COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 augustus 2004 (OR. en) 11296/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0142 (ACC) AGRI 185 WTO 78

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

15537/02 jg 1 DG B I

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

6850/08 AL/mg DG C I

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 september 2009 (23.09) (OR. en) 13420/09. Interinstitutioneel dossier: 2009/0103 (CNS) 2009/0102 (ACC)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

BIJLAGE BIJLAGE VIII

5557/06 AL/jg DG E II/2

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 april 2003 (OR. fr) 8358/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0075 (ACC) UD 55 PECHE 161

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 mei 2011 (OR. en) 10626/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (CNS)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14899/09 HD/mm DG H 2 A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

16718/10 CS/mg DG DDTE

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) Nr. 1484/95 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 1995

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 05.10.2000 COM(2000) 616 definitief 2000/0247 (ACC) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake tegenmaatregelen in verband met het niet nakomen door de Russische Federatie van haar uit de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de handel in alcoholische dranken (door de Commissie ingediend)

TOELICHTING 1. Een van de hoofddoelstellingen van de Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking (PSO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Russische Federatie is de bevordering van handel en investeringen en harmonieuze economische betrekkingen tussen de partijen. 2. Een aantal bepalingen van de PSO heeft betrekking op de handel in goederen. Deze bepalingen zijn nauw afgestemd op de dienovereenkomstige artikelen van de GATT. Ondanks deze bepalingen heeft de Russische Federatie met de ordening van de markt voor alcoholhoudende dranken herhaaldelijk inbreuk gepleegd op de Interimovereenkomst en de PSO. Met name onderdelen van de volgende wetten van de Russische Federatie zijn in strijd met de PSO: Federale Wet nr. 5-FZ van 8 januari 1998 inzake heffingen op de afgifte van vergunningen en het recht om ethylalcohol en alcoholhoudende producten te produceren en te distribueren, Federale Wet nr. 18- FZ van 7 januari 1999 inzake nationale voorschriften voor de productie en afzet van ethylalcohol en alcoholhoudende producten, Federale Wet nr. 61-FZ van 31 maart 1999 inzake een tijdelijk invoerverbod voor ethylalcohol, Verordening nr. 34 van de Regering van de Russische Federatie van 10 januari 1999 inzake het vervoer van ethylalcohol op het grondgebied van de Russische Federatie en Verordening nr. 1365 van de Regering van de Russische Federatie van 9 december 1999 houdende gedeeltelijke wijziging van het douanetarief van de Russische Federatie. De handel in alcoholhoudende dranken wordt verder nog beperkt door regionale handelsvoorschriften, waaronder de verplichte regionale identificatiemerken, die het gebrek aan doorzichtigheid van de Russische wetgeving nog vergroten. 3. De Gemeenschap heeft formeel en bij herhaling de aandacht van de Russische autoriteiten gevestigd op de onverenigbaarheid van bovengenoemde wetten met de bepalingen van de PSO. Zij heeft dit ook gedaan in de in het kader van de PSO opgerichte instellingen en in verschillende aide-mémoires over handelsproblemen, en gevraagd dat alle Russische wetsbepalingen die in strijd zijn met de overeenkomst onverwijld worden aangepast. Daarnaast heeft in december 1998 in overeenstemming met artikel 102 van de PSO overleg plaatsgevonden. Daarbij is helaas slechts weinig vooruitgang geboekt. 4. Een in verhouding tot de inbreuk staande reactie van de Gemeenschap is om de volgende redenen wenselijk en verantwoord: het niet nakomen door de Russische Federatie van de uit de PSO voortvloeiende verplichtingen heeft belangrijke gevolgen voor de handel. De uitvoer van alcoholhoudende dranken uit de Gemeenschap naar de Russische Federatie is van 478 miljoen in 1994 gedaald tot 143 miljoen in 1998 en ongeveer 66 miljoen in 1999 (14% van het cijfer voor 1994). Dit is voor een groot deel rechtstreeks te wijten aan moeilijkheden in verband met de markttoegang en handelsbeperkingen, een situatie die nog is verergerd door de devaluatie van de roebel in 1998 en de instorting van de invoerfinancieringsregelingen; er is wetgeving in voorbereiding die de markttoegang nog verder dreigt te beperken; 2

