Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 21, 1-14 Middagdienst

Vergelijkbare documenten
Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 21, Middagdienst H. Avondmaal Dopen. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 8, Middagdienst

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 16, 9-14 Ochtenddienst H. Avondmaal

Gemeente, waarom vertelt Johannes dit verhaal aan ons? Dit is de tweede geschiedenis over een wonderlijke visvangst. De eerste keer was aan het begin

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 24, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

WANDELINGEN BLOK 2 GESPREK 1-3

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 2, 42 Ochtenddienst H. Avondmaal

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Efeziërs 2, 5-7 Ochtenddienst

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 28 en 29 Ochtenddienst / H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Wij zingen voor de dienst: Gezang 314 : 1 en 2

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 10, 15 Ochtenddienst H. Avondmaal

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Amos 8, 12 Ochtenddienst H. Avondmaal

DERDE ZONDAG VAN PASEN

Eredienst 2 juli :30 uur Voorganger: Ds. W.H. de Groot

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Johannes 4, 12 en zondag 21b Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 15, Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

- tijd om terug te kijken - tijd om vooruit te kijken

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 2 Korinthiërs 5, 20 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Eredienst 2 juli :00 uur Voorganger: Ds. J.W. Boerma

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Liturgie voor de Zangdienst. 21 mei uur in de Ontmoetingskerk Thema: ˮ Hoe werkt Gods liefde? ˮ

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Liturgie voor de kerkdienst op 10 april Welkom en mededelingen en aansteken van de kaarsen. Muziek. De gemeente gaat staan.

Samen houden we de website up-to-date!

Gemeente, de opgestane Heer verschijnt aan apostel Tomas 1. Jezus kritische leerling Jezus koos twaalf leerlingen uit. Sommige leerlingen zijn

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 12, Bidstond voor gewas en arbeid. Broeders en zusters,

Groot Nieuws 17 juli 2017 meditatie van Ds. R.R. Eisinga uit Bergambacht

Dienst met de catechesegroep gehandicapten Thema: Eten met Jezus

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 24, 45 Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Eredienst 06 mei :00 Voorganger: ds. H. van den Berg

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 2, 42 Middagdienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Het is de Heer! Gezinsdienst Zondag 8 april 2018 Locatie: Oosterkerk Voorganger: Ds. L. Westland Organist: Marius van Doleweerd

Gemeente van de Heer Jezus Christus,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 4, 34 Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Mattheüs 26, 29 Ochtenddienst / middagdienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,.

de geliefde mens bemind verraden Meditatieviering Witte Donderdag Hoevelaken

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 24, Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 12, 4-7 Middagdienst Doop

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Zondag 7 februari 2016

30 oktober 2016 Voorganger : Ds. H.D.Bondt Begeleiding : Jeugdband / Els Cornelisse

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 15, Morgendienst / Middagdienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 3, Ochtenddienst Bevestiging ambtsdragers. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 1, Middagdienst

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 6, Middagdienst. Broeders en zusters,

Joh. 21, preek NGKE

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 1, 5 Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 15, 11 Ochtenddienst H. Avondmaal

Zondag 21 oktober Zuiderkerk. Voorganger: ds Harmen Jansen Organist: E. Bremer. Orgelspel. Welkom. Zingen: lied 217 vers 1, 3, 4 en 5

Lucas 24: Geloof jij het?!

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst

Ouderling van dienst: gedenken meneer Jo Schot, die deze week is overleden.

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. Tonny Nap

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Efeziërs 1, 1-2 Middagdienst

Eredienst 3 september uur Voorganger: ds. G. den Broeder

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 10, Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Inleiding op het Evangelie Jezus openbaart zijn heerlijkheid

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 4, 34 Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Eredienst 25 november :30 uur Voorganger: ds. J. Boerma

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Lied voor de dienst, uit de bundel van Johannes de Heer, 94: 1,2,3,4 Heer ik kom tot u

Missie Nederlands Gereformeerde Kerk Voorthuizen-Barneveld

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

18 februari uur A Koster orgel: Harry Kroeske schriftlezing: Anny Runhaar

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Jakobus 1, 18 Ochtenddienst H. Avondmaal Hervormingsdag

