P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Vergelijkbare documenten
P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Provinciaal blad 2011, 67

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

Regeling behandeling bezwaar- en beroepschriften Onderwijsgroep Galilei 2016

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr ,

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Provinciaal blad van Noord-Brabant

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft,

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

Raadsvergadering Made, 6 december december 2002

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Leiden. U heeft een bezwaarschrift ingediend. Wat nu?

1. Inleiding en procedure

Statenvoorstel nr. PS/2009/738

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

Bezwaar en beroep februari 2013

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Made, 30 maart 2004

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

REGELING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN RUD GRONINGEN

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Gezien de statenbrief van Gedeputeerde Staten d.d.., nr.., betreffende de vaststelling van de Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016;

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Gemeente Albrandswaard

Aan de commissie Algemeen Bestuur en Middelen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd - artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. Zittingsplaats Groningen. Bestuursrecht. zaaknummer: LEE 17/1763

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 10 juli 2018 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

CVDR. Nr. CVDR609937_1

Stichting Pensioenfonds Wonen. Reglement van de adviescommissie bezwaarschriften vrijstellingsbesluiten

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

ROC Horizon College. Reglement. Commissie van Beroep voor de Examens RVE Reglement Commissie van Beroep voor de Examens

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College

B en W Adviesnota ADVIES. Beslissing op bezwaar subsidie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

ECLI:NL:RVS:2017:1997

Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

Raadsvoorstel 48 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2017.

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Reglement commissie van beroep voor de examens

Verordening behandeling bezwaarschriften VKB

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

PS2011BEM : bezwaarschriften- en klachtencommissie en administratief beroep (herzieningsregelingen)

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

Onderwerp : Verordening commissie bezwaarschriften 2012

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

U I T S P R A A K

b e s l u i t Voor de uitvoering van deze regeling is in 2018 eenmalig een bedrag van ,- beschikbaar.

Omgevingsvergunning UV/

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

Gemeente Vlaardingen Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten vanaf 5.000

KMS. Reglement klacht-bezwaar-beroep

Afdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

Raadsbijlage Advies over het bezwaar van de heer drs. J.A. Zijlstra. jaar 2001 een subsidie toe te kennen

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

CBE-1142 (030)

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Heerenveen;

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184)

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten

ECLI:NL:RVS:2014:1169

Gemeente Leeuwarderadeel

Klachtenregeling Universiteit Twente

Transcriptie:

Adviescommissie bezwaar en beroep bij Provinciale Staten Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Beroepschrift op grond van artikel 32, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 1999 ingediend door mevrouw W. van Loo-Olsman namens de Christelijke Oratoriumvereniging Stella Maris (hierna te noemen: appellant) en gericht tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van 31 januari 2001, kenmerk SPV/00.092105/A om geen subsidie van ƒ 10.000,-- te verlenen voor het tekort op de begroting van kosten voor uitvoering van het oratorium The Messiah van Handel. Het beroepschrift is op 9 mei 2001 aan de orde geweest tijdens een zitting van de Adviescommissie bezwaar en beroep bij Provinciale Staten (hierna te noemen: de adviescommissie); Tijdens deze zitting waren aanwezig: Namens de adviescommissie: De heer H.A. Kramer, voorzitter; De heren P. Zijlstra en J.P. Visser, leden; De heer J. Kalkman, plaatsvervangend lid; Mevrouw Y.J.G. van Hattum-Scherer, extern lid; Mevrouw A.A.G.E.Wolf-Visseren, secretaris. Statenvergadering 7 juni 2001 Agendapunt 16 Lelystad 11 mei 2001 Registratienummer PS01.0071 Inlichtingen A. Wolf Afdeling ABA Namens appellant: Mevrouw W. van Loo-Olsman, voorzitter; De heer J. de Jong, secretaris. Als ambtelijk deskundige: Mevrouw M.W. Memelink, afdeling Sociale Planvorming. Na opening van de zitting en het voorstellen van de aanwezigen heeft de voorzitter aan appellant meegedeeld dat de adviescommissie tot taak heeft Provinciale Staten te adviseren over het op het beroepschrift te nemen besluit. Vervolgens heeft de voorzitter appellant in de gelegenheid gesteld het beroepschrift mondeling toe te lichten. Appellant heeft naar voren gebracht dat in de Beleidsregel Culturele Manifestaties muziek waarvan koorzang onderdeel uitmaakt een van de deelterreinen van kunstactiviteiten is. In het ambtsbericht van de afdeling Sociale Planvorming wordt gesteld dat het deelterrein muziek in 2001 in voldoende mate gesubsidieerd wordt en dus ook de koorzang. Appellant plaatst hierbij een groot vraagteken. Het deelterrein muziek wordt misschien wel voldoende gesubsidieerd maar het onderdeel koorzang slechts een keer, namelijk Cappella Aequorea. Appellant wijst er op dat de koorzang die Stella Maris uitvoert voor de provincie uniek is. Stella Maris voert uitsluitend grote klassieke koorwerken uit en wel oratoriumwerken zoals Johannes Passion en in 2001 The Messiah. Aangezien Stella Maris de enige oratoriumvereniging in de provincie is, wordt naar de mening van appellant deze type van kunstuiting niet voldoende of helemaal niet door de provincie gesubsidieerd. Als tweede aandachtpunt voert appellant aan dat de door Stella Maris ingediende

