Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Vergelijkbare documenten
Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Concept 25 juni 2014 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

Recht en bijstand bij juridische procedures

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verdieping: Positie van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces Definitie slachtoffer Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

Het slachtoffer in het strafproces

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Minister van Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

waarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere voorwerpen

VOOR RECHTSPRAAK. Geachte heet Van der Steur, Bij brief van 10maart2016 heeft u de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (hierna:

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Koning. Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016

1 Nederlandse 1 Vereniging voor J Rechtspraak

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Landelijk model klachtenregeling

VERLNI( ;IN(; VOOR RECHTSPRAAK. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en. Werkgelegenheid. drs. j. Klijnsma. Postbus LV DEN HAAG

RAAD VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Beoordeling Bevindingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T www. omnl Postbus EH S GRAVEN HAGE

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Financiën,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

de publiekrechtelijke beroepsorganisatie als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Advocatenwet;

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Klachtenregeling van Smartonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

Eerste Kamer der Staten-Generaal

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit), met nota van toelichting.

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Transcriptie:

h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp wet tot implementatie von richtlijn 20! 2129!EU van het Europees PaHemeut en de ssd von 25 oktober 2012 tot vaststdlng van mlnlmumnormen voor de rechter. de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strnlbur, feiten. Geachte heerteeven, Bij brief van 26juni2014 heeft u de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (hierna: NVvR) om advies gevraagd over het voorontwerp van de wet tot Impiementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechter, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. Dit advies is voorbereid door de leden van de vereniging en vastgesteld door de Wetenschappelijke Commissie van de NVvR. Strekking wetsvoorstel De richtlijn strekt, blijkens de memorle van toeilchttng, tot het vergroten van de slachtofferbescherming met name in het kader van strafprocedures. Dit komt tot uitdrukking in een aantal geclusterde behoeften van slachtoffers, te weten: de erkenning en zorgvuldige bejegening (waaronder informatie). de toegang tot het recht, de bescherming en de ondersteuning; het spreekrecht valt hier overigens niet onder. Deze punten komen grotendeels overeen met het slachtofferbeleid dat in Nederland wordt toegepast, volgens de memorie van toelichting, maar de richtlijn werkt deze gedetaifeerd uit en heeft daarbij een ruimere reikwijdte want het betreft zowel rechten van slachtoffers als normen voor overheidsinstanties. Uitgangspunt bij de implementatle is dat rechten waar slachtoffers zich in het strafproces op kunnen beroepen in beginsel worden opgenomen in het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Bij een aantal verplichtingen van de richtlijn Is een clausule opgenomen dle luidt overeenkomst de rol van het slachtoffer In het toepasselijke strafrechtstelsel. Hiermee NVvR Postbus 30315 2500 GH Den Hun5 1 oaa-silsos Inln nvvr.org www.neer.org

