Opvoeden in Nederland

Opvoeden in Nederland Belangrijke informatie Deze vragenlijst is bestemd voor <GeslachtOuder> <InitialenOuder> <NaamOuder>. Het is de bedoeling dat deze persoon zelf de vragenlijst invult, en niet iemand anders (ook niet uw eventuele partner). Een aantal vragen in deze vragenlijst heeft betrekking op één specifiek kind. Het is de bedoeling dat u deze vragen beantwoordt voor <InitialenKind> <NaamKind> geboren op <GeboortedatumKind>. De gegevens uit de vragenlijst zullen worden gebruikt door het Sociaal en Cultureel Planbureau in de vorm van statistieken. Uw antwoorden worden uiteraard zeer vertrouwelijk behandeld. Uw naam of die van uw kind zal nooit in de onderzoeksrapporten gebruikt worden. Dongen, januari 2010 Ond.nr.: 14280

INVULVOORBEELD Aan de hand van onderstaande voorbeeldvragen willen wij u laten zien hoe u verschillende type vragen moet beantwoorden. VOORBEELD VAN EEN VRAAG MET EEN VERWIJZING NAAR EEN ANDERE VRAAG 1. Kijkt u wel Televisie? Ja 1 GA VERDER MET VRAAG 2 Nee 2 GA DOOR MET VRAAG 3 VOORBEELD VAN EEN VRAAG WAARBIJ U MEER ANTWOORDEN KUNT GEVEN 2. Naar welke programma s kijkt u geregeld op TV? MEER ANTWOORDEN MOGELIJK Sportprogramma s 00 Comedy s 01 Actualiteiten 02 Documentaires 03 Amusementprogramma s 04 Muziekprogramma s 05 Andere (NOTEER) _, Films 06 VOORBEELD VAN EEN VRAAG DIE BESTAAT UIT VERSCHILLENDE UITSPRAKEN WAARBIJ U PER UITSPRAAK EEN ANTWOORD MOET GEVEN 3. Er zijn verschillende manieren om te proberen dingen in Nederland te verbeteren of om te helpen voorkomen dat dingen verkeerd gaan. Heeft u in de afgelopen 12 maanden een van de volgende dingen gedaan? PER REGEL ÉÉN ANTWOORD OMCIRKELEN Heeft u contact opgenomen met een politicus, een landelijke of gentelijke ambtenaar? Bent u in een politieke partij of actiegroep actief geweest? 1 Ja Nee 1 2 Bent u in een andere organisatie of vereniging actief geweest? 1 2 Heeft u een sticker of badge gedragen voor een campagne? 1 2 2 EEN VRAAG WAARBIJ U OM EEN AANTAL OF BEDRAG WORDT GEVRAAGD 4. Hoe vaak bent u afgelopen jaar op vakantie geweest? NOTEER HET AANTAL 0 2 VOORBEELD VAN EEN OPEN VRAAG WAARBIJ U IN DE DAARVOOR BESTEMDE RUIMTE UW ANTWOORD KUNT NOTEREN 5. Naar welk landen bent u vorig jaar op vakantie geweest? Noteer: Nederland, Zuid-Afrika

ACHTERGRONDGEGEVENS 1. Wat is uw geslacht? V01 Man...1 Vrouw...2 2. Wat is uw geboortedatum? V02_dag/V02_maand/V02_jaar Dag: Maand: Jaar: 3. Hebt u een vaste partner met wie u samenwoont? V03 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 4 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 7 4. Bent u met uw partner getrouwd of hebt u een geregistreerd partnerschap? V04 5. Wat is het geslacht van uw partner? V05 Ik ben met deze partner getrouwd...1 Ik heb met deze partner een geregistreerd partnerschap...2 Geen van beide...3 Man...1 Vrouw...2 6. Wat is de geboortedatum van uw partner? V06_dag/V06_maand/V06_jaar Dag: Maand: Jaar: KIND De volgende vragen hebben betrekking op het kind <InitialenKind><NaamKind> geboren op <GeboortedatumKind>. Vult u de vragen 7 tot en met 22 s.v.p. voor het bovengenoemde kind in. 7. Volgens onze gegevens woont <InitialenKind><NaamKind> bij u in huis. Klopt dit? V07 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 8 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 49 8. Wat is het geslacht van dit kind? V08 Jongen...1 Meisje...2 9. Bent u de biologische ouder van <InitialenKind><NaamKind>? V09 Ja...1 Nee...2