2 aanvraag om subsidie valt in de categorie tot ƒ 10.000,--. In deze categorie tot ƒ 10.000,-- zijn drie projecten gehonoreerd van een en dezelfde organisatie, namelijk de Kunstenaars vereniging Flevoland. Alle andere (17) projecten worden niet gehonoreerd. Daarnaast stelt appellant vast dat vervolgens 2 van deze 3 gehonoreerde projecten een relatie hebben met het project Sunsation uit de categorie projecten tussen ƒ 10.000,-- en ƒ 40.000,--. Appellant wil niets afdoen aan de toekenning van subsidie voor deze vorm van kunstuiting maar vraagt zich wel af of het nu niet mogelijk was geweest om bij de toekenning te kijken naar de verscheidenheid van de kunstuitingen. Door meermalen subsidie toe te kennen aan een vereniging, dus een kunstuiting, wordt een van de criteria van de beleidsregel, te weten het bevorderen van een veelvormig kunstaanbod, niet nagekomen. Ten derde voert appellant aan dat het ambtsbericht vermeldt dat het kan voorkomen dat een zelfde type subsidieaanvraag het ene jaar wel en het andere jaar niet gehonoreerd wordt. Appellant wijst er op dat een amateurvereniging niet kan bouwen op dit beleid omdat het ene jaar subsidie wordt verstrekt wanneer men aan 7 criteria voldoet en het andere jaar wanneer men aan bijvoorbeeld 9 criteria voldoet. De beleidsregel wordt misschien wel goed toegepast, maar niet consistent uitgevoerd. Wanneer appellant zekerheid krijgt dat subsidie wordt ontvangen bij het voldoen aan 9 criteria kan nagegaan worden welke mogelijkheden er zijn om aan 9 criteria te voldoen. Dit betekent wel dat appellant voor het voldoen aan enkele criteria verplichtingen aan moet gaan met externe partijen en deze (vaak financiële) verplichtingen een zware last voor de vereniging betekenen. Wanneer de provincie de beleidsregel op deze manier blijft hanteren is er voor de vereniging in de toekomst geen bestaansrecht meer. Appellant deelt desgevraagd mede dat ook bij de gemeente Lelystad een aanvraag om subsidie is ingediend; appellant heeft zich ter verkrijgen van financiele middelen niet alleen gewend tot de provincie. Vervolgens heeft de voorzitter mevrouw Memelink in de gelegenheid gesteld te reageren op het betoog van appellant. Mevrouw Memelink wijst er op dat bij de beoordeling van onderhavige aanvraag om subsidie ook gekeken is naar het totale publieksaanbod voor koorzang in Flevoland. Wanneer naar het totale publieksaanbod wordt gekeken, blijkt dat op het gebied van koorzang in de provincie veel gebeurd. Deze kunstuiting is dan ook in ruime mate in de provincie voorhanden. In de Algemene Subsidieverordening Flevoland 1999 is bepaald dat op aanvragen om subsidie tot een bedrag van ƒ 10.000,-- door Gedeputeerde Staten mag worden beslist en op aanvragen die betrekking hebben op een bedrag tussen de ƒ 10.000,-- en ƒ 40.000,-- Gedeputeerde Staten gehoord de betreffende commissie van advies. Bij de beoordeling van ingediende aanvragen om subsidie of deze aanvraag nu betrekking heeft op een bedrag van ƒ 10.000,-- of een hoger bedrag wordt op dezelfde wijze te werk gegaan: gekeken wordt of de aanvraag voldoet aan het provinciaal beleid en of er voldoende middelen op de provinciale begroting aanwezig zijn. Omdat er voor 2001 meer aanvragen om subsidie ten laste van de begrotingspost culturele manifestaties waren ingediend, dan voor 2000 zijn de in de beleidsregel

