Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 milieukundig onderzoek SAB te Arnhem mei 2010 definitief
Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 milieukundig onderzoek dossier : D2017-01.001 registratienummer : MD-DE20100052 versie : 1 SAB te Arnhem mei 2010 definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
INHOUD BLAD 1 INLEIDING 2 2 BESCHIKBARE GEGEVENS 3 2.1 Situatie 3 2.2 Historische informatie 3 2.3 Bodemopbouw en Geohydrologie 4 2.4 Onderzoeksopzet en hypothese 4 3 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN 5 3.1 Uitgevoerde veldwerkzaamheden 5 3.2 Laboratoriumonderzoek 5 4 ONDERZOEKSRESULTATEN 6 4.1 Zintuiglijke waarnemingen 6 4.2 Analyseresultaten 6 4.2.1 Grond 6 4.2.2 Grondwater 7 4.3 Resumé 7 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 8 6 COLOFON 10 BIJLAGEN 1 Regionale ligging 2 Situering boringen en peilbuis 3 Boorprofielen en onafhankelijkheidsverklaring 4 Analysecertificaten 5 Getoetste analyseresultaten SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-1 -
1 INLEIDING In opdracht van SAB Arnhem is door DHV B.V. te Deventer in april 2010 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd rondom het gebouw van het huidige uitvaartcentrum te Wamel. Het uitvaartcentrum, gelegen op de begraafplaats, wordt in de toekomst uitgebreid. De begraafplaats is gesitueerd aan de Hogeweg te Wamel. Aanleiding De aanleiding voor het bodemonderzoek is de uitbreiding van het uitvaartcentrum met een maximale oppervlakte van 150 m 2 en de daarmee samenhangende bestemmingsplanwijziging. Doel Het doel van het onderhavige onderzoek is het vastleggen van de actuele milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse in het kader van de voorgenomen bouwactiviteiten. De regionale situatie is opgenomen in bijlage 1. Onderzoeksstrategie en kwaliteit Het verkennend bodemonderzoek is gebaseerd op de Richtlijnen uit de NEN 5740 (onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek, NNI, 2009), waarbij voor de locatie de onderzoeksstrategie voor een onverdachte (ONV) locatie is aangehouden. DHV B.V. is lid van de VKB (Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek). Het veldwerk is onafhankelijk van de opdrachtgever uitgevoerd door de heer J. Uitham, werkzaam bij Poelsema Veldwerkbureau, conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKBprocescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). De heer J. Uitham is geregistreerd en Poelsema Veldwerkbureau is erkend door VROM voor de uitvoering van deze werkzaamheden. Een onafhankelijkheidsverklaring is opgenomen in bijlage 3. Eventuele afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn tijdens de veldwerkzaamheden zijn in hoofdstuk 3 vermeld. De analyses zijn conform de Kwalibo-regeling uitgevoerd door het, door VROM, erkende laboratorium van ACMAA B.V. te Hengelo. DHV treedt op als onafhankelijk adviesbureau ten opzichte van de opdrachtgever en heeft geen belangen, in welke zin dan ook, ten aanzien van het onderzochte terrein. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-2 -
2 BESCHIKBARE GEGEVENS 2.1 Situatie De onderzoekslocatie betreft de uitbreiding van het uitvaartcentrum aan de Hogeweg te Wamel. Het uitvaartcentrum is gelegen aan de Hogeweg te Wamel en is kadastraal bekend als gemeente Wamel, sectie F, nummer 308 en 933. De uitbreiding heeft een totale oppervlakte van maximaal 150 m 2. Het plangebied waar de onderzoekslocatie deel van uit maakt is momenteel in gebruik als begraafplaats, waarbij het bestaande gebouw wordt uitgebreid. Rondom het bestaande gebouw is verharding aanwezig. De bovenbeschreven situatie is opgenomen in bijlage 2. 