Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid Gebruikersgroep I&R schapen en geiten (zie verzendlijst) uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum VD 05.1348/PBO 20-04-2005 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Implementatie EU-Verordening 21/2004 Identificatie en registratie van schapen en geiten 070-3785121 1 Geachte heer/mevrouw, Bij deze wil ik u informeren over de beleidskeuzes die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft gemaakt in het kader van EU-Verordening 21/2004. Het betreft keuzes die zijn voorgelegd aan een gebruikersgroep I&R schapen en geiten en die, daar waar het ministerie van LNV het mogelijk achtte, zijn aangepast naar aanleiding van opmerkingen van de gebruikersgroep. Implementatie per 9 juli 2005 De beleidskeuzes betreffen de onderwerpen merktermijn, identificatiemiddelen en slachtlammeren. Het ministerie van LNV zal de Regeling identificatie en registratie van dieren op basis hiervan aanpassen. Merktermijn Per 09 juli 2005 moeten alle lammeren geboren na die datum worden gemerkt met twee identificatiemiddelen. De huidige merktermijn is 30 dagen. Vanaf 09 juli 2005 geldt de volgende merktermijn: 1. Dieren die van het bedrijf worden afgevoerd, of de openbare weg betreden, lopend of met een transportmiddel, moeten zijn voorzien van twee identificatiemiddelen; 2. Het eerste identificatiemiddel moet in ieder geval worden aangebracht binnen 30 dagen; 3. Het tweede identificatiemiddel moet in ieder geval worden aangebracht binnen 6 maanden; 4. Uitzondering op punt 1 geldt voor lammeren die op afstand van de huiskavel worden geboren, of zijn uitgeschaard. Deze lammeren mogen binnen een week na geboorte tezamen met de moeder worden vervoerd binnen of naar het eigen bedrijf; 5. Registratie van geboorte in het bedrijfsregister dient plaats te vinden onmiddellijk na aanbrengen van het tweede identificatiemiddel, voordat de dieren van het bedrijf worden afgevoerd, of de openbare weg betreden. Identificatiemiddelen Het huidige merk dat gebruikt wordt ter identificatie, met uitzondering van de kleine merken voor kleinere rassen, heeft als voordeel dat de nummers nog redelijk goed
20-04-2005 VD 05.1348/PBO 2 afleesbaar zijn. Als nadeel wordt door fokkers genoemd dat het huidige merk te groot is om, zoals zij dat wensen, al op de eerste dag na geboorte aan te brengen. Het ministerie heeft zodoende besloten om ten aanzien van slechts één van de twee identificatiemiddelen een minimum formaat te vereisen, vergelijkbaar met de huidige merken. Het andere merk mag dan een identificatiemiddel van een kleiner formaat zijn. Daarbij is het aan de houder te bepalen welk van de twee identificatiemiddelen binnen de termijn van 30 dagen aangebracht wordt. Op termijn, zodra elektronische identificatiemiddelen beschikbaar zijn, kan in plaats van het merk met het minimum formaat (zoals het huidige merk), een elektronisch identificatiemiddel gebruikt worden. Hierbij kan gedacht worden aan zowel een elektronische oorknop als een elektronische maagbolus. Op termijn wordt daarmee een combinatie van een klein merk met een kleine elektronische oorknop mogelijk, of een klein merk met een elektronische maagbolus. Met de twee hierboven genoemde invullingen wordt in de toekomst de maagbolus mogelijk gemaakt, die pas bij dieren kan worden aangebracht als ze een gewicht van 25 kg hebben. Tevens hebben de dieren al wel een identificatie op een leeftijd van 30 dagen en zijn ze voorzien van een dubbele identificatie op het moment dat de dieren het bedrijf verlaten of op de openbare weg komen. Dieren kunnen tot 6 maanden met één identificatiemiddel geïdentificeerd worden, mits ze niet van het bedrijf zijn afgevoerd of de openbare weg geweest zijn. Indien die dieren dit ene identificatiemiddel verliezen, moet een nieuw identificatiemiddel aangebracht worden, zonder dat altijd bekend is wat het nummer van het verloren identificatiemiddel was. In dit geval krijgen de dieren een nieuw identificatiemiddel met een nieuw nummer. Het dier is op dat moment echter nog steeds op het bedrijf van geboorte, dus zowel het oude als het nieuwe identificatiemiddel zal naar hetzelfde geboortebedrijf verwijzen. Slachtlammeren EU-Verordening 