het doel van de Gemeenschap, als uiteengezet in de Gemeenschappelijke strategie ten aanzien van Rusland, bestaat erin samen met de Russische Federatie te ijveren voor totstandkoming van een rechtsstaat en de ondersteuning van een welvarende markteconomie. Door op passende wijze te reageren op de schending van de PSO zal de verklaringen van de Gemeenschap inzake de noodzakelijke consolidatie van de rechtsstaat in de Russische Federatie en de eerbiediging van de internationale regels voor de handel (intrinsiek verbonden met de toetreding tot de WTO en een toekomstige vrijhandelsassociatie tussen de EU en Rusland) kracht worden bijgezet. Een dergelijke reactie zal tevens de geloofwaardigheid van de Gemeenschap als handelspartner versterken; de Russische Federatie heeft weinig of geen aanstalten gemaakt om het groeiend aantal handelsproblemen die de Gemeenschap ernstig zorgen baren, zoals de ontwerp-verzekeringswetgeving die enkele van de belangrijkste bepalingen van de PSO schendt, op te lossen. 5. Artikel 107, lid 2, van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat tegenmaatregelen mogen worden genomen indien één van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens deze overeenkomst niet is nagekomen. De Russische Federatie is haar verplichtingen met betrekking tot de handel in alcoholhoudende dranken niet nagekomen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 107, lid 2, van de PSO heeft de Gemeenschap daarom een brief gericht aan de voorzitter van de Samenwerkingsraad, waarin zij de Samenwerkingsraad alle ter zake doende informatie verstrekt die voor een grondig onderzoek van de situatie nodig is, teneinde een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden. De Commissie stelt bijgevolg voor in verhouding tot de inbreuk staande maatregelen te nemen om het niet nakomen van Ruslands verplichtingen op grond van de PSO te bestraffen met de invoering van een straftarief voor de invoer in de Gemeenschap van wodka en van niet-gedenatureerde ethylalcohol met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer (chemisch niet te onderscheiden van wodka met een zelfde alcoholgehalte) van oorsprong uit de Russische Federatie. Door het voorgestelde verhoogde recht wordt een handelsvolume van circa 12,2 miljoen per jaar getroffen. Goederen die reeds onderweg zijn naar de Gemeenschap dienen echter van de verhoging van de invoerrechten te worden uitgezonderd, op voorwaarde dat deze goederen bij de inwerkingtreding van deze verordening reeds waren verzonden. 6. De Raad wordt verzocht: de voorgestelde verordening goed te keuren. 3

Voorstel voor een 2000/0247 (ACC) VERORDENING VAN DE RAAD inzake tegenmaatregelen in verband met het niet nakomen door de Russische Federatie van haar uit de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de handel in alcoholische dranken DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133, Gelet op de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Een van de doelstellingen van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking (PSO) waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds 2,is de bevordering van handel en investeringen en harmonieuze economische betrekkingen tussen de partijen. (2) Artikel 11 van de PSO bepaalt dat uit het grondgebied van een partij herkomstige producten direct noch indirect worden onderworpen aan enige interne belastingen of andere interne heffingen die hoger zijn dan die welke direct of indirect op soortgelijke binnenlandse producten van toepassing zijn. Voorts mogen deze producten niet minder gunstig worden behandeld dan soortgelijke nationale producten ten aanzien van alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en vereisten met betrekking tot hun verkoop op de binnenlandse markt, aanbieding tot verkoop, aankoop, vervoer, distributie of gebruik. (3) Artikel 13 van de PSO bepaalt dat artikel VIII van de GATT, volgens welk alle retributies en heffingen van welke aard ook in verband met de invoer dienen beperkt te blijven tot de waarde van de verleende diensten en artikel X van de GATT, dat een redelijke doorzichtigheid en voorspelbaarheid voorschrijft, van overeenkomstige toepassing zijn tussen de partijen. Bovendien bepaalt artikel 15, lid 2, van de PSO dat bij de invoer in de Russische Federatie van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen worden toegepast en artikel 16 bepaalt dat in afwachting van de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO, in de 1 2 PBC van,blz. PB L 327 van 28.11.1997, blz. 1. 4