3 genoemde criteria nog strakker toegepast om zoveel mogelijk aanvragen om subsidie te kunnen honoreren. Bij deze toetsing bleek dat de aanvraag van appellant aan minder criteria voldeed dan andere aanvragen, hetgeen ertoe leidde dat de subsidieaanvraag van appellant werd afgewezen. Mevrouw Memelink heeft er verder op gewezen dat in de beleidsregel uitdrukkelijk is vermeld dat het mogelijk is dat een zelfde type aanvraag het ene jaar wel voor subsidiering in aanmerking komt en het andere jaar niet. Naar aanleiding van de aan haar overgelegde stukken en het verhandelde tijdens de zitting heeft de adviescommissie het volgende overwogen: 1. Bij brief van 25 september 2000 heeft appellant bij Gedeputeerde Staten een aanvraag om subsidie ter grootte van ƒ 10.000,-- ingediend voor het tekort op de begroting van kosten voor uitvoering van het oratorium The Messiah van Handel. 2. Bij besluit van 31 januari 2001, kenmerk SPV/00.092105/A hebben Gedeputeerde Staten de door appellant ingediende aanvraag om subsidie afgewezen. Ter motivering hebben Gedeputeerde Staten naar voren gebracht dat de manifestatie gelet op het beschikbare bedrag in de begroting 2001 en het totaal aan ingediende aanvragen, in onvoldoende mate aan de gestelde criteria uit de Beleidsregel Culturele Manifestaties Flevoland voldoet. 3. Bij brief van 23 februari 2001 tekent appellant beroep aan tegen dit besluit van Gedeputeerde Staten. In het beroepschrift brengt appellant onder meer naar voren dat een van de doelstellingen van de Beleidsregel Culturele Manifestaties is het bevorderen van een zo divers en gespreid mogelijk kwalitatief aanbod van culturele manifestaties. Uit de stukken betreffende de subsidie kunstmanifestaties 2001 blijkt dat op het terrein van de koormuziek nauwelijks aanvragen om subsidie zijn gehonoreerd. Dit betekent dat het doel van de beleidsregel niet wordt bereikt. 4. Bij de beoordeling van het beroepschrift dient de vraag te worden beantwoord of Gedeputeerde Staten terecht en op een juiste wijze hebben besloten aan appellant geen subsidie te verlenen voor het tekort op de begroting van kosten voor uitvoering van het oratorium The Messiah van Handel. Bij de beantwoording van deze vraag speelt de door Provinciale Staten vastgestelde Beleidsregel Culturele Manifestaties Flevoland een rol. In deze beleidsregel hebben Provinciale Staten aangegeven op basis van welke criteria wordt beoordeeld of een culturele manifestatie in aanmerking komt voor subsidie van de provincie Flevoland. Uit deze beleidsregel blijkt dat een aanvraag om subsidie voor een culturele manifestatie, zoals in casu de uitvoering van het oratorium The Messiah, wordt getoetst aan de volgende criteria: = bevorderen van een veelvormig kunstaanbod. Daarbij wordt op de volgende elementen gelet: - een manifestatie op een deelterrein waar weinig manifestaties plaatsvinden; - een manifestatie binnen een bepaald deelterrein met een bijzondere vorm; - meerdere disciplines;

