Toekennen van verlofstelsels door het schoolbestuur Vanaf 1 september 2011 Versie 19 mei 2011 Pagina 1
A. INLEIDING Het schoolbestuur is als werkgever verantwoordelijk voor de organisatie van het schoolgebeuren. De voorbereiding van een nieuw schooljaar gebeurt telkens met de meeste zorg en aandacht. De verdeling van het uren- en takenpakket over al de personeelsleden is hiervan een belangrijk onderdeel. Het verlovenbeleid speelt rechtstreeks in op deze verdeling en is hiervan niet los te koppelen. In het onderwijs is het aanbod aan verlofstelsels groot. Veel dienstonderbrekingen zijn wettelijk geregeld. Een aantal hiervan zijn een recht ; andere zijn geen recht maar een gunst voor de personeelsleden. In dit laatste geval beslist het schoolbestuur autonoom over de toekenning van de dienstonderbrekingen. Vanuit haar beleidsvoerend vermogen maakt het schoolbestuur de afweging tussen organisatie van haar onderwijsgebeuren en de persoonlijke belangen van haar personeelsleden. Het schoolbestuur legt in dit document de criteria vast die het hanteert om al dan niet in te gaan op de vraag van een personeelslid. Uiteraard kan het schoolbestuur in specifieke situaties afwijken van dit verlovenbeleid. B. RICHTLIJNEN VERLOVENBELEID 1. Verlofstelsels die een recht zijn het omstandigheidsverlof n.a.v. welbepaalde gebeurtenissen zoals huwelijk en overlijden; het omstandigheidsverlof n.a.v. de bevalling van de echtgenote of de samenwonende partner; het vaderschapsverlof; het omstandigheidsverlof voor het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten; het verlof wegens overmacht (ziekte of ongeval, overkomen aan bepaalde personen); het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte; het verlof met het oog op adoptie en pleegvoogdij; de gewone volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbrekingen voor een maximumperiode van zes jaar geconditioneerd recht (VLBO, GLBO); de volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbrekingen om een beroepsopleiding te volgen voor een maximumperiode van zes jaar geconditioneerd recht (VLBOBO, GLBOBO); de loopbaanonderbrekingen wegens sociale motieven : ouderschapsverlof (VLBOOV, GLBOOV), voor het verstrekken van palliatieve zorgen (VLBOPZ, GLBOPZ), wegens medische bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid (VLBOMB, GLBOMB); de onbeperkt gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar (GLBO50+); Versie 19 mei 2011 Pagina 2
het onbezoldigd ouderschapsverlof (= opvolger van het borstvoedingsverlof); de vervroegde uitstapregeling, zijnde de volledige terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (VTBS58+/bonus); het politiek verlof; het syndicaal verlof. Verduidelijking van het recht op loopbaanonderbreking Het opnemen van een loopbaanonderbreking is in de meeste gevallen een recht voor het personeelslid. De wettelijke bepalingen voorzien het volgende onderscheid : Absoluut recht Voor alle vormen van loopbaanonderbreking, aangevraagd op basis van sociale motieven, geldt een absoluut recht. Dit betekent dat het schoolbestuur deze vormen van loopbaanonderbreking niet kan weigeren, voor zover de geldende onderrichtingen ter zake geëerbiedigd worden. Ook wanneer het schoolbestuur geen vervanger kan vinden, moet zij deze loopbaanonderbrekingen toestaan. De opname van loopbaanonderbrekingen met absoluut recht staat los van de zes jaar geconditioneerd recht! Er geldt een absoluut recht voor de volledige duur van : VLBOOV GLBOOV VLBOMB GLBOMB VLBOPZ GLBOPZ Geconditioneerd recht Er geldt een geconditioneerd recht voor de volledige periode van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar (loopbaanonderbreking voor onbeperkte duur die loopt over de schooljaren heen). Er geldt daarnaast een geconditioneerd recht voor maximaal zes jaar te kiezen uit perioden van : VLBO GLBO VLBOBO GLBOBO Versie 19 mei 2011 Pagina 3
