6643/16 nuf/yen/hh 1 DG B 3A

Vergelijkbare documenten
6266/1/17 REV 1 asd/dau/fb 1 DG B 1C

7165/18 pro/gra/sv 1 DG B 1C

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

9632/15 ons/dau/hw 1 DG B 3A

2. Deze conclusies zijn op 14 februari 2019 aan de Groep sociale vraagstukken voorgelegd.

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

14182/16 cle/pau/mt 1 DG G 1A

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

Voor de delegaties gaat hierbij de in hoofde genoemde oriënterende nota met het oog op de zitting van de Raad (Epsco) op 8 juli 2019.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA

9647/1/17 REV 1 oms/mak/ev 1 DG B 1C

9305/15 dep/sm/sm 1 DG B 3A

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

9650/17 pro/van/ln 1 DG G 1A

Het bovengenoemde voorstel werd op 25 november 2015 door het Comité van permanente vertegenwoordigers besproken en goedgekeurd.

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

5188/17 eer/cle/cg 1 DG G 1A

9969/19 aer/tin/hh 1 GIP.1

9305/1/15 REV 1 ver/ons/dp 1 DG B 3A

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1102/2015

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8463/17 ass/ons/sl 1 DGG 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 mei 2011 (31.05) (OR. en) 10405/11 SOC 418 ECOFIN 276 SAN 105

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Geannoteerde Agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 5 oktober 2015

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

17143/13 asd/hw 1 DPG

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2015/0051(NLE)

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2010 (22.10) (OR. en) 15084/10 SOC 677 ECOFIN 635

Manifest voor de Rechten van het kind

EAPN Assessment: Nationale Hervormingsprogramma s en Nationale Sociale Rapporten. 26 september 2012 Brussel

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 november 2002 (28.11) (OR. dk) 14167/02 ADD 8 SOC 509

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN RAAD

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Het sociaal scorebord. bij

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Nederland

10083/16 ons/pau/mt 1 DGG 1A

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 6 juli 2012 (OR. en) 11275/12 UEM 226 ECOFI 600 SOC 577 COMPET 445 E V 541 EDUC 218 RECH 281 E ER 310

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

Hierbij gaan voor de delegaties de ontwerp-conclusies van de Raad waarover in de Groep sociale vraagstukken overeenstemming is bereikt.

6756/17 1 DPG. Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 2017 (OR. en) 6756/17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

9253/15 dep/nes/hh 1 DG B 3A - DG G 1A

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 19 juni 2014 te Luxemburg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

SPEECH: "De Annual Growth Survey 2016 en de kansen voor een sociaal Europa" [Intro]

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1093/1. Amendement. Dominique Martin namens de ENF Fractie

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

9879/19 pro/gra/ev 1 LIFE.1.C

A8-0205/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2010 (06.05) (OR. en) 9018/10 JEUN 16 SOC 293. NOTA het secretariaat-generaal van de Raad

7896/17 ver/gar/ev 1 DG G 2B

13129/17 oms/sv 1 DG B 1C

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda. Niet-wetgevingswerkzaamheden. 2. (event.) Goedkeuring van de lijst van A-punten CM 4719/15 1 NL

Europees semester 2014: versterken van het herstel

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

10798/1/14 REV 1 rts/zr/dp 1 DG B 4A / DG G 1A

8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2016 (OR. en) 6643/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties SOC 131 EMPL 90 ECOFIN 186 EDUC 72 nr. vorig doc.: 6148/16 SOC 64 EMPL 39 ECOFIN 103 EDUC 26 Betreft: De jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2016: politieke sturing inzake werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid - Conclusies van de Raad (7 maart 2016) Voor de delegaties gaan in de bijlage de conclusies van de Raad over "De jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2016: politieke sturing inzake werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid", die de Raad op 7 maart 2016 op zijn 3453e zitting heeft aangenomen. 6643/16 nuf/yen/hh 1

De jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2016: politieke sturing inzake werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT: 1. De sociale en werkgelegenheidssituatie in de EU gaat er langzaam op vooruit en er zijn tekenen dat de lidstaten op dat vlak naar elkaar toegroeien, maar er blijven duidelijke onderlinge verschillen en veel economieën kampen nog steeds met de grote problemen van hoge langdurige werkloosheid, jongerenwerkloosheid en armoede. 2. In december 2015 waren er 21,9 miljoen werklozen (tegenover 24,0 miljoen in december 2014), van wie de helft langer dan één jaar werkloos was. Wat de jongerenwerkloosheid betreft, werden enkele positieve ontwikkelingen waargenomen, maar met 20% (oktober 2015) blijft dat cijfer zeer hoog en in sommige lidstaten bedraagt het zelfs meer dan 40%. Dat geeft aan dat er meer moet worden gedaan om te voorkomen dat een "verloren generatie" ontstaat. 3. Het totaal aantal mensen in de EU voor wie armoede of sociale uitsluiting dreigt, bleef zowel in 2013 als in 2014 stabiel, maar was nog altijd hoog (24,4 % in 2014). Hun aantal is tijdens de afgelopen jaren in de meeste lidstaten aanzienlijk toegenomen, met vooral gevolgen voor de bevolking in de werkende leeftijd en, bij uitbreiding, voor kinderen. Enkele van die problemen zijn de laatste tijd misschien minder ernstig geworden, maar zij blijven groot en moeten dringend aangepakt worden. De inkomens van huishoudens in de EU stegen in 2014 en tijdens de eerste helft van 2015 als gevolg van de toegenomen economische activiteit en gunstigere arbeidsmarktomstandigheden. Personen voor wie armoede en ongelijkheid dreigt, hebben de verschillen echter verder zien toenemen. 6643/16 nuf/yen/hh 2

HET VOLGENDE BENADRUKKEND: 4. De continuïteit in de beleidsprioriteiten uit de jaarlijkse groeianalyse 2016 van de Commissie, waarin aandacht wordt besteed aan de drie even belangrijke doelstellingen, "investeringen weer op gang brengen", "structurele hervormingen voortzetten om onze economie te moderniseren" en "verantwoord begrotingsbeleid", wordt ondersteund. 5. De sterkere focus op werkgelegenheid en sociale vraagstukken in het pakket wordt als positief beschouwd aangezien deze de inclusieve groeidimensie ervan versterkt. 6. De nadruk op flexicurity, sociale investeringen, de ontwikkeling van menselijk kapitaal en socialebeschermingsstelsels, die financieel houdbaar zijn met het oog op de demografische uitdagingen en een efficiënt antwoord bieden op levenslooprisico's, komt bijzonder gelegen. Dit gaat gepaard met het besef dat actie ondernomen moet worden om banencreatie en groei te stimuleren, onze arbeidsmarkten soepeler te doen functioneren, het naar elkaar toegroeien in opwaartse lijn te bevorderen en de sociale cohesie te versterken. Bij de politieke sturing inzake doeltreffende en rechtvaardige belastingstelsels moeten de voordelen van een verdere verkleining van de belastingwig op arbeid weliswaar worden erkend, maar mogen het belang van de adequaatheid en financiering van de sociale zekerheid, evenals de noodzaak tot eerbiediging van de structurele verschillen tussen de socialebeschermingsstelsels van de lidstaten, niet over het hoofd gezien worden. 7. Deze ontwikkelingen zijn in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie ter versterking van de sociale en werkgelegenheidsaspecten van het kader voor economische governance. Het verband tussen de jaarlijkse groeianalyse en de Europa 2020-strategie en de doelstellingen daarvan, met name op het vlak van inclusieve groei, moet verduidelijkt en versterkt worden. 8. Er moet verder worden ingezet op structurele hervormingen, met de nadruk op daadwerkelijke uitvoering, maar de lidstaten moeten voldoende armslag krijgen om over de meest relevante beleidsmaatregelen te beslissen. 6643/16 nuf/yen/hh 3