INDIEN U MET EEN VASTE PARTNER SAMENWOONT EN DUS VRAAG 3 BEANTWOORD HEBT MET JA, GAAT U DAN VERDER MET VRAAG 10, GAAT U ANDERS VERDER NAAR VRAAG 11. 10. Is uw partner de biologische ouder van dit kind? V10 Ja...1 Nee...2 11. Maakt <InitialenKind><NaamKind> altijd deel uit van dit huishouden, of woont hij/zij ook een deel van de tijd ergens anders? V11 Woont altijd hier...1 GA VERDER MET VRAAG 13 Woont deel van de tijd ergens anders...2 GA DOOR NAAR VRAAG 12 12. Hoe verdeelt dit kind doorgaans de tijd tussen dit huishouden en de andere woonplek(ken)? V12 Elke week een aantal dagen hier en een aantal dagen ergens anders...1 Steeds een week hier en een week elders...2 Regelmatig een aaneengesloten periode van enkele weken of maanden afwezig...3 Een ander vast patroon...4 Een onregelmatig patroon...5 13. Zit dit kind op de middelbare school / voortgezet onderwijs? V13 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 14 EN 15 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 16 14. Welk onderwijsniveau volgt hij/zij? In geval van een gemengde (brug)klas kunt u rdere antwoorden omcirkelen. V14 VMBO-(kader/basis)beroepsgericht...1 V14C01 VMBO-theoretisch/gemengd/MAVO...2 HAVO...3 VWO...4 V14C02 V14C03 V14C04 15. In welke klas zit dit kind? V15 1 e...1 2 e...2 3 e...3 4 e...4 5 e...5 6 e...6

GEZONDHEID VAN HET KIND Nu willen we graag enkele vragen stellen over de gezondheid van <InitialenKind><NaamKind>. 16. Hoe is het in het algen met zijn/haar gezondheid? V16 Uitstekend...1 Goed...2 Niet goed en niet slecht...3 Slecht...4 Zeer slecht...5 17. Heeft <InitialenKind><NaamKind> op dit moment last van één of r langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps? V17 Ja...1 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 19 18. In welke mate wordt hij/zij door deze langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps belemmerd in zijn/haar dagelijkse bezigheden? V18 Sterk belemmerd...1 Licht belemmerd...2 Niet belemmerd...3 GEDRAG VAN HET KIND Vraag 19 is opgedeeld in vier versies, afhankelijk van de leeftijd van <InitialenKind><NaamKind>, gaat u verder met vraag 19a, b, c, d. Hieronder ziet u welke versie voor u van toepassing is: V19 19a. -> Indien dit kind jonger is dan 1 jaar oud 19b. -> Indien dit kind 1 jaar of ouder is maar jonger dan 3 jaar 19c. -> Indien dit kind 3 of 4 jaar oud is 19d. -> Indien dit kind 5 jaar of ouder is 19a. Wanneer <InitialenKind><NaamKind> jonger is dan 1 jaar oud is De volgende uitspraken gaan over het gedrag van dit kind in de laatste zes maanden. Omcirkel of de uitspraken voor dit kind niet zijn of een beetje zijn of zeker zijn. Omcirkel op iedere regel één code. Niet Een beetje Rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten of stilliggen V19A01 Lijkt vaak last te hebben van hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid V19A02 Wordt vaak driftig als het niet krijgt wat het wil V19A03 Doet gemakkelijk wat volwassenen willen V19A04 Lacht weinig V19A05 Is constant aan het wiebelen of friemelen V19A06 Is geïnteresseerd in wat andere kinderen doen V19A07 Huilt vaak V19A08 Is gemakkelijk afgeleid V19A09 Zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties V19A10 Zeker

Vervolg vraag 19a Niet Een beetje Zeker Is vaak boos V19A11 Kan al r dan 5 minuten met één speeltje bezig zijn V19A12 Gaat protesteren (bijv. huilen of jengelen) als het even moet wachten op aandacht V19A13 Is voor heel veel bang, is snel angstig V19A14 Kan al langer dan 5 minuten gericht kijken naar speeltjes, plaatjes, mobiles, etc. V19A15 Speelt graag V19A16 Vindt het leuk om naar andere kinderen te kijken V19A17 Is gemakkelijk te troosten V19A18 Lacht vaak naar andere kinderen V19A19 Raakt overstuur als het niet krijgt wat het wil V19A20 GAAT U NA 19a VERDER NAAR VRAAG 20. 19b. Wanneer <InitialenKind><NaamKind> 1 jaar of ouder is maar jonger dan 3 jaar De volgende uitspraken gaan over het gedrag van dit kind in de laatste zes maanden. Omcirkel of de uitspraken voor dit kind niet zijn, of een beetje zijn of zeker zijn. Omcirkel op iedere regel één code. Niet Een beetje Rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten V19B01 Lijkt vaak last te hebben van hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid V19B02 Is vaak boos V19B03 Nogal op zichzelf, niet zo geïnteresseerd in andere kinderen V19B04 Doorgaans gehoorzaam, doet gewoonlijk wat volwassenen vragen V19B05 Lacht weinig V19B06 Is constant aan het wiebelen of friemelen V19B07 Speelt graag met andere kinderen V19B08 Slaat of bijt andere kinderen vaak V19B09 Huilt vaak V19B10 Maakt gemakkelijk contact met andere kinderen V19B11 Is gemakkelijk afgeleid V19B12 Zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties, verliest makkelijk zelfvertrouwen V19B13 Zeker Is vaak opstandig V19B14 Wordt geduwd, gebeten of geslagen door andere kinderen V19B15 Heeft moeite om zich te concentreren V19B16 Kan gen doen tegen anderen V19B17 Is vooral op volwassenen gericht V19B18 Voor heel veel bang, is snel angstig V19B19 Kan de aandacht goed vasthouden V19B20 GAAT U NA 19b VERDER NAAR VRAAG 20.