Na de zes jaar is het recht op loopbaanonderbreking niet meer afdwingbaar door de personeelsleden. Het wordt dan een gunst die door het schoolbestuur kan worden toegestaan. Het geconditioneerd recht op loopbaanonderbreking vervalt. Een geconditioneerd recht houdt voor het personeelslid in dat het schoolbestuur de aanvragen loopbaanonderbreking positief moet honoreren als er een kandidaat-vervanger is die gelijktijdig voldoet aan volgende voorwaarden : In het bezit is van het vereiste bekwaamheidsbewijs; Het opvoedingsproject onderschrijft van het schoolbestuur. Wanneer het schoolbestuur voor de afwezige titularis geen gepaste vervanger vindt die aan de vermelde voorwaarden voldoet, kan zij de aanvraag tot loopbaanonderbreking weigeren. Vermits de loopbaanonderbreking per schooljaar wordt toegekend, wordt het principe van het geconditioneerd recht binnen de voormelde periode van zes jaar voor elke nieuwe aanvraag jaarlijks toegepast. 2. Verlofstelsels die geen recht zijn De opname van de hierna vermelde verloven is geen recht voor de personeelsleden ; zij moeten ze dus beschouwen als een gunst. Dit betekent dat het schoolbestuur haar akkoord geeft. Indien het schoolbestuur een aanvaardbare reden heeft, kan zij de aanvraag weigeren. Het gaat hier om volgende verlofstelsels : de voltijdse of deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden (VTBSPA, DTBSPA); het verlof voor verminderde prestaties (VVPSFROMP, VVPSFR2K-14, VVPSFR50+); de afwezigheid voor verminderde prestaties (AVPPAVP, AVPPA2K-14, AVPPA50+); het verlof wegens (bijzondere) opdracht (detachering); het verlof tijdelijk andere opdracht (VTAO, DTAO); de gewone volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbrekingen, boven een periode van zes jaar geconditioneerd recht (VLBO, GLBO zie eerder); de volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbrekingen om een beroepsopleiding te volgen, boven een periode van zes jaar geconditioneerd recht (VLBOBO, GLBOBO zie eerder); de afwezigheid van lange duur gewettigd door familiale redenen (opvoeding van kinderen); het verlof voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat, de Gemeenschappen of Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen; het verlof ten behoeve van burgerlijke bescherming of voor het verrichten van (militaire) prestaties in vredestijd; het verlof om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet. Versie 19 mei 2011 Pagina 4
3. Te volgen procedure 3.1. Aanvraag 3.1.1. Kennisgeving van de aanvraag van het personeelslid aan het schoolbestuur 3.1.1.1. Voorziene verloven : jaarlijkse aanvraag - De voorziene verloven worden altijd schriftelijk aangevraagd via het document dat de scholengemeenschap voorziet. - Elke eerste aanvraag en elke vernieuwing van een verlofstelsel moet door het personeelslid voor 1 mei aangevraagd worden aan het schoolbestuur, via de directie. 3.1.1.2. Onvoorziene verloven : aanvraag op het moment Niet alle verlofintenties zijn door het personeelslid lang vooraf gekend. Er zijn omstandigheden die zich onverwacht kunnen voordoen, waardoor een afwezigheid onmiddellijk of binnen enkele dagen dient in te gaan. Bij aanvragen die kaderen in onverwachte sociale of familiale redenen, hanteert het schoolbestuur een redelijke aanvraagtermijn. Deze termijn wordt beoordeeld naargelang de aard van de omstandigheden. Ingeval van hoogdringendheid kan de aanvraagtermijn tot nul dagen worden herleid. Gelet op de hoogdringendheid waarin een onvoorziene aanvraag gebeurt en de snelheid waarmee het schoolbestuur reageert, kunnen de formaliteiten zich in deze uitzonderlijke gevallen beperken tot een mondelinge afspraak. Een schriftelijke neerslag en de eventuele bewijsstukken kunnen nadien in het personeelsdossier worden toegevoegd. Het schoolbestuur geeft bij een onvoorzien verlof zo snel mogelijk haar goedkeuring of weigering. 3.2. Uniforme schriftelijke aanvraag - De aanvraag van een verlof dient steeds schriftelijk te gebeuren. - Het personeelslid gebruikt hiervoor het document van de scholengemeenschap. - Het personeelslid bezorgt de aanvraag via de directeur aan het schoolbestuur. - Het personeelslid moet in de schriftelijke en persoonlijke aanvraag tot verlof duidelijk aanduiden over welk soort verlofstelsel het gaat, voor welk volume van de opdracht het wordt aangevraagd en voor welke duur. - Het verlof wordt bij voorkeur voltijds (100%) of deeltijds (50%) aangevraagd. Versie 19 mei 2011 Pagina 5