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Zondag 26 maart 2017 zondag Laetare verheugt u

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 2, 1-11 Middagdienst H. Avondmaal

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Handelingen 2, 5-11 Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters,

Liturgie voor de ochtenddienst op zondag 14 januari Afscheid en (her-) bevestiging van ambtsdragers

Deel het leven Johannes 1: november 2014 Thema 3: Kom en zie

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Filippenzen 2, 3 5 Huwelijksdienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Zingen 'Votum en groet' (Hemelhoog 495) Onze hulp en onze verwachting is van God, onze Heer. Hij die alles maakte, laat niet los wat Hij begon.

En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.

24 mei 2015, uur, Amersfoort-West(+Oost) Pinkstermiddag

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 2, Middagdienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 103, 1 Huwelijksdienst

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

zondag 27 maart 2016 Liturgie

Navigators NSV 1 Johannes. Inhoud. Inleiding Kennismaking met Johannes Leven in het Licht. Geboren overwinnaars

De Bijbel open (22-06)

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 8 Middagdienst. Broeders en zusters,

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

Biddag Brouwershaven

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 23, 46 Middagdienst. Broeders en zusters,

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

3 februari / 10.30

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

intochtslied G : lied : lied 280: 1-allen, 3-vrouwen, 4-allen, 5-mannen en 6-allen afgesloten door:

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 10, 1 5 Middagdienst Doop

De Dordtse Leerregels

Johannes 18,1-11 Jezus begint het gevecht, wij gaan vrijuit

Groei van baby tot volwassene. Zondag 12 augustus 2018

Transcriptie:

Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: Johannes 21, 1-14 Middagdienst Broeders en zusters, in deze dienst willen de Here ons bepalen bij het onderwijs dat zijn Zoon de discipelen gaf over de verdere opbouw van de kerk en de rol die ze daarbij zouden mogen spelen. We zullen daarbij zien dat Koning Christus daarbij de regie in handen heeft. Daarom zullen we ook straks God als Koning loven met de woorden van Psalm 47 de verzen 1, 3 en 4. Maar we zullen deze dienst beginnen met onze afhankelijkheid van de Here te belijden en te luisteren naar hoe de Here ons in zijn liefde tegemoet treedt. Uit eerbied voor de Here zullen we hierbij gaan staan. 1. Votum 2. Zegengroet 3. Lied: Psalm 47 : 1, 3 en 4 4. Gebed voor de opening van Gods Woord 5. Schriftlezing : Lucas 5 : 1 11 6. Lied: Psalm 19 : 4 en 5 7. Tekst : Johannes 21 : 1-14 8. Lied : Gezang 3 9. Dankzegging en voorbede 10. Lied : Gezang 31 : 1, 2 en 3 1

Geliefde gemeente van de Here Jezus, broeders en zusters, groot en klein, Vind u het ook geen merkwaardig verhaal, waar we vanmiddag mee te maken hebben? Een zevental discipelen besluit op een avond te gaan vissen. De hele nacht zijn ze aan het werk, maar vangen niets. Dan verschijnt een man op het strand en vraagt of ze iets voor hem te eten hebben bij zijn brood. En als ze "nee" zeggen, geeft die man de opdracht het net aan de rechterkant van het schip uit te werpen. Ze volgen de opdracht op en als ze het net optrekken zit, tot verbazing van de discipelen het vol vis. Dan beseft een discipel dat het Jezus is, die op de oever staat. Petrus springt in het water om zo snel mogelijk bij Jezus te zijn. De anderen volgen in de boot, het net achter zich aanslepend. Op de oever aangekomen ontdekken de leerlingen, dat Jezus ondertussen een maaltijd voor hen heeft bereid. En wat het allervreemdst is... compleet met vis. Maar vervolgens wil Jezus ook nog van de pas gevangen vis hebben. Tenslotte genieten ze daar, op de oever van het meer, met elkaar van de maaltijd. Op deze wonderlijke geschiedenis volgt geen onderwijs van Jezus. Hij legt niet uit wat Hij met dit wonder de discipelen wil leren. Een merkwaardige geschiedenis. Over de betekenis van deze gebeurtenissen zijn er dan ook veel verschillende meningen. Naar mijn overtuiging wijst de evangelist Lucas ons de weg om de betekenis van deze geschiedenis te achterhalen. Want in Handelingen 1 vers 3 vertelt hij ons dat Jezus zich ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft. Het verhaal heeft dus te maken met Christus' onderwijs aan de discipelen over het Koninkrijk van God. In dit licht zullen we vanmiddag luisteren naar de betekenis van Jezus' verschijning aan de zee van Tiberias. We zullen dat doen onder het thema: Jezus Christus verschijnt aan zijn discipelen om hen te onderwijzen over de opbouw van het Koninkrijk van God. Jezus laat zijn discipelen zien 1. dat Hijzelf de opbouw van zijn Koninkrijk leidt, 2. dat Hij voor de medearbeiders van het Koninkrijk zal zorgen, 3. en dat Hij hun werk voor het Koninkrijk gebruikt. Jezus Christus laat zijn discipelen zien dat Hijzelf de opbouw van het Koninkrijk leidt 2

