AB Luchtgordijn Elektrisch verwarmd model

Installatie/Inbedrijfstelling/Onderhoud/Gebruikersinstructies AB Luchtgordijn Elektrisch verwarmd model AB175E AB225E Volgens: DIR 009/142/EC:GAD DIR2004/108/EC:EMC DIR 2006/95/EC: LVD DIR 89/392/EEG:MD Gelieve dit document eerst aandachtig te lezen vooraleer met de installatie te beginnen. Laat het na installatie bij de gebruiker of hang het op in de nabijheid van de gasmeter. WAARSCHUWING Een foutief uitgevoerde installatie, afregeling, wijziging, herstelling of onderhoudsbeurt kan leiden tot materiële schade of verwondingen met zelfs de dood tot gevolg. Alle werkzaamheden moeten door erkende vaklui worden uitgevoerd. Indien de voorschriften m.b.t. het aansluiten van het toestel niet worden gerespecteerd, met een slechte werking van het toestel als gevolg, eventueel leidend tot schade aan het toestel en/of omgeving waarin het toestel is opgesteld, kan Reznor Europe nv hiervoor geen enkele aansprakelijkheid ten laste worden gelegd. Onder voorbehoud van wijzigingen Reznor Europe N.V. J.&M. Sabbestraat 130/A000 - B 8930 Menen Tel : +32 56 529 511 Fax : +32 56 529 533 E-mail: reznor.europe@tnb.com www.reznor.eu

Inhoudsopgave Algemene informatie ---------------------------------------------------------------1 Afmetingen ----------------------------------------------------------------------------2 Technische specificaties ----------------------------------- ---------------------3 Installatiegegevens -----------------------------------------------------------------4 Bedradingsgegevens ---------------------------------------------------------------5 Onderhoud ----------------------------------------------------------------------------6 Vervangonderdelen------------------------------------------------------------------7 Reserveonderdelen -----------------------------------------------------------------8 Foutopsporing ------------------------------------------------------------------------9 Gebruiksaanwijzing ----------------------------------------------------------------10

1. Algemene informatie Bedankt voor uw keuze voor de elektrische Reznor AB-luchtgordijnen. Plaatselijke regelgeving kan in het land van gebruik afwijken; het is de verantwoordelijkheid van de installateur om te zorgen dat aan deze regelgeving voldaan wordt. Alle installatie-, montage-, ingebruikname- en onderhoudsprocedures dienen door voldoende gekwalificeerde, competente personen te worden uitgevoerd volgens de wettelijke regelgeving in het land van gebruik. Bij montage, installatie, ingebruikname en onderhoud van de luchtgordijnen is men verplicht te zorgen dat aan de regelgeving voor werken op hoogte wordt voldaan op de gespecificeerde installatiehoogtes. Alle genoemde afmetingen zijn in mm, tenzij anders staat aangegeven. De fabrikant behoudt zich het recht voor om specificaties zonder voorafgaand bericht te wijzigen. LEES A.U.B. dit document door voordat u aan de installatie begint, zodat u bekend bent met de onderdelen en het gereedschap dat u bij de verschillende stappen nodig heeft. De primaire reden voor het installeren van een luchtgordijn is het voorkomen dat koude buitenlucht door een deuropening in een verwarmde ruimte binnenkomt. Typische toepassingen zijn o.a. grote poorten in fabrieken en magazijnen, en interne deuren tussen ruimtes met verschillende temperaturen. Grotere deuropeningen kunnen worden bestreken door twee of meer apparaten naast elkaar te installeren. Luchtgordijnen regelen het binnenklimaat door een luchtstroom voldoende snel uit te sturen zodat deze de vloer raakt, waardoor een luchtbarrière in de deuropening wordt gecreëerd. Om te voorkomen dat tocht van buitenaf binnentreedt, staat het uitlaatrooster naar buiten gericht, zodat de lucht die het gebouw verlaat met de binnenkomende wind botst, waardoor deze wordt weggeduwd. (Zie onderstaande diagrammen). Reznorluchtgordijnen bieden een uniforme luchtverdeling over de volledige breedte van de poort, waarbij verwarmde of geconditioneerde lucht in het gebouw wordt gehouden en koude lucht, tocht en stof wordt buitengehouden. Deze handleiding geeft gedetailleerde informatie over de installatie van Reznor AB Elektrische luchtgordijnen. Het is essentieel dat deze producten volgens deze instructies van de fabrikant worden geïnstalleerd. Zonder luchtgordijn Met luchtgordijn Luchtinlaat Buitenkant Binnenkant Luchtstroompatroon

