Reglement met betrekking tot het maken van bezwaar door de melkveehouder inzake Boerderijmelk Artikel 1 - Gronden De melkveehouder kan bij De Graafstroom een klacht indienen tegen: a. de wijze waarop bij het ophalen van Boerderijmelk op zijn bedrijf de RMO-chauffeur een monster van de Boerderijmelk heeft genomen; b. de wijze waarop de RMO-chauffeur de hoeveelheid Boerderijmelk heeft vastgesteld; c. de onderzoeksresultaten van Qlip; d. de uitbetaling van de Boerderijmelk naar kwaliteit, samenstelling en hoeveelheid door De Graafstroom. Artikel 2 - Klacht De klacht bevat ten minste: a. naam, adres, leveranciernummer en woonplaats Indiener; b. kopie van de melkgeldnota of het kwaliteitsbericht waarop de klacht betrekking heeft; c. motivering; d. dagtekening; e. ondertekening van de Indiener of een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de Indiener. Artikel 3 Procedure 1. Uitsluitend schriftelijke klachten worden door De Graafstroom in behandeling genomen. De klacht moet door De Graafstroom zijn ontvangen binnen zes weken na ontvangst van de melkgeldnota waarop de betreffende melkleverantie is vermeld. Op verzoek van de melkveehouder kan in geval van bijzondere omstandigheden deze termijn met twee weken worden verlengd. 2. Naar aanleiding van de klacht stelt De Graafstroom een eigenonderzoek in. Als bij dat onderzoek geen bijzonderheden worden geconstateerd, verzoekt De Graafstroom het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel ( COKZ )een onderzoek in te stellen bij Qlip N.V. en daarvan een rapport van bevindingen op te stellen. De kosten die door het COKZ voor dit onderzoek in rekening worden gebracht, zullen worden doorbelast aan de Indiener van de klacht. De Graafstroom wijst de Indiener van de klacht op de verschuldigdheid van het bedrag en deelt hem mee dat het bedrag met de eerst volgende melkgeldnota wordt verrekend. Mocht blijken dat het bezwaar gegrond wordt verklaard, dan zullen de kosten door De Graafstroom worden terugbetaald. blz.1
3. Op grond van het eigen onderzoek en eventueel het rapport van bevindingen van het COKZ besluit De Graafstroom of de klacht van de melkveehouder gegrond is. Het besluit wordt schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de melkveehouder gebracht en verzonden binnen zes weken na de dag waarop deze zijn klacht heeft ingediend. Wanneer de klacht door De Graafstroom gegrond wordt verklaard wordt tevens vermeld welke maatregelen door De Graafstroom zullen worden genomen tot herstel. 4. In de mededeling waarin De Graafstroom de klacht ongegrond verklaart, wordt vermeld dat tegen dit besluit bezwaar kan worden gemaakt bij de bezwaarcommissie. De melkveehouder dient in dat geval, binnen 14 dagen na ontvangst van het bestreden besluit, een daartoe strekkende verklaring aan De Graafstroom te zenden. Binnen 14 dagen na ontvangst van de verklaring stuurt De Graafstroom de verklaring met de klacht en het volledige dossier aan de bezwaarcommissie. De bezwaarcommissie informeert de melkveehouder en De Graafstroom over de behandeling van het bezwaar. 5. De klacht-/bezwaarprocedure schorst niet de gevolgen van de beslissing van De Graafstroom waartegen de klacht/het bezwaar is gericht. Bezwaarreglement Partico Artikel 1 Bezwaarcommissie 1. De bezwaarcommissie van Partico (hierna: bezwaarcommissie ) is belast met de behandeling van bezwaren van melkveehouders die Boerderijmelk leveren aan De Graafstroom, Bel Leerdammer.CONO Kaasmakers, CZ, Rouveen, DOC Kaas, Nemelco en Hochwald Nederland met betrekking tot monsterneming, transport, onderzoek en uitbetaling van Boerderijmelk en de vaststelling van de geleverde hoeveelheid daarvan. 2. De bezwaarcommissie is onafhankelijk van de in het vorige lid genoemde ontvangers van Boerderijmelk. 3. De bezwaarcommissie bestaat uit drie leden: (1) een voorzitter, (2) een secretaris en (3) een derde lid. Indien nodig kunnen zij elkaars taken waarnemen. Als voor een behandeling van een bezwaar een lid verhinderd is, kan deze persoon met toestemming van het bestuur van Partico worden vervangen door een persoon die voldoet aan de bepaling van lid 2 van dit artikel. 4. Het bestuur van Partico benoemt de leden van de bezwaarcommissie voor vier jaar, zij zijn voor nog één periode van vier jaar herbenoembaar. blz.2