19c. Wanneer <InitialenKind><NaamKind> 3 of 4 jaar oud is. De volgende uitspraken gaan over het gedrag van dit kind in de laatste zes maanden. Omcirkel of de uitspraken voor dit kind niet zijn, of een beetje zijn, of zeker zijn. Omcirkel op iedere regel één code. Niet Een beetje Houdt rekening met gevoelens van anderen V19C01 Rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten V19C02 Klaagt vaak over hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid V19C03 Deelt makkelijk met andere kinderen (bijvoorbeeld speelgoed, snoep, potloden, enz.) V19C04 Zeker Heeft vaak driftbuien of woede-uitbarstingen V19C05 Nogal op zichzelf, neigt er toe alleen te spelen V19C06 Doorgaans gehoorzaam, doet gewoonlijk wat volwassenen vragen V19C07 Heeft veel zorgen, lijkt vaak over dingen in te zitten V19C08 Is behulpzaam als iemand zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt V19C09 Is constant aan het wiebelen of friemelen V19C10 Heeft minstens één goede vriend of vriendin V19C11 Vecht vaak met andere kinderen of pest ze V19C12 Vaak ongelukkig, in de put of in tranen V19C13 Wordt over het algen aardig gevonden door andere kinderen V19C14 Gemakkelijk afgeleid, heeft moeite om zich te concentreren V19C15 Zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties, verliest makkelijk zelfvertrouwen V19C16 Aardig tegen jongere kinderen V19C17 Maakt vaak ruzie met volwassenen V19C18 Wordt getreiterd of gepest door andere kinderen V19C19 Biedt vaak vrijwillig hulp aan anderen (ouders, leerkrachten, andere kinderen) V19C20 Kan stoppen en nadenken vóór iets te doen V19C21 Kan gen doen tegen anderen V19C22 Kan beter opschieten met volwassenen dan met andere kinderen V19C23 Voor heel veel bang, is snel angstig V19C24 Maakt opdrachten af, kan de aandacht goed vasthouden V19C25 GAAT U NA 19c VERDER NAAR VRAAG 20.

19d. Wanneer <InitialenKind><NaamKind> 5 jaar of ouder is De volgende uitspraken gaan over het gedrag van dit kind in de laatste zes maanden. Omcirkel of de uitspraken voor dit kind niet zijn, of een beetje zijn, of zeker zijn. Omcirkel op iedere regel één code. Niet Een beetje Houdt rekening met gevoelens van anderen V19D01 Rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten V19D02 Klaagt vaak over hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid V19D03 Deelt makkelijk met andere kinderen (bijvoorbeeld speelgoed, snoep, potloden enz.) V19D04 Zeker Heeft vaak driftbuien of woede-uitbarstingen V19D05 Nogal op zichzelf, neigt er toe alleen te spelen V19D06 Doorgaans gehoorzaam, doet gewoonlijk wat volwassenen vragen V19D07 Heeft veel zorgen, lijkt vaak over dingen in te zitten V19D08 Behulpzaam als iemand zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt V19D09 Constant aan het wiebelen of friemelen V19D10 Heeft minstens één goede vriend of vriendin V19D11 Vecht vaak met andere kinderen of pest ze V19D12 Vaak ongelukkig, in de put of in tranen V19D13 Wordt over het algen aardig gevonden door andere kinderen V19D14 Gemakkelijk afgeleid, heeft moeite om zich te concentreren V19D15 Zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties, verliest makkelijk zelfvertrouwen V19D16 Aardig tegen jongere kinderen V19D17 Liegt of bedriegt vaak V19D18 Wordt getreiterd of gepest door andere kinderen V19D19 Biedt vaak vrijwillig hulp aan anderen (ouders, leerkrachten, andere kinderen) V19D20 Denkt na vóór iets te doen V19D21 Pikt dingen thuis, op school of op andere plaatsen V19D22 Kan beter opschieten met volwassenen dan met andere kinderen V19D23 Voor heel veel bang, is snel angstig V19D24 Maakt opdrachten af, kan de aandacht goed vasthouden V19D25 GAAT U NA 19d. VERDER NAAR VRAAG 20. 20. Denkt u over het geheel genomen dat dit kind moeilijkheden heeft op één of r van de volgende gebieden: emoties, concentratie, gedrag of vermogen om met andere mensen op te schieten? V20 Nee...1 Ja, kleine moeilijkheden...2 Ja, duidelijke moeilijkheden...3 Ja, ernstige moeilijkheden...4

