RIJSWIJK, 16 december mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. L.Th.M. Crouzen dr. ir. S.C.J. Worm mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, secretaris

Vergelijkbare documenten
Verzoekster: Gerhardus Frederikus Ophuis h.o.d.n. Ophuis Engineering te Hengelo Gemachtigde: mw. ir. W.H. Slikker

RIJSWIJK, 6 juni mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ir. D. van den Berge ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest, secretaris

Sulphide Productions (HK) Ltd te Hong Kong

RIJSWIJK, 15 november mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. A.A.M. Bexkens ir. F.A.T. van Looijengoed, secretaris

Datum 24 juni 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

RIJSWIJK, 24 november mw. mr. C. Eskes, voorzitter ir. L.Th.M. Crouzen ir. M. Martin ir. F.A.T. van Looyengoed, secretaris

RIJSWIJK, 10 november mevr. mr. C. Eskes, voorzitter mr.drs. R.C.D.E. Hasekamp drs. H.J.H. Korfage mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, secretaris

RIJSWIJK, 29 juni mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ing. J. de Vries ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest, secretaris

Handelsmaatschappij Boumans Benschop B.V. te IJsselstein

RIJSWIJK, 29 januari Mr. Drs. R.C.D.E. Hasekamp, voorzitter Drs. H.J.H. Korfage Mr. J.L. Driessen Mw. Ir. A.E. Heezius, secretaris

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende:

Metaalbewerking De Wit B.V. te Harderwijk

Advies ex art. 84 jº art. 76, lid 1 Rijksoctrooiwet 1995 Nederlands octrooi

: HBC International A/S te Svenstrup, Denemarken Fase Partner voor de automotive te St. Gillis-Waas, België Inventive Repair te Heerenveen, Nederland

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter ir. B.L. van Soest ir. P.C.A. de Haas ir. J.C. Hordijk, secretaris

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

Sulphide Productions (HK) Ltd te Hong Kong

RIJSWIJK, 28 juli mw. mr. C. Eskes, voorzitter ing. J. de Vries ir. J.P.F. Barneveld Binkhuijsen ir. B.L. van Soest, secretaris

RIJSWIJK, 6 februari mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. B.L. van Soest mw. mr. C. Witteman, secretaris

mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

RIJSWIJK, 8 augustus mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. B.L. van Soest mw. drs. S. Jonkhart, secretaris

BUREAU VOOR DE INDUSTRIËLE EIGENDOM RIJSWIJK, 14 december 2004

Maxi Miliaan te Helmond en Dorel Juvenile Group te Helmond. Octrooihouder: Bébécar Utilidades para Criança, Lda te Caldas de Sao Jorge, Portugal

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter dr. ir. S.C.J. Worm drs. S. Jonkhart ir. W. Boek, secretaris

Albert Eltjo Doewe van Capelleveen te Bleiswijk ir. A. Ferguson, octrooigemachtigde te Den Haag

BUREAU VOOR DE INDUSTRIËLE EIGENDOM RIJSWIJK, 19 januari 2005

River Hopper B.V. te Zwijndrecht ir. H.A. Witmans, octrooigemachtigde te Arnhem

RIJSWIJK, 21 oktober Mr. J.L. Driessen Ir. D. van den Berge Ir. A.A.M. Bexkens Mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

Datum 28 november 2012 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter dr. ir. J.W. Meewisse ir. J.C. Hordijk ir. S. el Bouazzaoui, secretaris

De inhoud van de hiervoor genoemde schriftelijke stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.

Verzoeksters: MBrands International B.V. en MBrands B.V., beide gevestigd te Katwijk Gemachtigde: drs. J.W. Burger

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter dr. ir. S.C.J. Worm mw. drs. S. Jonkhart ir. W. Boek, secretaris

Octrooihoudster : H. van Wijnen B.V., te Krimpen a/d IJssel : drs. A.J.W. Hooiveld, vergezeld van de heren P. de Snoo en D.

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon fax Beschikking A. - B.

dr. ir. G.J.C. Verdijck

RIJSWIJK, 15 februari mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ir. D. van den Berge mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg mevr. dr. N.O.M. Rethmeier, secretaris

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ir. K.J. Metman, octrooigemachtigde te Amsterdam

ANONIEM BINDEND ADVIES

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter mevr. drs. S. Jonkhart dr. ir. J.W. Meewisse ir. W. Boek, secretaris

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ir. M. H. Luten dr. mr. F. Liefrink, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens dr. ir. J.W. Meewisse dr. ir. M. van der Vlugt, secretaris

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. B.L. van Soest dr. ir. M. van der Vlugt dr. ir. I.M. Stuijt-Noordhoek, secretaris

RIJSWIJK, 12 december mw. mr. C. Eskes, voorzitter ir. J.G. Hofman mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

De inhoud van de hiervoor genoemde stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.

