Gelijkwaardigheid equivalente daglichttoetreding

Vergelijkbare documenten
Daglicht en gezond verstand

Berekening Daglichttoetreding

Project "Stadsvilla" te Rotterdam. Daglichtberekeningen. Datum 19 juli 2013 Referentie

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV

Rapport. Aanvraag omgevingsvergunning "bouwen" First te Rotterdam: daglichttoetreding

Project Gegevens: Project: Nieuwbouw woningen Grevelingen 2 Lisse

: daglicht berekening

Danzigerkade Amsterdam

Hierbij de gevraagde info betreffende zaak , Breistroeken 50 Nw. Balinge.

Rapport Bouwbesluit. (Bouwfysische berekeningen) - Oppervlakte berekening - Daglicht berekening - Ventilatie & spui berekening

Rapport Bouwbesluit. (Bouwbesluit 2012) - Ventilatie berekening - Spui berekening - Daglicht berekening

Rapport Bouwbesluit. (Bouwfysische berekeningen) - Oppervlakte berekening - Daglicht berekening - Ventilatie & spui berekening

Projectgegevens. Openbaar Belang Binnengasthuisstraat NH, Zwolle T. (038) E. Projectteam PROJECT

Berekening Bouwbesluit

Notitie. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten

Renovatie en verbouwing Brouwhuis Ceresstraat te Breda '8 woningen noord en westgevel'

Nieuwbouw torens en renovatie het Atrium te Amsterdam

RAPPORT. Uitbreiding & verbouw Refugium - Sommelsdijk. Uitbreiding & verbouw Refugium - Sommelsdijk

DA AD. Nieuwbouw woonhuis Galama-Sevinga te Veenhuizen. rapportage bouwbesluitberekeningen. Werknummer: Datum: Particuliere woning

Toetsing bouwbesluit. Onderwerp: Verbouw en uitbreiding van een kantoor aan de Broekstraat 24 te Aalten

Uitbreiding bedrijfsgebouw Houtbeekweg te Stroe; bouwbesluittoets. Datum 9 januari 2015 Referentie

Presentatie en gebruik van productgegevens. Suskasten en het bouwbesluit

Verbouw schuur Vlietweg 13 te Leiden. Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglichttoetreding

Bouwfysica. Verlichting. Onderwerpen. hoofdstuk 4 Bouwfysica. Begrippen. Kunstlicht. Daglicht. Straatverlichting. Cauberg-Huygen BV 1

Bouwbesluit rapportage

Boerderij aan de Sprundelsebaan 60 te Breda

Beschrijving. Daglicht uit smalle steeg. Advies Definitief

RAPPORT. Recreatiewoning Bosweg 45 Zoutelande. Recreatiewoning

Boerderij aan de Sprundelsebaan 60 te Breda

Bouwbesluit toets. Bouwgenoot bv. Toetsingniveau : Verbouw (gedeeltelijk) met rechtens verkregen niveau/bestaande bouw

TRANSFORMATIE KANTOOR BREDA. Bepaling Equivalent daglichtoppervlakte. Ventilatieberekening

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

Initiatiefnemer: Wooncorporatie ProWonen Revitalisatie en renovatie 18 woningen te Zelhem. Datum: Rapportage bouwbesluit INHOUD

Architecten HMV Burg. Guljelaan CZ Breda Tel

Bezonningsonderzoek Pand Z, Rotterdam. Rapportage bezonningsonderzoek Pand Z. Versie 003 B R001 Datum 1 november 2016

Daglichtberekening. Ventilatieberekening

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Woning Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland. Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Daglichttoetreding

Bijlage omgevingsvergunning

Rapport Bouwbesluiteisen

bouwbesluitberekeningen uitbreiding woonhuis

Schaduw: Hinder? door. Ruud Groeneweg Rieko Schuur

BOUWBESLUIT TOETSING Restauratie boerderij Hekendorpse Buurt 67 te Hekendorp i.o.v. Dhr. J. Vervloet Datum: 22 juli 2016

Het renovatiedeel omvat voornamelijk winkelfuncties (retail), kantoorfuncties en bijeenkomstfuncties.

