Aquatech: grotere reikwijdte

Vergelijkbare documenten
WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN GEBOUWEN EN INRICHTINGEN VOOR BEHANDELING VAN AFVALWATER

BRL 6000 Deel

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN GEBOUWEN EN INRICHTINGEN VOOR BEHANDELING VAN AFVALWATER

Betekenis van collectieve leidingwaterinstallaties

CONCEPT WATERWERKBLAD TERMEN EN DEFINITIES DATUM: OKT 2014

Beheer en onderhoud van leidingwaterinstallaties

Controle van leidingwaterinstallaties

Gevolgen van nieuw Drinkwaterbesluit

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

Raads Informatiebrief

WATERWERKBLAD TIJDELIJKE LEIDINGWATERINSTALLATIES. Dit werkblad heeft betrekking op de aanleg en beveiliging van tijdelijke leidingwaterinstallaties.

WATERWERKBLAD TERMEN EN DEFINITIES circulatiesysteem systeem waarin warm water in een warmtapwaterinstallatie in beweging wordt gehouden

NEN1006 rapportage Inspectie Drinkwaterveiligheid

WATERWERKBLAD LEIDINGWATER-INSTALLATIE BIJ BOOR- EN WINLOCATIES VOOR GAS EN OLIE

WATERWERKBLAD DEFINITIES DATUM: JAN 2018

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES BIJ BOOR- EN WINLOCATIES VOOR GAS EN OLIE

Het nieuwe Waterleidingbesluit Gevolgen voor eigenaren van collectieve leidingwaterinstallaties

1. Vraagstuk. 2. Juridisch kader

Checklist risico-inventarisatie Legionella

WATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Algemeen

BRL6000 Installatietechniek

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN AGRARISCHE BEDRIJVEN

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen

Controle drinkwaterinstallaties door de waterbedrijven. Caleffi Academy 24 maart 2015 Eindhoven. March 11,

BRL 6000 Deel 08C

BRL 9500 Deel

Versie Aansluitvoorwaarden Drinkwater Vitens

Portefeuillehouder: P. Broeksma Behandelend ambtenaar J.G. Komduur, (t.a.v. J.G. Komduur)

De 50 meest gestelde

Wet- en regelgeving (alternatieve) Legionella beheerstechnieken voor leidingwaterinstallaties

Resultaten legionellapreventie Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Legionellaveilig installeren in de praktijk

BRL 9500 Deel

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief

BRL-K14012/ Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor: Legionella veilig beheerde installaties

WET- EN REGELGEVING LEGIONELLAPREVENTIE IN DRINK- EN WARM TAPWATER

Controle en toezicht op kwaliteit en beheer van collectieve leidingwaterinstallaties

Wijzigingsblad BRL 5212

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 8.3 LEGIONELLA. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

Controleresultaten legionellapreventie Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN LABORATORIA

CASE Thermografie toegepast bij brononderzoek legionella

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

Aansluitvoorwaarden drinkwater 2011

Theorie gedeelte examen bestaande uit meerkeuzevragen. Totaal 40 vragen / 40 punten

Aansluitvoorwaarden drinkwater 2004

Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warmtapwater

BRL 6000 Deel

Inleiding. Checklist risico-inventarisatie Legionella

Techniek gebied INST. Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 20 maart 2012

Update drinkwaterbesluit en BRL-903

Beheer gebouw gebonden

BRL 9500 Deel

Workshop Zonnewarmte Regelgeving. Gerard van Amerongen vaconsult

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 5 november 2010 Status Definitief

Titel: protocol legionellabeheer

VOORLICHTING AAN DE BEWONER

De legionellacontrole van collectieve drinkwaterinstallaties in 2011 en 2012

Het inspectiebeleid voor drinkwaterinstallaties!