wordt tot uitdrukking gebracht dat de rol van het slachtoffer verschillend kan zijn per lidstaat. De lidstaten moeten dan zelf bepalen aan de hand van de rol van het slachtoffer hoede reikwijdte van die rechten kan worden vastgesteld. De richtlijn geeft minimumnormen; wanneer de Nederlandse wetgeving bij reeds vastgelegde normen een ruimere groep van slachtoffers of betrokkenen kent, dan zal deze ruimere kring volgens de memorie van toelichting worden gehandhaafd. Advies Definitie van alachtoffe? Het wetsvoorstel hanteert een definitie van slachtoffer die meer omvattend is dan de omschrijving uit het huidige art Sla lid Sv, degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. Ook een rechtspersoon kan als slachtoffer worden aangemerkt In het wetsontwerp wordt via het begrip nabestaande de kring van slachtoffers uitgebreid tot familieleden van het overleden slachtoffer. Die familieleden worden vervolgens gedefinieerd als echtgenoot, geregistreerde partner dan wel een andere levensgezel, bloedverwanten In rechte lijn, In de zijlijn tot en met de vierde graad en de personen die van het slachtoffer afhankelijk zijn. Deze omschrijving is ook ruimer dan die van de richtlijn door opname van bloedverwanten in de zijlijn tot en met de vierde graad. De memorie van toelichting geeft aan dat deze uitbreiding met name komt door het gelijktrekken van de kring van gerechtigden voor het spreekrecht met die voor de andere rechten zodat complicaties voorkomen kunnen worden. De NVvR is van mening dat de motivering van deze uitbreiding, enkel om het spreekrecht ook mogelijk te laten zijn voor nabestaanden, niet overtuigend is. De Richtlijn zelf noopt niet tot deze gelijktrekking, terwijl de kring van gerechtigden voor de rechten van hetslachtoffer van een andere orde Is dan die voor het spreekrecht Daarnaast blijft ook na Inwerkingtreding van dit wetsvoorstel, in artikel 51e Sv staan dat het minderjarige kind ouder dan 12 jaar, zelfstandig spreekrecht heeft; evenals het kind jonger dan 12 jaar, wanneer deze geacht wordt tot redelijke waardering van de belangen, dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger. Dezen worden niet onder de definitie van slachtoffers gebracht. De NVvR geeft de staatssecretaris In overweging aan het bovenstaande nadere aandacht te besteden in de memorle van toelichting. De NVvR acht overigens de vermelding van de minderjarige in artikel 51e Sv overbodig, gelet op de definitie van kind of minderjarig slachtoffe? in art 51 lid 1 onder c Sv (nieuw) als elk slachtoffer dat jonger is dan achttien jaar. De memorie van toelichting stelt op pagina 7 dat de huidige bepaling van artikel Sla, eerste lid Sv aansluit bij de definitie van de richtlijn en dat om die reden deze bepaling wordt overgenomen. De NVvR is van mening dat dit een onjuiste conclusie is. De richtlijn omschrijft In artikel 2, lid 1 onder a sub i, het slachtoffer als een natuurlijke persoon dle als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit schade, met Inbegrip van lichamelijke, geestelijke of emotionele schade of economisch nadeel, heeft geleden. Dit zou dan betekenen dat vermogensschade of ander nadeel uit Sla lid 15v moet worden uitgelegd als lichamelijke, geestelijke of emotionele schade of economisch nadeel. Volgens de NVvR is dit meer omvattend dan de huidige uitleg T

van nadeel als materiele en immateriële schade; in ieder geval geeft de enkele vaststelling dat het Nederlandse schadebegrip voldoende ruim is en daarom niet aangepast hoeft te worden, onvoldoende uitleg. Op de vraag of shockschade onder de omschrijving van de richtlijn zou vallen, is in ieder geval niet Ingegaan In de memorie van toelichting. De NVvR geeft de staatssecretaris in overweging de memorle van toelichting op dit punt aan te vullen. Een ander punt betreft de introductie van de categorie slachtoffers als de personen die van het slachtoffer afhankelijk zijn. Het begrip afhankelijk Is naar de mening van de NVvR te vaag en te ruim, waardoor bij de NVvR de vrees bestaat dat een aanspraak op deze rechten veel discussie zal ontstaan, ook ter terechtzitting. De NVvR geeft de staatssecretaris in overweging in de memorie van toelichting een omschrijving te geven dan wel voorbeelden aan te dragen wie tot deze, voor het Nederlands recht nieuwe, categorie personen dienen te worden gerekend en dit niet alleen over te laten aan invulling doorde rechtspraktijk. Op pagina 54 van de memorie van toelichting wordt nu alleen als voorbeeld genoemd het pleegkind dat bij het overleden slachtoffer woonde. De NVvR is overigens van mening dat de opmerkingvan de staatssecretaris dat geen grote gevolgen zijn te verwachten voor de praktijk door de uitbreiding van de kring van spreekgerechtigden omdat de mogelijkheid bestaat deze kring te beperken, enigszins in strijd met de motivering om juist over te gaan tot een uitbreiding. Recht op bescherming van slachtoffers met specifieke beschermlngsbehoeften In artikel Slaa lid 3, onder b Sv komen drie, binnen het Nederlands recht, nieuwe begrippen voor te weten: individuele beoordeling van slachtoffers met specifieke beschermingsbehoeften die ven bijzondere maatregelen gebruik kunnen maken. De NVvR Is van mening dat de definitie van deze begrippen In de memorle van toelichting te summier is en geeft de staatssecretaris daarom in overweging de memorie van toelichting op dit punt aan te vullen. De In de memorie van toelichting opgenomen opmerking dat het OM deze ministeriele regeling waar nodig in zijn aanwijzingen kan uitwerken met het oog op de rechtspraktljk volstaat naar de mening van de NVvR niet. Het doel van een memorie van toelichting is juist dat hieruit de richting kan worden bepaald die de wetgever voor ogen heeft met de Introductie van dit artikel. Van de individuele beoordeling kan nog gezegd worden dat dit een praktische invulling zal moeten krijgen maar ook opdat punt zullen onvermijdelijk vragen ontstaan, zoals wie bevoegd is tot de beoordeling en wat de rechtskracht is van een beoordeling. Met name de term slachtoffers met specifieke beschermingsbehoeften vraagt nadere toelichting. In de memorie van toelichting wordt wel verwezen naar de Aanwijzing opsporing en vervolging seksueel misbruik, zodat in ieder geval een zedenslachtoffer hier toe cou kunnen behoren. De NVsR vraagt zich echter af of het dan alle zedenslachtoffen betreft en wat zijn de andere categorieën slachtoffers zijn (gehandicapten, slachtoffers van huiselijk geweld of atalking, slachtoffers mensenhandel, slachtoffers van bedreiging die op een dodenlijst staan?)..4 TLA