Project "Richterslaan" te Nieuwegein. Bezonningsonderzoek. Datum 5 mei 2011 Referentie

Datum: 14 november 2016 Ons kenmerk: MW15457 Project: Verbouwing schuur Wiersserbroekweg 12 te Vorden Betreft: Bouwbesluitberekeningen

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, thermische isolatie Datum: 15 juni 2019 Status: magazijn.

BEREKENINGEN T.B.V. AANVRAAG OM OMGEVINGSVERGUNNING RENOVATIE SCHUUR TOT WONING AAN DE VELDWEG 24 TE DREMPT

Inhoud. Het belang van ramen en een aangenaam uitzicht in de werkomgeving

Berekeningen en Bouwkundige gegevens

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen

Van Ostadestraat 233 Amsterdam. Bezonningsstudie en daglichtonderzoek

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

Inleiding. Eisen. Bomenbuurt, Den Haag. Projectnummer aa Dienst Stedelijke Ontwikkeling. - ir. R.N. Beekman

Rapport inzake: Berekeningen toetsing Bouwbesluit 2012 t.b.v.: Nieuwbouw 16 appartementen te Kootwijkerbroek

1591 Transformatie pand Stationsstraat 16 / 16a te Weert: toelichting bij aanvraag omgevingsvergunning

Verbouw Abdij Koningsoord te Berkel-Enschot. - Werkplaats - Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglichttoetreding

Herbestemming Oceaanhuis aan de Westzeedijk te Rotterdam. Daglichtberekeningen

Nederlandse norm. NEN 2057 (nl) Daglichtopeningen van gebouwen - Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte van een ruimte

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening.

Nieuwbouw woning Kremboong te Tiendeveen. Toetsing Bouwbesluit t.b.v. S 809

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

Sterkte-eisen aan een vloerafscheiding

BENG. Update

Verlichtingskunde 2009 Verlichtingskunde S630

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Energiebesparing door reductie van het geïnstalleerde vermogen kan bijvoorbeeld door:

Verbouw Reigerstraat 8-10, Breda Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglicht toetreding Doorspuibaarheid

F~IMMEMEM. Bestaande Woning-Café. Dorpstraat BC te Vorden. Opdrachtgever: Han Eskes. Opsteller: Frans de Jong

Moet iedere trap aan het Bouwbesluit voldoen?

nieuwbouw Woonhuis A Prinsenbeek bouwbesluitberekeningen 1401-bouwbesluitberekening

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders

Transformatie en verblijfsgebieden

DAKOPBOUW tussen 0 en 75 graden

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Workshop. Best practices gelijkwaardige oplossingen

Appartementen aan de BERGSTRAAT te MONTFOORT i.o.v. DE KAMPER PROJECTEN BV BOUWBESLUIT TOETSING APPARTEMENT D DATUM:

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

Notitie Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten

Beschrijving. Daglicht en burenrecht. Advies Definitief

Wettelijke regelingen

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Beter licht met minder energie

Bouwbesluit Brandveiligheid en gebouwontwerp

16085 Verbouw Rabobank Monnickendam. Bijlage aanvraag omgevingsvergunning. Project: Opdrachtgever: Gemeente. Datum:

Daglicht berekening Appartement 1 Volgens afdeling 3,11 bouwbesluit 2012 en NEN 2057

EFFECTEN VAN LICHT OP DE GEZONDHEID

GEMEENTE HILVARENBEEK. Bezonningsstudie Hart voor Diessen

Begrip Gelijkwaardigheid. (Bouwbesluit 2003)

Renovatie balkons. Molukkenstraat , Nijmegen

Welke eisen gelden voor een trap? Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor een trap.

RAPPORTAGE BOUWBESLUIT; 16 bestaande woningen te Vorden.

Oppervlakte, daglicht en ventilatieberekening woning familie van Lin

Berekeningen bouwbesluit

WIJZIGINGSBLAD BEPALINGSMETHODE versie 2.0 *

Condens niet binnen maar buiten

De Integrale nota van toelichting Bouwbesluit 2012 zegt hierover:

Transcriptie:

16 008 Bouwfysica Gelijkwaardigheid equivalente daglichttoetreding Op verzoek van het hoofdbestuur van de NVBV heeft de Werkgroep Gelijkwaardigheid na afloop van de jaarvergadering van de NVBV op 10 april j.l. een toelichting gegeven over de toepassing van een gelijkwaardige oplossing voor het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte. Dit naar aanleiding van de publicatie van twee casussen van de Werkgroep [1]. Dit zijn: 4. Onjuiste bepaling van benodigde daglichtoppervlakte (gepubliceerd op 0 mei 003) en.8 Zijdelingse daglichttoetreding van een verticaal raam (gepubliceerd op 6 juni 007). In dit artikel is de gelijkwaardige oplossing verder uitgewerkt. Werkgroep Gelijkwaardigheid Relatie met de uitgangspunten van het Bouwbesluit Daglichttoetreding heeft direct of indirect een relatie met alle vijf de uitgangspunten (ook wel pijlers genoemd) van Bouwbesluit 003. Veiligheid Bij veiligheid kan daglicht een rol spelen om vallen te voorkomen en voor mensen in een vreemde omgeving voor oriëntatie bij het vluchten. Omdat deze veiligheidsaspecten beter kunnen worden gewaarborgd door kunstlicht, zijn er in het hoofdstuk veiligheid van Bouwbesluit 003 geen directe daglichteisen opgenomen. Indirect is het voorschrift dat in een besloten rookvrije vluchtroute noodverlichting aanwezig moet zijn, gebaseerd op het feit dat in dergelijke ruimten bij het uitvallen van kunstlicht, vooral s nachts al gauw te weinig licht zal zijn om veilig te kunnen vluchten. Gezondheid In de periode (1986 tot en met 1991) dat voorschriften voor daglichttoetreding voor het Bouwbesluit werden ontwikkeld, was het niet duidelijk waarom daglichttoetreding uit een oogpunt van gezondheid van belang was. Wel was bekend dat daglicht op patiënten in patiëntenkamers een positieve uitwerking heeft. Eveneens was bekend dat het kunnen volgen van het dag- en nachtritme van belang is. Om goede voorschriften te kunnen geven was een betere kennis omtrent de relatie tussen gezondheid en voor te schrijven raamafmetingen van belang. Om die reden is dan ook in opdracht van het Ministerie van VROM daar in 1988 een literatuurstudie naar gedaan []. In het rapport van deze studie is te lezen: De vraag van de opdrachtgever welke minimum raamafmetingen uit het oogpunt van gezondheid nog acceptabel zijn kon aan de hand van de bestudeerde literatuur niet worden beantwoord. Het raam in de woning is alleen vanwege de psychische beleving ten aanzien van dagverlichting, bezonning en contact met buiten van belang. Ook wanneer deze psychische beleving als aspect van gezondheid wordt beschouwd, is de vraag niet te beantwoorden. Pas wanneer in 00 een derde fotoreceptor [3] wordt ontdekt die niet via de visuele cortex, zoals de bekende kegeltjes en staafjes, functioneert maar via suprachiasmatiosche kern (SCN), wordt duidelijk waarom de vraag niet beantwoord kon worden. Deze SCN krijgt zijn informatie evenals de staafjes en kegeltjes via het netvlies, doch niet uit waarnemingen door staafjes en kegeltjes, maar uit speciale cellen in de ganglionlaag. Hiervoor is vooral de kwantiteit van het licht van belang. Dit blijkt van belang te zijn voor de lichaamstemperatuur, de alertheid en voor de aanmaak van de hormonen cortisol en melatonine. Goed functioneren van de SCN is van belang om goed te kunnen slapen, depressies te beperken en cognitief te functioneren. Kortom deze niet-visuele waarnemingen blijken via een ander deel van de hersenen dan waar de visuele waarnemingen worden verwerkt, van grote invloed te zijn op de gezondheid. De hoeveelheid licht die nodig is voor het functioneren van de SCN, kan niet gemakkelijk door middel van kunstlicht worden verkregen. Bruikbaarheid Vanuit het oogpunt van bruikbaarheid is licht vooral van belang voor het kunnen verrichten van visuele taken en het leveren van voldoende productie. Hiervoor is kunstlicht uitstekend geschikt en zelfs de enige oplossing op donkere dagen en na zonsondergang. Energiezuinigheid Bij energiezuinigheid is het van belang om het gebruik van kunstlicht te beperken, teneinde elektrische energie te besparen. Deze besparing kan vooral bereikt worden als ramen zodanig worden ontworpen dat visuele taken bij daglicht kunnen worden uitgevoerd. Ter voldoening aan de op grond van Bouwbesluit 003 voorgeschreven grenswaarde voor de energieprestatie-eis is in de van toepassing zijnde norm [4] bepaald dat voor het in rekening brengen van energie voor verlichting een lagere waarde in