21/2004 geeft aan lidstaten de mogelijkheid om een vereenvoudigde identificatie en registratie van slachtlammeren in te voeren met slechts één oormerk, dat geen elektronisch merk hoeft te zijn. Het ministerie acht het ongewenst in Nederland gebruik te maken van deze mogelijkheid. Aan deze mogelijkheid wordt in de EU- Verordening de voorwaarde gesteld dat het slechts mogelijk is bij dieren die voor de leeftijd van 12 maanden in de eigen lidstaat geslacht worden. Mochten dieren alsnog geëxporteerd worden, dan moeten de dieren alsnog een dubbele identificatie krijgen. In Nederland gaan bijna alle dieren via een verzamelplaats naar het slachthuis. Daarbij wordt op de verzamelplaats pas bepaald of de bestemming een Nederlands of een buitenlands slachthuis wordt. Dit zou betekenen dat de te exporteren schapen alsnog van een tweede identificatiemiddel moeten worden voorzien. Eenmaal op de verzamelplaats is er echter te weinig tijd om een oormerk te bestellen met eenzelfde nummer en het dier daarmee alsnog dubbel te identificeren. Een dubbele identificatie met een tweede identificatiemiddel met een ander nummer stuit op het probleem dat de twee individuele nummers van de twee identificatiemiddelen administratief aan elkaar gekoppeld moet worden. Dit betekent een handmatige registratie van individuele nummers, dat wil zeggen veel extra administratieve last voor met name de handel, die ook zal blijven bestaan na invoer van elektronische identificatiemiddelen en met een groter risico op fouten, waardoor goede tracering onmogelijk wordt.
20-04-2005 VD 05.1348/PBO 3 Afgezien van het probleem dat ontstaat bij het exporteren van dieren die in beginsel met een vereenvoudigde identificatie geïdentificeerd zijn, vindt het ministerie het ook onverantwoord dat dieren met slechts de vereenvoudigde identificatie tot een leeftijd van 12 maanden van bedrijf naar bedrijf verplaatst kunnen worden. Een betrouwbare tracering van de verschillende bedrijven waar het dier verbleven heeft, is dan onmogelijk. Implementatie per 1 januari 2008 Per 1 januari 2008 schrijft EU-Verordening 21/2004 voor dat schapen en geiten individueel geregistreerd moeten worden. Daarbij laat de verordening een aantal opties open in hoeverre deze informatie centraal beschikbaar moet zijn. De verordening koppelt de individuele registratie aan de invoering van elektronische identificatie. Daarbij kent de verordening een voorbehoud met betrekking tot de datum van invoering van elektronische identificatie. De datum hiervoor is afhankelijk gesteld van de praktische toepasbaarheid van elektronische identificatie. De Europese Commissie zal uiterlijk 30 juni 2006 met een verslag over elektronische identificatie komen met een eventueel voorstel om de datum van 1 januari 2008 naar achteren te verplaatsen indien zou blijken dat elektronische identificatie nog niet praktijkrijp is. Zonder het verslag van de Commissie af te wachten, is het ministerie gestart om vóór eind 2005 een plan op te stellen waarin wordt aangegeven via welke route de sector schapen en geiten zich zoveel mogelijk stapsgewijs kan voorbereiden op de naleving van de per 1 januari 2008 geldende verplichtingen in de verordening. Hierbij staan de invoering van elektronische identificatie en de centrale database centraal. Via werkgroepen wordt de sector uitgenodigd intensief mee te denken om tot een werkbaar voorstel voor implementatie te komen, die vervolgens bij de gebruikersgroep getoetst wordt. DE DIRECTEUR VOEDSELKWALITEIT EN DIERGEZONDHEID, dr.ir. H. Paul
20-04-2005 VD 05.1348/PBO 4 Verzendlijst H. Bolhuis, voorzitter Reiderwolderpolder 18 9684 TK Finsterwolde COV en PVE Dhr. Ir. R.M. Bakker Postbus 61 2700 AB Zoetermeer GD Dhr. Vellema Postbus 9 7400 AA Deventer KNS Dhr. Lokerse Postbus 1234 2280 CE Rijswijk Dhr. Finnema Oeble Om Wei 1, 9004 XZ Warstiens Dhr. Flierman Zonnebergerdijk 24 8111 ND Heeteren LWPS Dhr. E. Rhöse Oude Molenbeekweg 2 6101 PA Echt NBHV Dhr. Kingma Friesestraatweg 13 9831 TB Aduard NBvH Mw. Bijl Postbus 130 3870 CC Hoevelaken
20-04-2005 VD 05.1348/PBO 5 NSFO Dhr. W. Scherphof Weverstraat 2 4061 AP Ophemert Vakgroep Schapen- en Geitenhouderij Postbus 29773 2502 LT Den Haag NBHV Postbus 251 2700 AG Zoetermeer