4 - vernieuwend initiatief. = bevorderen van de toegankelijkheid van de kunstuitingen. Daarbij wordt op de volgende elementen gelet: - de manifestatie is op een breed publiek gericht; geen of een lage toegangsprijs; - de manifestatie vindt in meerdere gemeenten plaats of is concreet gericht op deelnemers uit geheel Flevoland. = bevorderen van actieve en passieve deelname. Daarbij wordt op de volgende elementen gelet: - de bezoekers worden bij de manifestatie betrokken; - de manifestatie richt zich op een zwakke of minder gebruikelijke doelgroep; - de manifestatie vindt op een ongebruikelijke locatie plaats; - voor de manifestatie worden veel bezoekers verwacht. Verder blijkt uit deze beleidsregel dat honorering van een subsidieaanvraag mede afhankelijk is van de overige subsidieaanvragen. Dit impliceert dat bij de beoordeling van subsidieaanvragen een absolute toets plaatsvindt (in hoeverre voldoet de subsidieaanvraag aan de in de beleidsregel neergelegde criteria en een relatieve toets (in hoeverre voldoet de betreffende subsidieaanvraag meer aan de criteria dan de overige subsidieaanvragen). Uit de stukken blijkt dat Gedeputeerde Staten ook conform deze beleidsregel te werk zijn gegaan. Gedeputeerde Staten hebben gelet op het gestelde in het ambtsbericht en het verhandelde tijdens de zitting bij de toetsing echter een interpretatie gegeven aan het element een manifestatie op een deelterrein waar weinig manifestaties plaatsvinden die naar het oordeel van de adviescommissie niet juist is. Uit het ambtsbericht en het verhandelde tijdens de hoorzitting is namelijk gebleken dat Gedeputeerde Staten bij de toetsing aan bovengenoemd element rekening houden met het totale publieksaanbod van kunstmanifestaties op dit gebied. Dit betekent in casu dat bij de beoordeling van de door appellant ingediende aanvraag om subsidie niet alleen gekeken is naar de subsidieaanvragen die bij de provincie zijn ingediend, maar ook naar de kunstmanifestaties die in de provincie Flevoland plaatsvinden waarvoor geen aanvraag om subsidie bij de provincie is ingediend. De adviescommissie is van oordeel dat deze toetsing aan het totale publieksaanbod van kunstmanifestaties alleen kan plaatsvinden wanneer dit ook expliciet uit de beleidsregel blijkt. Nu hiervan geen sprake is hadden Gedeputeerde Staten naar het oordeel van de adviescommissie bij het beoordelen van het element een manifestatie op een deelterrein waar weinig manifestaties plaatsvinden alleen moeten kijken naar manifestaties waarvoor bij de provincie een aanvraag om subsidie is ingediend. De adviescommissie is verder van oordeel dat Gedeputeerde Staten het bestreden besluit onvoldoende hebben gemotiveerd. Gedeputeerde Staten motiveren hun besluit tot afwijzing van de gevraagde subsidie door er op te wijzen dat de manifestatie waarvoor appellant subsidie vraagt in onvoldoende mate aan de gestelde criteria uit de Beleidsregel Culturele Manifestaties voldoet.

