Protocol. Toetsing. 17 oktober versie def. na MR

Vergelijkbare documenten
Protocol Toetsing. voorlopige vaststelling. 08/01/2018 Proces/document Ghita Kolker directeur/bestuurder MR:

Inleiding Toetsen Toetsbespreking, correctie, normering, inzage Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

De leerling maakt de toets op het opgegeven moment, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn

2.2 TOETSDOELEN Toetsen geven leerlingen en docenten inzicht in welke aspecten van het curriculum wel of niet beheerst worden.

Toetsprotocol 2018/2019

Toetsbeleid Meander College

TOETSBELEID DE FONTEIN BUSSUM versie

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

Toetsbeleid. Schooljaar 2016/2017 HOFSTAD MAVO HAVO

Toetsbeleid J.S.G. Maimonides voor de klassen 1 t/m 3, klas 4 h, klas 4 v, klas 5 v

Toetsbeleid en gemeenschappelijke afspraken

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

TOETSPROTOCOL LYCEUM DE GRUNDEL ( ) 1. Toetsprotocol

Toetsbeleid IVKO. Visie IVKO in relatie tot toetsen

Toetsprotocol. leerjaar 1, 2 en 3H/V

TOETSPROTOCOL Auteur: Martin Jager

De onderwijsvisie is uitgangspunt van het toetsbeleid, d.w.z. dat toetsing aansluit bij doelen zoals:

De onderbouw: klas 1,2,3 havo/vwo en klas 1en 2 mavo

Toetsbeleid

TOETSPROTOCOL

Toetsprotocol. Secr/Determ/Toetsnotitie HNE Pagina 1

Inleiding. Het doel van dit toetsprotocol is:

Afspraken over toetsen die in leerjaar 4T meetellen voor het examendossier zijn vastgelegd in het PTA en vallen onder het schoolexamenreglement.

Toets protocol Het Lyceum Rotterdam

Toets- en cijferbeleid Houtens

Toetsprotocol Secr/Determ/Toetsprotocol HNE 2019 Pagina 1

Toetsprotocol VSO de Sprong Maarsbergen

TOETSBELEID. Kwaliteitsstandaard

Protocol studievoortgang

versie 7 OVERGANGSNORMEN LOCATIES RHENEN/KESTEREN SCHOOLJAAR

Toetsbeleid IVKO. Visie IVKO in relatie tot toetsen

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 3. Basis en kaderberoepsgerichte leerweg, afdeling Dienstverlening en Producten

Programma van toetsing en afsluiting 3 VMBO Vakmanschaproute Techniek basisberoepsgerichte leerweg

Toetsbeleid. CSG Het Noordik Vestiging Vriezenveen

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG Voor de leerlingen van mavo 3 en als kennisgeving aan de ouder(s)/verzorger(s) PTO.

PERIODEN VAN HET PTA Periode 1: 1 september t/m 11 november 2016

SCHOOLEXAMENREGLEMENT V.M.B.O. THEORETISCHE EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG HAARLEM

Ouderavonden i.v.m. de voortgang: Ouderavond: 28 of 29 november 2017 Ouderavond: 20 of 21 maart 2018

Sector vmbo TOETSBELEID

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

Protocol toets afname

Toetsbeleid Vechtdal College Dedemsvaart

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG Voor de leerlingen van mavo 3 en als kennisgeving aan de ouder(s)/verzorger(s) PTO.

Naar een schoolexamen voor de beroepsgerichte vakken

Schooljaar Toelichting op het Algemeen Programma van Toetsing en Overgang Eerste/Tweede Fase Mavo, Havo, Atheneum en Gymnasium

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG VeenLanden College. PTO Klas

Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Klas 3. vmbo. Leerweg: T

PROTOCOL TOETSAFNAME

Oktober 2018 OVERGANGSNORMEN LOCATIES RHENEN/KESTEREN SCHOOLJAAR

LEERLINGENSTATUUT. Geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016

Toetsreglement. Locatie Quintus

Toetsbeleid. CSG Het Noordik Vestiging Vriezenveen

Programma van Toetsing en Afsluiting. Leerjaar 3

Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Klas 4. vmbo. Leerweg: T

Dyslexieprotocol Michaël college

Toetsbeleid. CSG Het Noordik Vestiging Vriezenveen

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 cursus

Programma Toetsing Onderbouw Leerjaar: 1 Vmbo-Kader

SCHOOLEXAMENREGLEMENT V.M.B.O. THEORETISCHE LEERWEG HAARLEM

MAVO 3 en 4 cursus

2.Aanleiding. 3.Soorten toetsen. 4. Aantal toetsen. Toetsbeleid Canisius College Inleiding

Protocol dyslexie. op het Zwin College

Berger Scholengemeenschap PTA 5 havo

Toetsregeling Veluws College Walterbosch. Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