OPVOEDEN 21. De volgende uitspraken gaan over de opvoeding van <InitialenKind><NaamKind>. Er kunnen uitspraken zijn van u misschien denkt: "Ik denk of doe het liefst zo, maar in werkelijkheid komt daarvan niet zo veel terecht". Omcirkelt u in dat geval als antwoord wat u in werkelijkheid doet of denkt. Ik laat mijn kind vaak merken dat ik van hem/haar houd V21_01 Als het niet zo goed met mijn kind gaat, lukt het mij om mijn kind te troosten V21_02 Als mijn kind vervelend is geweest naar iemand, zeg ik vaak dat die ander moet huilen V21_03 Ik heb weinig of geen moeite met het volhouden van regels voor mijn kind, zelfs als er familie (ook grootouders) bij is V21_04 Ik geef mijn kind regelmatig een flinke straf als dat nodig is V21_05 Wij hebben een vast tijdstip voor het avondeten V21_06 Als ik mijn kind iets laat doen in het gezin, geef ik eerst duidelijke instructies V21_07 Als mijn kind iets doet wat niet mag, kijk ik vaak boos en doe alsof hij/zij er niet is V21_08 Ik knuffel, kus, en omarm mijn kind vaak V21_09 Als mijn kind verdrietig is of ergens zit, dan heb ik dat in de gaten V21_10 Helemaal Tamelijk Beetje Beetje Tamelijk Helemaal Ons huis is schoon en ordelijk V21_11 Als ik straf stuur ik mijn kind stal naar zijn/haar kamer of naar de gang V21_12 Soms duurt het zo lang voordat ik de kans krijg te reageren op een overtreding van mijn kind dat ik het gewoon laat zitten V21_13 Ik praat regelmatig met mijn kind over haar/hem zelf V21_14 Als mijn kind iets doet wat niet mag, kijk ik vaak boos en kijk dan niet naar hem/haar om V21_15 Als mijn kind iets van een ander stuk heeft gemaakt, zeg ik vaak dat die ander verdrietig is V21_16 Ik weet precies wanneer mijn kind het ergens moeilijk heeft V21_17 Als mijn kind iets doet wat niet mag verhef ik mijn stem V21_18 Ik geef mijn kind vaak een complimentje V21_19 Mijn kind weet mij vaak over te halen haar/hem lichter te straffen, dan ik van plan was V21_20

Ons gezin is georganiseerd V21_21 Ik probeer zoveel mogelijk uit te leggen aan mijn kind V21_22 Mijn kind moet mij gehoorzamen; geen flauwekul V21_23 Vervolg vraag 21 Helemaal Tamelijk Beetje Beetje Tamelijk Helemaal Soms heb ik gewoon niet de energie om mijn kind zich te laten gedragen zoals het hoort V21_24 Ik noem mijn kind vaak bij de troetelnaam V21_25 Meestal straf ik mijn kind door iets leuks te verbieden V21_26 Het lukt ons om alle klusjes die in en rondom het huis moeten gebeuren ook klaar te krijgen V21_27 Als mijn kind ergens over piekert of verdrietig is, dan begrijp ik wat er aan de hand is V21_28 Ik geef mijn kind inspraak in de gezinsregels V21_29 Als mijn kind iemand geslagen heeft, zeg ik stal dat zij/hij die ander pijn gedaan heeft V21_30 Meestal geef ik mijn kind een draai om de oren of een tik als zij/hij iets doet wat niet mag V21_31 Ik glimlach vaak naar mijn kind V21_32 Als ik eenmaal nee heb gezegd weet mijn kind mij toch van gedachten te veranderen V21_33 Als mijn kind iets doet wat niet mag, dan praat ik stal weer als hij/zij zich beter gedraagt V21_34 Ik zorg dat mijn kind volgens vaste regels leeft, dat is voor het kind heel wat gemakkelijker V21_35 Ik dreig alleen met een straf, als ik zeker weet dat ik die ook ga uitvoeren V21_36 Ik weet heel goed wat mijn kind wil of voelt V21_37 Als mijn kind iets doet wat niet mag, geef ik stal straf V21_38 Ik zet altijd door met het disciplineren van mijn kind, ongeacht hoe lang het duurt V21_39 Ik maak mijn kind vaak aan het lachen V21_40 Ik maak mijn kind duidelijk om ik straf V21_41 Ik help mijn kind goed als zij/hij het moeilijk heeft V21_42 Als mijn kind iets stuk gemaakt heeft, dan zeg ik vaak dat ik verdriet heb V21_43 Als mijn kind iets doet wat niet mag, praat ik vaak niet r totdat zij/hij spijt laat zien V21_44 Ik probeer uitleg te geven aan mijn kind