ANONIEM BINDEND ADVIES

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Datum 20 december 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

mw. drs. S. Jonkhart, voorzitter mw. dr. N.O.M. Rethmeier ir. J.C. Hordijk mw. dr. ir. M. van der Vlugt, secretaris

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter ir. P.C.A. de Haas dr. ir. J.W. Meewisse ir. M.C. van der Wel, secretaris

U I T S P R A A K

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. P.C.A. de Haas ir. J.C. Hordijk ir. M.C. van der Wel, secretaris

RIJSWIJK, 9 januari mr. I.W. van der Eijk, voorzitter ir. J.G. Hofman mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

mr. ir. D.J. Dronrijp te Capelle a.d. IJssel, ing. E.C. Dronrijp te Nieuwerkerk en ing. J.G.E. Keetels MBA te Valkenswaard

te Yerseke te Zoutkamp te Harlingen te Arnemuiden te Jüchen, Duitsland en

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

ir. G.J.M. Verhees, die daarbij was vergezeld van mr. T.W.F. Overdijk, advocaat te

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

U I T S P R A A K

ECLI:NL:RVS:2016:3390

mr. J.L. Diessen, voorzitter dr. F. Liefrink dr. ir. S.C.J. Worm dr. ir. J.W. Meewisse, secretaris

Beslissing van 2 maart 2011 van de Raad van Toezicht voor de Octrooigemachtigden inzake de klacht van

mr. J.L. Driessen, voorzitter mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

Beoordeling Bevindingen

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Octrooihoudster: IDMC te Eindhoven Gemachtigde: mr. H.A.H.M. Albrecht PAGINA

Agrifirm Mechanisatie B.V., Loon- en Kranenverhuurbedrijf J.S. van Diepen en Martijn Oudhuis mr.ir. E.E. de Vries

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V.

ANONIEM BINDEND ADVIES

RIJSWIJK, 17 juli mw. mr. C. Eskes (voorzitter) ir. D. van den Berge mr. J.L. Driessen (tevens secretaris)

Datum 19 september 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi Grendene S/A te Farroupilha, Brazilië

LOWI Advies 2014, nr. 11

ANONIEM BINDEND ADVIES

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

RIJSWIJK, 4 mei mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ing. J. de Vries ir. A.A.M. Bexkens ir. F.A.T. van Looijengoed, secretaris

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ANONIEM BINDEND ADVIES

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

U I T S P R A A K

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

ANONIEM BINDEND ADVIES

mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens mw. drs. S. Jonkhart dr.ir. J.W. Meewisse, secretaris

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

ANONIEM BINDEND ADVIES

RAAD VAN TOEZICHT VOOR Postbus GE RIJSWIJK DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Tel Fax

U I T S P R A A K

Transcriptie:

RIJSWIJK, 16 december 1999 mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. L.Th.M. Crouzen dr. ir. S.C.J. Worm mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, secretaris Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 199 Nederlands octrooi!" #! Verzoekster Gemachtigde : Cap Gemini N.V. te Utrecht : mr. ir. J. van Breda Octrooihoudster : Web Disk V.o.f. te Amsterdam Gemachtigde : ir. F.H.J.F. Janssen %$ &')(+*%',.-0/!* Verzoekster heeft op 3 juni 1999 een verzoekschrift met bijlagen ingediend met het verzoek een advies uit te brengen omtrent de toepasselijkheid op Nederlands octrooi 01321 van de in artikel 7, eerste lid van de Rijksoctrooiwet 199 (hierna ROW 199) genoemde vernietigingsgronden. Octrooihoudster heeft op 26 juli 1999 een verweerschrift met een bijlage op het verzoekschrift ingediend. Tijdens de hoorzitting op 22 september 1999 hebben partijen hun standpunt doen bepleiten bij monde van hun respectieve octrooigemachtigde. De gemachtigde van verzoekster was daarbij vergezeld van mevrouw mr. D.F. Wolswijk en de heren mr. B.V. Brouwer, ir. J. van Kruistum en drs. P. Harlaar. De gemachtigde van octrooihoudster was vergezeld van mevrouw B. Oudesluijs en de heren R.D.L. Stout en S.H. Wichgers BSc MBA. Gemachtigde van verzoekster heeft ter zitting exemplaren van zijn pleitnota overgelegd.