Samenwerkingsraad overleg wordt gepleegd over het beleid op het gebied van invoerrechten, onder meer over wijzigingen in de tariefbescherming. Daarnaast bepaalt artikel 53 van de PSO dat de partijen beperkingen van de mededinging, voor zover zij de handel tussen de partijen ongunstig beïnvloeden, ongedaan maken of opheffen. (4) De Russische Federatie heeft in 1998 Federale Wet nr. 5-FZ inzake heffingen op de afgifte van vergunningen en het recht om ethylalcohol en alcoholhoudende producten te produceren en te distribueren vastgesteld, die in strijd met artikel 11, lid 2, van de PSO een discriminerende bepaling bevat inzake een licentieheffing voor de invoer van en handel in alcoholhoudende dranken van buitenlands fabrikaat. Deze discriminerende bepaling blijft onverminderd van toepassing hoewel de Russische Federatie later Federale Wet nr. 18-FZ van 7 januari 1999 inzake nationale voorschriften voor de productie en afzet van ethylalcohol en alcoholhoudende producten heeft aangenomen die, hoewel zij schijnbaar tot doel had deze inbreuk ongedaan te maken, niets aan de situatie heeft veranderd en bovendien in strijd met artikel 15, lid 2, van de PSO een invoercontingent voor sterke drank instelt. Dezelfde wet bepaalt dat een invoerder, om in aanmerking te komen voor een vergunning voor de invoer van alcohol, jaarlijkse een hoeveelheid alcoholische dranken moet invoeren die overeenkomt met tenminste 50 000 decaliter zuivere alcohol. Deze drempel is in strijd met artikel 13, lid 2, van de PSO, en beperkt bovendien de markttoegang voor gewone, bonafide invoerders en vormt een technische handelsbelemmering die in strijd is met artikel 53, lid 1, van de PSO. In mei 1999 is Federale Wet nr. 61-FZ van 31 maart 1999, waarbij tot 2002 een invoerverbod wordt ingesteld voor ethylalcohol, in werking getreden. Deze wet maakt inbreuk op artikel 15, lid 2, van de PSO. Deze wet heeft voorrang op Verordening nr. 34 van de regering van de Russische Federatie van 10 januari 1999 inzake het vervoer van ethylalcohol op het grondgebied van de Russische Federatie, die echter van kracht blijft en beperkingen oplegt aan de invoer van ethylalcohol, in die zin dat dit product alleen via bepaalde punten van binnenkomst mag worden ingevoerd. Deze voorwaarde is in strijd met artikel 13, lid 2 van de PSO, waarin wordt verwezen naar artikel VIII van de GATT. De handel in alcoholhoudende dranken wordt verder nog beperkt door regionale handelsvoorschriften, waaronder de verplichte regionale identificatiemerken, die het gebrek aan doorzichtigheid van de Russische wetgeving nog vergroten en een inbreuk vormen op artikel 13, lid 4 van de PSO, waarin wordt verwezen naar artikel X van de GATT. Verordening nr. 1365 van de Regering van de Russische Federatie van 9 december 1999, die op 1 april 2000 in werking is getreden, heeft zonder overleg in het Samenwerkingscomité een ad valorem-invoerrecht ingesteld voor bepaalde wijnen, wat in strijd is met artikel 16 van de PSO. (5) De Gemeenschap heeft over deze schendingen van de PSO bij herhaling haar bezorgdheid geuit, zonder dat dit tot een passend resultaat leidde. De kwestie is aan de orde gesteld op vergaderingen van de Samenwerkingsraad en het Samenwerkingscomité. Aide-mémoires over dit onderwerp, waarvan de laatste op de tweede vergadering van de Samenwerkingsraad in mei 1999, de derde 5