wanneer het bang of van streek is V21_45 INDIEN <INITIALENKIND><NAAMKIND> 2 JAAR OF OUDER IS DAN VERDER MET DE STELLINGEN 46 TOT EN MET 57, ANDERS VERDER NAAR VRAAG 23. Vervolg vraag 21 Meestal geef ik iets extra's als mijn kind aardig tegen mij geweest is V21_46 Ik leer mijn kind dat zij/hij zelf verantwoordelijk is voor wat er met haar/hem gebeurt V21_47 Vaak ga ik met mijn kind iets leuks doen (uitstapje, langer opblijven) als mijn kind geholpen heeft V21_48 Ik moedig mijn kind regelmatig aan dingen te onderzoeken V21_49 Meestal geef ik mijn kind een knuffel (aai, schouderklopje) als zij/hij aardig tegen mij geweest is V21_50 Ik laat mijn kind haar/zijn problemen vaak zelf oplossen V21_51 Ik geef vaak iets lekkers als mijn kind geholpen heeft V21_52 Ik laat mijn kind zelf veel beslissingen nemen V21_53 Ik geef mijn kind stal een complimentje als het iets goeds gedaan heeft V21_54 Ik moedig mijn kind aan om onafhankelijk van mij te zijn V21_55 Meestal koop ik iets voor mijn kind of laat ik mijn kind iets kopen als zij/hij iets goed gedaan heeft V21_56 Ik laat mijn kind veel nieuwe dingen uitproberen, ook al is de afloop daarvan erg onzeker V21_57 Helemaal Tamelijk Beetje Beetje Tamelijk Helemaal INDIEN <INITIALENKIND><NAAMKIND> 10 JAAR OF OUDER IS, GAAT U DAN VERDER MET VRAAG 22, ANDERS GAAT U VERDER NAAR VRAAG 23

SPREKEN OVER RELATIES EN SEKSUALITEIT 22. Heeft u met <InitialenKind><NaamKind> het afgelopen jaar over de volgende onderwerpen ten aanzien van relaties en seksualiteit gesproken? Nee Ja, een enkele keer Ja, rdere keren Verliefdheid en verkering V22A Zwangerschap en voorbehoedsmiddelen V22B Dat je geen dingen moet doen op seksueel gebied, die je niet wilt V22C ANDERE KINDEREN 23. Heeft u nog andere (eigen, biologische) kinderen? V23 Nee, geen andere kinderen...1 GA VERDER MET VRAAG 27 Ja...2 GA DOOR NAAR VRAAG 24 24. Hoeveel andere kinderen heeft u naast <InitialenKind><NaamKind>? V24 25. Wat is de leeftijd van het jongste kind, <InitialenKind><NaamKind> niet gerekend? V25 26. Wat is de leeftijd van het oudste kind, <InitialenKind><NaamKind> niet gerekend? V26 GEZINSSITUATIE 27. Hieronder staan vier gezinssituaties beschreven. Welke is het st van toepassing op uw situatie? V27 Tweeoudergezin: twee ouders met één of r thuiswonende kinderen...1 Eénoudergezin: één ouder met één of r thuiswonende kinderen...2 Gezin met stiefouder: één ouder met één of r thuiswonende eigen kinderen en een partner zonder eigen kinderen...3 Samengesteld gezin: een gezin in twee ouders samenleven, die allebei kinderen hebben uit een eerdere relatie...4