2 De inhoud van de hiervoor genoemde stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd. 1 2 Octrooihoudster (hierna Web Disk) is rechthebbende op Nederlands octrooi 01321 voor een Informatie-overdrachtstelsel, dat voor de duur van twintig jaren is verleend op een aanvrage ingediend op 29 september 199. Het octrooi bevat 8 conclusies, waarvan conclusie 1 als volgt luidt: 1.! "$#! %'&%)(*,+-!&. +-!.$% 0/ 1 $%2% 3 467+ 38!!,9:!! %0;$. $%=<<$%=>(?+ @$!&.%,AB &.C ;! %0;D# E E $%F!! E $$! % $% AG46H!! E $$! % $%I$% + &% $-;$.&J6KE $$!! %ML & N!!O! %I$%I$K PQ$%!!R! %'$%S 4$ T P A 1 $%U!! %! R".&.$% 1 " +V9WL X &.Y6Y&!U,Y" + + L% &."$!&.$,E &% &%0;$%Z+ 3[E $# L 9\! %Z$% &%.*;P9W, "$ L,T,E % $%R6L% % $%R4 $%'+ 3]$% + &% $ <<$%R! %R T$!&.% T$%^ ;$% _&! # 3 E 3, (.(*$% T$!&.%R T!! E $$! % $%R6L% % $%'9`!0;$% A + 3 # 3 6$% + 6A! 1 $%X! %X a".&.$% 1 " +V9WL R cb$&.$%d&r! %d9`!0;+ &.$%X4e!!,9f ^$%g!! %! h! %g ;$% +- T!! E $$! % $%R T!!R! %R 4$ T Pb$&J%[;"9W&. A 1 K$!&.% cb$&.$%ab$&j%o! %i!! %!!0; ;$%!,+ &.$%i H# 3j;$%,,$%i! %i!! %!0;$% 4e!!,+ S!)(*E >9`!! S.$%X! %X a9f O9`!0;+ &.$%ke &JI$%k".&.$% 1 " +V9WL K;"9W&.!!R! %R 4$ T P 6L% % $%R4 $%'9Q;$!!0; A 1 H$!&.% cb$&.$%^b$&j%a! %O 3"3&.+ &.$%O4e!!,+ K6! %O4 $%a;$ 3"3O46K P! %R!!'+ 3 4 $%'c;$!0;$% A 1 H$!&.% T cb$&.$%^b$&j%a! %a# 6$% % &%0; + &.$%a4e!!,+ ^&J $% R&%.*;P9W, "$ L, 6! %:4 $%:! $ ;$$l>(m n&%.*; ;$% n".&.$% 1 " +V9WL o cb$&.$%l&2! %p F;$% +- 9`!0;+ &.$%'$%R! A &% &.$%g M# 6$% % &%0; + &.$%g M!! % 4b$& ; # &g! %g S;$% +- i9`!0;+ &.$%8E &Jq$%8".&.$% 1 " +V9WL T# E E $%a! $ ;$$M$%a H 3"3&.+ &.$%a ;$% # E E $%a! $ ;$$a!j!!o! %O 4$ r PB+ 3$%24 $%=c;$!0;$% AB4 8 s 7!! %!!0; ;$%!,+ &.$%F$%!! %!!0;f;;$%,f &.8%!t! "$#K d B".&.$% 1 " +V9WL d6! %f4 $%f;e,l &6*^ +u E 3, (.(*$% T!!R! %R 4$ T P L & 9`!0;+ &.$%'L & ].b$$% v w x] $ypzk{0 P '}{3'} 3 y~0 ] c 3 3 Cap Gemini stelt in het verzoekschrift dat octrooi 01321 dient te worden vernietigd omdat: a) het verleende niet vatbaar is voor octrooi ingevolge de artikelen 2 7 van de ROW 199 (art. 7, lid 1 sub a ROW 199); en