W.G. (Walter) van der Schee. Technisch Advies en Ontwikkeling. Amersfoort. Even voorstellen. Vriendelijk verzoek. Inhoud

water lucht energie woning keuring brand beveiliging asbest

1. Informeren eigenaar, de directeur en de verantwoordelijke voor de drinkwaterinstallatie, of de vervangers hiervan;

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN RADIONUCLIDEN LABORATORIA

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Besluit: 1. Algemene bepalingen

G.04 Legionella beheersplan.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NEN 1010:2015. Stellingen

Aansluitvoorwaarden Drinkwater

Certificering Legionellapreventie

Certificering voor ontwerpen, installeren en beheren van installaties conform BRL6000

Nederlandse norm. NEN 1006 (nl) Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) General requirements for water supply installations

WERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES BEHEER VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES

WATERWERKBLAD VERMIJDEN VAN GELUIDHINDER DOOR LEIDINGWATERINSTALLATIES

Legionellapreventie in leidingwater

Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet

Positie van BRL s bij certificering van bedrijven. Wil van Ophem. Nationaal Congres Warmtepompen te Ede, 23 mei Presentatie vandaag

Technische Hygiëne Zorg LCHV hygiëne richtlijnen publieksevenementen incl. wijzigingen maart 2016

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377

Aanpassing wet- en regelgeving ST

Nederlandse norm. NEN 1006+A3 (nl) Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002)

Nederlandse norm. NEN 1006+A3 (nl) Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002)

Algemene Voorwaarden Logius

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

Besluitenlijst CCvD-bijeenkomst , schriftelijk vastgesteld d.d

Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater

Nederlandse norm. NEN 1006 (nl) Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) Preview

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

KBI. Vergelijkingsdocument BRL6001-BRL6000

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

-4 SEP Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties

WETTELIJK KADER NEDERLAND ONDERHOUD VAN NOODVERLICHTING

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Zonne-energiesystemen

Transcriptie:

VNI pleit voor handhaving controles door Aquatech: grotere reikwijdte NEN 1006: vraag de installateur ernaar, en de kans is groot dat hij niet direct weet waarop deze norm betrekking heeft. De AVWI (1981) klinkt waarschijnlijk wel vertrouwd in de oren en men weet dan dat het om de voorschriften gaat voor drinkwaterinstallaties. In de nieuwe AVWI (2000), inmiddels aangeduid als NEN 1006, wijzigt de volledige benaming drinkwaterinstallaties in leidinginstallaties. En daarmee hebben we voor de praktijk een belangrijke wijziging te pakken. Een norm, niet alleen voor drinkwater, maar ook voor warm tapwater en huishoudwater. Auteur: Will Scheffer Huishoudwater voor het besproeien van de tuin? Het concept van de AVWI voorziet niet in specifieke uitvoeringseisen voor de gevelkraan. De grotere reikwijdte van de nieuwe AVWI (NEN 1006) is het gevolg van de implementatie van de Europese Drinkwaterrichtlijn in de Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit. Natuurlijk is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de norm ook tegen het licht te houden ten aanzien van legionellapreventie en nieuwe inzichten daaromtrent erin op te nemen. De nieuwe NEN 1006 heeft dus betrekking op drie watersoorten waaronder huishoudwater. Dit water is bestemd voor specifieke huishoudelijke toepassingen, waarbij de kwaliteit van het water niet hoeft te voldoen aan de kwaliteitseisen die in het Waterleidingbesluit zijn gesteld. Die toepassingen hebben betrekking op toiletspoeling, gebruik in de wasmachine of het besproeien van de tuin. De kwaliteitseisen waaraan huishoudwater wel moet voldoen zijn nog niet vastgesteld. De NEN 1006 is van toepassing op zowel individuele als collectieve huishoudwaterinstallaties. Huishoudwater kan dus collectief door waterleidingbedrijven worden geleverd, maar kan ook bestaan uit hemelwater, gezuiverd grijswater of een ander soort water opgevangen binnen de perceelgrens. De nieuwe norm merkt daarover wel op dat het niet schadelijk mag zijn voor de volksgezondheid. Men moet er rekening mee houden dat bij specifiek gebruik van een buitenkraan aërosolen vrijkomen, aldus staat in een opmerking. En zodra we het over aërosolen hebben weet langzamerhand iedere Nederlander dat er een link wordt gelegd met legionella. Hygiëne Huishoudwater heeft een kortere zuivering ondergaan dan drinkwater. De Hygiënecode voor de privé-huishouding (die is opgesteld op initiatief van de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken van het ministerie van VWS en van het Voedingscentrum) noemt huishoudwater vanuit milieuoogpunt beter. Maar, zo wordt eraan toegevoegd, er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de eventuele gevaren voor de gezondheid. De code stelt dat huishoudwater relatief meer legionellabacteriën bevat dan drinkwater. De hygiënecode waar- 102 oktober 2000 intech

