MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Zendmastweg 19 Postbus 63 9400 AB Assen Tel 0592 392 111 Fax 0592 353 112 www.arcadis.nl Onderwerp Werkprotocol archeologie uitvoering Groote Diep Assen, 16 mei 2013 Van drs I.E. Benjamins MA Afdeling Divisie M&R Assen Aan Dienst Landelijk Gebied Projectnummer C01022.100151. Opgesteld door Ons kenmerk Kopieën aan DIVISIE MILIEU & RUIMTE Een deel van de graafwerkzaamheden van het plan Groote Diep moet worden uitgevoerd onder archeologische begeleiding. Het doel van deze begeleiding is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal om daarmee informatie in te winnen over de bewoningsgeschiedenis van dit gebied. Beken zoals het Groote Diep waren vroeger belangrijke, natuurlijk routes in het landschap. Om het doorkruisen van natte beekdalbodems en beken mogelijk te maken werden voorden en bruggen aangelegd. Recent zijn in beekdalen allerlei soorten afval afkomstig uit vroegere nederzettingen aangetroffen zoals dierlijk slachtafval en fragmenten van bewerkt gewei en bot, bewerkt hout, afval van de vuursteenbewerking, fragmenten van potten van aardewerk. Startoverleg Voorafgaand aan de uitvoering vindt een startoverleg plaats tussen uitvoerder, directievoerder archeologie en veldarcheologen. V&G-plan en werkprotocol worden besproken. De uitvoerend machinist is bij dit overleg aanwezig. Wanneer er gebruik gemaakt zal worden van de inzet van amateurarcheologen zal dit ook in dit overleg besproken worden. 1/6
In welke gebieden worden de werkzaamheden uitgevoerd onder archeologische begeleiding? Op de kaart is te zien dat graafwerkzaamheden binnen de mosterdgroene kleur (Hoge verwachting beekdal) onder archeologische begeleiding moeten worden uitgevoerd. Wanneer onderstaande werkzaamheden binnen deze zone vallen, zullen ze onder archeologische begeleiding worden uitgevoerd. Het gaat om werkzaamheden die te maken hebben met de volgende maatregelen - Te graven beek - Te verruimen beek - Nieuwe sloot - Aanbrengen stuw - Aanbrengen regelbare stuw - Aanbrengen duiker - Aanbrengen dam met duiker - Te graven sloot greppel Daarnaast zijn er nog werkzaamheden die binnen deze mosterdgroene kleur gepland zijn en hier een diepte restrictie hebben. Deze werkzaamheden mogen uitgevoerd worden tot een maximale diepte van 30 cm-mv - Omvormen tot slenk - Te dempen hoofdwatergang - Te dempen greppel/sloot - Verontdiepen watergang Het plangebied is verdeeld in zones waar de werkzaamheden onder intensieve begeleiding of extensieve begeleiding worden uitgevoerd. De zones waar onder intensieve begeleiding gewerkt moet worden zijn met roze en de nummering 1 t/m 7 aangegeven op de kaart. De extensieve begeleiding vindt bij bovenstaande werkzaamheden plaats wanneer deze binnen de mosterdgroene kleur blijven, maar buiten bovengenoemde roze zones vallen. NB Wanneer gesproken wordt over mosterdgroene kleur wordt hier mee niet alleen het felle mosterdgroen in de uitgelichte cirkels bedoeld, maar ook het mosterdgroen dat doorloopt buiten deze cirkels en fletser is weergegeven. Werkzaamheden uitvoeren onder archeologische begeleiding houdt in dat wanneer dit volgens de archeoloog noodzakelijk is, het werk tijdelijk stil kan worden gelegd. De kraanmachinist dient ten alle tijden de aanwijzingen van de archeoloog op te volgen. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van het bevoegd gezag en de opdrachtgever mogen graafwerkzaamheden eventueel worden uitgebreid. Intensieve begeleiding Tijdens de graafwerkzaamheden is continu een archeoloog aanwezig. Er zal worden gegraven in lagen van 10 centimeter en slechts bij aanwezigheid en op de aanwijzingen van een archeoloog. Per put wordt ten minste één goed leesbaar vlak aangelegd, in de top van het onverstoorde Pleistocene zand in de zogenaamde mollenlaag, vlak onder het plaggendek wanneer dit aanwezig is en/of onder de B-horizont, indien aanwezig. De archeoloog maakt om de 50 m een wandprofieltekening. Eventuele sporen in het vlak worden ingemeten, ingetekend, gefotografeerd en waar nodig ook bemonsterd. Wanneer de werkzaamheden niet zo diep reiken dat een onverstoorde laag wordt bereikt, zal geen vlak worden aangelegd. Wanneer tijdens de intensieve begeleiding structuren worden aangetroffen, zal de directievoerder archeologie gebeld worden, waarna deze contact opneemt met opdrachtgever (DLG), de gemeente Noordenveld en Provinciaal archeoloog. Extensieve begeleiding Ons kenmerk 2/6
Tijdens de graafwerkzaamheden wordt laagsgewijs afgegraven tot de gewenste diepte is bereikt. Er is dagelijks contact tussen de uitvoerder en de directievoerder archeologie. Bij vondsten/sporen, wordt het werk direct stil gelegd, neemt de uitvoerende partij direct contact op met de directievoerder archeologie en komt direct een (senior) KNA-archeoloog ter plekke. Er is dagelijks een archeoloog aanwezig die een korte veldinspectie doet. De archeoloog is niet continu aanwezig, maar wel oproepbaar. Te verwachten archeologische vondsten Er kunnen 2 soorten vondsten worden aangetroffen Losse vondsten zoals aardewerk, vuursteen en botmateriaal; Structuren zoals een visfuik, brug of voorde. Losse vondsten Ons kenmerk 3/6
- Menselijk botmateriaal - Vuurstenen werktuigen - Dierlijk botmateriaal - Werktuigen van dierlijk materiaal - Aardewerk Ons kenmerk 4/6
Structuren - Visfuik - Boot - Oude weg - Voorde - Veenweg Ons kenmerk 5/6
Er wordt tijdens de extensieve begeleiding een losse vondst aangetroffen, wat dan? 1 De uitvoerder markeert de locatie op de kaart en noteert de coördinaten; 2 De uitvoerder maakt foto s en mailt deze naar directievoerder archeologie; 3 De uitvoerder meldt de vondst bij de directievoerder archeologie. Dergelijke vondsten moeten worden gemeld, volgens artikel 53 van de Monumentenwet, bij het bevoegd gezag en de provinciaal archeoloog. Er wordt tijdens de extensieve begeleiding een structuur aangetroffen, wat dan? 1 Wordt het werk op de betreffende locatie tijdelijk stil gelegd; 2 De uitvoerder belt de directievoerder archeologie waarna zo snel mogelijk een archeoloog ter plekke zal zijn; 3 In overleg worden vervolgstappen afgesproken, zoals een verandering van het plan (DLG), of eventueel een opgraving (bevoegd gezag en provinciaal archeoloog). Dergelijke vondsten moeten worden gemeld, volgens artikel 53 van de Monumentenwet, bij het bevoegd gezag en de provinciaal archeoloog. Gevolgen van archeologische vondst voor de voortgang van de graafwerkzaamheden Het kan zijn dat door de aanwezigheid van archeologische resten er plaatselijk niet verder gegaan kan worden met graafwerkzaamheden. Er kan natuurlijk wel op andere locaties verder gegaan worden met graafwerkzaamheden. Geschikte locaties hiervoor zijn de werkzaamheden binnen de lichtgroene of oranje/roze legenda-eenheid op bijgevoegde kaart. Het wordt aanbevolen de werkzaamheden binnen deze locaties achterin de planning op te nemen. De opdrachtgever heeft aangegeven dat het plan flexibel is. Dit betekent dat tijdens de uitvoering de mogelijkheid bestaat het plan aan te passen als dit bij het aantreffen van archeologische resten wenselijk is. Hierbij zijn de doelstellingen van het beekherstelproject uiteindelijk leidend. Indien er vondsten aangetroffen worden van provinciaal of nationaal belang zal de archeoloog ter plaatse hiermee rekening moeten houden en in overleg met de opdrachtgeveren bevoegd gezag besluiten of het uitvoeringsplan ter plaatse gewijzigd kan worden, zodat de archeologie in situ behouden kan blijven. Ons kenmerk 6/6