3 b) het octrooischrift geen beschrijving bevat die zodanig duidelijk en volledig is dat een deskundige de uitvinding kan toepassen (art. 7 lid 1 sub b ROW 199). In de toelichting op vernietigingsgrond b) stelt Cap Gemini dat niet duidelijk is hoe de opslagmiddelen, aanvraaggeneratormiddelen en detectiemiddelen onderling samenwerken, terwijl voorts slechts is aangegeven dat de verschillende middelen op een bepaalde wijze 6L% % $% functioneren. 1 Ten aanzien van vernietigingsgrond a) heeft Cap Gemini opgemerkt dat de genoemde middelen niet meer zijn dan op zichzelf bekende voorzieningen die in een lokaal databestand van de server-computer kunnen zijn opgenomen en dus bekende technologie betreffen. Voorts is het stelsel zoals gespecificeerd in de hoofdconclusie bekend uit de stand van de techniek, omdat op bladzijde 1, regels 22 en 23 van de beschrijving van het octrooi is aangegeven dat elke server de rol van cliënt-station of serverstation kan vervullen en derhalve in het stelsel volgens de hoofdconclusie de cliënt-computer door een serverstation kan worden vervangen, hetgeen een stelsel oplevert volgens de bekende stand van de techniek als besproken op blz. 1, regels 3 14 van de beschrijving. Het stelsel volgens de hoofdconclusie van het octrooi is derhalve niet nieuw. Aan het stelsel volgens de hoofdconclusie kleven volgens Cap Gemini bovendien de volgende bezwaren: - het gestelde probleem (zware belasting van het netwerk bij overdracht van grote databestanden) wordt niet opgelost, omdat daartoe indeling van de data in soorten nodig is, hetgeen geen deel uitmaakt van het octrooi; - de eigenschappen van de verschillende onderdelen van het stelsel en de werking daarvan zijn niet bijzonder, dan wel bekend uit de stand van de techniek. 2 Tenslotte bevatten ook de volgconclusies 2 t/m 8 van het octrooi naar de opvatting van Cap Gemini geen inventieve maatregelen. Cap Gemini bespreekt in het verzoekschrift ter ondersteuning van haar bezwaren een viertal publicaties. ^ $Q} 3 zh 3 h}{3a~ c ~ ~0 ]~ ] c 3 In het verweerschrift beschrijft Web Disk uitvoerig de samenstelling en de werking van het stelsel volgens het octrooi met verwijzing naar de bij het verweerschrift gevoegde schematische tekening. Web Disk stelt daarbij vast dat de beschrijving en de conclusies van het octrooi voor de deskundige duidelijk zijn, en dat de conclusies voldoen aan de vereisten van nieuwheid en inventiviteit.

4 Aan het slot van het verweerschrift verzoekt Web Disk om een gelegenheid te krijgen om de conclusies te wijzigen, indien in het advies door het Bureau de overtuiging wordt uitgesproken dat het octrooi slechts met gewijzigde conclusies in stand kan blijven. K} 3 zh 0 0 '}{3 $ ] P 3{ P 1.1 R&JPb$& ;&%0;S"% ".L&.$ Ten aanzien van het verzoek namens Web Disk in de laatste alinea van haar verweerschrift heeft het Bureau bij de aanvang van de hoorzitting op 22 september 1999 er op gewezen dat een wijziging van de uitsluitende rechten in het kader van de onderhavige adviesprocedure slechts door een octrooihoudster zelf kan worden bewerkstelligd door middel van inschrijving van een akte van gedeeltelijke afstand van recht in het octrooiregister van het Bureau conform artikel 63 van de ROW 199. Het Bureau kan in het uit te brengen advies slechts aangeven tot welke rechten het octrooi op grond van de aangevoerde vernietigingsargumenten naar zijn opvatting zou moeten worden beperkt. Overigens heeft de gemachtigde van Web Disk vervolgens meegedeeld dat de desbetreffende alinea in het verweerschrift als niet geschreven dient te worden beschouwd..2 h$"$#,&j&%0;^! %R L & &% &%0;S% L &.&J6-$%'%..$ & ; 2 3.2.1 % ".L&. De bezwaren van Cap Gemini tegen de formulering van conclusie 1, zoals deze zijn toegelicht tijdens de hoorzitting, worden door het Bureau niet gedeeld, zoals in het navolgende zal worden toegelicht..2.1.1 De samenhang tussen de onderdelen opslagmiddelen, aanvraaggeneratormiddelen en detectiemiddelen in conclusie 1 is, naar het oordeel van het Bureau, gegeven door de beschrijving in het tweede deel van het kenmerk van de conclusie (regels 28 34) van de wijze waarop het stelsel functioneert. Het bezwaar van Cap Gemini dat conclusie 1 zowel werkwijze- als inrichtingsaspecten bevat is naar de opvatting van het Bureau daarmee ook weggenomen: de werkwijze-aspecten zijn noodzakelijk voor een duidelijke omschrijving van de wijze waarop de verschillende onderdelen van het stelsel samenwerken..2.1.2 Ten aanzien van de gestelde onduidelijkheid door het gebruik van het werkwoord kunnen acht het Bureau het voor een deskundige lezer zonder meer duidelijk dat, zoals Web Disk in haar antwoord terecht heeft gesteld, met het werkwoord kunnen wordt aangegeven dat het hier om een eigenschap van de desbetreffende middelen gaat waarvan, afhankelijk van de omstandigheden, wel of geen gebruik zal worden gemaakt. Dit in tegenstelling tot de reeds bekende stelsels, die % &.3 op de aangegeven wijze kunnen werken. Het vorenstaande geldt overigens evenzeer voor het bestreden gebruik van het werkwoord kunnen in de beschrijving.