2. Afmetingen Diagram 1: Afmetingen VOORAANZICHT FRONT VIEW BOVENAANZICHT PLAN VIEW RECHTERAANZICHT

3. Technische specificaties Model luchtgordijn AB 175E AB 225E Luchtverdelingsventilatoren Type Centrifugaal (met geïntegreerde thermische beveiliging) Snelheden 3 Aantal ventilatoren 3 4 Maximaal luchtvolume 7068m 3 /uur 9425m 3 /uur Voltage 230V 1 fase 50Hz Nominaal vermogen (per ventilator) 550 W Stroomsterkte (per ventilator) 4,5A (vollaststroom) Opstartstroom (per ventilator) 11,25A Vermogen Elementen 18kW 24kW Totaal opgenomen vermogen 19,65kW 26,2kW Temperatuurstijging (Δ T) Hoge snelheid 9,7 C 7,28 C Lage snelheid 13,86 C 10,39 C

4. Installatiegegevens Veiligheid en gezondheid Men dient te voldoen aan alle verplichtingen op basis van de Arbo-wet of relevante gedragscodes. Daarnaast dient de installatie door een gekwalificeerde installateur te worden uitgevoerd volgens de huidige IEE-regelgeving voor bedrading en alle andere relevante normen en gedragscodes. Isoleer alle elektrische voedingen naar de verwarming & controlepaneel voordat u verder gaat. Voor uw eigen veiligheid adviseren wij het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij het hanteren van het Elektrische Reznor-luchtgordijnen worden geleverd met voorgeïnstalleerde ophangbeugels en kunnen ofwel worden gemonteerd als losse apparaten of als een aantal die aan elkaar worden geschroefd om verschillende deurbreedtes te bestrijken. De minimale montagehoogte is 3 meter (zie diagram 2 hieronder). 4.1 Elk individueel luchtgordijn dient te worden ondersteund door uitkragende beugels (niet meegeleverd) en dan weer direct op de gebouwconstructie te worden vastgezet met geschikte steunbeugels, of door ze van bovenaf op te hangen met geschikt staalwerk. (Zie diagram 3, pagina 6). 4.3 Montage Diagram 2. 4.2 Meerdere luchtgordijnen dienen aan elkaar te worden geschroefd met 3 M10 sets pennen, moeren en ringen om in de gaten in de ophangbeugels te monteren, dan dienen geschikte steunkanalen (niet meegeleverd) bovenop de in de fabriek gemonteerde beugels te worden geïnstalleerd langs de gehele lengte van de samengebouwde luchtgordijnen om het gewicht te spreiden. Het geheel kan nu weer op de gebouwconstructie worden gemonteerd door direct te schroeven met geschikte steunbeugels, of door van bovenaf op te hangen met staalwerk. (Zie diagram 4, pagina 6). Indien nodig kan het steunkanaal iets voorbij de uiteindes van de luchtgordijnen worden verlengd om de montage te vereenvoudigen. NB: Indien meerdere luchtgordijnen zijn gemonteerd boven of over deuren waar een centrale steun niet geschikt is, dient het steunkanaal te worden vervangen door kanalen met een grotere doorsnede om te voorkomen dat het geheel doorbuigt. Het kan nodig zijn om de stand van de luchtuitlaatroosters te wijzigen, zodat de juiste luchtstroom over de deuropening wordt verkregen. U kunt dit doen door eerst de vier sluitpennen los te draaien. Deze bevinden zich paarsgewijs aan de uiteindes van de roosters (met pijl, fig. A), en dan de tussenliggende inbussluitpennen los te draaien (met pijl, fig. B). De rooster kunnen nu in de gewenste stand worden bewogen, waarna de sluitpennen worden vastgedraaid. Opening dient te worden geminimaliseerd NB: Het model AB 225 heeft twee paar tussenliggende inbussluitpennen, terwijl het model AB 175. slechts één paar heeft. Fig. A Onderkant luchtgordijn dient op gelijke hoogte te zijn met bovenkant deuropening Borgpennen minimaal 3m Fig. B Borginbuspennen

4. Vervolg installatiegegevens Diagram 3: Montagemethode (enkel luchtgordijn) VOORAANZICHT (ENKEL LUCHTGORDIJN) Uitkragende beugels (niet meegeleverd) In fabriek geplaatste montagebeugels Diagram 4: Steunkanaal (meerdere luchtgordijnen) BOVENAANZICHT (TWEE LUCHTGORDIJNEN) Steunpunten Luchtgordijn 1 Luchtgordijn 2 Typische steunkanalen In fabriek geplaatste beugels