Omvang van de Informatie waarop het slachtoffer recht heeft In artikel Slac Sv van het wetsvoorstel Is het recht op informatie van het slachtoffer verwoord en wanneer dit recht ontstaat In de memorie van toelichting worden twee verschillen geconstateerd tussen het huidige Nederlandse recht es de richtlijn. Zo spreekt de richtlijn over de aangifte en noemt verder niet als eis het zijn van verdachte. Volgens de staatssecretaris betekent dit voor artikel Slac Sv dat het recht op informatie over de caak bestaat ongeacht of hij aangifte heeft gedaan en dat dit bijvoorbeeld ook geldt in het geval een onderzoek smbtshalve Is Ingesteld. Het recht bestaat ongeacht of er san verdachte In beeld Is en dus ook in geval een opsporingsonderzoek Is gestart, waarbij nog geen verdachte is gevonden. De NVvR Is van mening dat deze uitbreiding ven het moment waarop aan een slachtoffer onverwijld informatie moet worden gegeven, onbedoelde en niet gewilde consequenties kan hebben; mede doordat er geen mogelijkheid is om het geven van informatie te weigeren. Zo bestaat de mogelijkheid dat bijeen (mislukte) afrekening in het criminele circsit een persoon die neergeschoten is door een hem onbekende verdachte en waar een ambtshslve onderzoek naar is ingesteld, via zijn recht op informatie wetenschap krijgt over de voortgang ven het onderzoek en de mogelijke identiteit van de verdachte, met alle gevolgen van dien. De NVvR geeft de staatssecretaris daarom in overweging de weigeringsgrond op te nemen van het belang van het onderzoek zodat de informatie in voorkomende en ernstige gevallen kan worden geweigerd tot een nader te bepalen moment. Hoewel dit buiten het kader ligt van de bespreking van dit wetsvoorstel, wilde NVvR aandacht vragen voor een soortgelijke kwestie met betrekking tot het huidige artikel Sib lid 35v. Dit artikel regelt de kennisneming van processtukken die voor het slachtoffer van belang zijn en lid 3 geeft de officier de mogelijkheid kennisneming te weigeren op de gronden zoals genoemd in artikel 187d, eerste lid Sv. Deze gronden zijn echter alle niet toereikend om het slachtoffer, uit bovengenoemd voorbeeld, de kennisneming te weigeren zodat hij de door hem gewenste Informatie toch kan verkrijgen. Voor de laatste wetswijziging van 1januari2013 van artikel 51d (oud) Sv stond in het artikel de weigeringsgrond in het belang van het onderzoek vermeld maar deze is niet meer opgenomen in de huidige versie van artikel 51b Sv. Ook hier wijst de NVvR op de onbedoelde consequentie van deze wijziging. De NVvR geeft in overweging de wet op dit punt aan te passen. Overigens wordt op pagina 11 van de memorie ven toelichting het belang van het onderzoek wel gebruikt om bijstand van het slachtoffer door een bepaalde persoon te weigeren. Een vergelijkbare opmerking acht de NwR op zijn plaats ten aanzien van het weglaten van de destijds geldende andere weigeringsgrond van het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De memorie van toelichting bij die wijziging geeft een dat psychiatrische rapporten en andere privacygevoelige stukken voortaan kunnen worden geweigerd vanwege het ontbrekend belang voor het slachtoffer. De vraag is of hier voldoende oog is geweest voor belangen zoals leedverwerking of herstel. II k 4