vergadering van het Samenwerkingscomité in oktober 1999 en de derde vergadering van de Samenwerkingsraad in april 2000 aan de Russische autoriteiten zijn overgemaakt, hebben geen afdoend antwoord opgeleverd. Commissaris van den Broek heeft de bezorgdheid van de Gemeenschap opnieuw kenbaar gemaakt in zijn schrijven van mei 1999 aan toenmalig vice-premier Bulgak. Bovendien heeft in overeenstemming met artikel 102 van de PSO in december 1998 overleg plaatsgevonden, waarop voor de problemen van de Gemeenschap geen adequate oplossing is gevonden. De kwestie is tevens aan de orde gesteld op vergaderingen van het subcomité voor handel en industrie. Tijdens de derde vergadering van dit subcomité, in maart 2000, gaf de Russische Federatie te kennen dat stappen ter verbetering van deze situatie zouden kunnen worden verwacht. Helaas was er echter geen sprake van concrete voorstellen of toezeggingen. (6) De gevolgen voor de handel van de Gemeenschap zijn aanzienlijk. Het niet nakomen door de Russische Federatie van haar verplichtingen op grond van de PSO en de daardoor ontstane markttoegangsproblemen zijn een belangrijke factor geweest voor de daling van de uitvoer van de Gemeenschap van alcoholische dranken naar de Russische Federatie van 478 miljoen in 1994 tot 143 miljoen in 1998. Deze ontwikkeling zette zich in 1999 voort, als gevolg waarvan de uitvoer daalde tot ongeveer 66 miljoen. (7) Gezien het bovenstaande is een reactie van de Gemeenschap gerechtvaardigd. Artikel 107, lid 2 van de PSO bepaalt dat passende maatregelen kunnen worden getroffen indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens de overeenkomst niet is nagekomen. De Gemeenschap is van mening dat de Russische Federatie haar verplichtingen met betrekking tot de handel in alcoholhoudende dranken niet is nagekomen. (8) Artikel 107, lid 2, van de PSO bepaalt voorts dat bij voorrang maatregelen moeten worden gekozen die de werking van de overeenkomst het minst verstoren. De voorgestelde tegenmaatregelen schorsen de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de invoer in de Gemeenschap van wodka vallende onder de GNcodes 2208 60 11, 2208 60 19, 2208 60 91 en 2208 60 99 en van niet gedenatureerde ethylalcohol met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of meer, vallende onder GNcode 2207 10 00, van oorsprong uit de Russische Federatie; tot de Russische Federatie de wetgeving die in strijd is met de PSO heeft herzien, worden deze rechten vervangen door autonome douanerechten. (9) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 107, lid 2, van de PSO heeft de Gemeenschap een brief gericht aan de voorzitter van de Samenwerkingsraad, waarin zij de Samenwerkingsraad alle ter zake doende informatie verstrekt die voor een grondig onderzoek van de situatie nodig is, teneinde een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden. In deze brief werd de Raad in kennis gesteld van het voornemen van de Gemeenschap om, indien binnen drie kalendermaanden na de datum van de brief geen aanvaardbare oplossing wordt gevonden in de vorm van de intrekking van de bepalingen van de Russische wetgeving die in strijd zijn met de PSO, passende maatregelen te nemen ter bestraffing van het niet nakomen door de Russische Federatie van de uit de PSO voortvloeiende verplichtingen. 6

(10) Goederen die reeds onderweg zijn naar de Gemeenschap dienen van de verhoging van de invoerrechten te worden uitgezonderd, op voorwaarde dat deze goederen bij de inwerkingtreding van deze verordening reeds waren verzonden. (11) De voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vereiste maatregelen zijn beheersmaatregelen in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden 3 ; zij dienen daarom te worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure waarin in artikel 4 van dat besluit is voorzien, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Op de invoer in de Gemeenschap van onderstaande producten van oorsprong uit de Russische Federatie worden de onderstaande autonome douanerechten toegepast: GN-code Omschrijving Recht (%) 2207 10 00 Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer 2208 60 11 Wodka met een alcohol-volumegehalte van niet meer dan 45,4% vol, in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 liter 2208 60 19 Wodka met een alcohol-volumegehalte van niet meer dan 45,4% vol, in verpakkingen inhoudende meer dan 2 liter 2208 60 91 Wodka met een alcohol-volumegehalte van meer dan 45,4% vol, in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 liter 2208 60 99 Wodka met een alcohol-volumegehalte van meer dan 45,4% vol, in verpakkingen inhoudende meer dan 2 liter 90/hl 3,9/% vol/hl + 15/hl 3,9/% vol/hl 4,8/% vol/hl + 30/hl 4,8/% vol/hl Artikel 2 De maatregelen vastgesteld in artikel 1 worden overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 3, lid 2, door de Commissie ingetrokken, zodra de Russische Federatie voldoet aan de verplichtingen die ten aanzien van de sector alcoholische dranken voor haar uit de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst voortvloeien. Artikel 3 1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité van beheer voor wijn, ingesteld bij artikel 74 van Verordening (EEG) nr. 1493/1999 4. 3 4 PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. 7

2. Wanneer wordt verwezen naar dit lid, is de in artikel 4 van Besluit 1999/468/EG vastgestelde beheersprocedure van toepassing, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, van dat besluit. 3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt een maand. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is niet van toepassing op producten waarvan wordt bewezen dat zij vóór die datum naar de Europese Gemeenschap zijn verzonden. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in iedere lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter [ ] 8