1 2.2.2 h$"$#,&j&%0; Onderstaand zal worden ingegaan op de bezwaren zoals deze namens Cap Gemini ter zitting nader zijn uitgewerkt en toegelicht..2.2.1 Er van uitgaande dat bij de cliëntcomputer opslagmiddelen aanwezig zijn, die het met de cliëntcomputer verbonden serverstation kan herkennen, stelt Cap Gemini dat in de beschrijving niet duidelijk is aangegeven dat de herkenningsmiddelen nagaan of, en zo ja op welke van de opslagmiddelen, specifieke data van de tweede soort aanwezig zijn. Het Bureau acht dit bezwaar niet terecht. In de beschrijving staat op blz. 2, regels 13 1:,$%^ N! % ".&.$% 1 " +V9WL Y cb$&.$% &Y! % 9`!0;+ &.$% 4e!!,9 B$%!! %! M! % ;$% +-!! E $$! % $%O K!!O! %O ^ 4$ K PNb$&J%a;"9W&. AVvvv. In de beschrijving wordt vervolgens regelmatig terugverwezen naar de genoemde opslagmiddelen, waarmee, naar het oordeel van het Bureau, duidelijk wordt gedoeld op,9`!0;+ &.$% 4e!!,9C Y$%!! %! S! % 8;$% +-!! E $$! % $%^ -!!^! %^ [ 4$ - P b$&j%r;"9w&. en niet naar opslagmiddelen zonder meer, zoals Cap Gemini betoogt (zie bijv. blz. 3, regel 31 ;$% +- i9`!0;+ &.$% ; blz. 3, regel 3 9`!0;+ &.$%^! %S6T;E,L &6 en blz. 7, regel blz. 8, regel 1). Er is voor de deskundige lezer derhalve een duidelijk verschil tussen de gewone opslagmiddelen bij elke gebruiker, en de ;$% +- opslagmiddelen..2.2.2 Cap Gemini stelt voorts dat het niet duidelijk zou zijn dat de detectiemiddelen worden geactiveerd door de herkenningsmiddelen, omdat de beschrijving daarover slechts zegt dat de herkenningsmiddelen tijdens de inlogprocedure de aanwezigheid van opslagmiddelen bij een cliëntcomputer hebben vastgesteld. Ook hier ziet Cap Gemini de betekenis van de term genoemde opslagmiddelen over het hoofd, zodat het gestelde in alinea.2.2.1 naar het oordeel van het Bureau evenzeer geldt voor dit bezwaar. Bovendien zal het de deskundige uit de beschreven werking van het eerste en van het derde uitvoeringsvoorbeeld van het octrooi duidelijk zijn, dat de detectiemiddelen pas werken als geconstateerd is dat er opslagmiddelen aanwezig zijn met daarop data van de tweede soort..2.2.3 De stelling van Cap Gemini dat niet duidelijk is wat de detectiemiddelen onderzoeken om vast te stellen welke soort data moet worden overgedragen, acht het Bureau eveneens niet juist. Blijkens blz. 4, regels 6 14 detecteren de detectiemiddelen in de data van de eerste soort een serveradres van bijbehorende data van de tweede soort, en valt uit de passage op blz. 4, regel 22 blz., regel 9 van de beschrijving te begrijpen dat een door de cliënt opgevraagde locatie (URL) door de detectiemiddelen kan worden gedetecteerd als een overige URL, waarna deze wordt vervangen door het cliënt-adres van de opslagmiddelen. Het zal voor de deskundige lezer derhalve direct duidelijk zijn wat de detectiemiddelen onderzoeken.