Johannes neemt zijn lezers mee naar Galilea. Jezus was tweemaal in Jeruzalem aan de discipelen verschenen. Nu verschijnt Hij aan ze bij de zee van Tiberias. De discipelen waren niet op eigen initiatief naar Galilea gegaan. Zowel Marcus als Mattheüs vermelden dat de Here Jezus de leerlingen naar deze landstreek zond. Tevens vermelden ze uitdrukkelijk dat Jezus in deze landstreek aan de discipelen zal verschijnen. Jezus' opdracht aan de discipelen om naar Galilea te gaan, moeten we dus in verband brengen met deze verschijning aan de zee van Tiberias. Zeven discipelen zitten aan de oever. Het zijn Simon Petrus, Thomas, genaamd Didymus, die we beter kennen als de ongelovige Thomas, maar die nu een gelovige Thomas is. Natanaël van Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs, namelijk Johannes en Jacobus en nog twee niet nader genoemde discipelen. Mogelijk zitten ze met elkaar te praten over de vraag, wanneer Jezus zal verschijnen. Of hebben ze het over de gebeurtenissen die ze in Jeruzalem hebben meegemaakt. Hoe het ook zij, op een gegeven moment zegt Petrus tot de anderen: "Ik ga vissen". En de anderen zeggen : "We gaan met je mee". Niets wijst erop dat de discipelen met elkaar overlegd hebben om te gaan vissen. Zoals Johannes het voorval beschrijft, krijg je de indruk dat Petrus gewoon een spontane opwelling krijgt om te gaan vissen. Waarna de andere zes zeggen :"We gaan met je mee", in de benen komen en Petrus volgen. Sommigen menen dat deze daad van de discipelen verkeerd was. Ze menen dat Petrus en de anderen hun oude beroep weer willen opnemen. Dat ze wegliepen van hun roeping uit Lucas 5. Dat ze van vissers van mensen weer gewone vissers wilden worden. Dan zou je kunnen spreken van ontrouw tegenover hun Here, Jezus Christus. Maar dat is niet het beeld dat Johannes schetst. Ook lezen we in het vervolg nergens, dat Jezus de discipelen bestraft voor het feit, dat ze waren gaan vissen. Waarom zouden deze mannen waarvan verschillende vroeger vissers waren geweest, niet mogen gaan vissen? Waarschijnlijk zochten ze wat vulling voor hun maag en hadden ze er gewoon zin om het net weer eens uit te gooien zoals ze vroeger zo vaak gedaan hadden. De hele nacht zijn de zeven aan het werk, maar ze vangen niets. Het loopt al tegen de morgen als Jezus aan de oever van het meer verschijnt. De discipelen herkennen Hem niet. De afstand is ook behoorlijk groot. Al gauw zo'n 90 meter. Maar er is waarschijnlijk nog iets aan de hand, dat verklaart waarom de discipelen Jezus niet 3