kende Omschrijving van artikel 5lac lid 1 Sv Ter zake van de eerste zin van artikel 5lac, eerste lid Sv, die eindigt met naar aanleiding van een tegen het slachtoffer gepleegd strafbaar feit geeft de memorle van toelichting aan dat deze zinsnede is opgenomen omdat het recht op informatie ruimer is dan het voorbereidend onderzoek en het onderzoek ter terechtzitting en dat hierdoor de einduitspraak niet onder dit recht zou vallen. De NVvR geeft de staatssecretaris in overweging de genoemde eerste zin zodanig te formuleren dat de einduitspraak wel onder het recht op informatie valt. De zinsnede is volgens de NWR nu verwarrend, omdat het een beperking in zich heeft, namelijk een tegen het slachtoffer gepleegd strafbaar feit. Dit zou betekenen dat familie van het slachtoffer strikt genomen niet de Informatie over de einduitspraak zou kunnen vragen. In het lid Gen 7 van artikel 5lac Sv wordt verwoord dat de officier van Justitie op verzoek van het slachtoffer mededeling doet van de beschermingsmaatregelen die zijn genomen wanneer de verdachte/veroordeelde In vrijheid Is gesteld of is ontsnapt. Alleen als aanwijubaar risico bestaat dat de verdachte/veroordeelde hierdoor schade kan worden berokkend of zoals de memorie van toelichting beschrijft door een wraakactie door of namens het slachtoffer mededeling achterweg worden gelaten. De NVvR vraagt zich af waarom enkel geweigerd kan worden om mededeling te doen wanneer de verdachte/veroordeelde gevaar loopt en niet wanneer het slachtoffer gevaar loopt. Om een goede bescherming te kunnen bieden aan een slachtoffer tegen een ontsnapte veroordeelde, kan er voor de officier van justitie een breder belang zijn om te weigeren die zeer specifieke maatregelen aan het lachtoffermede te delen. De NVvR geeft in overweging hierover verduidelijking te geven in de memorie van toelichting en het wetsvoorstel zo nodig aan te passen. Recht op bijstand aan het slachtoffer Artikel 51c lid 2 Sv van het wetsvoorstel luidt: Het slachtoffer kan zich doen bijstaan door een advocaat of een bijzonder gemachtigde, zijn wettelijk vertegenwoordiger en een persoon naar keuze. De memorie van toelichting noemt op pagina 11 dat het huidige artikel 51c Sv zo moet worden verstaan dat het slachtoffer geheel vrij is in de keuze door wie hij zich wil laten bijstaan. De NVvR ziet niet de toegevoegde waarde van het noemen van bepaalde personen terwijl als laatste ook nog staat vermeld een persoon naar keuze. De NVVR geeft de staatssecretaris in overweging In de memorle van toelichting te verduidelijken waarom het slachtoffer zich moet laten bijstaan door twee personen. De NVvR kan zich vinden in de mogelijkheid tot weigeren van de bijstand door een bepaalde persoon op grond van het belang van het onderzoek of belang slachtoffer. commissie van de NVvR, ) 1 1.4