5. Bedradingsgegevens 5.2 Controlepaneel Het paneel bevat een aan/ uit-schakelaar, een hoog/laag-schakelaar voor de ventilatorsnelheid, en een aan/uit-schakelaar voor de verwarming. De bediening van het paneel wordt in hoofdstuk 10 van deze handleiding beschreven (gebruiksaanwijzing). Een klantspecifiek bedradingsdiagram voor het controlepaneel wordt met elk luchtgordijn meegeleverd. Diagram 5: Bedrading controlepaneel algemeen (blad 1) ISOLATOR DOOR LOCKED DEURVERGRENDELING ISOLATOR 415 VOLT 415 VOLT 3- FASE 3 50 PHASE Hz 4- ADERIGE 50 Hz 4 WIRE VOEDING SUPPLY L1 L2 L3 N E MCB1 MCB2 CA HEATING CE VENTILATOR FAN AAN ENABLE CF LAGE SNELHEID LOW SPEED SNELHEIDS SCHAKELAAR SPEED SELECT HOGE SNELHEID HIGH SPEED MIDDELSTE MEDIUM SNELHEID SPEED R Y B TO NAAR SHEET BLAD 2 LAAG LOW MIDDEN MED HOOD HIGH R Y B 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 3 3 ELEMENT ORANGE ORANJE ORANGE ORANJE THERMOSTAAT OVERHEAT THERMOSTAT OVERVERHITTING ELEMENT PLAATS SITE SELECTEER AIR SNELHEID CURTAIN SPEED LUCHTGORDIJN BETWEEN HIGH TUSSEN & LOW, HOOG HIGH & & LAAG, MEDIUM, HOOG & OR MIDDEN, MEDIUM OF & MIDDEN LOW BY & LAAG CONNECTING MET VOEDING THE NAAR APPROPRIATE DE OVEREENKOMSTIGE FEED TO THE CORRESPONDING LUCHTGORDIJNAANSLUITING AIR CURTAIN TERMINAL MOTORBEDRADINGSKLEUREN ROOD MOTOR LEAD LAGE COLOURS SNELHEID BLAUW RED LOW MIDDELSTE SPEED SNELHEID BLUE MEDIUM SPEED ZWARTE BLACK HIGH HOGE SPEED SNELHEID WIT WHITE NEUTRAL NEUTRAAL N N N N FAN MOTOR 1 4.5A FLC FAN FAN FAN MOTOR 2 MOTOR 3 MOTOR 4 4.5A FLC 4.5A FLC 4.5A FLC ELEKTRISCH AB ELECTRICALLY VERWARMDE HEATEDAB- AIR CURTAIN MODULE LUCHTGORDIJNMODULE (3 4 (3 FANS) OF 4 VENTILATOREN) *FLC: Full Load Capacity, vollaststroom

5. Vervolg bedradingsgegevens Diagram 6: Bedrading controlepaneel algemeen (blad 2) Een klantspecifiek bedradingsdiagram voor het controlepaneel wordt met elk luchtgordijn meegeleverd. MCB3 ON/OFF SWITCH AAN/UIT-SCHAKELAAR CE HEAT ON/OFF UIT-SCHAKELAAR SWITCH VERWARMING AAN/ SPEED SELECT SWITCH SNELHEIDSSC HAKELAAR HOOD HIGH LOW LAAG OVERHEAT THERMOSTAT BLAD 1) (SEE SHEET 1) OVERVERHITTINGS THERMOSTAAT (ZIE CA CF CE PANEL LIVE HEATING CONTACTOR FAN SPEED CONTACTORS PANEEL AAN VERWARMINGSAANSLUITING AANSLUITINGEN VENTILATORSNELHEID