6 1.2.2.4 Volgens Cap Gemini blijkt voorts uit de beschrijving dat de aanvraag, die gegenereerd wordt door de bij het serverstation aanwezige aanvraaggeneratormiddelen, overgedragen wordt naar de cliëntcomputer, terwijl eerst uit de toelichting in het verweerschrift van Web Disk zou blijken dat eerst contact moet worden gezocht met een server B voordat de detectiemiddelen in werking treden voor het activeren van de aanvraagmiddelen. Bovendien zou niet zijn aangegeven dat de werking van de aanvraaggeneratormiddelen geïnitieerd wordt door de detectiemiddelen. Dat hier sprake zou zijn van een zodanige onduidelijkheid dat een deskundige de uitvinding niet kan toepassen, kan het Bureau niet onderschrijven. Weliswaar roept het in het verweerschrift gegeven voorbeeld van een stelsel, naar de opvatting van het Bureau, onduidelijkheid op met name over de rol van de Server B. Dit neemt echter niet weg dat in de beschrijving en conclusies van het octrooi duidelijk is aangegeven dat!.. serverstations dezelfde middelen hebben met een voor de deskundige duidelijke werking. Het Bureau is dan ook van oordeel dat, zo er een onduidelijkheid valt te constateren, deze uitsluitend het in het verweerschrift gegeven voorbeeld betreft, maar niet de beschrijving van het octrooi van Web Disk. Ten aanzien van de aanvraaggeneratormiddelen wijst het Bureau voorts nog op blz. 4, regels 14, blz., regels 4 6 en blz. 7, regels 32 36 van de beschrijving, waar blijkt dat de detectiemiddelen de aanvraaggeneratormiddelen activeren..2.3 % ".L,$% stelt het Bureau vast dat de bezwaren van Cap Gemini betreffende het ontbreken van een beschrijving van de uitvinding, zodanig duidelijk en volledig dat een deskundige deze uitvinding kan toepassen, geen doel treffen. 2.3 &.L4e# & 1 $%'&% $%&& & E bp4e!,$%.3.1 &.L4e# &'"% ".L&. Zoals inderdaad in de beschrijving op blz. 1, regels 18 23 is aangegeven kunnen cliëntcomputer en serverstation van functie verwisselen (Na opvraging van een databestand... wordt het bestand door een serverstation... overgedragen naar de cliëntcomputer van de gebruiker. Opgemerkt kan worden dat bij deze overdracht soms meerdere servers een rol kunnen spelen. h6-h6! %^!!,E &J b$4n, N! % ".&.$% 1 $!&.%X! R! %X 1 $!&.%XL..$% v ). Dit betekent echter niet dat, zoals Cap Gemini stelt, overal waar in beschrijving en conclusies cliëntcomputer staat, zonder meer serverstation kan worden gelezen. Naar het oordeel van het Bureau is duidelijk bedoeld dat, zodra een serverstation als cliënt optreedt, deze in de bewoordingen van conclusie 1 van het octrooi ook als een cliëntcomputer zal moeten worden beschouwd en niet langer als een serverstation.