OPVOEDINGSDOELEN Naast dat kinderen later gelukkig zijn, willen ouders vaak ook dat hun kinderen later bepaalde andere eigenschappen bezitten. 28. Wilt u met de cijfers 1 tot en met 10 een rangorde aanbrengen u aangeeft welke eigenschappen u het belangrijkst vindt? Geef het cijfer 1 aan de st belangrijke eigenschap en 10 aan de minst belangrijke eigenschap. Elk cijfer mag u maar 1 keer gebruiken. Cijfer a. Verantwoordelijkheidsgevoel hebben V28A b. Voor zichzelf opkomen V28B c. Goede schoolresultaten behalen V28C d. Rekening houden met anderen V28D e. Goede manieren hebben V28E f. Zelfstandig oordelen V28F g. Verdraagzaam zijn V28G h. Eigen doelen nastreven V28H i. Respect voor ouders en ouderen V28I j. IJverig en ambitieus zijn V28J BELEVING VAN DE OPVOEDINGSSITUATIE 29. De vorige vragen gingen vooral over uw feitelijke aanpak van de opvoeding. Nu volgt een aantal vragen over uw beleving van de opvoedingssituatie. Denk niet te lang na, het eerste wat u denkt kunt u invullen. Helemaal Tamelijk Beetje Beetje Tamelijk Ik ben tevreden over hoe de opvoeding van mijn kind(eren) verloopt V29A Ik heb vaak het gevoel dat ik de opvoeding van mijn kind(eren) niet goed aankan V29B Het ouderschap is moeilijker dan ik dacht V29C Hoe ik ook mijn best doe, soms heb ik het gevoel dat ik de opvoeding van mijn kind(eren) niet goed in de hand heb V29D Ik merk dat ik goed in staat ben voor mijn kind(eren) te zorgen V29E Helemaal INDIEN U MET EEN VASTE PARTNER SAMENWOONT EN DUS VRAAG 3 BEANTWOORD HEBT MET JA, GAAT U DAN VERDER MET VRAAG 30, GAAT U ANDERS VERDER NAAR VRAAG 31.

VERDELING VAN DE (OPVOEDINGS)TAKEN 30. Hoe zijn de (opvoedings)taken bij u thuis verdeeld tussen u en uw partner? Kunt u van elk van de volgende zaken aangeven wie dat stal doet? Altijd door u Vaker door u Gelijk Vaker door partner Altijd door partner Voor zieke kind(eren) zorgen V30A 4 5 Zorgen dat mijn kind zich goed gedraagt V30B 4 5 Kind(eren) halen/brengen V30C 4 5 INDIEN ÉÉN OF MEERDERE KINDEREN JONGER DAN 6 JAAR IS, BEANTWOORDT U DAN OOK 30d., ANDERS VERDER NAAR VRAAG 31 Altijd door u Vaker door u Gelijk Vaker door partner Altijd door partner Kind(eren) wassen, helpen met aankleden V30D 4 5

OPVOEDINGSONDERSTEUNING: ADVIES EN PRATEN Vaak kunnen ouders bij de opvoeding van hun kinderen een beroep doen op de steun van personen uit hun omgeving of verschillende instanties. Het soort ondersteuning kan verschillen. De ene ouder zal van tijd tot tijd een goed advies willen hebben over dingen in de opvoeding van de kinderen, een ander wil soms alleen maar met iemand praten over problemen die zich bij het opvoeden voordoen. 31a. Hoe vaak krijgt u advies van en/of praat u over de opvoeding met de volgende personen of instanties? Nooit Zelden Een paar keer per jaar Een paar keer per maand Een paar keer per week Dagelijks Ouders/ schoonouders V31A01 Overige familieleden V31A02 Vrienden/ kennissen V31A03 Buren V31A04 Kinderopvang/ peuterspeelzaal/ school V31A05 Centrum voor jeugd en gezin/ consultatiebureau/ schoolarts V31A06 Huisarts/ praktijkverpleegkundige V31A07 Maatschappelijk werk/ psycholoog/ Bureau Jeugdzorg V31A08 31b. Indien u advies krijgt van iemand of van een instantie bij de opvoeding of met iemand over de opvoeding praat, hoe tevreden bent u hier in het algen? Indien u bij vraag 31a. voor de betreffende persoon of instantie hebt aangegeven dat u nooit advies krijgt over de opvoeding praat, kunt u voor deze persoon of instantie niet van toepassing omcirkelen. Ontevreden Tamelijk Neutraal Tamelijk Tevreden Niet van ontevreden tevreden toepassing Ouders/ schoonouders V31B01 Overige familieleden V31B02 Vrienden/ kennissen V31B03 Buren V31B04 Kinderopvang/peuterspeelzaal/ school V31B05 Centrum voor jeugd en gezin/ consultatiebureau/ schoolarts V31B06 Huisarts/ praktijkverpleegkundige V31B07 Matschappelijk werk/ psycholoog/ Bureau Jeugdzorg V31B08 31c. Heeft u behoefte aan r advies van of gesprekken over de opvoeding met deze personen of instanties? Ja Nee Ouders/ schoonouders V31C01 1 2 Overige familieleden V31C02 1 2 Vrienden/ kennissen V31C03 1 2 Buren V31C04 1 2 Kinderopvang/ peuterspeelzaal/ school V31C05 1 2 Centrum voor jeugd en gezin/ consultatiebureau/ schoolarts V31C06 1 2 Huisarts/ praktijkverpleegkundige V31C07 1 2 Maatschappelijk werk/ psycholoog/ bureau Jeugdzorg V31C08 1 2

