Bijenorchis (Ophrys apifera) De onderstaande gebiedstypen kunnen de functie van groeiplaats voor deze soort vervullen. Achter de gebiedstypen staat het hoofdstuknummer waarin de werkzaamheden worden beschreven en waar de te nemen beschermende maatregelen bij beheer en onderhoud worden genoemd. Groenvoorzieningen 1 Leidingstroken 2 Droge voorzieningen en infrastructuur 3 NUT-terreinen (beheer) 4 NUT-terreinen (voorbereidingen uitgifte) 5 Kwetsbare periode soort periode j f m a m j j a s o n d Bijenorchis Bloeiperiode (G = Kwetsbaar bij graafwerk) G G G G G G G G G G G G 1. Beheer van groenvoorzieningen Het betreft beheerwerkzaamheden aan groenvoorzieningen binnen het haventerrein. Onder de werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud valt het maaien van vegetatie, het verwijderen van opgaande beplanting, zoals stuiken, heesters en bomen en kleinschalige (graaf)werkzaamheden ten behoeve van het onderhoud van groenvoorzieningen. Periodiek maaien van kruidige vegetatie en oevervegetatie (conform het beheerplan) Periodiek verwijderen / laag houden van opgaande beplanting (conform het beheerplan) Periodiek snoeien van beplanting en beheer van bomen Kleinschalige (graaf)werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud NB. deze maatregel is niet van toepassing bij het uitvoeren van het maaibeheer!
mogelijk is om de groeiplaats te ontzien, dan kunnen planten buiten de kwetsbare periode uitgegraven worden en direct in de nabije omgeving op een geschikte locatie herplanten worden. Als er geen geschikte locaties aanwezig zijn dan de plant tijdelijk in depot houden en na afloop van de werkzaamheden op de oorspronkelijke locatie terugplanten (vraag hiervoor een ontheffing aan o.g.v. art. 13 Flora- en faunawet). Het uitgraven en verplanten vindt plaats onder begeleiding van een ter zake kundige. 2. Beheer van leidingstroken Het betreft beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan leidingstroken inclusief de aan- of inliggende sloten. Onder de werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud valt het beheer aan de vegetatie, onderhoudswerkzaamheden aan de leidingen (ondergronds en bovengronds (inclusief eventueel hiervoor benodigde graafwerkzaamheden), onderhoud aan voorzieningen in de leidingenstroken (zoals meetpunten en markeringen), beheer van oevervegetatie en het periodiek schonen van sloten en watergangen. Periodiek maaien van kruidige vegetatie en oevervegetatie (conform het beheerplan) Periodiek verwijderen van opgaande beplanting (conform het beheerplan) Kleinschalige graafwerkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud Tijdelijk deponeren van vrijkomende grond in het kader van beheer en onderhoud Periodiek schonen van sloten en watergangen Onderhoud van oeverbeschoeiing Onderhoud van paddenpoelen. Bij werkzaamheden op leidingstroken moet, indien groeiplaatsen van beschermde soorten toch vergraven moeten worden, de bovenste zode met de planten en hun wortels opzij worden gelegd op een reeks rijplaten, waarna men de rest van het graafwerk uitvoert. Na afloop van het werk wordt de zode weer teruggeplaatst. Hiermee wordt vermenging van de
voedselrijke toplaag met de onderliggende laag voorkomen, waardoor het micromilieu voor bepaalde soorten (met name orchideeën) beter gehandhaafd blijft. 3. Beheer en onderhoud droge voorzieningen en infrastructuur Het betreft onderhoudswerkzaamheden aan voorzieningen en infrastructuur op het land. Onder de werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud valt het verbeteren / vervangen van verhardingen en graafwerkzaamheden ten behoeve van onderhoud aan voorzieningen (zoals meetpunten, markeringen) en de aanwezige infrastructuur en onderhoudswerkzaamheden aan bermen. Graafwerkzaamheden (o.a. t.b.v. onderhoud aan voorzieningen en infrastructuur) Vervangen / verbeteren van verhardingen Onderhoud van bermen Indien groeiplaatsen van beschermde soorten toch vergraven moeten worden, moet de bovenste zode met de planten en hun wortels opzij worden gelegd op een reeks rijplaten, waarna men de rest van het graafwerk uitvoert. Na afloop van het werk wordt de zode weer teruggeplaatst. Hiermee wordt vermenging van de voedselrijke toplaag met de onderliggende laag voorkomen, waardoor het micromilieu voor bepaalde soorten (met name orchideeën) beter gehandhaafd blijft.