Programma van toetsing en bevordering. 2 vmbo-lwo. Schooljaar

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

Toetsprotocol september 2015

Berger Scholengemeenschap PTA 4 havo

Programma van toetsing KLAS STEDELIJK GYMNASIUM 'S-HERTOGENBOSCH

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG PTO Klas 2

HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

Toetsreglement. Dr. Nassau College Gieten

Programma van toetsing en afsluiting

Toetsreglement Veluws College Walterbosch Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 3. Basis en kaderberoepsgerichte leerweg, afdeling Techniek (Vakmanschapsroute)

Programma Toetsing Onderbouw Leerjaar: 2 havo/vwo

Toetsprotocol Discovery College

Toetsingsbeleid Montessori Lyceum Flevoland 7 juli 2016

Toelichting examenreglement

Toetsbeleid Jan van Egmond Lyceum

TOETSBELEID Technisch College Velsen en Maritiem College IJmuiden

Toetsreglement Havo Vwo Veluws College Walterbosch

Programma Toetsing Onderbouw Leerjaar: 2 Vmbo-Theoretisch

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG PTO Klas 1

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar vmbo kb

Toetsreglement Penta 2014/2015

Toetsreglement Penta 2018/2019

PTO. Klas 3 H/A PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG

Brugklas Mavo / Havo

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

1 Voorletter(s) Aantal respondenten: Tussenvoegsel. Aantal respondenten: Achternaam. Aantal respondenten: 702.

Inhoudsopgave. 1. Voorwoord. 2. Overzicht indeling studie- en toetsperiodes. 3. Begrippenlijst. 4. Overgang. 5. Herkansing

[PROGRAMMA VOOR TOETSING EN AFSLUITING LEERJAAR] Informatie over het toetsbeleid en het toetsprogramma van de Theoretische leerweg, VMBO

Schooljaar

Toetsregeling Veluws College Walterbosch. Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

Programma van toetsing KLAS STEDELIJK GYMNASIUM 'S-HERTOGENBOSCH

Leerrouteprogramma & Proefwerkprotocol

PROGRAMMA VAN TOETSING EN OVERGANG PTO Klas 2

Transcriptie:

Protocol Toetsing 17 oktober 2013 versie def. na MR

Inleiding Huidige situatie Rondom toetsen zijn er geen Esdalbrede afspraken gemaakt. Locaties, zelfs secties hebben de vrijheid om zelf invulling te geven aan hoe zij willen omgaan met toetsen. Op de verschillende locaties worden er voor toetsen verschillende benamingen gebruikt, zoals repetities, proefwerken, SO s en PO s. Daarmee bestaat er geen eenduidigheid rondom toetsen en kan er een verschil bestaan tussen de niveaus op de verschillende locaties. Gewenste situatie Het is wenselijk dat er op alle locaties van het Esdal College een grote mate van gelijkheid rondom toetsing bestaat, opdat leerlingen van de verschillende locaties dan meer gelijk worden beoordeeld. Dit protocol is er op gericht om die grotere mate van gelijkheid te creëren. Het geeft randvoorwaarden aan waaraan toetsing dient te voldoen. Het protocol toetsing gaat uiteindelijk deel uitmaken van een nog te formuleren beoordelingsbeleid. Het examenreglement is de organisatie van PTA en het CE, daarin worden de regels met betrekking tot toetsing van de examenonderdelen geregeld. Dit protocol is voornamelijk bedoeld voor toetsing in de onderbouw.

I. Algemene zaken 1. Op het Esdal College worden verschillende soorten toetsen onderscheiden. Het is aan de locaties om begrippen als proefwerk, repetitie, SO, MO, praktijktoets, prestatie, etc. te hanteren. 2. De locatieleiding faciliteert de secties om jaarlijks tot afstemming over hun toetsbeleid te komen, door sectieoverleg in te plannen. 3. Op de locatie worden afspraken gemaakt over het maximum aantal toetsen per dag en per week. 4. Per locatie kan eventueel ook het maximum aantal cijfers per vak, per periode worden vastgelegd. 5. De locatieleiding heeft minimaal eens per jaar met elke sectie een gesprek waarbij ook de toetskwaliteit en de behaalde resultaten aan de orde komen. II. III. IV. Aantal cijfers per periode 6. Per rapportperiode is het aantal cijfers dat een leerlingen kan scoren op verschillende toetsen minimaal het aantal lesuren per week plus één. Echter voor een 4-uursvak is vier cijfers per rapportperiode het minimum. De eerste periode in leerjaar 1 vormt hierop een uitzondering. De beroepsgerichte vakken in de onderbouw van het Vakcollege vormen hierop een uitzondering. 7. De weging van de cijfers is minstens voor 50% (gerekend over het gehele jaar) gebaseerd op proefwerken. De vaksecties geven in het sectiejaarplan aan welke soorten toetsen er worden gegeven en welke wegingsfactoren daarbij horen. Weging per periode 8. Iedere locatie legt afzonderlijk vast hoe de weging van het eindrapport tot stand komt. Kwaliteitseisen proefwerken 9. Bij het maken van een toets, van het correctiemodel en van de normering is collegiale consultatie verplicht om te voorkomen dat vragen onduidelijk blijken, de toets te lang is, de volgorde en verwijzingen onhelder zijn, opgaven onevenredig zwaar tellen, etc. Eenpersoonssecties zoeken op de locatie een collega of op andere locaties vakcollega s die hun toetsen kunnen becommentariëren. 10. Binnen de sectie wordt eenzelfde norm en cesuur gebruikt bij toetsen over dezelfde leerstof. 11. De resultaten van de proefwerken worden door één of meerdere collega s in de sectie geëvalueerd. De evaluatie wordt met de sectie, of in geval van een éénmanssectie, met een collega besproken. Daarna wordt de toets eventueel aangepast. 12. Toetsen dienen de leerling de gelegenheid te geven te laten zien wat hij/zij geleerd en gesnapt heeft. De toetsen moeten OBIT-proof zijn (RTTI-indeling voor de locatie Klazienaveen). a. uitgangspunten zijn de verhoudingen OB-IT die zijn meegegeven in de APSscholingen; b. precieze percentages worden bepaald door de sectie per locatie en zijn verankerd in het sectiejaarplan. Kleine toetsen hoeven niet altijd OBIT-proof te zijn. 13. Taalgebruik in de toetsen verdient extra aandacht: a. de instructie en vraagstelling is duidelijk en eenduidig; b. het is helder op welke manier het antwoord het maximum aantal punten oplevert; c. het taalniveau is overeenkomstig de referentieniveaus;