waterleidingbedrijven NEN 1006 gepresenteerd schuwt dus voor het gebruik van huishoudwater voor activiteiten, zoals besproeien van de tuin of het wassen van de auto. Die waarschuwing wordt gegeven omdat legionellabacteriën, die relatief meer aanwezig zouden zijn in huishoudwater dan in drinkwater, via inademing van besmette aërosolen een gezondheidsrisico vormen. Daarom wordt ook aanbevolen de toiletdeksel te sluiten bij het doorspoelen met huishoudwater. Een dergelijke gebruiksaanwijzing treft u overigens niet aan in de nieuwe AVWI. Als u verwacht dat er in de nieuwe voorschriften voor leidingwaterinstallaties specifieke uitvoeringseisen voor huishoudwaterinstallaties zijn opgenomen, dan wordt u teleurgesteld. Alleen de toepassing en de herkenbaarheid vullen het hoofdstuk Huishoudwaterinstallaties. Natuurlijk zijn de algemene eisen voor leidingwaterinstallaties ook van toepassing op huishoudwaterinstallaties. Warm tapwater Dat de nieuwe AVWI ook van toepassing is voor warm tapwater, is niets nieuws. De voorschriften voor warmwaterinstallaties in de AVWI (1981) zijn echter wel erg summier -slechts vier alinea sen de inhoud is heel algemeen gehouden. De norm bevat uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op de waterleidingtechnische uitvoering van de installatie. Met het oog op legionellapreventie zijn meer concrete eisen wenselijk. Ligt een verwijzing naar de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater verder aangeduid met de wettelijke regeling legionellapreventie dan niet voor de hand? Voor collectieve installaties staat dat ook te gebeuren. Voor installaties die niet onder de wettelijke regeling legionellapreventie vallen, worden voor eenvoudige concepten van warmtapwaterbereiding concrete eisen opgenomen in de trend van minimaal 60 ºC kunnen leveren met een tolerantie van 2 graden en bij een koudwatertemperatuur van 10 ºC of hoger. Van een warmwatertoestel met een inhoud van 1 liter of meer dat staat ingesteld op 60 ºC, moet op elke plaats in het toestel de temperatuur 55 ºC kunnen zijn. Het toestel moet zo zijn ontworpen, dat deze temperatuur gedurende 1 uur per week kan worden vastgehouden. U mag Intech overigens niet aan deze gegevens ophangen, het betreft namelijk informatie uit conceptdocumenten. Voor de meer ingewikkelde concepten van warmtapwaterbereiding die buiten de wettelijke regeling legionellapreventie vallen, wordt wel verwezen naar de richtlijnen voor de risicobeoordeling van die regeling. De regeling bevat geen bepalingen die betrekking hebben op de installatietechnische uitvoering van leidingwaterinstallaties. De eisen die de wettelijke regeling aan eigenaren van collectieve leidinginstallaties stelt, hebben betrekking op het uitvoeren van een risicoanalyse en zonodig het opstellen en uitvoeren van een beheersplan. Dat plan is gericht op het verkrijgen en behouden van legionellaveilige installaties. Om zo n risicoanalyse te kunnen uitvoeren moeten installatiefuncties en -componenten op risico van legionellagroei worden beoordeeld. Discussie Warmtapwaterbereiding en warmtapwaterleidingen zijn overigens niet de enige installatiefuncties die worden betrokken in de risicoanalyse. De gehele leidingwaterinstallatie, vanaf het leveringspunt tot en met de tappunten, wordt beoordeeld. De leidinginstallatie wordt verdeeld in vijf hoofdfuncties: grondstof; koudwaterleidinginstallatie; warmtapwaterbereiding; warmwaterleidinginstallatie en tappunten. Al deze functies moeten risiconeutraal zijn. Zo n oordeel is in veel gevallen gebaseerd op een uitvoeringstechnische toepassing gekoppeld aan één of meer beheersmaatregelen. Hiermee lopen we tegen een probleem aan, omdat de norm NEN 1006 slechts uitvoeringstechnische bepalingen zou mogen bevatten. De discussies in de NEN-commissie Functionele eigenschappen leidingwaterinstallaties en binnen het Vrom- Overleg Technische Voorschriften (OTV) hadden een zelfde strekking. En daarmee komen we op een andere belangrijke aanpassing van concept NEN 1006, het onderhoud. Zo moet jaarlijks controle en onderhoud worden uitgevoerd aan collectieve installaties. Tevens moeten de hierin geplaatste controleerbare beveiligingstoestellen op goede werking worden gecontroleerd. Hiermee wordt een link gelegd met de Tij- Het Bouwbesluit wijst de AVWI straks alleen aan voor nieuwbouw. intech 2000 oktober 103