OPVOEDINGSONDERSTEUNING: PRAKTISCHE STEUN Ouders kunnen ook vaak praktische hulp bij de opvoeding en verzorging van kinderen gebruiken, zoals oppassen, zorgen of vervoeren. 32. Hoe vaak krijgt u praktische hulp van de volgende personen of instanties? Nooit Zelden Een paar keer per jaar Een paar keer per maand Een paar keer per week Dagelijks Ouders/ schoonouders V32A Overige familieleden V32B Vrienden/ kennissen V32C Buren V32D Kinderopvang/ peuterspeelzaal/ school V32E UW BUURT 33. Geef voor elk van de volgende uitspraken aan in hoeverre deze op de buurt in u woont van toepassing is. Ouders in mijn buurt praten met elkaar over hun kinderen V33A Ouders in mijn buurt helpen elkaar als er problemen zijn met kinderen V33B Ouders in mijn buurt zijn erin geïnteresseerd hoe andere ouders hun kinderen opvoeden V33C De mensen in mijn buurt spreken kinderen erop aan als ze geen rekening houden met anderen V33D De mensen in mijn buurt kennen de kinderen die op straat spelen V33E De mensen in mijn buurt spreken jongeren erop aan als ze rondhangen V33F Dit is een goede buurt voor kinderen om op te groeien V33G Het komt vaak voor dat kinderen in mijn buurt buiten spelen V33H De kinderen in mijn buurt komen vaak bij andere gezinnen in de buurt over de vloer V33I Helemaal Tamelijk Beetje Beetje Tamelijk Helemaal

OPLEIDING, WERK, RELIGIE 34. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? V34 Geen...1 Basisonderwijs (lagere school)...2 LBO-opleiding (lager beroepsonderwijs)...3 MAVO (voortgezet algen onderwijs)...4 MBO-opleiding (middelbaar beroepsonderwijs)...5 HAVO/VWO (middelbaar algen onderwijs)...6 HBO-opleiding (hoger beroepsonderwijs)...7 Universitaire opleiding (universitair onderwijs)...8 35. De volgende vragen gaan over uw huidige situatie op de arbeidsmarkt. Heeft u op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een korte periode telt al, evenals freelancewerk. V35 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 36 EN DAARNA 38 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 37 36. Hoeveel uur per week werkt u volgens uw contract? Als u geen contract heeft, gaat het om feitelijke uren. V36 INDIEN U VRAAG 35 MET JA BEANTWOORD HEEFT, GAAT U DAN VERDER NAAR VRAAG 38. 37. Welke situatie is op u het st van toepassing? V37 Werkloos of werkzoekend...1 Huisvrouw of huisman...2 Arbeidsongeschikt / in de WAO...3 Scholier of studerend...4 Gepensioneerd (AOW) of vervroegd gepensioneerd (zoals VUT, FPU, e.d.)...5 Anders...6 38. Rekent u zichzelf tot een bepaalde godsdienst, kerkgenootschap of levensbeschouwelijke groepering? V38 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 39 Nee...2 GA VERDER MET VRAAG 40

39. Welke godsdienst, kerkgenootschap of levensbeschouwelijke groepering is dat? V39 Rooms-Katholiek (RK)...1 Protestantse Kerk in Nederland (PKN/Samen op Weg Kerken)...2 Andere Protestantse kerken (bijv. vrijgemaakt, christelijk en Nederlands gereforrd, gereforrde gente, baptistenkerk, Pinkstergente, etc.)...3 Hindoe...4 Islamitisch...5 Boeddhistisch...6 Andere godsdienst, kerkgenootschap, levensbeschouwelijke groepering...7 40. In welk land bent u geboren? En uw vader? En uw moeder? V40_ZELF/V40A/V40_VADER/V40B/V40_MOEDER/V40C Geboorteland van uzelf Geboorteland van uw vader Geboorteland van uw moeder Nederland Suriname Nederlandse Antillen, Aruba Turkije Marokko Anders, namelijk: 1... 2... 3... Weet ik niet Het is van belang dat het onderzoek een weerspiegeling is van de Nederlandse bevolking. Om dat te kunnen bepalen, hebben wij een aantal algemene vragen gesteld over bijvoorbeeld uw opleiding en godsdienst. Om dat beeld volledig te kunnen maken, hebben wij ook financiële gegevens nodig. Nogmaals, de gegevens die u verstrekt, zullen anoniem blijven en uitsluitend voor dit onderzoek worden gebruikt. V41 41. Wat is uw netto gezinsinkomen per maand? Wij bedoelen het netto inkomen van uzelf en uw eventuele partner. Het inkomen van eventueel verdienende kinderen en kinderbijslag hoeft u hierbij dus niet te rekenen. Netto is het bedrag dat u (samen) schoon in handen krijgt. Minder dan 1.000 euro... 01 Van 1.000 tot 1.500 euro... 02 Van 1.500 tot 2.000 euro... 03 Van 2.000 tot 2.500 euro... 04 Van 2.500 tot 3.000 euro... 05 Van 3.000 tot 3.500 euro... 06 Van 3.500 tot 4.000 euro... 07 Meer dan 4.000 euro... 08 Wil ik niet zeggen... 09 Weet ik niet... 10 INDIEN U MET EEN VASTE PARTNER SAMENWOONT EN DUS VRAAG 3 BEANTWOORD HEBT MET JA, GAAT U DAN VERDER MET VRAAG 42, GAAT U ANDERS VERDER NAAR VRAAG 47.