7 De combinatie van middelen zoals in de hoofdconclusie aangegeven, met de daarbij beschreven samenhang, is naar het oordeel van het Bureau niet bekend en derhalve nieuw. 1 2 3.3.2 % $%&& & Betreffende de uitvindingshoogte heeft Cap Gemini een groot aantal bezwaren in het verzoekschrift geformuleerd. De naar de opvatting van het Bureau belangrijkste bezwaren, die ook ter zitting de meeste nadruk hebben gekregen, zullen hierna worden besproken..3.2.1 Het inzicht waarop het gevonden stelsel berust zou volgens Cap Gemini niet inventief zijn: Het probleem is dat informatiebestanden die van A naar B moeten worden verplaatst de infrastructuur van het systeem belasten, waardoor, populair gezegd, files ontstaan. De oplossing ligt dan voor de hand, nl. plaats de informatie daar waar deze uiteindelijk moet zijn en alleen voor zover er afwijkende of aanvullende informatie nodig is, vindt specifiek daarvoor informatietransport plaats. De infrastructuur van het informatienetwerk wordt aldus op voor de hand liggende wijze minder zwaar belast. Het Bureau is met Cap Gemini van opvatting dat het inzicht dat bij de gebruiker opgeslagen informatiebestanden het netwerk niet belasten, reeds bekend is uit vele publicaties, onder andere de in het verzoekschrift genoemde artikelen A remote file system for heterogeneous network topologies van S.B. Lim en M. Condry, en Cluster-based file replication in large-scale distributed systems van H.S. Sandhu en S. Zhou, alsmede Europees octrooischrift EP A 0.471.639. Echter het geoctrooieerde stelsel berust op het inzicht dat ook de voor dit doel noodzakelijke (eenmalige) overdracht van bestanden naar de opslagmiddelen van de gebruiker E L & $%a# 3N% 3 46 gehouden kan worden. Dit inzicht valt naar het oordeel van het Bureau niet aan een de genoemde publicaties te ontlenen en maakt het gevonden stelsel inventief..3.2.2 Ook de opvatting dat het gestelde probleem niet wordt opgelost omdat daarvoor een rubricering van de gegevensbestanden (in bestanden van de eerste en van de tweede soort) nodig is, welke rubricering a) geen deel uitmaakt van het octrooi, zodat een essentieel aspect ontbreekt, b) niet vatbaar is voor octrooi op grond van de bepaling in artikel 2, lid 2c van de ROW 199, en c) niet bijzonder is, aangezien elk computersysteem bij vast opgeslagen databestanden extensies kent die een verdeling in soorten teweeg brengen, wordt door het Bureau niet gedeeld. Het rubriceren en indelen in soorten van databestanden is in de aanhef van conclusie 1 vermeld (want inderdaad op zichzelf bekend uit bijv. het artikel van J. Powell in R!! E! (17) nr. 1, 1 febr. 1994, blz. 9 e.v. Adventures with the World wide web: creating a hypertext library information system, zie blz. 60, linker kolom, midden:,vv! % # h "L + $% A]! % # P9W >(K."3,% &."[,$ L,"$AG! %M&.+-!0;[ $$%! %R! L &.j(*&..v genoemd in het nieuwheidsrapport bij het octrooi van Web Disk) en maakt als zodanig deel uit van het geoctrooieerde stelsel.

8 Anders dan Cap Gemini stelt, betreft de hoofdconclusie een stelsel voor overdracht van informatie omvattende een netwerk met serverstations en een aantal cliëntcomputers, en geen computerprogramma als bedoeld in art. 2, lid 2c ROW 199. Het onderverdelen van data in twee soorten kan naar de opvatting van het Bureau als een normale technische maatregel worden beschouwd voor een goede werking van het stelsel..3.2.3 Cap Gemini stelt voorts dat de middelen genoemd in het kenmerk van conclusie 1 van het octrooi (opslagmiddelen met daarop gekopieerde databestanden, aanvraaggenerator-middelen, detectiemiddelen en herkenningsmiddelen) op zichzelf reeds bekend zijn. Hoewel dit op zich juist kan zijn, is de combinatie van deze middelen zoals in conclusie 1 aangegeven, mét de daarbij beschreven samenhang, echter niet bekend uit de door Cap Gemini in het verzoekschrift genoemde publicaties. 1 2 3 Door Cap Gemini is dienaangaande met name ter zitting nog gesteld, dat uit het eerder-genoemde artikel van James Powell bekend is om informatie die lokaal aanwezig is op een cliëntcomputer te koppelen met informatie die ver verwijderd is opgesteld, en dat voorts uit het artikel van S.B. Lim en M. Condry bekend is een databestand uit een serverstation over het netwerk te transporteren en in de cliëntcomputer op te nemen op het moment dat het netwerk een mindere belasting kent, met het doel te voorkomen dat raadpleging van die databestanden op momenten dat het dataverkeer het netwerk teveel zou belasten, tot transport van deze databestanden over het netwerk zou leiden. Voorts zou uit laatstgenoemd artikel bekend zijn om in de cliëntcomputer een kopie van een databestand uit een serverstation op te nemen met het doel dat deze kopie, wanneer daaraan behoefte bestaat, lokaal kan worden uitgelezen zonder dat het netwerk met het informatietransport behoeft te worden belast. Uit het Europese octrooischrift EP A 0.471.639 is volgens Cap Gemini bekend een adres te sturen in plaats van een datafile, eveneens om het dataverkeer te beperken. Het Bureau wijst er echter op dat, hoewel in (een aantal van) de door Cap Gemini genoemde publicaties inderdaad sprake is van (deel)bestanden die tijdelijk lokaal bij de gebruiker worden opgeslagen, met het doel belasting van het netwerk te verminderen, in al deze gevallen deze bestanden tijdens de netverbinding ten minste éénmaal 4 $%7c;$!0;$% naar de gebruiker om daar te worden opgeslagen, en daarbij derhalve wel een netbelasting zal optreden. Daarentegen zijn bij het stelsel volgens het octrooi van Web Disk de bedoelde bestanden,$ HE &JR H;E,L &6 opgeslagen, zoals ook namens Web Disk ter zitting is aangevoerd, en is ;$% enkele netbelasting nodig. Dit blijkt ook uit het eerste deelkenmerk van de hoofdconclusie: vvvg9`!0;+ &.$%a4e!!,98vvvn!!mvvv zijn ;"9W&.Mvvv. Deze formulering impliceert naar het oordeel van het Bureau tevens de mogelijke toepassing van!..$% 1.$E!, opslagmiddelen, zoals CD-ROM, bij de cliëntcomputer in het stelsel volgens het octrooi. Dit in