delijke regeling. Een belangrijk deel van het onderhoud vindt immers aansluiting op of maakt zelfs deel uit van het beheersplan legionellapreventie. Voor woningen geldt ook dat onderhoud bijdraagt aan het behoud van de gewenste kwaliteit van het leidingwater, maar het concept van AVWI-2000 vermeldt dit slechts als opmerking in de kantlijn. Ook op dit punt is een parallel te trekken met de Tijdelijke regeling. Want woninginstallaties zijn buiten die regeling gehouden. Bestaande installaties Het feit dat in de AVWI-2000 een onderhoudsparagraaf wordt opgenomen, betekent dat deze norm van toepassing wordt op bestaande installaties. Dat is nu niet zo. Naast voor elke nieuw aan te leggen drinkwaterinstallatie is de huidige AVWI wel bedoeld voor de uitbreidingen, wijzigingen, gehele of gedeeltelijke vernieuwingen en herstellingen van een bestaande drinkwaterinstallatie. In de tekst van de nieuwe norm staat, dat de regeling is bedoeld om te worden toegepast voor nieuw aan te leggen en bestaande leidinginstallaties inclusief uitbreidingen, wijzigingen, gehele of gedeeltelijke vernieuwingen, herstellingen en onderhoud. Betekent dit dat bestaande collectieve installaties alsnog moeten worden aangepast aan de eisen van de nieuwe AVWI? En hoe zit dat met het onderhoud voor deze installaties? Kan dat straks, met de AVWI in de hand, worden afgedwongen? Dat zal niet het geval zijn, althans niet publiekrechtelijk. Als de AVWI-2000 in het kader van het Bouwbesluit wordt aangewezen, zal dat door de grotere reikwijdte van die norm slechts op onderdelen gebeuren. Bestaande installaties worden daar voorlopig buiten gehouden en dus ook het onderhoud. De wettelijke regeling legionellapreventie dwingt indirect wel tot aanpassing van bestaande installaties en tot onderhoud ervan door middel van uitvoering van het beheersplan. Stok achter de deur Een andere interessante vraag is aan wie de AVWI-2000 welke verplichtingen oplegt. Het Bouwbesluit eist op grond van de Woningwet dat de leidingwaterinstallatie in een gebouw voldoet aan de in de AVWI opgenomen uitvoeringstechnische aspecten. Voor wat betreft de inrichting van een leidingwaterinstallatie is dan ook sprake van publiekrechtelijke regelgeving. In de Aansluitvoorwaarden van de waterleidingbedrijven zouden daarnaast ook de niet-inrichtingszaken uit de AVWI kunnen worden betrokken. We hebben dan te doen met een privaatrechtelijke regeling. Gaat verplicht onderhoud in Volgens het concept van de AVWI 2000 moet jaarlijks een controle en onderhoud worden uitgevoerd aan collectieve installaties en de hierin geplaatste controleerbare beveiligingstoestellen moeten op goede werking worden gecontroleerd. de toekomst deel uitmaken van de Aansluitvoorwaarden? Volgens de huidige Vewin Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater 1994 behoudt het waterleidingbedrijf zich het recht voor de levering