5 Gedeputeerde Staten verzuimen dit echter nader te onderbouwen. Gedeputeerde Staten hadden naar het oordeel in hun bestreden besluit moeten aangeven aan welke criteria dan niet. Hierdoor hebben Gedeputeerde Staten in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht waarin is bepaald dat een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. Dit betekent dat het bestreden besluit van Gedeputeerde Staten voor vernietiging in aanmerking komt en het beroep gegrond dient te worden verklaard omdat het is bestreden besluit is voorzien van een ondeugdelijke motivering. 5. In artikel 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat het bestuursorgaan (in casu Provinciale Staten) wanneer het beroep gegrond is, het bestreden besluit vernietigt en voor zover nodig een nieuw besluit daarvoor in de plaats neemt. 6. Dit betekent in casu dat Provinciale Staten een nieuw besluit dienen te nemen op de door appellant ingediende aanvraag om subsidie, rekening houdend met het gestelde in het beroepschrift, de overgelegde stukken en het verhandelde tijdens de op 9 mei 2001 gehouden zitting. Uitgangspunt voor de beoordeling van de door appellant ingediende aanvraag om subsidie is de door Provinciale Staten op 3 september 1998 vastgestelde Beleidsregel Culturele Manifestaties Flevoland. In deze beleidsregel wordt aangegeven op basis van welke criteria wordt beoordeeld of een culturele manifestatie in aanmerking komt voor subsidie van de provincie Flevoland. Bij toetsing van de aanvraag van appellant aan de in de beleidsregel neergelegde criteria is de adviescommissie tot het oordeel gekomen dat de aanvraag van bezwaarde in onvoldoende mate voldoet aan de volgende criteria: - vernieuwend initiatief; - geen of lagere toegangsprijs manifestatie vindt in meerdere gemeenten deelnemers worden bij de manifestatie betrokken - relatie met karakteristieke elementen van Flevoland De adviescommissie dan ook van mening dat de door appellant ingediende aanvraag om subsidie dient te worden afgewezen. Gelet op het bovenstaande adviseert de adviescommissie A) het beroepschrift van appellant gegrond te verklaren omdat Gedeputeerde Staten: a. het in de Beleidsregel Culturele Manifestaties genoemde element een manifestatie op een deelterrein waar weinig manifestaties plaatsvinden geïnterpreteerd hebben op een wijze die niet expliciet uit de beleidsregel blijkt (Gedeputeerde Staten hebben gekeken naar het totale publieksaanbod van kunstmanifestaties en niet alleen naar de kunstmanifestaties waarvoor een subsidieaanvraag bij de provincie is ingediend)

6 b. het bestreden besluit niet deugdelijk hebben gemotiveerd. B) het bestreden besluit te vernietigen; C) de door appellant ingediende aanvraag om subsidie af te wijzen voorzien van de hierboven bij overweging 6 genoemde motivering. Lelystad, 9 mei 2001 Namens de adviescommissie: H.A. Kramer, voorzitter A.A.G.E.Wolf-Visseren, secretaris Ontwerp-besluit: Provinciale Staten van Flevoland: Gelezen het beroepschrift op grond van artikel 32, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 1999 ingediend door mevrouw W. van Loo-Olsman namens de Christelijke Oratoriumvereniging Stella Maris en gericht tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van 31 januari 2001, kenmerk SPV/00.092105/A om geen subsidie van ƒ 10.000,-- te verlenen voor het tekort op de begroting van kosten van uitvoering van het oratorium The Messiah van Handel; Gelezen het terzake uitgebrachte advies van de Adviescommissie bezwaar en beroep bij Provinciale Staten ; Gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 1999, BESLUITEN: I. De overwegingen die deel uitmaken van het advies van bovengenoemde adviescommissie over te nemen; II. Het beroepschrift van mevrouw W. van Loo-Olsman namens de Christelijke Oratoriumvereniging Stella Maris gegrond te verklaren. Voor de motivering wordt verwezen naar de overwegingen van de adviescommissie. III. Het besluit van Gedeputeerde Staten van 31 januari 2001, kenmerk SPV/00.092105/A te vernietigen. IV. De door appellant bij brief van 25 september 2000 ingediende aanvraag om subsidie af te wijzen omdat bij toetsing van deze aanvraag aan de in de

7 beleidsregel Culturele Manifestaties neergelegde criteria is gebleken dat de aanvraag in onvoldoende mate voldoet aan de volgende criteria: - vernieuwend initatief; - geen of lagere toegangsprijs; - manifestatie vindt in meerdere gemeenten plaats; - deelnemers worden bij de manifestatie betrokken; - relatie met karakteristieke elementen van Flevoland. V. Appellant er op te wijzen dat tegen dit besluit binnen zes weken na datum van verzending daarvan beroep open staat bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank Zwolle, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Het beroepschrift, dat geen schorsende werking heeft, moet worden ondertekend en tenminste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht: d. de gronden van het beroep. Voor het instellen van het beroep is een griffierecht verschuldigd van ƒ 450,--. Voor de betaling van dit griffierecht ontvangt men bericht van de arrondissementsrechtbank. Indien appellant van mening is dat in afwachting van de behandeling van het beroepschrift een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kan hij zich met een verzoek daartoe wenden tot de president van de arrondissementsrechtbank Zwolle, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland d.d. 7 juni 2001.,griffier.,voorzitter. Ter lezing gelegde stukken