9 tegenstelling tot de stelsels bekend uit de vorengenoemde publicaties, waarbij voor de lokale opslag van deze (getransporteerde) bestanden E $"$#,&J(*E!, opslagmiddelen moeten worden gebruikt..3.3 % ".L,$% stelt het Bureau vast dat de inhoud van de door Cap Gemini genoemde publicaties niet bezwarend zijn voor de uitvindingshoogte van de maatregelen in de hoofdconclusie en dat ook de argumenten betreffende het ontbreken van het gestelde effect geen doel treffen. 1 2.4 % ".L&.$ ^ +.4.1 Ten aanzien van de volgconclusies, die alle terugwijzen naar conclusie 1 of een of meer voorgaande conclusies heeft Cap Gemini bezwaren geformuleerd er van uitgaande dat conclusie 1 van het octrooi niet in stand zou kunnen blijven. Het Bureau stelt vast dat de volgconclusies voorkeursuitvoeringen van het stelsel volgens conclusie 1 bieden en, nu conclusie 1 naar het oordeel van het Bureau nieuw is, gelezen in combinatie met conclusie 1 nieuwe stelsels betreffen die als zodanig voor octrooibescherming in aanmerking kunnen komen..4.2 Overigens stelt het Bureau ten overvloede vast dat de maatregel in het kenmerk van conclusie 2, anders dan Cap Gemini stelt, niet bekend is uit het artikel Adventures with the World Wide Web. Hoewel het binnen blokken data van de eerste soort verwijzen naar blokken data van de tweede soort gebruikelijk is binnen het World Wide Web, zoals Cap Gemini heeft gesteld, staat in genoemd artikel nergens aangegeven dat het server-adres kan worden! %0;$% door het cliënt-adres, noch wordt er enige suggestie gewekt in deze richting. Het! %0;$% van het server-adres door een cliënt-adres was voor de indieningsdatum van het octrooi ook niet van algemene bekendheid of voor de hand liggend. Derhalve is naar het oordeel van het Bureau noch de nieuwheid noch de inventiviteit van de kenmerkende maatregelen van conclusie 2 door hetgeen Cap Gemini dienaangaande heeft gesteld, weggenomen..3.3 Betreffende conclusie 3 stelt het Bureau, eveneens ten overvloede, vast dat de door Cap Gemini genoemde voorbeelden geen serverstations betreffen, die voorzien zijn van aanvraaggenerato-rmiddelen die de parameters, nodig om de softwarematige instructies uit te voeren, genereren. De aangedragen voorbeelden tasten naar het oordeel van het Bureau noch de nieuwheid noch de inventiviteit van de maatregelen van conclusie 3 aan. } 3 W}{3 $ ] P 3{ Op grond van het vorenstaande luidt het advies van het Bureau voor de Industriële Eigendom dat de door Cap Gemini aangedragen vernietigingsgronden niet van toepassing zijn op het Nederlandse octrooi 01321 van Web Disk.

Het stelsel waarvoor in het octrooi uitsluitende rechten zijn verleend is naar het oordeel van het Bureau ten opzichte van de in het verzoekschrift genoemde stand van de techniek nieuw en inventief, en de beschrijving van de uitvinding in het octrooischrift is voldoende duidelijk voor een deskundige om de uitvinding te kunnen toepassen. Aldus gedaan op 16 december 1999 te Rijswijk door J.L. Driessen, L.Th.M. Crouzen en S.C.J. Worm voornoemd. J.L. Driessen (voorzitter) M.W.D. van der Burg (secretaris)