te beëindigen wanneer niet wordt voldaan aan het bepaalde in of krachtens die aansluitvoorwaarden. Waterleidingbedrijven zijn bevoegd te controleren of de installatie voldoet aan NEN 1006. Als door achterstallig onderhoud de leidinginstallatie niet langer voldoet aan de algemene grondslagen van NEN 1006 te denken valt aan de betrouwbaarheid van het water aan de tappunten met het oog op de volksgezondheid, de veiligheid voor leven en/of eigendom van de gebruiker en derden, en de nadelige beïnvloeding van de watervoorziening bij derden dan kan, afhankelijk van de ernst van de tekortkoming, de levering van water worden geweigerd zolang niet aan de voorschriften wordt voldaan. De stok achter de deur is dus al aanwezig. Het is ook denkbaar dat verzekeringsmaatschappijen gebruikmaken van eisen uit de AVWI om bij schade aan mens of gebouw te kunnen aantonen dat de eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie heeft nagelaten de installatie te onderhouden en dat daardoor niet is voldaan aan de eisen uit het oogpunt van de volksgezondheid en veiligheid. Wie twijfelt er nog aan de noodzaak van onderhoud? Geïntegreerd beheersplan De eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie zal het onderhoud in veel gevallen uitbesteden aan een watertechnisch installateur. Die weet immers precies hoe dat onderhoud uit te voeren en aan welke eisen moet worden voldaan. De eigenaar doet er verstandig aan het onderhoud op te nemen in een beheersplan en van dat onderhoud een logboek bij te houden. Dat maakt zijn positie sterk ten opzichte van het waterleidingbedrijf en de verzekeraar als zich desondanks een situatie voordoet waarop hij wordt aangesproken. De installateur zal op zijn beurt genoodzaakt zijn de kwaliteit van zijn dienstverlening zo goed mogelijk te waarborgen. Voor elke wijziging aan de collectieve installatie is de eigenaar ervan in het kader van legionellapreventie wettelijk verplicht opnieuw een risicoanalyse uit te voeren en het beheersplan zonodig aan te passen. Dat hij daarvoor een beroep doet op de installateur lijkt logisch. De installateur is zowel de kenner van de installatie als van de regels die gelden voor legionellapreventie. Het mag inmiddels duidelijk zijn dat de onderhoudsparagraaf van de nieuwe AVWI (NEN 1006) op grond van de Woningwet niet-publiekrechtelijk kan worden afgedwongen. Op grond van de Waterleidingwet, door middel van de Tijdelijke regeling, krijgt het onderhoud indirect wel een publiekrechtelijk verplicht karakter. Het beheersplan voor het reguliere onderhoud en dat van legionellapreventie schuiven onvermijdelijk in elkaar. Alert Het is de eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie, die ervoor moet zorgdragen dat zijn installatie voldoet aan de voorschriften, welke dat ook zijn. De eigenaar zal voor de aanleg en het onderhoud een beroep doen op 104 oktober 2000 intech