herkenden. Uit het evangelie van Marcus weten we dat Jezus na zijn opstanding van gedaante kon wisselen. In Marcus 16 vers 12 lezen we daarover: Daarna verscheen Hij (Jezus) in een andere gedaante aan twee van hen op de weg, terwijl zij zich naar het land begaven. Gezien vers 12 van onze tekst lijkt het zeer waarschijnlijk dat Jezus een andere gedaante had. Dat de discipelen Jezus niet herkenden heeft dus niet te maken met ongeloof of kleingeloof. Jezus staat aan de oever van het meer en roept de apostelen toe of ze misschien wat vis voor Hem hebben. Brood heeft Hij zelf wel. Let u er ook op hoe vriendelijk Jezus de discipelen toeroept. Hij noemt hen `kinderen' of `jongens'. Er klinkt niets van een verwijt in Jezus woorden. Ze moeten helaas ontkennend antwoorden: Nee, we hebben geen vis. Tot nu toe was alles heel gewoon. Maar geeft de vriendelijke man op de oever de opdracht dat ze het net aan de rechterzijde van het schip moeten uitwerpen en dat ze dan wel vis zullen vinden. Blijkbaar sprak Jezus deze woorden met gezag. Want de discipelen stribbelen niet tegen. Wat toch voor de hand zou liggen. Wat weet die man er nu van! Ze hebben de hele nacht gevist en niets gevangen. En dan roept die vreemdeling, die veel te ver af staat om te zien of er eigenlijk wel vis aan de rechterzijde van de boot zit, ze toe, dat ze daar het net moeten uitgooien en zeker iets zullen vangen. Maar toch doen ze het. Ze gooien het net uit en als ze het vervolgens op willen halen, kunnen ze het niet meer trekken vanwege de menigte vis. En dat is het moment waarop de ogen van de discipelen open gaan. Dit hadden ze eerder meegemaakt. Drie jaar geleden waren ze ook de hele nacht aan het vissen geweest en hadden ook niets gevangen. In opdracht van de Here Jezus hadden ze hun netten toen opnieuw uitgezet en een menigte vis gevangen. Dat was het begin geweest van hun leven met Jezus Christus. Vanaf dat moment waren ze vissers van mensen geworden, zoals Jezus dat Zelf genoemd had. En nu gebeurt het weer. En geeft Jezus hun weer een rijke visvangst. En deze enorme vangst werpt een nieuw licht op hun werk van de afgelopen nacht. Het was Jezus geweest die alles zo geleid had. Hij had ervoor gezorgd dat ze de afgelopen nacht niets gevangen hadden. En Hij had ervoor gezorgd dat het net nu boordevol vis zat. Het is de discipel die Jezus liefhad, de discipel waar Jezus van hield, Johannes, die het eerst beseft wie daar op de oever van het meer staat. Het is de Here, zo zegt hij. Nu niet 4