INFORMATIE OVER PARTNER 42. Wat is de hoogst voltooide opleiding van uw partner? V42 Geen...1 Basisonderwijs (lagere school)...2 LBO-opleiding (lager beroepsonderwijs)...3 MAVO (voortgezet algen onderwijs)...4 MBO-opleiding (middelbaar beroepsonderwijs)...5 HAVO/VWO (middelbaar algen onderwijs)...6 HBO-opleiding (hoger beroepsonderwijs)...7 Universitaire opleiding (universitair onderwijs)...8 43. Heeft uw partner op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een korte periode telt al, evenals freelancewerk. V43 Ja...1 GA DOOR NAAR VRAAG 44 EN DAARNA 46 Nee...2 VERDER MET VRAAG 45 44. Hoeveel uur per week werkt uw partner volgens zijn/haar contract? Als hij/zij geen contract heeft, gaat het om feitelijke uren. V44 INDIEN U VRAAG 43 MET JA BEANTWOORD HEEFT GAAT U DAN VERDER NAAR VRAAG 46. 45. Welke situatie is het st van toepassing op uw partner? V45 Werkloos of werkzoekend...1 Huisvrouw of huisman...2 Arbeidsongeschikt / in de WAO...3 Scholier of studerend...4 Gepensioneerd (AOW) of vervroegd gepensioneerd (zoals VUT, FPU, e.d.)...5 Anders...6 46. In welk land is uw partner geboren? En de vader van uw partner? En de moeder van uw partner? V46_PARTNER/V46A/V46_VADER_PARTNER/V46B/V46_MOEDER_PARTNER/V46C Geboorteland van uw partner Geboorteland van de vader van uw partner Geboorteland van de moeder van uw partner Nederland Suriname Nederlandse Antillen, Aruba Turkije Marokko Anders, namelijk: 1... 2... 3... Weet ik niet

In de toekomst zal er mogelijk een vervolgonderzoek plaatsvinden. We zouden het erg op prijs stellen wanneer wij u over een paar jaar opnieuw zouden mogen benaderen. 47. Vindt u het goed als wij in de toekomst nog contact met u opnemen om te vragen of u opnieuw wilt V48 doen? Ja, ik geef toestemming voor nieuwe benadering en wil doen...1 Ja, ik geef toestemming voor nieuwe benadering en wil dan beslissen...2 GA DOOR NAAR VRAAG 48 Nee, ik geef geen toestemming om opnieuw benaderd te worden...3 GA VERDER MET VRAAG 49 48. Vult u hier s.v.p. uw adresgegevens in zodat wij in de toekomst contact met u kunnen opnemen. Naam:... Adres:... Postcode + woonplaats:... Telefoonnummer:... Email:... Wij vinden het heel fijn dat u tijd voor ons heeft gemaakt en willen u graag bedanken. Als dank ontvangt u een 1/5 Staatslot met Jackpot, maar misschien geeft u het geld liever aan een goed doel. 49. Geeft u hieronder s.v.p. uw voorkeur aan. V49 1/5 Staatslot met Jackpot...1 Geld over laten maken naar KiKa (Kinderen Kankervrij)...2 Geld over laten maken naar Warchild...3 Geld over laten maken naar Unicef Kinderen...4 Geld over laten maken naar SOS Kinderdorpen...5 Dit is het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor uw medewerking. Belangrijke informatie U kunt de ingevulde vragenlijst in de bijgesloten retourenvelop terugsturen naar GfK. Een postzegel is niet nodig. Indien u de envelop kwijt bent, kunt u ook in een gewone envelop de vragenlijst zonder portokosten versturen. Adresseer dan de envelop als volgt: GfK Panel Services Benelux BV Antwoordnummer 10070 5100 VB Dongen Indien u als dank gekozen hebt voor 1/5 Staatslot met Jackpot dan ontvangt u deze zodra de vragenlijst bij GfK is binnengekomen en verwerkt.