9. De impact van de vluchtelingencrisis op de werkgelegenheid en de socialebeschermingsstelsels van de lidstaten zal gemonitord en meegewogen moeten worden. 10. De conclusies van de Raad van december 2015 over sociale governance voor een inclusief Europa bevatten specifieke aanwijzingen voor de volgende stappen wat betreft de governance van het sociaal en werkgelegenheidsbeleid. 11. De analyse van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid is heeft nu een steviger fundament met het scorebord van kernindicatoren op sociaal en werkgelegenheidsgebied. Deze analyse moet een essentieel element blijven voor het versterken van de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie en het Europees semester. Het scorebord kan, samen met de prestatiemonitor werkgelegenheid en de prestatiemonitor sociale bescherming, doeltreffender gebruikt worden bij het monitoren van werkgelegenheids- en sociale ontwikkelingen, ook in de context van het waarschuwingsmechanismeverslag en gedurende het hele Europees semester. Op basis van de jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid zijn de volgende oriëntaties op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid van belang: Ondersteuning van goed functionerende en inclusieve arbeidsmarkten met meer aandacht voor banencreatie en de kwaliteit van banen 12. Het scheppen van banen moet een cruciaal aandachtspunt bij hervormingen blijven, en tezelfdertijd moet sterker worden ingezet op duurzame arbeidsmarktresultaten, het terugdringen van segmentatie, het aanpakken van armoede onder werkenden en zwartwerk, het vergemakkelijken van overgangen, inkomenssteun, het verbeteren van vaardigheden en het beschermen van de gezondheid en veiligheid op het werk. 13. De rol van belastingstelsels moet volledig benut worden teneinde de negatieve prikkels om te werken te verminderen en de belastingen te verlagen om indienstnemingen te stimuleren. De in de afgelopen jaren waargenomen tendens van een toenemende totale belastingwig op arbeid in een aantal lidstaten moet worden gekeerd om negatieve gevolgen voor de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt te vermijden. 6643/16 nuf/yen/hh 4

14. Dat de lonen meebewogen met de productiviteit is positief geweest voor het evenwicht in landen afzonderlijk en binnen de eurozone als geheel: hervormingen ter verbetering van de loonvormingsmechanismen die de aanpassing van lonen aan de productiviteit bevorderen, moeten worden voortgezet, met inachtneming van de nationale praktijken wat betreft de rol van de sociale partners. Verdere inspanningen om de jongeren- en langdurige werkloosheid aan te pakken 15. Onderkend wordt dat de jongerengarantie bijdraagt tot het terugdringen van de jongerenwerkloosheid en het bevorderen van de overgang van school naar werk. Het blijft van cruciaal belang verder in te zetten op de uitvoering ervan, onder meer via financiering door zowel de EU als de lidstaten. 16. Aangezien de helft van alle werklozen langdurig werkloos zijn, moeten de lidstaten prioriteit geven aan de uitvoering van de op 15 februari 2016 door de Raad aangenomen aanbeveling van de Raad betreffende de integratie van langdurig werklozen, met het oog op gerichte maatregelen ter ondersteuning van herintreding op de arbeidsmarkt. Het aanpakken van de genderkloof 17. Om de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen te vergroten en de groei te stimuleren, is er behoefte aan een alomvattende aanpak ter verbetering van het evenwicht tussen werk en privé voor zowel mannen als vrouwen, onder meer door het aanbieden van zorgdiensten voor kinderen en andere afhankelijke personen, verlofregelingen en flexibele arbeidsregelingen, waarbij rekening wordt gehouden met het beter kunnen combineren van zorg en werk, negatieve fiscale prikkels voor tweede verdieners worden vermeden en de gelijkere verdeling van gezinstaken wordt bevorderd. De loon- en pensioenkloof tussen mannen en vrouwen en de genderverschillen op het gebied van armoede en sociale uitsluiting moeten nadrukkelijker onder de aandacht worden gebracht, en er moet meer worden gedaan om die kloof te verkleinen. Deze maatregelen zijn ook van uiterst belang om ervoor te zorgen dat vrouwen in de toekomst over een toereikend oudedagsinkomen beschikken. 6643/16 nuf/yen/hh 5