wet- en regelgeving Bouwfysica 008 17 een zogenaamde daglichtsector mag worden aangehouden als gebruik gemaakt wordt van een daglichtschakeling of -regeling, of als een vertrekschakeling aanwezig is met de mogelijkheid om een gevelzone afzonderlijk aan of uit te schakelen. Voor de daglichtsector is ervan uitgegaan dat de daglichtfactor op een bureau ongeveer 3% is [5]. Milieu Aan hoofdstuk 6 van Bouwbesluit 003 is nog geen invulling gegeven. Naar verwachting zal een milieuprestatie worden ingevoerd die is gebaseerd op een bepalingsmethode [6], waarbij uitgegaan wordt van een levenscyclusanalyse (LCA). Hierbij zal daglichttoetreding slechts een indirecte rol spelen waar het gaat om het aanbrengen van ramen en via de invloed van ramen op de energieprestatie. Onderzoek dat ten grondslag ligt aan voorschriften voor daglichttoetreding De voorschriften voor daglichttoetreding zijn, overeenkomstig de basisfilosofie die ten grondslag ligt aan het Bouwbesluit, gegeven in de vorm van een prestatie-eis, die bestaat uit een bepalingsmethode en grenswaarden. Bepalingsmethode Voor het bepalen van de equivalente daglichtoppervlakte verwijst Bouwbesluit 003 naar een bepalingsmethode die is opgenomen in NEN 057 [7]. Deze NEN is een vereenvoudigde methode voor de berekening van de equivalente daglichtoppervlakte. Aanvankelijk had het NEN beoogd om de volledige methode te publiceren. Omdat deze voor de dagelijkse praktijk van het bouwtoezicht te uitgebreid kon zijn, werd besloten om eerst een vereenvoudigde versie [8] daarvan uit te geven, waarbij onder andere geen rekening werd gehouden met zijdelingse belemmeringen. Het voortrekken van de vereenvoudigde methode was noodzakelijk om de bepalingsmethode tijdig, dat wil zeggen voor de inwerkingtreding van het Bouwbesluit in 199 gereed te hebben. Beoogd werd om nadien NEN 056 uit te geven, waarmee dan een verfijnde berekening kon worden gemaakt. Het ontwerp van NEN 056 was toen al wel beschikbaar [9]. Aan het ontwerp van NEN 056 en daarmee indirect ook aan NEN 057 ligt een onderzoek ten grondslag [10]. Aan dit onderzoek ligt veldonderzoek ten grondslag en aanvullend modelonderzoek. Aanvullend onderzoek werd nodig gevonden, omdat in het veldonderzoek slechts beperkte externe lichtbelemmeringen voorkwamen. In dit onderzoeksrapport is het volgende te lezen: Analyse van de resultaten leert dat kwantitatief gelijk gewaardeerde situaties zich niet eenvoudig laten verklaren uit een daglichtniveau in één of enkele punten in een vertrek. Dit is te verklaren uit het feit dat de lichtverdeling - in een lineaire grootheid gemeten (daglichtfactor, hemelcomponent) - plaatselijk grote verschillen kan vertonen tussen de vergeleken situaties. Ook een oppervlakte-grootheid, welke het deel van de vertrekoppervlak weergeeft dat een zeker lichtniveau onder- of overschrijdt blijkt om dezelfde reden geen goede verklarende variabele te zijn. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde verlichtingssterkte op een horizontaal vlak (equivalent met de flux op dat vlak). In het hetzelfde rapport is op basis hiervan de volgende conclusie te lezen: Gegeven het feit dat de gangbare en bij de uitwerking van het veldonderzoek ontwikkelde lichttechnische grootheden om de genoemde redenen niet of minder geschikt zijn om er belemmerde situaties mee te beschrijven is naar een andere grootheid gezocht, waarin de invloed van verschillende soorten van belemmering eenduidig tot uitdrukking kan worden gebracht. Deze is gevonden in de gemiddelde verlichtingssterkte op het raam. Alleen al op grond hiervan moet geconcludeerd worden, zoals de Werkgroep in casus 4. heeft aangegeven, dat er geen sprake kan zijn van een gelijkwaardige bepalingsmethode als: wordt uitgegaan van een gemiddelde verlichtingssterkte op een horizontaal vlak; of interne reflectie in rekening wordt gebracht. Bepalingsmethode voor complexere situaties In het ontwerp van NEN 056 is voor complexe belemmeringen bij een verticaal raam een grafische methode opgenomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een door de vakgroep Bouwfysica, faculteit Civiele techniek van de TU-Delft, gemaakt daglichtdiagram voor verticale vlakken en CIE-hemelkoepel (zie figuur ) waarin bij onbelemmerde hemel 800 stippen (100 vakjes van 8 stippen) onbedekt zijn en een verlichtingssterkte geeft van 39,6% ten opzichte van de verlichtingssterkte in het vrije veld. Als referentie is echter uitgegaan van een situatie dat sprake is van een tegenovergelegen belemmering van 15 (665 stippen onbedekt). Verder is hierbij aangenomen dat de reflectie 4% van de verlichtingssterkte in het vrije veld is. De referentieverlichtingssterkte is: 665 39,6%+4%36,9% 800 ten opzichte van het vrije veld. Op basis van het aantal onbelemmerde stippen kan in een belemmerde situatie een ontvangfactor, f tot worden bepaald. aantal stippen 36,9+4 Hierbij is f tot 800 36,9 aantal stippen 0,0495 + 4 % 36,9 Omdat uit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid daglicht niet rechtevenredig is met f tot, is een correctiefactor op de doorlaat toegepast. Dit betekent dat aan de hand van f tot, de bijbehorende Cb in tabel 1 (die is overgenomen uit [10]) moet worden afgelezen.