Artikel 2 Ontslag/non-actief Het bestuur van Partico kan een lid van de bezwaarcommissie ontslaan of op non-actief stellen. Anders dan op eigen verzoek van het betreffende lid kan tot deze maatregel slechts worden besloten indien hiertoe ernstige gronden bestaan. Het betreffende besluit wordt aan betrokkene per aangetekend schrijven meegedeeld. Artikel 3 Geen schorsing gevolgen beslissing Het bezwaar schorst niet de gevolgen van de beslissing van de ontvanger van Boerderijmelk waartegen het bezwaar is gericht. Artikel 4 Kosten bezwaarcommissie 1. De kosten van de bezwaarcommissie worden gedragen door Partico. 2. De leden van de bezwaarcommissie ontvangen een door het bestuur van Partico vast te stellen bedrag per dagdeel voor het bijwonen van een zitting. Ook ontvangen zij een door het bestuur van Partico vast te stellen vergoeding voor gemaakte reis- en verblijfkosten. 3. Het bestuur van Partico kan daarnaast aan de leden van de bezwaarcommissie een vergoeding toekennen voor werkzaamheden voor en na een zitting. 4. Opgeroepen en verschenen getuigen en deskundigen, niet zijnde functionarissen van het COKZ, Qlip N.V. of een ontvanger van Boerderijmelk, ontvangen een door het bestuur van Partico vast te stellen vergoeding. Artikel 5 Ontvangstbevestiging bezwaarschrift De secretaris van de bezwaarcommissie bevestigt de ontvangst van een bezwaarschrift binnen zeven werkdagen aan de ontvanger van Boerderijmelk die het heeft ingezonden. Hij zendt een kopie van die bevestiging aan de betreffende melkveehouder. Beiden ontvangen zij van de bezwaarcommissie een kopie van het gehele dossier. Artikel 6 Intrekking bezwaarschrift Het bezwaarschrift kan hangende de procedure worden ingetrokken. blz.3
Artikel 7 Oproeping zitting 1. De betreffende melkveehouder wordt binnen een termijn van zes weken na ontvangst van het bezwaardossier per aangetekende brief opgeroepen om op een door de voorzitter van de bezwaarcommissie te bepalen plaats, dag en uur ter zitting te verschijnen. 2. De oproeping wordt ten minste twee weken voor de dag van de zitting toegezonden en gaat vergezeld van alle op het bezwaar betrekking hebbende stukken, voor zover deze niet reeds in zijn bezit zijn. 3. De betreffende ontvanger van Boerderijmelk ontvangt een kopie van die oproeping. 4. In de oproeping wordt vermeld: a. Indien getuigen en/of deskundigen door de bezwaarcommissie zijn opgeroepen, de naam en de functie van deze personen; b. De mededeling dat de melkveehouder bevoegd is om getuigen en/of deskundigen ter zitting mee te brengen; c. De mededeling dat de melkveehouder bevoegd is om zich ter zitting door een raadsman te doen bijstaan of te laten vervangen, wat dient te blijken uit een schriftelijke machtiging. 5. De bezwaarcommissie kan weigeren bepaalde personen, die niet schriftelijk gemachtigd zijn, als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Artikel 8 Standpunt ontvanger van Boerderijmelk De bezwaarcommissie stelt ook de ontvanger van Boerderijmelk in de gelegenheid zijn standpunt aan de bezwaarcommissie toe te lichten. Artikel 9 Indienen stukken 1. Tot tien dagen voor de zitting kunnen de betreffende melkveehouder en de betreffende ontvanger van Boerderijmelk nadere stukken indienen. 2. De secretaris van de bezwaarcommissie stuurt een afschrift van ingediende nadere stukken zo spoedig mogelijk aan de betreffende melkveehouder dan wel de betreffende ontvanger van Boerderijmelk. Artikel 10 Gevoegde behandeling De voorzitter van de bezwaarcommissie kan bepalen dat meerdere bezwaarschriften gezamenlijk door de bezwaarcommissie worden behandeld als het gaat om bezwaarschriften van dezelfde aard en/of strekking. blz.4
Artikel 11 Zitting 1. De zittingen van de bezwaarcommissie zijn niet openbaar 2. De voorzitter van de bezwaarcommissie heeft tijdens de zitting de leiding. Artikel 12 - Plaats zitting De voorzitter van de bezwaarcommissie bepaalt waar de zitting wordt gehouden. Dit kan per zittingsdag verschillen. Artikel 13 Wraking 1. Op verzoek van de betreffende melkveehouder kan elk van de leden van de bezwaarcommissie die het bezwaarschrift behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van dat lid van de bezwaarcommissie schade zou kunnen lijden. 2. Het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de betreffende melkveehouder bekend zijn geworden. 3. Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. Na aanvang van een zitting kan het verzoek ook mondeling geschieden. 4. Alle feiten of omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen. 5. Een volgend verzoek om wraking van hetzelfde lid wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de betreffende melkveehouder bekend zijn geworden. 