Investeren in mensen 18. Aanhoudende investeringen in onderwijs en opleiding, en een betere afstemming van vaardigheden op de behoeften van de arbeidsmarkt zijn noodzakelijk voor het stimuleren van werkgelegenheid en economische groei, en voor het algemene concurrentievermogen in de EU. 19. De bevordering van sociale investeringen, onder meer in gezondheidszorg, langdurige zorg, sociale diensten, zorg voor kinderen en andere afhankelijke personen, huisvestingssteun en rehabilitatiediensten, moet als doel hebben armoede en sociale uitsluiting te voorkomen, het welzijn van mensen te verbeteren, en hen te ondersteunen bij de ontwikkeling van bestaande en nieuwe capaciteiten om de arbeidsmarkt te kunnen betreden en zich eraan te kunnen aanpassen. Dit moet leiden tot betere werkvooruitzichten, hogere arbeidsinkomens en hogere arbeidsproductiviteit, en sterkere sociale cohesie. 20. Het aanbod aan sociale bescherming moet flexibeler, gepersonaliseerder en beter geïntegreerd worden, met het oog op de actieve inclusie van diegenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. Bevordering van adequate en houdbare socialebeschermingsstelsels, met de nadruk op sociale investeringen en sociale inclusie 21. De lidstaten dienen gedurende alle levensfasen voor doeltreffende, efficiënte en passende sociale bescherming te zorgen om billijkheid te waarborgen en armoede en ongelijkheden te verminderen. In overeenstemming met de beginselen van sociale investeringen, waarin wordt gewezen op het belang van goed opgezette systemen voor inkomenssteun met hoogwaardige sociale diensten die activerend en voorwaardenscheppend zijn, dienen socialebeschermingsstelsels het voor iedereen mogelijk te maken actief in de samenleving en de economie te participeren. 22. Bij hervormingen in de gezondheidszorg, die tot de bevoegdheden van de lidstaten behoren, dient het waarborgen van houdbare en kosteneffectieve gezondheidsdiensten centraal te worden gesteld, zonder dat dit ten koste gaat van de universele en rechtvaardige toegang, kwaliteit en veiligheid, en met een steeds sterkere nadruk op preventie. 6643/16 nuf/yen/hh 6

23. Bij hervormingen in de langdurige zorg dient te worden gestreefd naar duurzaamheid en toegang tot adequate, betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg, met een steeds sterkere nadruk op preventie. De omslag van institutionele langdurige zorg naar gemeenschapszorg moet worden gemaakt door toegankelijke en betaalbare diensten die zelfzorgmogelijkheden bevorderen en leiden tot zelfstandig wonen, integratie op de arbeidsmarkt en sociale inclusie. 24. Hoewel de meeste lidstaten vooruitgang hebben geboekt met de hervormingen van hun publieke pensioenstelsels, moeten er nog belangrijke knopen worden doorgehakt wat betreft het behoud van pensioeninkomens en het waarborgen van adequate pensioenen. Dit kan concreet door de arbeidsloopbanen te verlengen, ondersteund door een beleid inzake actief ouder worden, te voorzien in adequate pensioenen en minimuminkomens, in voorkomend geval de negatieve impact van inactiviteit (bijv. wegens de zorg voor kinderen of werkloosheid) te verkleinen, en andere vormen van pensioeninkomens te verschaffen, bijvoorbeeld via aanvullend pensioensparen. VERHEUGD OVER HET VOLGENDE: 25. De hernieuwde nadruk op het aanpakken van arbeidsmarktsegmentatie, adequate loonontwikkelingen, goed opgezette systemen voor inkomenssteun, beleidsmaatregelen ter vergemakkelijking van de overgang naar een andere baan, vaardigheden en het beter matchen daarvan met de vacatures, en de betrokkenheid van de sociale partners. DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE ROEPT DE LIDSTATEN ERTOE OP: 26. de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, de jaarlijkse groeianalyse 2016, het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid en deze Raadsconclusies te verwerken in hun nationale hervormingsprogramma's, en beleid uit te voeren om gevolg te geven aan de landenspecifieke aanbevelingen voor 2015. 6643/16 nuf/yen/hh 7