6. Onderhoud Om een veilige en efficiënte werking te garanderen, dienen deze apparaten jaarlijks door een competent persoon te worden onderhouden. In extreem stoffige of vervuilde condities kan frequenter onderhoud nodig zijn. De fabrikant biedt een onderhoudsservice aan. Details zijn op verzoek verkrijgbaar. 6.1 Benodigd gereedschap Onderstaand gereedschap en apparatuur worden aanbevolen om de in deze handleiding uitgelegde taken uit te voeren. Geschikt alternatief gereedschap mag worden gebruikt. Kruiskopschroevendraaier Kleine platte schroevendraaier 13mm steeksleutel 10mm steeksleutel Set inbussleutels Zachte borstel Verstelbare steeksleutel 6.2 Luchtuitlaatroosters. De luchtuitlaatroosters dienen met een zachte borstel te worden gereinigd. Controleer of de roosters in de gewenste hoek staan. (Zie fig. A/ B op pagina 5 voor de instelprocedure). 6.3 Luchtverdelingsventilatoren. Men verkrijgt toegang tot de luchtverdelingsventilatoren door de toegangskap van de ventilator te openen. Dit staat in paragraaf 7.1, Fig. 2 beschreven. Veeg alle stof of resten weg met een zachte borstel, waarbij vooral de waaier belangrijk is. Controleer of de waaier vrij kan draaien en of er geen speling zit in de lagers van de ventilator. De ventilatoren kunnen indien nodig worden vervangen. Dit staat in paragraaf 7.1 beschreven. 6.4 Elementen Verwijder de elementbehuizing zoals beschreven in hoofdstuk 7 (vervangen onderdelen). Veeg alle stof of resten met een zachte borstel weg. Inspecteer de elementspiralen visueel op tekenen van verkleuring, verbranding, doorzakken, etc. 6.5 Elektrisch. Isoleer elektrische voedingen voordat u begint te werken. Controleer de staat en stevigheid van alle aansluitingen in het controlepaneel. Verwijder het deksel van de aansluitdoos van de ventilator bovenop het luchtgordijn (fig. 1) en herhaal bovenstaande procedure voor de ventilatoraansluitingen. Controleer of de plug/ stekker-aansluiting van elke ventilator (binnenin het apparaat) goed vastzit en of de kabels in goede staat verkeren. Schakel het controlepaneel aan en controleer de werking van het luchtgordijn in elke stand van de selectieschakelaar (auto/off/man, lage/ middelste/hoge snelheid). Fig.1

7. Vervangen onderdelen Alle onderhoudswerk op dit luchtgordijn dient te worden uitgevoerd door een juist gekwalificeer de persoon. Zorg ervoor dat de elektrische voedingen uitgeschakeld zijn voordat u gaat werken 7.0 Benodigd gereedschap op zijn plaats houden los te schroeven. Het deksel kan nu naar beneden geklapt worden om bij de ventilatoren te komen. Zie fig. 4. 7.1.1 Afsluitplaat Voordat individuele ventilatoren kunnen worden verwijderd, dient de afsluitplaat te worden verwijderd. Verwijder de borgschroeven uit de rand van de plaat. (Zie fig. 5/6). De plaat kan nu worden verwijderd. Set inbussleutels Kruiskopschroevendraaier Verstelbare steeksleutel Fig.4 10mm steeksleutel 13mm steeksleutel 7.1 Luchtverdelingsventilatoren. Men verkrijgt toegang tot de luchtverdelingsventilatoren door de drie schroeven langs de onderrand van het luchtinlaatrooster (fig. 2) en de borgschroeven die het scharnierende deksel aan de onderkant van het luchtgordijn naast de roosters (fig. 3) Fig.2 Fig.5 Afsluitplaat ventilator Ventilatoruitlaat Fig.3 Fig.6 Ventilatoruitlaat Afsluitplaat ventilator

7. Vervolg vervangen onderdelen 7.1.2 Verwijderen ventilator Lokaliseer de voedingskabel voor de te verwijderen ventilator en trek deze uit de kabelgemonteerde plug/stekker. (Zie fig.7). De vier bouten die de ventilator op zijn plaats houden kunnen nu worden verwijderd (zie fig. 8) en de ventilator kan dan naar beneden uit het luchtgordijn worden gehaald Fig.8 Fig.7 Fig. 9 toont voor de duidelijkheid een enkele luchtverdelingsventilator op zichzelf. Fig.9 7.2 Verwijderen verwarmingselement (zie Diagram 7) 7.2.1 Om bij de elementen te komen, dienen eerst de 9 schroeven (A) die de behuizing op zijn plaats houden te worden losgedraaid. A C Diagram 7 B BLANKING PLUG A B

7. Vervolg vervangen onderdelen 7.2.2 Verwijder de 2 schroeven (B) die de uiteindes van de bovenste elementplaat op hun plaats houden 7.2.3 Verwijder de 3 schroeven (C) die de bovenste rail van het element op zijn plaats houden. (E); deze kan worden uitgetrokken nadat de kabelposities zijn genoteerd. 7.2.6 Trek tenslotte de twee vrouwtjesvorkkabelschoenen uit de oververhittingsthermostaat (F). Het element kan nu in zijn geheel uit het luchtgordijn worden gehaald. 7.2.4 Het element kan nu als geheel naar voren worden gekanted en uit de 3 borgsleuven worden getild (D). Zie diagram 8 7.2.5 Men kan nu bij de bedrading naar het element komen aan de achterzijde van paneel 7.2.7 Het plaatsen van een nieuw element is het omgekeerde van bovenstaande procedure. Diagram 8 E F D