2.2 Historische informatie Bij toepassing van de NEN 5740 moet een hypothese worden opgesteld omtrent de aan-/afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele verontreinigingen. Ten behoeve van het opstellen van een hypothese is een vooronderzoek uitgevoerd gebaseerd op de NEN 5725 (leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, NNI, 2009). Het vooronderzoek is uitgevoerd op basisniveau. De historische informatie is op 14 april 2010 schriftelijk verkregen van mevrouw A. Schimmer, werkzaam bij de gemeente West Maas en Waal. Uit het historisch onderzoek komt naar voren dat de begraafplaats in het verleden als bouwland en boomgaard in gebruik is/ is geweest. Op de onderzoekslocatie is een gebouw aanwezig dat dienst doet als uitvaartcentrum. Uit het historisch onderzoek is naar voren gekomen dat voor zover bekend ter plaatse geen bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Van de locatie zijn geen gegevens bekend over ophogingen, dempingen, tanks of stortingen of anderszins bodembedreigende activiteiten. Van voormalige boomgaardlocaties in de Betuwe is bekend dat ter plaatse in het verleden bestrijdingsmiddelen kunnen zijn toegepast. Voor deze locatie zijn daarvoor op basis van het vooronderzoek geen aanwiojzingen verkregen. Er zijn geen gegevens bekend over de aanwezigheid van asbest in het aanwezige gebouw en/of op het terrein. Samenvattend kan worden gesteld dat in de archieven van de gemeente West Maas en Waal geen gegevens bekend zijn die zouden kunnen duiden op een historische bodembelasting ter plaatse van de onderzoekslocatie en/of directe omgeving daarvan. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-3 -
2.3 Bodemopbouw en Geohydrologie Voor de plaatselijke bodemopbouw wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 3. Ten aanzien van de geohydrologie kan het volgende worden vermeld: - Freatische grondwaterstand: 1,9 m mv. - Regionale grondwaterstroming in het eerste watervoerende pakket: variabel, afhankelijk van de waterstand in de Waal (grondwaterkaart van Nederland Kaartblad 39 Oost) - Voorkomen van oppervlaktewater in de directe omgeving: nee, doch op circa 1.000 meter ten noorden van de onderzoekslocatie bevindt zich de Waal. - Voorkomen van brak/zout grondwater: nee - Ligging binnen een grondwaterbeschermingsgebied: nee 2.4 Onderzoeksopzet en hypothese Op basis van de beschikbare gegevens worden de percelen beschouwd als onverdacht met betrekking tot de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Het onderzoek wordt uitgevoerd conform de strategie onverdachte locatie (ONV) uit de NEN5740 omdat de monsters hierbij op een breed analysepakket worden geanalyseerd en deze opzet aansluit op de eisen voor bestemmingsplanwijzigingen en bouwvergunningen. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-4 -
3 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN 3.1 Uitgevoerde veldwerkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 22 april 2010 en zijn gebaseerd op de onderzoeksopzet onverdacht (ONV) uit de NEN 5740. De grondwaterbemonstering heeft op 29 april 2010 plaatsgevonden. Tijdens de veldwerkzaamheden is de opgeboorde grond zintuiglijk beoordeeld. Controle op olieachtige verbindingen is uitgevoerd met behulp van olie-watertesten. Tijdens de veldwerkzaamheden is tevens gelet op het voorkomen van asbestverdachte materialen aan het maaiveld en in de bodem. In tabel 1 zijn de verrichte werkzaamheden voor het bodemonderzoek op de locatie samengevat: Tabel 1 Werkzaamheden ten behoeve van het bodemonderzoek (Deel)locatie (oppervlakte; strategie) Boringen tot 0,5 m -mv. Boringen tot 2,0 m -mv. Peilbuis Uitbreiding uitvaartcentrum (150 m 2, ONV) 2 1 1 De locaties van de boringen en peilbuis zijn weergegeven op de situatietekening in bijlage 2. Afwijking BRL SIKB 2000 Bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden is niet afgeweken van de BRL SIKB 2000. 3.2 Laboratoriumonderzoek In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de uitgevoerde analyses. Tabel 2 Laboratoriumonderzoek (Meng) monsters Samenstelling mengmonster boring (in m mv.) Standaardpakket Bodem Organisch stof en lutum Standaardpakket Grondwater Bovengrond MM01 01 (0-0,5), 02 (0-0,5) X X MM03 03 (0,05-0,4), 04 (0,05-0,35) X X Ondergrond MM02 01 (0,5-2,0) en 02 (0,5-2,0) X X Grondwater 001 (1,5-2,5) - X Standaardpakket Bodem: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, nikkel, lood en zink), minerale olie, PAK (10 VROM) en PCB (7) Standaardpakket Grondwater: zware metalen, vluchtige aromaten (BTEXN), VOCl incl. VC, dichloorethanen, bromoform en minerale olie Door het laboratorium is op basis van het chromatogram bij de analyse van de PBC s opgemerkt dat in de geanalyseerde mengmonsters mogelijk verhoogde gehalten aan OCB s (Organochloorbestrijdingsmiddelen) kunnen voorkomen. In overleg met de opdrachtgever is besloten om de mengmonsters aanvullend te analyseren op OCB s. De analyses zijn conform de Kwalibo-regeling uitgevoerd door het, door VROM, erkende laboratorium van ACMAA B.V. te Hengelo. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-5 -