3.3. Motivering met eventuele bewijsstukken De aanvraag van de verloven, vooral de verloven met een sociaal of familiaal motief, dient gemotiveerd te worden. Het schoolbestuur oordeelt over het verband tussen het gevraagde verlof en de gebeurtenis waarvoor het wordt gevraagd en kan hierbij de nodige bewijsstukken vragen. De verantwoordingsstukken worden in het personeelsdossier bewaard. Bewijsstukken : (kopieën van) documenten afgeleverd door de burgerlijke stand zoals uittreksel van huwelijksakte, geboorteakte of overlijdensakte of andere documenten die voldoende bewijskracht hebben, zoals een huwelijks- of een overlijdensbericht. Het kan ook gaan om een motivering die : - betrokkene zelf heeft geschreven; - een familielid heeft opgemaakt; - een externe persoon of een organisatie heeft afgeleverd, zoals een behandelende huisarts of specialist, een psychiater of psycholoog, een therapeut, een hulporganisatie, een zelfhulpgroep, enz. 3.4. Advies van de directeur aan het schoolbestuur - Het personeelslid bezorgt het ingevulde aanvraagformulier aan de directeur. - De directeur noteert op dit aanvraagformulier zijn advies en bezorgt dan onverwijld dit formulier aan het schoolbestuur. - Het schoolbestuur beslist over de goedkeuring van het verlof na overleg in de Raad van Bestuur. 3.5. Communicatie naar het personeelslid : antwoord van het schoolbestuur. 3.5.1. Het schoolbestuur beantwoordt de verlofaanvraag 3.5.1.1. Het schoolbestuur gaat akkoord - Als het schoolbestuur haar toestemming geeft voor het verlof, deelt zij deze beslissing schriftelijk mee aan het personeelslid voor 15 juni. - Het schoolbestuur gebruikt hiervoor het document van de scholengemeenschap. 3.5.1.2. Het schoolbestuur gaat niet akkoord - De verlofstelsels die geen recht zijn, hebben geen afdwingbaar karakter. - Het schoolbestuur maakt haar weigering schriftelijk bekend aan het personeelslid via het document van de scholengemeenschap en dit voor 15 juni. Versie 19 mei 2011 Pagina 6
- Het schoolbestuur argumenteert schriftelijk haar weigering. - In geval een loopbaanonderbreking met een geconditioneerd recht wordt geweigerd, motiveert het schoolbestuur dit schriftelijk, uiterlijk zeven kalenderdagen voor de aanvang van de loopbaanonderbreking. 3.5.1.3. Weigeringsgronden voor verlofstelsels die geen recht zijn A. Maximumduur van de afwezigheid Motivatie : - Het langdurig (voltijds) afwezig zijn van de titularis leidt tot een moeilijke terugkeer. - Het ontbreken van een loopbaanperspectief voor de vervanger. Principes : - Het schoolbestuur houdt voor het hanteren van de maximumduur alleen rekening met de verloven die een volledig schooljaar dekken. - Het schoolbestuur houdt alleen rekening met de verloven, opgenomen in de scholen van het schoolbestuur. - Het schoolbestuur houdt alleen rekening met de verloven die geen recht zijn. - Het schoolbestuur kan voor bepaalde verlofstelsels een uitzondering voorzien omwille van de meerwaarde die ze bieden voor het schoolbestuur en het onderwijsveld (zie verder). Maximumduur : De personeelsleden krijgen naast de verlofstelsels die een recht zijn, de mogelijkheid om bijkomend gedurende vijf jaar te genieten van verlofstelsels die geen recht zijn. Telling van de maximumduur : De invoering van de maximumduur van vijf jaar treedt in werking op 1 september 2011. Personeelsleden die vijf jaar gebruik gemaakt hebben van een deeltijds verlofstelsel, nemen de voltijdse opdracht opnieuw op of nemen ontslag voor de verlofuren. Uitzonderingen op de maximumduur : Voor de maximumduur worden de dienstonderbrekingen die personeelsleden toelaten om een nieuwe taak uit te oefenen om een nieuwe taak uit te oefenen in een andere onderwijscontext niet meegenomen. Versie 19 mei 2011 Pagina 7