6. Geschiedt het verzoek ter zitting, dan wordt het onderzoek ter zitting geschorst. 7. Een lid van de bezwaarcommissie wiens wraking is verzocht, kan in de wraking berusten. 8. Over het verzoek om wraking wordt zo spoedig mogelijk overlegd door de bezwaarcommissie, met uitsluiting van het lid van de bezwaarcommissie wiens wraking is verzocht. 9. De betreffende melkveehouder en het lid van de bezwaarcommissie wiens wraking is verzocht, worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. 10. De bezwaarcommissie beslist zo spoedig mogelijk. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de betreffende melkveehouder en het lid van de bezwaarcommissie wiens wraking is verzocht medegedeeld. 11. In geval van misbruik kan de bezwaarcommissie bepalen dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen. Hiervan wordt in de beslissing melding gemaakt. 12. In geval van wraking wordt het betrokken lid vervangen dooreen plaatsvervangend lid van de bezwaarcommissie 13. Tegen het besluit van de bezwaarcommissie omtrent wraking staat geen bezwaar open. blz.5
Artikel 14 Verschoning 1. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in lid 1 van het voorgaande artikel kan elk van de leden van de bezwaarcommissie die het bezwaarschrift behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen. 2. Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. Na aanvang van een zitting kan het verzoek ook mondeling geschieden. 3. Geschiedt het verzoek ter zitting, dan wordt het onderzoek ter zitting geschorst. 4. Over het verzoek om verschoning wordt zo spoedig mogelijk overlegd door de bezwaarcommissie, met uitsluiting van het lid van de bezwaarcommissie dat om verschoning heeft verzocht. 5. De bezwaarcommissie beslist zo spoedig mogelijk. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de betreffende melkveehouder en het lid van de bezwaarcommissie dat om verschoning heeft verzocht meegedeeld. 6. Ingeval van verschoning of wraking wordt het betrokken lid van de bezwaarcommissie vervangen door een plaatsvervangend lid van de bezwaarcommissie. 7. Tegen het besluit van de bezwaarcommissie omtrent verschoning staat geen bezwaar open. Artikel 15 - Geheimhoudingsplicht 1. Het is aan de leden van de bezwaarcommissie niet toegestaan buiten de zitting: a. Hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen, bekend te maken; b. De gevoelens te openbaren die in raadkamer over aanhangige bezwaren zijn geuit; c. Over een voor hen aanhangig bezwaar, of over een bezwaar dat naar zij weten, zouden kunnen weten of vermoeden voor hen aanhangig zal worden, zich uit te laten in enig onderhoud of gesprek met de betrokken melkveehouder of de betrokken ontvanger van Boerderijmelk of hun raadsmannen, of van deze enige bijzondere inlichting of schriftelijk stuk aan te nemen. 2. De geheimhoudingsplicht geldt ook na beëindiging van de functie. Artikel 16 Beraadslaging De bezwaarcommissie beraadslaagt in raadkamer, zo mogelijk in aansluiting op de behandeling ter zitting. Terstond na raadkamer wordt ter zitting uitspraak gedaan. Wanneer dat niet mogelijk is, kan de voorzitter een nadere datum voor de uitspraak bepalen, welke moet liggen binnen drie weken na de dag waarop de behandeling ter zitting is afgesloten. blz.6
Artikel 17 Uitspraak 1. De bezwaarcommissie kan de volgende beslissingen nemen: a. Het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren; b. Het bezwaar ongegrond verklaren; c. Het bezwaar gegrond verklaren. 2. De schriftelijke uitspraak van de bezwaarcommissie vermeldt: a. De naam van de betreffende melkveehouder; b. De gronden van de beslissing; c. De beslissing; d. De namen van de leden die het bezwaar hebben behandeld; e. De termijn waarbinnen de ontvanger van Boerderijmelk een nieuw besluit moet nemen; f. De dagtekening. 3. De uitspraak wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. 4. De uitspraak wordt aan de betreffende melkveehouder en de betreffende ontvanger van Boerderijmelk toegezonden per aangetekende post met ontvangstbevestiging. 5. De uitspraak van de bezwaarcommissie is bindend zowel voor de ontvanger van Boerderijmelk als de indiener. Artikel 18 Gegrondverklaring bezwaarschrift Wanneer het bezwaar gegrond wordt verklaard, neemt de betreffende ontvanger van Boerderijmelk een nieuw besluit, rekening houdend met de uitspraak van de bezwaarcommissie en binnen de in de uitspraak genoemde termijn. blz.7