8. Reserveonderdelen Onderdel Beschrijving Art.nr. Onderdel Beschrijving Art.nr. Luchtverdelingsventilator 3 snelheden AB-FAN Luchtverdelings -ventilator 5- pins plug/ stekker Plug: 3127 Stekker: 3126 AB 225E 24kW elementen (volledige set) 100528 AB 175E 18kW elementen (volledige set) 100527 Thermische beveiliging (1 per module) 900001 NB: Indien (reserve)onderdelen worden gebruikt die niet door Reznor zijn goedgekeurd, kan dit de garantie van het apparaat ongeldig maken.

9. Foutopsporing Luchtverdelingsventilatoren Stroom naar controlepaneel aan? NEE Controleer: 1. Voeding JA NEE Alle luchtverdelings ventilatoren uit? Enkele ventilator uit? JA JA Controleer: 1. Stand schakelaar man/off/ auto controlepaneel. 2. Stroomonderbreker(s) ventilator 3. Ventilatoraansluiting en bijbehorende bedrading. Controleer: 1.Thermische beveiliging motor (kan activeren indien koel), test motor. 2. Bedrading motor. 3. Plug/stekker motor. Als de ventilator(en) nog steeds niet normaal werkt (werken), neem dan contact op met de onderhoudsdienst van Reznor.

9. Vervolg foutopsporing Elementen Stroom naar controlepaneel aan? NEE Controleer: 1. Voeding JA Geen verwarming? JA Controleer: 1. Stand schakelaar verwarming aan/uit controlepaneel. 2. Stroomonderbreker(s) elementen 3. Oververhittingsthermostaat* NEE Weinig verwarming? JA Controleer: 1. Stroombelasting op alle elementen. Zou gebalanceerd moeten zijn. Als dit niet zo is, kan er bij element(en) een open stroomkring zijn. Als de elementen nog steeds niet normaal werken, neem dan contact op met de onderhoudsdienst van Reznor * Als er wordt vastgesteld dat de oververhittingsthermostaat geactiveerd is, dient de afsluitplug in het bovenvlak van de elementbehuizing te worden verwijderd om te kunnen resetten. (Zie Diagram 7 in hoofdstuk 7 van deze handleiding). Dit MOET worden gedaan met de elektrische voeding naar het luchtgordijn UIT.

10. Gebruiksaanwijzing 10.1 Belangrijke informatie Dit apparaat dient alleen te worden geïnstalleerd door een competent persoon volgens de vereisten van de gedragscode en de geldende regels in het land van gebruik. 10.1.1 Dit apparaat moet geaard worden. 10.1.2 Laat nooit voorwerpen tegen het luchtgordijn rusten, vooral geen ladders. 10.2 Het AB-luchtgordijn starten 10.2.1 Draai de on/off-schakelaar op het controlepaneel naar de on -stand. 10.2.2 Draai de hoog/laag-schakelaar naar de gewenste stand. 10.2.3 Draai de aan/uit-schakelaar van de verwarming naar de gewenste stand. 10.2.4 Zet de voeding naar het controlepaneel aan. Het power-lampje op het paneel gaat branden, de luchtverdelingsventilatoren gaan draaien en de verwarmingselementen gaan aan (indien geselecteerd). 10.5 Het AB-luchtgordijn uitzetten 10.5.1 Draai de selectieschakelaar auto/off/ manual op het controlepaneel naar de 'off - stand. 10.6 Onderhoud Om een blijvend veilige en efficiënte werking te garanderen, wordt geadviseerd om het luchtgordijn regelmatig door een gekwalificeerd persoon te laten onderhouden. In normale werkomstandigheden is dit eenmaal per jaar, maar in extreem stoffige of vuile omstandigheden kan frequenter onderhoud nodig zijn. 10.3 Het AB-luchtgordijn starten (BMSregeling, indien gespecificeerd) 10.3.1 Draai de on/off-schakelaar op het controlepaneel naar de 'on -stand. 10.3.2 Draai de hoog/laag-schakelaar naar de gewenste stand. 10.3.3 Draai de aan/uit-schakelaar van de verwarming naar de gewenste stand. 10.3.2 Zet de voeding naar het controlepaneel aan. Het power-lampje op het paneel gaat branden en het apparaat zal nu alleen werken als het BMS-relais of de schakelaar op afstand gesloten is. Document reference number GB/AIR/035/1209 GB/AIR/041/0309