Deze nieuwe taak wordt aanzien als een meerwaarde voor het schoolbestuur en het onderwijsveld. Het personeelslid verlaat het onderwijs niet, maar heeft deze reglementaire dienstonderbreking nodig om te kunnen ingaan op de nieuwe tewerkstelling. Concreet gaat het hier over : + het verlof wegens (bijzondere) opdracht (=detachering) + het verlof tijdelijk andere opdracht (TAO) B. De goede werking van de school komt in het gedrang De organisatie van de school en het belang van de leerlingen primeren op het eigen belang van het personeelslid. In volgende situaties kan het schoolbestuur de stabiliteit van het schoolgebeuren niet meer garanderen : + Men vindt geen passende vervanger. + De veelheid van vervangingen weegt te zwaar door op het lesaanbod. Het in mekaar schuiven van de deeltijdse lesopdrachten met het oog voor het pedagogisch comfort voor de leerlingen is hierdoor zo complex dat het geheel van de organisatie zeer moeilijk wordt. C. De aanvraagdatum Als de aanvraag door het personeelslid wordt ingediend na de uiterste aanvraagdatum die in de scholengemeenschap van toepassing is (1 mei), kan het schoolbestuur de verlofaanvraag weigeren. Het gaat hier alleen om de voorziene verloven. De weigeringsgrond kan bovendien alleen maar worden ingeroepen indien alle personeelsleden op de hoogte zijn van de datum die de scholengemeenschap hanteert. D. Omvang van het verlof Personeelsleden opteren bij voorkeur om verloven voltijds (100%) of deeltijds (50%) op te nemen. E. Omwille van het ambt Wanneer het verlofstelsel wordt aangevraagd door de titularissen van een bevorderingsambt, dient het schoolbestuur ook haar goedkeuring te geven. Zo zal het schoolbestuur moeten uitmaken of het pedagogisch en organisatorisch verantwoord is een deeltijdse opdracht toe te staan in dit bevorderingsambt. Versie 19 mei 2011 Pagina 8
3.6. Inlichtingen Tevens bestaat de organieke regeling om de betrekking van een langdurig afwezige directeur ten vroegste na drie volledige schooljaren als vacant te beschouwen. Personeelsleden die inhoudelijk vragen hebben over de verschillende verlofstelsels wenden zich tot hun directeur, die hen dan zal doorverwijzen naar de administratieve medewerker van het Centraal Secretariaat. Personeelsleden wenden zich nooit rechtstreeks naar het Centraal Secretariaat. C. OPMAKEN VAN EEN VERLOFOVEREENKOMST (juridische waarde) Het schoolbestuur bevestigt het recht op verlof of keurt het verlof al dan niet goed. Deze goedkeuring krijgt een aantal juridische gevolgen. Het akkoord tussen het personeelslid en het schoolbestuur wordt vastgelegd in een contract of overeenkomst. Deze overeenkomst bindt beide partijen. Afspraken en verklaringen die verband houden met de concrete opname van het verlof worden hierin vastgelegd. Binnen de scholengemeenschap gebruiken wij hiervoor de modellen van het VVKBaO. Dit contract (overeenkomst) moet samen gelezen worden met de arbeidsovereenkomst van het personeelslid. 1. Volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst De opname van een volledige dienstonderbreking schorst de arbeidsovereenkomst tijdelijk volledig op. De overeenkomst van het verlof regelt contractueel de volledige onderbreking van de arbeidsprestaties. 2. Gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst Door de opname van een gedeeltelijke dienstonderbreking wordt de arbeidsovereenkomst tijdelijk gedeeltelijk geschorst. De overeenkomst van het verlof regelt contractueel de tijdelijke gedeeltelijke onderbreking van de arbeidsprestaties. Versie 19 mei 2011 Pagina 9