27. zich meer in te spannen voor de verwezenlijking van de Europa 2020-werkgelegenheidsdoelstellingen van een arbeidsparticipatie van 75 % en het Europa 2020-streefcijfer inzake armoede en sociale uitsluiting om uiterlijk in 2020 ten minste 20 miljoen mensen uit de armoede en sociale uitsluiting te halen. 28. aanzienlijke inspanningen te leveren voor de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de Raad inzake de jongerengarantie en inzake de integratie van langdurig werklozen. 29. bij het uitstippelen van beleid de resultaten van de prestatiemonitor sociale bescherming, de daarop gebaseerde diepgaande thematische evaluaties, de prestatiemonitor werkgelegenheid en de resultaten van het multilateraal toezicht door het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor sociale bescherming in aanmerking te nemen. 30. in voorkomend geval, de nationale parlementen, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld beter te betrekken bij de procedures van het Europees semester op nationaal niveau. ROEPT DE EUROPESE COMMISSIE ERTOE OP: 31. haar hernieuwde focus op werkgelegenheid en sociale vraagstukken in het kader van het Europees semester te handhaven, en de Europa 2020-strategie opnieuw centraal te stellen in het Europees semester. 32. samen te werken met de lidstaten bij het vaststellen van de beste manieren om structurele hervormingen te ondersteunen en daadwerkelijk uit te voeren met het oog op de bevordering van het naar elkaar toegroeien in opwaartse lijn, rekening houdend met de verschillende uitgangposities van de lidstaten en de haalbaarheid van het vertalen van beleidsoplossingen naar uiteenlopende nationale contexten, die beiden erop wijzen dat een uniforme aanpak vermeden moet worden. VERZOEKT het COMITÉ VOOR DE WERKGELEGENHEID en het COMITÉ VOOR SOCIALE BESCHERMING: 33. in samenwerking met de Commissie te werken aan de ontwikkeling van mogelijke benchmarks en de uitwisseling van goede praktijken tussen verschillende beleidsdomeinen, voortbouwend op het bestaande kader voor thematische analyse. 6643/16 nuf/yen/hh 8

34. hun werkzaamheden op het gebied van multilateraal en thematisch toezicht verder te ontwikkelen teneinde de Raad een empirische basis te verschaffen voor de besprekingen in het kader van het Europees semester. 35. eerdere werkzaamheden op het gebied van flexicurity opnieuw te bezien en te actualiseren in het licht van de recente ervaringen en de uitdagingen van vandaag. 36. nauw met de Commissie samen te werken bij de analyse van het effect van werkgelegenheid en sociale bescherming op de instroom van vluchtelingen in de Europese Unie en op de uitwisseling van beste praktijken in dat verband. 37. nauw samen te werken met andere raadgevende comités en partijen op gebieden van gedeelde bevoegdheid, teneinde brede beleidsdiscussies en vergaande beleidsbeslissingen te waarborgen, met name in het kader van het Europees semester, en in het bijzonder het Economisch en Financieel Comité, het Comité voor de economische politiek, het Onderwijscomité en de Groep volksgezondheid op hoog niveau, en daarbij een evenwichtige afweging te maken van economische, werkgelegenheids- en sociale aspecten. 6643/16 nuf/yen/hh 9