4 ONDERZOEKSRESULTATEN 4.1 Zintuiglijke waarnemingen De profielbeschrijvingen van de verrichte veldwerkzaamheden zijn opgenomen in bijlage 3. Uit de profielbeschrijvingen blijkt dat de bodem tot de maximaal geboorde diepte van 3,0 m mv. uit matig tot sterk siltige klei bestaat. De bovengrond is humeus van samenstelling. In nagenoeg alle boringen zijn tot circa 0,5 tot 0,7 m-mv. sporen puin aangetroffen. In boring 1 is vanaf 1,0 tot 1,5 m mv resten baksteen aangetroffen. Ter plaatse van boring 1 is tot 1,5 m mv een verwerkt profiel aangetroffen (geroerde grond). Tijdens de veldwerkzaamheden zijn visueel géén asbestverdachte materialen aan het maaiveld en in het opgeboorde materiaal waargenomen. 4.2 Analyseresultaten De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 4. De analyseresultaten van de onderzochte grondmonsters zijn getoetst aan de achtergrond- en interventiewaarden en de analyseresultaten van de onderzochte grondwatermonsters zijn getoetst aan de streef- en interventiewaarden voor grondwater, zoals opgenomen in de Circulaire Bodemsanering 2009 en het Besluit Bodemkwaliteit (staatcourant 20 december 2007, nr. 247). De toetsing is weergegeven in bijlage 5. Bij de beschrijving van de verontreinigingssituatie wordt de volgende terminologie gehanteerd: - niet verhoogd: concentratie/gehalte lager dan of gelijk aan de achtergrond- of streefwaarde; - licht verhoogd: concentratie/gehalte hoger dan de achtergrond- of streefwaarde, maar lager dan of gelijk aan de tussenwaarde; - matig verhoogd: concentratie/gehalte hoger dan de tussenwaarde, maar lager dan of gelijk aan de interventiewaarde; - sterk verhoogd: concentratie/gehalte hoger dan de interventiewaarde. 4.2.1 Grond In tabel 3 zijn de parameters weergegeven, die de betreffende achtergrond-, tussen- of interventiewaarde(n) in de geanalyseerde grondmonsters overschrijden. Tabel 3 Samenstelling en toetsingsresultaten grondmonsters (mg/kg d.s.) (Meng) monster Bovengrond zintuiglijke waarnemingen Parameters > achtergrondwaarde MM01 Sporen puin, matig siltige klei DDE (0,045) PAK (4,6) Parameters > tussenwaarde Parameters> interventiewaarde --- --- MM03 Geen bijzonderheden, matig fijn zand --- --- --- Ondergrond MM02 Resten baksteen, matig siltige klei DDD (0,018) DDE (0,11) -: geen van de onderzochte componenten overschrijdt de betreffende toetsingswaarde PAK: Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (10 VROM) PCB s: Polychloorbifenylen (som 7) --- --- SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-6 -
4.2.2 Grondwater In tabel 4 zijn grondwaterstand (GWS) de zuurgraad (ph) en het elektrisch-geleidingsvermogen (EC) van het grondwater weergegeven en ook de parameters, die de betreffende streef-, tussen- of interventiewaarde(n) in de geanalyseerde grondwatermonsters overschrijden. Tabel 4 Samenstelling en toetsingsresultaten grondwater (in µg/l) Peilbuis met filterdiepte (m -mv) GWS (m -mv.) ph EC (µs/cm) Parameters > S-waarde Parameters > T-waarde Parameters > I-waarde 001 (1,5-2,5) 1,6 6,8 560 Ba (85), Xylenen (0,34) --- --- -: geen van de onderzochte componenten overschrijdt de betreffende toetsingswaarde Ba: Barium 4.3 Resumé Tijdens de veldwerkzaamheden is in de bovengrond een geringe bijmenging met puin aangetroffen. In de onderzochte mengmonsters (MM01 t/m MM02) zijn licht verhoogde gehalten aan DDE, DDD en/of PAK aangetoond. De gehalten aan DDE en DDD zijn mogelijk afkomstig door het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op