Jezus of Christus, maar de Here noemt Johannes hem. Jezus is de Here, hun Meester. Hij, die heerst over de wereld. Zodat de wind, het water en de vissen Hem zelfs gehoorzamen. Hij die, zoals ook nu weer blijkt, ook na zijn opstanding alles nog in zijn macht heeft. Zo openbaart Jezus zich aan zijn discipelen als de overste van de schepping. Maar daar ligt niet de nadruk op. De Here Jezus openbaart Zich hier vooral als het Hoofd van de Kerk. Als de grote Herder. Als degene die zijn kudde verzamelt. Als de discipelen straks de wereld in zullen gaan om het evangelie te verkondigen, moeten ze weten dat alles onder de leiding van hun Zender staat. Op vele plaatsen zullen ze preken over hun Here, die voor onze zonden gestorven is aan een kruis, maar die op de derde dag uit de dood is opgestaan. Waardoor allen die in Jezus geloven vergeving van zonden en eeuwig leven ontvangen. Een prachtige en blijde boodschap. Maar vaak zal het resultaat zijn zoals de afgelopen nacht: dat ze niets vangen. Hun inspanningen zullen geregeld vergeefs lijken te zijn. En dan, als ze het misschien niet of niet meer verwachten zal Jezus velen tot bekering brengen. Niet zij, maar de Here Jezus bepaalt wanneer en wie er tot geloof komen. Het is de Here Jezus Christus die de vergadering van zijn kerk leiden. Dat leert Jezus de discipelen met deze wonderbare visvangst. Hij leidt de opbouw van zijn Koninkrijk. En dat mag rust geven aan iedereen die bezig is voor de opbouw van Christus rijk. Dat moest de apostelen rust geven. Maar in dezelfde rust en hetzelfde vertrouwen mogen de ambtsdragers in de kerk ook nu nog hun werk doen. Mogen catecheten hun werk doen. Mag het werk van evangelisatie gedaan worden. Hoeveel wij ons ook inspannen. Uiteindelijk is het Jezus Christus zelf die zijn kerk bouwt. Hij is het die door zijn Geest het geloof geeft, waardoor mensen zich bekeren. Dat in de eerste plaats. Jezus laat zijn discipelen in de tweede plaats zien dat Hij voor zijn medearbeiders in het Koninkrijk zal zorgen Voordat Johannes verder gaat vertellen hoe de discipelen die enorme hoeveelheid vis aan land hebben gekregen, vestigt hij de aandacht op Simon Petrus. Toen het duidelijk werd, dat Jezus aan de oever van het meer stond, wilde Petrus zo snel mogelijk naar zijn Meester toe. Impulsief als hij was, wachtte hij niet tot het bootje weer op het strand was. Dat zal ook wel even wat tijd gekost hebben met dat loodzware net erachter. Petrus bedenkt zich geen moment, slaat zijn opperkleed om, hij had waarschijnlijk slechts zijn 5

lange hemd aan, en springt in het water. Hij wilde niet in zijn hemd voor de Here verschijnen. Hij wilde zo goed en zo kwaad als dat ging gepast gekleed zijn. Hieruit spreekt het respect dat hij voor de Here, zijn Meester had. Hij beschouwde Jezus maar niet als een van zijn kameraden, hoewel hij zeer intens contact met Hem had gehad. Petrus wist zijn plaats. Maar dat vormde geen bezwaar om spontaan en enthousiast te reageren, als hij zijn Meester mocht ontmoeten. Deze spontane actie van Petrus laat zien dat er de verhouding tussen de Here Jezus en deze discipel al voor een belangrijk deel hersteld is. Anders zou dit een wel heel overmoedige actie van Petrus zijn geweest. Het is natuurlijk heel goed denkbaar dat het punt van de verloochening door Petrus al bij de ontmoeting op de paasdag besproken is. Toen is de Here Jezus aan Petrus apart verschenen zoals we uit het evangelie naar Lucas weten. Een tijdje later komen ook de andere discipelen aan land. Deze moeten wel zeer verbaasd geweest zijn. Want wat zien ze? Zonet had Jezus nog gevraagd of ze misschien wat vis voor Hem hadden en nu, niet meer dan, zeg, tien minuten later, zien zij een kolenvuur liggen en daarop brood en... vís. Ze hadden op zijn commando het net nog een keer uitgeworpen en hadden nu de vis waar Hij om gevraagd had. Maar nu ze Hem iets kunnen aanbieden, hoeft het niet meer. Nee. Nu biedt Hij hun te eten aan. Nu moeten zij zich door Hem laten verzorgen. Als ze niet met de Here Jezus Christus te maken hadden gehad, waren ze misschien wel kwaad geworden. Waarom vraag je om iets wat je zelf al hebt? Maar ze worden niet boos. Ze begrijpen dat hun Meester ook hiermee iets wil leren. Maar wat? Jezus wil zijn discipelen vertrouwen geven. Vertrouwen geven voor de toekomst. Er zullen tijden komen, dat ze op allerlei plaatsen het evangelie zullen verkondigen, maar geen gehoor zullen vinden. Het kan gebeuren dat ze nergens ontvangen worden. Dat ze niet weten waar ze moeten slapen. Niet weten hoe ze aan voedsel moeten komen. Niet weten hoe ze zichzelf in leven moeten houden. Dan moeten ze weten dat Jezus, hun Zender hen niet vergeet. Dat Hij dan Zelf voor zijn arbeiders zal zorgen. Ze moeten weten, dat Jezus met hen is. Overal waar ze gaan. Ook al is Hij niet in de vertrouwde gestalte van vlees en bloed bij hen. De discipelen hoeven niet voor hun Heer te zorgen, maar hun Heer zorgt voor hen. Hun leven is in zijn veilige hand. Zo laat Jezus in de vissen op het kolenvuur zien, dat Hij Zich verplicht heeft om 6

