze brochure voor u een hulp is geweest om meer te weten te komen over sclerotherapie. Met bijkomende bemerkingen of vragen kan u steeds bij de verpleging en uw vaatchirurg terecht. We hopen dat uw verblijf hier zo kort en zo aangenaam mogelijk verloopt en wensen u alvast een spoedig herstel toe. 8
9
AZO/HEK/332 V1.0 Voor meer info raadpleeg: Dr. Bart De Nijs D I E N S T T H O R A C O V A S C U L A I R E H E E L K U N D E Secretariaat Thoracovasculaire Heelkunde T: 055 33 60 43 Afspraken T: 055 33 66 38 1