de begraafplaats of door het gebruik in he verleden op de agrarische locatie. De aangetroffen gehalten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van nader onderzoek. De overige onderzochte parameters zijn niet verhoogd aangetoond. In mengmonster MM03 zijn voor de onderzochte parameters geen verhoogde gehalten aangetoond. In het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 zijn licht verhoogde concentraties aan barium en xylenen aangetoond. De overige onderzochte parameters zijn niet verhoogd aangetoond. De gemeten zuurgraad (ph) en elektrisch geleidingsvermogen (EC) van het grondwater zijn niet afwijkend van een natuurlijke situatie. Voor een aantal Organochloorpesticiden en vluchtige organochloorverbindingen zijn de rapportagegrenzen in grond hoger dan de Achtergrondwaarden zoals deze in het Besluit Bodemkwaliteit zijn vastgesteld, en voor grondwater hoger dan de streefwaarden die voor deze componenten in de Circulaire Bodemsanering 2009 zijn vastgesteld. Bij de toetsing van analyseresultaten resulteert dit ten onrechte in een overschrijding van de achtergrond- cq. streefwaarde zonder dat dit op basis van het gehalte of de werkelijke concentratie het geval zou zijn. Er wordt niet verwacht dat sprake is van een verontreiniging met genoemd component. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-7 -
5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In opdracht van SAB Arnhem is door DHV B.V. te Deventer in april 2010 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd rondom het huidige uitvaartcentrum. Het uitvaartcentrum, gelegen op de begraafplaats, wordt in de toekomst uitgebreid. De begraafplaats is gelegen aan de Hogeweg te Wamel. Aanleiding De aanleiding voor het bodemonderzoek is de uitbreiding van het uitvaartcentrum met een maximale oppervlakte van 150 m 2 en de daarmee samenhangende bestemmingsplanwijziging. Doel Het doel van het onderhavige onderzoek is het vastleggen van de actuele milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse in het kader van de voorgenomen bouwactiviteiten. Het bodemonderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5740, waarbij de strategie voor een onverdachte locatie is gehanteerd (ONV). Beschikbare gegevens Op basis van het historisch onderzoek zijn er op de locatie geen bodembedreigende activiteiten vastgesteld. Der locatie wordt beschouwd en onderzocht als onverdachte locatie. Zintuiglijke waarnemingen In nagenoeg alle boringen zijn tot circa 0,5 tot 0,7 m-mv. sporen puin aangetroffen. In boring 1 is vanaf 1,0 tot 1,5 m mv resten baksteen aangetroffen. Ter plaatse van boring 1 is tot 1,5 m mv een verwerkt profiel aangetroffen (geroerde grond). Tijdens de veldwerkzaamheden zijn er visueel geen asbestverdachte materialen aan het maaiveld en in het opgeboorde materiaal waargenomen. Grond Naar aanleiding van een waarnemingen in het laboratorium zijn de grondmonsters ook geanalyseerd op organo-chloor-bestrijdingsmiddelen (OCB s). In de onderzochte mengmonsters (MM01 t/m MM02) zijn licht verhoogde gehalten aan DDE, DDD en/of PAK aangetoond. De verhoogde gehalten aan DDE en DDD zijn mogelijk veroorzaakt door het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen rondom het gebouwtje of door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het verleden. De aangetroffen gehalten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van nader onderzoek. De overige onderzochte parameters zijn niet verhoogd aangetoond. In mengmonster MM03 zijn voor de onderzochte parameters geen verhoogde gehalten aangetoond. Grondwater In het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 zijn licht verhoogde concentraties aan barium en xylenen aangetoond. De overige onderzochte parameters zijn niet verhoogd aangetoond. De gemeten zuurgraad (ph) en elektrisch geleidingsvermogen (EC) van het grondwater zijn niet afwijkend van een natuurlijke situatie. 1 Ten gevolge van de invoering van AS3000 zijn de rapportagegrenzen van enkele componenten in grond hoger dan de Achtergrondwaarden die voor deze componenten in het Besluit Bodemkwaliteit zijn vastgesteld, en voor grondwater hoger dan de streefwaarden die voor deze componenten in de Circulaire Bodemsanering 2009 zijn vastgesteld. Bij de toetsing van analyseresultaten resulteert dit ten onrechte in een overschrijding van de achtergrond- cq. streefwaarde zonder dat dit op basis van het gehalte of de werkelijke concentratie het geval zou zijn. Er wordt niet verwacht dat sprake is van een verontreiniging met genoemd component. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-8 -