voor zijn arbeiders te zorgen. Wie in Christus naam op pad gaat, mag weten dat Jezus Zelf met hem meegaat. Dat in de tweede plaats. Tenslotte laat Jezus zijn discipelen zien dat Hij hun werk voor het Koninkrijk gebruikt. Het verhaal had hier kunnen eindigen. Jezus en zijn discipelen gaan eten van de maaltijd die Jezus voor hen bereid heeft en daarmee klaar. Zoals Hij eerder ook gedaan had. Maar nee, het verhaal gaat verder. De discipelen zouden zich een beetje overbodig kunnen gaan voelen, door alles wat tot nu toe heeft plaats gevonden. De hele nacht zijn ze aan het vissen geweest en hebben niets gevangen. Pas als Jezus' Zich ermee bemoeit komt het net vol met vissen. Ja, het net puilt uit. En als ze Jezus te eten willen geven van de vissen die ze gevangen hebben, dan heeft Jezus al vis en ligt deze gaar te worden op een kolenvuur. "Waar heeft Jezus ons eigenlijk nog voor nodig", zouden de discipelen kunnen denken. Maar voordat ze die gedachte echt wortel kan schieten in hun harten, zegt Jezus tot hen: "Brengt van de vissen die jullie net gevangen hebben." En het is Petrus die zich naar de boot haast. Hij klimt in de boot en sleept vervolgens het net aan land. Het net zit barstensvol vissen. Normaal gesproken zou het net gescheurd zijn. Volgens de wetten van deze aarde kan het net eigenlijk niet heel blijven. Het net moet scheuren. Maar het scheurt niet. Jezus, die machtiger is dan de krachten van de natuur, zorgt ervoor dat er niets van de vangst verloren gaat. Zo laat Jezus op twee manieren zien hoe Hij het werk van de discipelen waardeert. Hoe kostbaar dat voor Hem is. Hij zorgt ervoor dat het net niet scheurt en er dus niets van de vangst verloren gaat. Alles wat ze gevangen hebben is kostbaar. En in de tweede plaats mogen ze met de door hun gevangen vissen een bijdrage leveren aan de maaltijd. Honderddrieënvijftig vissen blijken na telling in het net te zitten. Een enorme hoeveelheid voor een vangst in die dagen. Vissen die zij hebben gevangen. Vissen die zij aan land hebben gebracht. Vissen die zij Jezus mogen aanbieden en die Hij naast de vis legt die al op het kolenvuur lag. Zonder onderscheid. Zo ontneemt de Here Jezus de discipelen iedere reden om zich overbodig te voelen. Tenslotte nodigt Jezus hen uit voor de maaltijd. Samen genieten ze van de rijke maaltijd. Ze genieten van de vruchten van Christus' werk, maar ook van hun eigen werk. In hun eigen werk was de hand van de Here zo nadrukkelijk aanwezig, dat er geen plaats is voor eigen roem over dat werk. De roem komt Christus toe. Maar er is voor de 7