18 008 Bouwfysica Met deze methode kunnen ook de uitkomsten gecontroleerd worden die tot stand zijn gekomen door middel van een computerprogramma. Wordt met een computerprotabel 1: Belemmeringsfactor ( ) afhankelijk van de totale ontvangfactor (f tot ) f tot f tot f tot f tot f tot f tot f tot f tot f tot 1,00 1,00 0,90 0,90 0,80 0,80 0,70 0,71 0,60 0,65 0,50 0,60 0,40 0,56 0,30 0,5 0,0 0,7 0,99 0,99 0,89 0,89 0,79 0,79 0,69 0,71 0,59 0,65 0,49 0,60 0,39 0,55 0,9 0,49 0,19 0,5 0,98 0,98 0,88 0,88 0,78 0,78 0,68 0,70 0,58 0,64 0,48 0,59 0,38 0,55 0,8 0,47 0,18 0, 0,97 0,97 0,87 0,87 0,77 0,77 0,67 0,69 0,57 0,64 0,47 0,59 0,37 0,54 0,7 0,44 0,17 0,0 0,96 0,96 0,86 0,86 0,76 0,76 0,66 0,69 0,56 0,64 0,46 0,58 0,36 0,54 0,6 0,4 0,16 0,17 0,95 0,95 0,85 0,85 0,75 0,75 0,65 0,68 0,55 0,64 0,45 0,58 0,35 0,54 0,5 0,39 0,15 0,15 0,94 0,94 0,84 0,84 0,74 0,74 0,64 0,68 0,54 0,6 0,44 0,57 0,34 0,53 0,4 0,37 0,93 0,93 0,83 0,83 0,73 0,74 0,63 0,67 0,53 0,61 0,43 0,57 0,33 0,53 0,3 0,35 0,9 0,9 0,8 0,8 0,7 0,73 0,6 0,66 0,5 0,61 0,4 0,56 0,3 0,5 0, 0,3 0,91 0,91 0,81 0,81 0,71 0,7 0,61 0,66 0,51 0,61 0,41 0,56 0,31 0,5 0,1 0,30 Deze uitkomst is beduidend lager dan wat volgens de nu geldende bepalingsmethode mag worden aangehouden. Dit betekent dat de huidige bepalingsmethode niet conservatief is ten opzichte van de verfijnde bepalingsmethode. Dit heeft tot gevolg dat het publiceren van de verfijnde methode zoals in de ontwerp NEN 056 beschreven weinig zinvol is. Immers, vrijwel altijd zal met de vereenvoudigde methode een beter of eenzelfde resultaat worden berekend. Inmiddels bestaat kennelijk het voornemen om de hoek waarbinnen de belemmeringen in aanmerking moet worden genomen in de volgende versie van NEN 057 in plaats van op 30 op 50 te stellen [11]. 1 Zijdelingse belemmering Omdat bij het opstellen van de vereenvoudigde methode ervan uit is gegaan dat de kans op een zijdelingse belemmering in de praktijk voldoende klein is, kon de methodiek sterk vereenvoudigd worden. Dit had wel tot gevolg dat de zijdelingse belemmering, zoals getekend in figuur 1, de maximale belemmering is, die niet als belemmering in rekening hoeft te worden gebracht. Zou figuur 1, in de uitgebreide methodiek worden beschouwd, dan zou het aantal onbedekte stippen in het daglichtdiagram (figuur ) nog slechts 47 zijn (in figuur is het halve diagram getekend, waarin 13,5 stip bedekt zijn). Hieruit volgt: f tot 47 0,0495 + 4 0,44 Cb 0,57 36,9 Grenswaarden Voor de grenswaarden is voor een woonfunctie uitgegaan van de eisen voor daglichttoetreding die golden voor de inwerkingtreding van het Bouwbesluit. Voor een beperkt deel van de utiliteitsbouw zijn grenswaarden opgenomen die zijn afgeleid van de gangbare bouwwijze. Het resultaat was daardoor en is nog steeds dat er een set grenswaarden geldt waarvan de onderlinge verschillen niet verklaarbaar zijn uit een oogpunt van gezondheid. Mede in het licht van de nieuwste inzichten kan het zinvol zijn om de gegeven grenswaarden opnieuw te bezien. Zo zal het de vraag zijn of het wel nodig is om voor een keuken in een woning of voor een hotelkamer daglicht voor te schrijven. Bij een hotelkamer moet dan wel gelijktijdig de vraag gesteld worden of wanneer geen ramen worden aangebracht noodverlichting nodig is. Ook kan hierbij de vraag gesteld worden of het voor de gezondheid niet belangrijker is dat een goed bruikbaar balkon aanwezig is, in plaats van het voldoen aan de grenswaarde van de ruimte die grenst aan het balkon (zie ook [1]). Gelijkwaardige oplossing Hoewel de verfijnde methode in zijn algemeenheid weinig zinvol is om te gebruiken, is deze wel zinvol als NEN 057 als gevolg van niet bedoelde effecten, niet goed toepasbaar is. Een dergelijke situatie doet zich met name voor als zijdelingse daglichttoetreding maatgevend is. Met casus.8 Zijdelingse daglichttoetreding van een verticaal raam heeft de Werkgroep Gelijkwaardigheid voor dergelijke situaties een aanvullende redelijk eenvoudige methodiek gepubliceerd waarmee evenals met ontwerp NEN 056 de zijdelingse daglichttoetreding in rekening kan worden gebracht.