4. Beheer van NUT-terreinen Het betreft beheer en onderhoudswerkzaamheden van terreinen die in de toekomst uitgegeven (kunnen) worden t.b.v. haven- en industrieactiviteiten. Aanliggende oevers, kaden of watergangen zijn niet in dit werkprotocol opgenomen, zie hiervoor Beheer van kades en glooiingen, Beheer van kleine watergangen en Onderhoud van grote watergangen en vaarwegen. Onder de werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud valt het beheer aan de vegetatie, onderhoud aan voorzieningen (zoals meetpunten, markeringen) en onderhoud van aanwezige infrastructuur Periodiek maaien van kruidige vegetatie en oevervegetatie (conform het beheerplan) Periodiek verwijderen / laag houden van opgaande beplanting (conform het beheerplan) Kleinschalige graafwerkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud Tijdelijk deponeren van vrijkomende grond in het kader van beheer en onderhoud Onderhoudswerkzaamheden aan infrastructuur (zoals reparaties aan de aanwezige verharding) Indien groeiplaatsen van beschermde soorten toch vergraven moeten worden, moet de bovenste zode met de planten en hun wortels opzij worden gelegd op een reeks rijplaten, waarna men de rest van het graafwerk uitvoert. Na afloop van het werk wordt de zode weer teruggeplaatst. Hiermee wordt vermenging van de voedselrijke toplaag met de
onderliggende laag voorkomen, waardoor het micromilieu voor bepaalde soorten (met name orchideeën) beter gehandhaafd blijft. 5. Voorbereiding uitgifte NUT-terreinen Het betreft ruimtelijke inrichtingswerkzaamheden van terreinen die in de toekomst uitgegeven (kunnen) worden t.b.v. haven- en industrieactiviteiten. Het beheer van aanliggende oevers, kaden of watergangen zijn niet in dit werkprotocol opgenomen, zie hiervoor Beheer van kades en glooiingen en Beheer kleine watergangen. Onder de werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling valt het verwijderen van vegetatie en opgaande beplanting, het dempen van sloten en watergangen, het aanbrengen van verhardingen en het ophogen van de terreinen. Verwijderen van vegetatie en oevervegetatie Graafwerkzaamheden (oa. t.b.v. de aanleg van kabels en leidingen) Aanleg van verhardingen Dempen van watergangen en/of waterpartijen Uitvlakken, afgraven en eventueel ophogen van terreinen Realisatie van bouwwerken en installaties (inclusief kademuren en gebouwen) Inrichten van de buitenruimte (groen en water) Monitoring en bemonstering van de terreinen
6. Beheer kleine watergangen Het betreft beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan sloten, (natuurlijke) oevers en watergangen (niet zijnde grote watergangen). Onderhoud van oeverbeschoeiing Schonen van oeverzone (bij onverharde oevers) Maaiwerkzaamheden in de oeverzone Reinigen van singelverbindingen Herstelwerkzaamheden aan singelkoppen Werkzaamheden verrichten ná de bloeiperiode (zie tabel kwetsbare periode). Maaien ná de bloeiperiode (zie tabel kwetsbare periode). Ervoor zorg dragen dat de groeiplaats voldoende zon behoudt (beplanting in de omgeving