discipelen tevens volop ruimte om te genieten van de bijdrage die zij aan de maaltijd hebben mogen leveren. God schakelt mensen in bij de bouw van zijn Koninkrijk. De discipelen hadden van Christus een bijzondere taak gekregen bij de opbouw van Gods Koninkrijk. Zij waren ooggetuigen geweest van het leven van Jezus Christus op aarde. Ze hadden drie jaar lang onderwijs van Hem ontvangen. Zo had Jezus Christus hen voorbereid op hun toekomstig werk. Instrument te zijn in de handen van Koning Christus die door hun arbeid zijn kerk vergadert en bouwt. En wij die bijna 20 eeuwen later leven, weten hoeveel vissen de Here Jezus in het net van zijn apostelen verzameld heeft. Veel meer dan zij zelf ooit bij elkaar hadden kunnen krijgen. Veel meer dan zij ooit zelf bij elkaar hadden kunnen houden. En wij weten ook hoe onze Here vervolgens anderen op weg heeft gestuurd om verder te gaan met dit werk. En ook vandaag gaat Hij daar nog mee door. Ook nu nog gaan er kinderen van God de wereld in om de blijde boodschap aan de mensen te vertellen. Zendelingen worden uitgezonden, evangelisten zijn werkzaam in Nederland en daarbuiten. In de zomer gaan jongeren op pad om op campings, stranden en elders over God te vertellen. Zo schakelt God ook nu nog mensen in bij de bouw van zijn Koninkrijk. Maar bij de bouw van Gods Koninkrijk moeten we niet alleen denken aan het werk dat buiten de muren van de kerk gebeurt. Want wat denkt u van het werk van catechisatie en de jeugdvereniging. En ook heeft veel werk in Gods Koninkrijk te maken met het onderhouden en bewaren ervan. En ook hierbij schakelt God mensen is. Hij roept mannen om voor te gaan in de eredienst. Hij roept mannen om over zijn kudde te waken. Hij roept mannen om te voorzien in de aardse nood. En gelukkig heeft Christus ook bij dit werk de leiding. Want als de onderhouding en bewaring van de kerk afhankelijk zou zijn van mensen, dan was er allang geen kerk meer. Want met hoeveel zonden en gebrek gaat dit werk vaak niet gepaard. Gelukkig is het Jezus Christus zelf die zijn kerk leidt en voor haar leden zorgt. In die rust mogen de ambtsdragers werken. In die rust mogen we ook als gemeente leven. Dat de Here Jezus Christus ondanks al onze gebreken, ons werk wil gebruiken voor de voortgang van zijn Koninkrijk. Soms zullen ze, net als de apostelen, weinig vruchten op hun werk zien. Soms zullen we zelfs het gevoel hebben dat het alleen maar achteruit gaat met de kerk. 8

Maar we moeten hierbij ook denken aan het werk dat in de gezinnen gebeurt. Als ouders hun kinderen vertellen over het leven met de Here en hun kinderen daarin voorgaan. Ook dat is bouwen aan Gods Koninkrijk. En ook met dat werk kan het gaan zoals het de apostelen verging. Dat je kinderen zich niet laten vangen door het Woord van de Here, maar hun eigen weg gaan. Ook daarin zijn we afhankelijk van de zegen van onze Here. Ik weet dat neemt het verdriet niet weg. Maar het kan ons wel bewaren voor onnodige schuldgevoelens. Niemand van ons kan zijn kinderen het geloof geven. Dat geloof geeft Christus. Als onze kinderen nog wel allemaal kinderen van de Here willen zijn, dan is dat niet onze verdienste. Maar dan is dat Christus onvoorstelbare genade. Wij kunnen niet meer dan ons best doen. De zegen geeft de Here Jezus. En met die zegen zal Hij ons ook van tijd tot tijd steeds weer verblijden. Om daarover met Hem feest te vieren. En dan zullen op een dag, die niemand weet, zal het feest compleet worden. Dan zullen we allemaal aanzitten aan het bruiloftsmaal, dat Jezus voor al zijn geliefden bereidt. Dan zullen we aan tafel zitten met Jezus Christus en met Hem de maaltijd gebruiken, net zo als de discipelen met Jezus van het brood en de vis aten op het strand van het meer van Galilea. Dan zal het Koninkrijk van God zich ten volle openbaren. Een Koninkrijk dat zich nu al met kracht baan breekt en waar wij, ondanks al onze gebreken en zonden, en dankzij Gods genade een bijdrage aan mogen leveren. Amen. 9