een watertechnisch installateur. Gezien de verantwoordelijkheid die rust op de schouders van de eigenaar, zal hij kiezen voor een erkende installateur en mogelijk zelfs voor een gecertificeerde installateur. In de contractstukken voor de aanleg en onderhoud zal de eigenaar zoveel mogelijk (in het bestek) verwijzen naar de van toepassing zijnde voorschriften zoals NEN 1006 en de wettelijke regeling legionellapreventie in leidingwater. Daar de nieuwe AVWI een grotere reikwijdte kent dan de uitvoeringstechnische aspecten en de wettelijke regeling verplichtingen oplegt aan de eigenaar die veel verder gaan dan het uitvoeren van een risicoanalyse en het opstellen van een beheersplan, moet de installateur er alert op zijn welke onderdelen uit die voorschriften hij voor zijn rekening en verantwoording wil nemen. Hij moet ervoor zorgen niet vast te lopen. Uitvoering van onderhoud in het kader van een geïntegreerd beheersplan dat mede bestemd is voor legionellapreventie, vereist een strenge planning en de nodige administratieve verplichtingen voor het logboek. Als al dan niet in het kader van onderhoud een wijziging aan de collectieve leidingwaterinstallatie wordt aangebracht, moet opnieuw een risicoanalyse worden uitgevoerd en het beheersplan zonodig worden herschreven. En ook voordat een nieuwe collectieve leidingwaterinstallatie in gebruik wordt genomen moet eerst een risicoanalyse worden uitgevoerd en een beheersplan zijn opgesteld. Veel meer werk en dus veel meer kosten. Die kosten zal hij, de installateur dus, moeten doorberekenen. Als hij daar niet alert op is, komt de installateur in de klem als gevolg van de nieuwe voorschriften. Een nieuwe NEN 1006 (AVWI), de installateur zal er tijd in moeten steken om zich dit belangrijke document weer volledig eigen te maken. Dat geldt overigens ook voor de inspecteurs van de waterleidingbedrijven, voorzover die er nog zijn. Maar dan nog zijn we er niet. Ook de Vewin- moeten worden aangepast omdat de nieuwe NEN 1006 algemeen gehouden is. Dat komt, omdat de samenstelling van het leidingwater en de omstandigheden waaronder de waterleidingbedrijven het water leveren, verschillen, zo staat in het voorwoord van deze norm. Bij die argumenten kan een vraagteken worden geplaatst, zeker als we kijken naar de inhoud van de ontwerpen van de Europese normserie EN 806. Maar goed, om tot een goede harmonisatie in de uitvoering te komen, worden in daarom voorbeelden gegeven die tenminste aan de gestelde algemene eisen uit de NEN 1006 voldoen. Het geven van voorbeelden is plezierig, maar moeten een nadere uitwerking bevatten van hetgeen in de norm in algemene zin is gesteld. Zo staat dat ook in de oude AVWI. Het noemen van voorbeelden in plaats van een nadere uitwerking heeft een juridische achtergrond. moeten in ieder geval een status hebben in de sfeer van richtlijnen, of zo men wil, praktijkrichtlijnen. Het aanpassen van de is een behoorlijke klus. En het is nog maar de vraag of de huidige uitgever, de Vewin, daar heil in ziet. In navolging van de norm zal ook de naam van de moeten wijzigen van Drinkwaterinstallaties in Leidingwaterinstallaties. We moeten ons er goed van bewust zijn dat onze belangrijkste levensbehoefte, water, bederfelijke waar is. Daarmee mogen geen risico s worden genomen. Geen lang leven beschoren De nieuwe norm NEN 1006 is echter geen lang leven beschoren. Zo n voorspelling is niet moeilijk als je weet wat er in regelland nog meer aan de hand is. De huidige herziening van NEN 1006 is het gevolg van de implementatie van de Europese drinkwaterrichtlijn in het Waterleidingbesluit. Dat moet binnen een gestelde termijn zijn gerealiseerd. Straks komt er een nieuw Bouwbesluit waarin rechtstreeks wordt verwezen naar NEN 1006. Dan zal de norm moeten zijn herschreven in prestatie-eisen (waaraan moet een installatie voldoen) en bepalingsmethoden (hoe bepaal je of je aan de prestatie-eisen voldoet). Dan hebben we dus weer een nieuwe NEN 1006! Opnieuw veel werk, waaronder het herschrijven van de? Of partijen moeten besluiten de te vervangen door een NPR (Nederlandse Praktijkrichtlijn of een NTR (Nederlandse Technische Richtlijn). Onze voorkeur gaat uit naar één of meer NTR s die worden ingericht naar het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties (MMK). Dan kunnen deze documenten als referentie dienen voor de procescertificering van de watertechnisch installateur onder het label Komo-Instal. In dit verband zouden reeds bestaande Isso-publicaties een rol kunnen spelen door deze aan te passen en mogelijk tot een NTR te verheffen. Marktpartijen zouden daarin een stem moeten hebben. Binnen de waterketen op gebouwniveau kennen wij dit systeem al voor binnenriolering met NEN 3215 en NTR 3216. Dat systeem mag succesvol worden genoemd. Certificering legionellapreventie Er staat veel te gebeuren. Het certificaat voor de Waarborginstallateur gaat veranderen. Het systeemcertificaat dat borg staat voor een goede bedrijfsvoering wordt de komende drie jaar vervangen door het Procescertificaat. Men mag er dan vanuit gaan dat het geleverde product voldoet aan de regelgeving en gemaakte afspraken. Binnen het totstandkomingsproces zou dat als volgt kunnen. De eigenaar, al dan niet met tussenkomst van bijvoorbeeld een verzekeraar, is verantwoordelijk voor het opstellen van het Programma van eisen. Het ontwerp, de uitwerking en intech 2000 oktober 105