wet- en regelgeving Bouwfysica 008 Daglichtdiagram voor verticale vlakken en CIE-hemel (voor de helft getekend) gramma de verlichtingssterkte in het raamvlak bepaald dan zullen de uitkomsten van dit programma (mits correct ingevoerd, en het programma ook correct werkt) relatief weinig verschillen geven met de handmatige berekening. Hierbij dient voor de reflectiefactor van de bodem uit te worden gegaan van 0,15 en voor de bebouwing van 0,0 (dit zijn de waarden die ten grondslag liggen aan ontwerp NEN 056). Methodiek Bij de gelijkwaardige oplossing is ervan uitgegaan dat het daglicht niet over een hoek van 60 wordt aangestraald, maar over een hoek van 180, verdeeld in segmenten van 10. Dit heeft tot gevolg dat er dan in plaats van zes segmenten (volgens NEN 057) uitgegaan wordt van 18 segmenten (zie figuur 3). Hierdoor wordt ook de zijdelingse bijdrage meegenomen. Duidelijk is dat het verschil in bijdragen van de verschillende segmenten niet meer verwaarloosbaar is. Dit betekent dat rekening moest worden gehouden met: de invloed van de hoek van inval; de reflectie en absorptie van glas; en de externe reflectie. Dit betekent ook dat niet meer van een gemiddelde belemmering α kan worden uitgegaan. Daarom is in de ge- 3 Verdeling in segmenten over 180 lijkwaardige oplossing gekozen voor het bepalen van de belemmeringsfactor per segment. Invloed van de hoek van inval Bij een verdeling over 180 dient de bijdrage per segment te worden vermenigvuldigd met sin(n) - sin(n-1) 19