d. er staan geen taal-/stijlfouten in de tekst. 14. Voor alle leerlingen wordt lettertype Arial 12 gehanteerd, waarmee ook dyslectische leerlingen de toets zo goed mogelijk kunnen lezen. (Bronvermelding kan in een kleiner lettertype) V. Voorafgaande aan de toets 15. Het is voor leerlingen duidelijk en navolgbaar welke leerstof in de toets wordt onderzocht. 16. Er moet in elk geval na het laatste lesuur met de behandelde stof, dus nog vóór het proefwerk, een contactmoment zijn om leerlingen vragen te laten stellen. Er zit minimaal 1 lesuur, op een andere dag, tussen de afronding van de stof en het proefwerk. Dat geldt niet voor kleine leerstofeenheden en andere toetsen. 17. Proefwerken worden minimaal een week van te voren opgegeven (dat moet in de ELO zijn opgenomen). 18. Eenvoudige overhoringen, waarvan het cijfer in Magister een waardering krijgt, dienen ten minste in de voorgaande dag te worden aangekondigd 19. Er is door de docent aandacht besteed aan de vraag hoe je je op de toets kunt voorbereiden. De weging van de toets wordt daarbij besproken. VI. VII. Leren van de toets 20. Wanneer toetsresultaten worden teruggeven, moet duidelijk worden wat de juiste antwoorden zijn. 21. Gemaakte toetsen worden nabesproken. Na de nabespreking van de toets kan de leerling niet meer op het cijfer terugkomen. 22. Leerlingen (en hun ouders/verzorgers) hebben het recht toetsvragen, -resultaten en het antwoordmodel in te zien. Dat kan alleen op school. Gemaakt werk, wordt na bespreking, met de leerling meegegeven. 23. Een volgende toets kan pas afgenomen worden als de voorgaande is nagekeken en besproken. Dit geldt niet voor leerlingen die ziek of anderszins afwezig zijn geweest en de voorgaande toets nog moeten inhalen. 24. Taalfouten in de toets worden wel benoemd (bijvoorbeeld door aanstrepen), maar niet meegerekend als spelling, stijl en grammatica niet tot de leerstof voor de toets behoort. Calamiteitenregeling 25. Als 50% of meer van de klas een onvoldoende haalt voor de toets, dan gebeurt het volgende: de docent maakt een analyse van het probleem en overlegt met de sectie. Vervolgens overlegt de sectie met de locatieleiding en komt met een advies. Bij eventuele onenigheid over een oplossing neemt de locatieleiding, als eindverantwoordelijke, een beslissing.

Begrippenlijst toetsen Proefwerk Grote toets met een hogere waardering, die over een hoofdstuk of meerdere hoofdstukken in het boek gaat Schriftelijke overhoring Kleine deeltoets, met een lagere waardering die over een klein gedeelte van het hoofdstuk gaat. Mondelinge overhoring De leerling wordt mondeling getoetst over een klein deel van de toets. (dyslexieregeling niet meegerekend) Practicum toets Toets over praktische toepassing van het geleerde. Werkstuk Grotere opdracht, met een hogere waardering, vergelijkbaar met een proefwerk. Leestoets Leesopdracht uit een boek/artikel. Schrijftoets Een schrijfopdracht, die aan gedefinieerde kenmerken moet voldoen. Verslag Een schrijfopdracht, die aan gedefinieerde kenmerken moet voldoen.