Meer dan ooit rechtvaardigen de veiligheids- en gezondheidsaspecten van leidingwaterinstallaties, ondanks goede voorschriften, een controle door deskundigen. de realisatie van de leidingwaterinstallatie behoort tot de verantwoordelijkheid van het gecertificeerde installatiebedrijf. Natuurlijk kan het bedrijf adviseren bij het opstellen van het Programma van eisen. Het beheer (en onderhoud) is de verantwoordelijkheid voor de eigenaar, waarbij het gecertificeerde bedrijf bevoegd is het onderhoud uit te voeren. Deze systematiek sluit goed aan bij de uitgangspunten van de Tijdelijke regeling. Daarom heeft de VNI een voorstel uitgewerkt om ook de activiteiten voor het installatiebedrijf met betrekking tot legionellapreventie in leidingwater te certificeren. Het gaat om de module Legionellapreventie die gekoppeld wordt aan het procescertificaat voor het deelgebied Watertechnisch groot, zoals beschreven in de Nationale Beoordelingsrichtlijn 6001. De basis voor de module Legionellapreventie is een cursus (met toetsing) voor het gebruik van Isso-publicatie 55.1 Handleiding Legionellapreventie in leidingwater. Dit in opdracht van het ministerie van Vrom ontwikkelde instrument bevat een uitwerking van de risicoanalyse, voorbeelden van beheersmaatregelen en aanwijzingen voor het opstellen van een beheersplan. Een aan de hand van de Isso-Handleiding uitgevoerde risicoanalyse en opgesteld beheersplan wordt geacht te voldoen aan de richtlijnen die de Wettelijke regeling daaraan stelt. Normalisatie Terug naar NEN 1006. Want als u denkt dat na de zogenaamde 1 op 1 aansluiting van NEN 1006 op het Bouwbesluit de klus is geklaard, dan heeft u het mis. Er wacht ons nog een Europees traject. Al eerder zijn genoemd de ontwerpen van de Europese normserie EN 806 (delen 1 tot en met 5). Omdat het nog onzeker is of en zo ja, wanneer deze Europese normen worden gepubliceerd, wordt hieromtrent een afwachtende houding aangenomen. Wanneer het zover is zal NEN 1006 wederom worden herzien waarbij de aansluiting op het Bouwbesluit en Waterleidingbesluit gehandhaafd moet worden. En ook dan weer een herziening van de of de daarvoor in de plaats komende NTR s. Het wordt er voor de installateur niet eenvoudiger op. Voortdurend zal hij zich moeten inspannen om al die ontwikkelingen te volgen en de activiteiten aan te passen die deel uitmaken van het proces voor de totstandkoming van leidingwaterinstallaties. Controle Welke rol gaan de waterleidingbedrijven in de nabije toekomst spelen voor wat betreft de controle van leidingwaterinstallaties? Een groot aantal bedrijven controleert geen woninginstallaties meer en het ziet ernaar uit dat die ook geen politieagentje willen spelen voor de grotere installaties. Misschien klinkt het u vreemd in de oren, maar de VNI vindt dat jammer en onverstandig. Het feit dat thans bepaalde installaties aangelegd door de Waarborginstallateur zijn vrijgesteld van een controle, is