0 008 Bouwfysica tabel : f glas A B 4 Invloed van reflectie en absorptie bij dubbelglas Op basis hiervan geldt bijvoorbeeld voor de segmenten 7 en 1: sin(30º) - sin(0º) ΔA e A d ;n A d ;n 0,079. In tabel is onder het kopje f sin de waarde voor sin(30º) - sin(0º), voor alle segmenten gegeven. Op basis van de totale bijdrage van alle segmenten geldt voor de doorlaat: A e A d ;n 16 n1 sin(n hoog) - sin(n laag) Invloed van de reflectie en de absorptie van glas Bij lichtinval onder grotere hoeken moet ook re ke ning worden gehouden met een grotere re flec tie en absorptie van het glas. In figuur 4 is voor dubbelglas de af name te zien van de licht bijdra ge bij dubbelglas door re flectie en absorptie als gevolg van de hoek waaronder het licht op het vlak valt. In tabel is onder het kopje f abs/ref het aandeel van het doorgelaten licht per segment weergegeven. Combinatie van de effecten van de hoek van inval, reflectie en absorptie Door de effecten van de hoek van inval (f sin ) en de reflectie en absorptie ( f abs/ref ) te combineren is een factor vastgesteld voor de bijdrage per sector als gevolg van de hoek van inval, de absorptie van het glas en de reflectie van het glas. Deze factor is verder f glas genoemd. Per sector n geldt f glas;n f sin;n f sinabs/ref;n. 18 f sin;n f sinabs/ref;n Deze factor is voor elke sector in tabel aangegeven. n1 Externe reflectie Naast reflectie van het glas zelf treedt ook reflectie op van de tegenoverliggende bebouwing. NEN 057 gaat er impliciet vanuit dat de verlichtingssterkte op een doorlaat van een 18 daglichtopening voor het leeuwendeel direct hemellicht h1 is en een beperkt deel als gevolg van externe reflectie tot stand komt. In een situatie dat volgens NEN 057 geldt dat 0 wordt het aandeel van de externe reflectie als het ware verwaarloosd.. segment f sin f abs/ref A x B f glas 1 0,007 0,01 0,000 0,000 0,0 0,4 0,005 0,007 3 0,037 0,5 0,019 0,06 4 0,050 0,68 0,034 0,047 5 0,061 0,76 0,047 0,064 6 0,071 0,79 0,006 0,077 7 0,079 0,81 0,18 0,088 8 0,084 0,81 0,136 0,094 9 0,089 0,81 0,141 0,097 10 0,089 0,81 0,141 0,097 11 0,084 0,81 0,136 0,094 1 0,079 0,81 0,18 0,088 13 0,071 0,79 0,113 0,077 14 0,061 0,76 0,094 0,064 15 0,050 0,68 0,068 0,047 16 0,037 0,5 0,038 0,06 17 0,0 0,4 0,011 0,007 18 0,007 0,01 0,000 0,000 Σ 1,000 0,79 1,00 Zoals eerder in dat artikel aangegeven is in ontwerp NEN 056 als reflectie ervan uitgegaan dat dit 4% is van de verlichtingssterkte in het vrije veld en dat inclusief deze reflectie de referentieverlichtingssterkte 36,9% is. Hiervan uitgaande is de belemmeringsfactor door reflectie 4% 36,9% 0,1. In de gelijkwaardige oplossing is, in een situatie dat reflectie mogelijk is, ervan uitgegaan dat ten minste een 0,1 aanwezig is. Belemmeringsfactor De invloed van een tegenovergelegen belemmering α en een belemmering vanwege een overstek β is in rekening gebracht door per segment van 10 deze α n en β n te bepalen en op basis hiervan in NEN 057 de bijbehorende waarde voor ;n af te lezen, waarbij bij een belemmering die hemellicht via reflectie kan ontvangen ;n > 0,1 kan worden aangehouden. De gelijkwaardige belemmeringsfactor is dan: 18 (f glas C ). b;n n1 Vergelijking met NEN 057 en met de verfijnde methode De uitkomsten van een viertal eenvoudige situaties bij toepassing van de gelijkwaardige oplossing is vergeleken met de uitkomsten met de verfijnde methode en met NEN 057. Dit zijn: een onbelemmerde situatie (alleen de verplichte belemmering α 5 ); een belemmering met een overstek over de volle breedte (β 40 );