Toetsing hypothese De vooraf gestelde hypothese onverdachte locatie wordt verworpen, vanwege de aangetoonde verhoogde gehalten en/of concentraties aan DDE, DDD, PAK, barium en xylenen. De onderzoeksresultaten geven echter geen aanleiding tot het uitvoeren van vervolgonderzoek omdat de gemeten gehalten/concentraties niet boven de betreffende tussen-/interventiewaarde(n) zijn aangetoond. De milieuhygiënische bodemkwaliteit geeft geen belemmering voor de geplande uitbreiding op de onderzoekslocatie. Indien grond van de locatie wordt afgevoerd volstaat het onderhavige onderzoek niet en dient formeel een onderzoek conform Besluit Bodemkwaliteit te worden uitgevoerd. SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-9 -
6 COLOFON SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel MD-DE20100052 Opdrachtgever : SAB te Arnhem Project : Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel Dossier : D2017-01.001 Omvang rapport : 10 pagina's Auteur : Rosalie Zwiggelaar Bijdrage : Jessy Venhuis Interne controle : Tonny Eidhof Projectleider : Tonny Eidhof Projectmanager : Frans Groot-Zevert Datum : 6 mei 2010 Naam/Paraaf : TE SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel 6 mei 2010, versie 1 MD-DE20100052-10 -
Ruimte en Mobiliteit Verlengde Kazernestraat 7 7417 ZA Deventer Postbus 927 7400 AX Deventer T (0570) 63 93 00 F (0570) 63 93 01 E deventer@dhv.com www.dhv.nl
BIJLAGE 1 Regionale ligging SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel bijlage 1 MD-DE20100052-1 -
BIJLAGE 2 Situering boringen en peilbuis SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel bijlage 2 MD-DE20100052-1 -
BIJLAGE 3 Boorprofielen en onafhankelijkheidsverklaring SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel bijlage 3 MD-DE20100052-1 -
BIJLAGE 4 Analysecertificaten SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel bijlage 4 MD-DE20100052-1 -
BIJLAGE 5 Getoetste analyseresultaten SAB te Arnhem/Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel bijlage 5 MD-DE20100052-1 -
Projectnaam: Projectcode: Uitbreiding begraafplaats Wamel D2017-01-001 Boring: 01 Boring: 02 0 50 100 150 200 1 2 3 4 0 50 100 150 200 gras Klei, sterk siltig, sporen puin, geen olie-water reactie, grijsbruin, Edelmanboor, verwerk profiel Klei, sterk siltig, zwak humeus, sporen puin, geen olie-water reactie, donkerbruin, Edelmanboor Klei, matig siltig, zwak humeus, resten baksteen, geen olie-water reactie, donkergrijs, Edelmanboor Klei, matig siltig, geen olie-water reactie, grijsblauw, Edelmanboor, rietresten Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, grijs, Edelmanboor 0 50 100 150 200 1 2 3 4 5 0 50 75 175 200 gras Klei, sterk siltig, zwak humeus, sporen puin, resten zand, geen olie-water reactie, donker bruingrijs, Edelmanboor, verwerkt profiel Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, donker bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig siltig, matig roesthoudend, geen olie-water reactie, licht beigebruin, Edelmanboor, origineel profiel Klei, matig siltig, zwak roesthoudend, licht beigebruin, Edelmanboor 250 300 300 Boring: 03 Boring: 04 0 0 5 klinker 0 0 5 klinker 50 1 2 40 70 Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, licht grijsbruin, Edelmanboor, vulzand Klei, matig siltig, geen olie-water reactie, donkergrijs, Edelmanboor 50 1 2 35 70 Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, licht grijsbruin, Edelmanboor, vulzand Klei, matig siltig, sporen puin, geen olie-water reactie, donkergrijs, Edelmanboor Boorprofiel conform NEN 5104 Schaal 1: 50