geëntameerd door de waterleidingbedrijven. Daar mag geen misverstand over bestaan. Dat aanvankelijk sommige Waarborginstallateurs dat als een stukje vrijheid hebben beschouwd mag niet worden ontkend. De kennisuitwisseling in de dagelijkse praktijk tussen inspecteurs en installateurs heeft in het verleden belangrijk bijgedragen aan de kwaliteit van de drinkwaterinstallaties. De stormachtige ontwikkelingen op het gebied van leidingwaterinstallaties en van de waterhuishouding binnen de perceelgrens door het sluiten van kringlopen, maken de leidingwaterinstallaties complexer en omvangrijker. En met het gegeven dat binnen de gebouwde omgeving allerlei nieuwe installatieconcepten voor het binnenklimaat en de bereiding van warm tapwater hun intrede doen, kunnen spanningsvelden ontstaan die een bedreiging inhouden voor de constante kwaliteit van het leidingwater. En dit geldt niet alleen voor de wijze waarop leidingwaterinstallaties worden uitgevoerd, maar ook worden gebruikt en beheerd. Meer dan ooit rechtvaardigen de veiligheids- en gezondheidsaspecten van leidingwaterinstallaties, ondanks goede voorschriften, een controle door deskundigen. Het standpunt van de VNI is dat er toezicht moet zijn op door niet-gecertificeerde bedrijven aangelegde leidingwaterinstallaties. Persoonlijke visie Waarom zouden installaties -aangelegd door gecertificeerde bedrijven- niet steekproefsgewijs gecontroleerd mogen worden? Daarmee wordt niets afgedaan aan de waarde van het procescertificaat. Dat houdt immers veel meer in dan veiligheids- en gezondheidsaspecten. Het zal een goede zaak zijn als de overheid en de waterleidingbedrijven gezamenlijk een regeling treffen die waterleidingbedrijven in staat stelt leidingwaterinstallaties te controleren op veiligheids- en gezondheidsaspecten. We moeten ons er goed van bewust zijn dat onze belangrijkste levensbehoefte, water, bederfelijke waar is. Daarmee mogen geen risico s worden genomen. Voorschriften zoals NEN 1006 vormen daarvoor een goede basis. We weten dat handhaving door lokale overheden als gevolg van onvoldoende deskundigheid een probleem is. De praktijk leert dat handhaving van de voorschriften zonder deskundig toezicht onvoldoende werkt. Waterleidingbedrijven beschikken nu nog over die deskundigheid. Maar als de afdelingen inspecties van die bedrijven nog verder worden afgebouwd dan is het een verloren zaak. Waarom zouden lokale overheden voor de handhaving geen beroep kunnen doen op de deskundigheid van de afdelingen inspectie van de waterleidingbedrijven? Voor de controle op de brandveiligheid van gebouwen wordt door diezelfde lokale overheden toch ook een beroep gedaan op de deskundigheid van de afdeling preventies van de (regionale) brandweerkorpsen. Bron: Bewerking van een lezing van de auteur gehouden tijdens het symposium van het Nederlands Normalisatie-instituut op de Aquatech 2000 in Rai Amsterdam. 106 oktober 2000 intech