wet- en regelgeving Bouwfysica 008 1 tabel 3: Vergelijking van gelijkwaardige oplossing met ontwerp NEN 056 en NEN 057 α β belemmerde sectoren Gelijkwaardige oplossing ontw. NEN 057 onbedekte punten NEN 057 f tot onbelemmerd 5 0-0,86 x 1 0,86 665 0,86 0,86 0,86 overstek 5 40-0,61 x 1 0,61 560 0,61 0,66 0,61 zijdelings belemmerd 5 0 1 t/m 6 + 13 t/m 18 0,86 x 0,44 + 0,1 x 0,558 0,43 47 0,44 0,57 0,86 zijdelings onbelemmerd 5 0 7 t/m 1 0,86 x 0,558 + 0,1 x 0,44 0,5 313 0,5 0,61 0 de in figuur 1 getekende zijdelingse belemmering (met oneindig hoge bebouwing); en een oneindig hoge belemmering in het midden over zes sectoren van 10. In tabel 3 zijn de uitkomsten weergegeven. 18 De gelijkwaardige oplossing is wel conservatief ten opzichte van ontwerp NEN 056, maar niet conservatief ten n1 opzichte van NEN 057. Om deze reden heeft de Werkgroep dan ook het volgende aandachtspunt opgenomen: Wordt de gelijkwaardige bepalingsmethode toegepast voor een doorlaat van een woonfunctie dan mag niet gelijktijdig voor een andere doorlaat van dezelfde woonfunctie de methode volgens NEN 057 worden toegepast. Dit is niet van toepassing voor een doorlaat waarbij geen belemmeringen zijn of alleen belemmeringen evenwijdig aan de doorlaat (dus in elke sector dezelfde α en β). Rekenvoorbeeld Twee woongebouwen worden op een parkeergarage gebouwd. In figuur 6 is een klein deel van deze woongebouwen weergegeven. In dit deel worden een aantal verblijfsgebieden met een vloeroppervlakte van 35 m², op een zodanige wijze belemmerd dat de lichttoetreding hoofdzakelijk van de zijkanten komt. De oppervlakte van de doorlaat A d 5 m 1,8 m 9 m². Voor het verblijfsgebied op de bouwlaag direct boven de garage geldt dat de belemmeringshoek 4 67º + 5º α 53. 6 De belemmeringshoek β 36. Op basis van de beide belemmeringshoeken kan in NEN 057 in tabel 1, worden afgelezen dat de belemmeringsfactor van de doorlaat 0,. Berekend volgens NEN 057 is de equivalente daglichtoppervlakte dan A e A d 9 m² 0, 1,98 m². Op grond van artikel 3.134, eerste lid, van Bouwbesluit 003 moet de A e van dit verblijfsgebied ten minste 10% 35 m² 3,5 m² zijn. Dit betekent dat de gekozen oplossing afwijkt van dit voorschrift. In tabel 4 is de gelijkwaardige berekening per segment uitgevoerd. Hieruit volgt dat de gelijkwaardige belemmeringsfactor 44,04% 0,44 en de gelijkwaardige equivalente daglichtoppervlakte A e A d 9 0,44 3,96 m² (> 3.5 m²). Dit betekent dat de oplossing op 5 Twee woongebouwen op parkeergarage basis van de gelijkwaardige bepalingsmethode voldoet. Slotbeschouwing In dit artikel is op de eerste plaats nagegaan wat de relatie is tussen daglichttoetreding in een gebouw tot de vijf peilers van Bouwbesluit 003. Essentieel is dat de equivalente daglichtoppervlakte uitsluitend uit een oogpunt van gezondheid is voorgeschreven, waarvoor als maatstaf de verlichtingssterkte in het glasvlak is genomen (dus beslist niet op een horizontaal referentievlak, zoals sommige deskundigen nog graag beweren). Waarom deze keuze zo is gedaan, is te vinden in onderzoek dat aan de