gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel inzake het vaststellen van het treasurystatuut



Vergelijkbare documenten
Treasury Statuut Brandweer Brabant Noord

Treasurystatuut Brandweer Brabant-Noord

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel tot het aangaan van een gelimiteerde achteruangovereenkomst

Nadere uitwerking van het treasurystatuut voor het verstrekken van leningen en garantie aan derden, inclusief toelichting (januari 2010).

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Treasurystatuut Nordwin College

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Treasurystatuut 2010

Treasury reglement. 4 juni van 5

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

PROGRAMMABEGROTING

BEGROTING Paragraaf Financiering

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Hoogheemraadschap van Delfland NOTA TREASURYBELEID. Versie: 1.0 Datum: 25 november Nota Treasurybeleid 1

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Paragraaf Financiering

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

Treasurystatuut. Treasurystatuut

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut 2016 van de gemeente Amersfoort.

Treasurystatuut. Stichting Proloog

- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

Paragraaf 4: Financiering

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg

Treasurystatuut Aqualysis 2014

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

3.4 Paragraaf Financiering

Raadsbijlage Voorstel betreffende leningsovereenkomsten afkoop

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Treasurystatuut DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

In het Financieringsstatuut 2016 zijn 19 artikelen opgenomen die als volgt kunnen worden ingedeeld:

Voorstel aan dagelijks bestuur


Machtiging voor het aangaan van geldleningen in 2009 en aanpassing mandaat voor kortlopende geldleningen.

TREASURYSTATUUT GEMEENTE GRONINGEN Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2016;

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

Treasurystatuut 2018

TREASURYSTATUUT RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Renteverloop 1 jul jun 2017

Memorie van toelichting Treasurystatuut 2014 gemeente Losser

Toelichting op het statuut

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Inleiding. Treasurystatuut. Algemeen

Voorstel besluit Toelichting

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

PROGRAMMABEGROTING

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Treasurystatuut 2014 d.d. 18 februari 2014

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Treasurystatuut Gemeente Delft

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel tot het verlenen van gemeentegarantie ten behoeve van Stichting De Combinatie Jeugdzorg Zuidoost Brabant

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Raads informatiebrief (Financiele pijler)

Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Ons houdende regels omtrent Treasurystatuut

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

3.4. Financiering Algemeen

Treasurystatuut Omgevingsdienst IJSSELLAND Inleiding

Financieringsstatuut Openbaar Lichaam Drechtsteden

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Treasurystatuut Gemeente Den Helder. ieheersdeel

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

Gemeente fj Bergen op Zoom

Memo. Leden van het algemeen bestuur. Treasuryberaad. Datum 30 mei Onderwerp Financieringsbehoefte 2016

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

Transcriptie:

r+p gemeente Eindhoven Concernstaf Raadsbij lage nummer 84 Inboeknummer 01J003065 Beslisdatum B8cW 8 mei 2001 Dossiernummer 119.307 Raadsbijlage Voorstel inzake het vaststellen van het treasurystatuut 1 Inleiding Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiele geldstromen, de financiele posities en de hieraan verbonden risico s De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer door de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkten, die een Europese dimensie hebben gekregen. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Doel hierbij is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen, die mogelijk consequenties kunnen hebben voor hun financiele positie. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de (inter) nationale kapitaalmarkt. De Wet fido is ingevoerd per 1 januari 2001 en vervangt de Wet financiering lagere overheid (Wet filo). 2 Probleemstelling Met de komst van de Wet fido worden gemeenten verplicht twee nieuwe treasury instrumenten in te voeren: het treasurystatuut en de treasuryparagraaf. De treasuryparagraaf dient te worden opgenomen in de begroting en de jaarrekening van de gemeente. In de begroting wordt het beleid weergegeven aan de hand van algemene ontwikkelingen, in de jaarrekening wordt met name een verschillenanalyse tussen planning en realisatie gegeven. In het treasurystatuut worden onder meer vastgelegd de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en administratieve organisatie rond het liquiditeitenbeheer van de gemeente op korte en lange termijn. Het treasurystatuut wordt nu ter vaststelling aan uw raad voorgelegd. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het treasurystatuut heeft enerzijds tot doel de vrijheids- en risicograden te bepalen voor de beheerders van de financiele middelen. Anderzijds bestaat het treasurystatuut niet alleen uit gebods- en verbodsregels. Het zet ook aan tot adequaat handelen, geeft de organisatie vorm, sluit aan op het strategisch beleid en wordt regelmatig beoordeeld. Het behandelt de volgende onderwerpen: afbakening werkgebied, doelstellingen, organisatie, voorwaarden, uitvoeringsnormen, be-

Raadsbijlage nummer S4 slissingscriteria, procedures, functiescheiding, administratieve organisatie, externe informatie, positiebepaling, administratie en verantwoordingsinformatie. Het treasurystatuut geeft duidelijk alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden weer en vormt de leidraad voor de treasuryfunctie en voor het bestuur, alsmede voor de financiele instellingen. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting In de huidige organisatie wordt de treasuryfunctie reeds binnen adequate regels en procedures uitgevoerd. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en administratieve organisatie rond het liquiditeitenbeheer van de gemeente op korte en lange termijn zijn vastgelegd in diverse raads- en collegebesluiten. Met de komst van het treasurystatuut worden deze randvoorwaarden gebundeld en geactualiseerd. Om de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren worden kwartaalrapportages geintroduceerd. Door middel van deze kwartaalrapportages zal periodiek naar het bestuur verantwoording worden afgelegd over de treasury-activiteiten in de afgelopen periode. ln afwachting van de definitieve invoering van de Wet fido is het treasurystatuut door het college van burgemeester en wethouders voorlopig vastgesteld op 8 maart 2000. Inmiddels is de Wet fido ingevoerd en kan het treasurystatuut definitief door uw raad worden vastgesteld. 5 Financiele gevolgen en risico s De beheersing van het renterisico is in de wet een direct aangrijpingspunt. Met het stellen van een renterisiconorm wordt openbare lichamen een handvat gegeven om tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van rente-aanpassing en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het renterisico wordt berekend als de som van het bedrag aan herfinanciering en renteherziening en mag in enig jaar niet hoger zijn dan 2096 van de vaste schuld. Tegelijk wordt de toezichthouder een kader geboden bij de beoordeling van het financieringsbeleid van openbare lichamen, waarvoor een keer per jaar verantwoording wordt afgelegd. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering en regels voor lange financiering. Het onderscheid is gelegd bij een jaar en wordt geconcretiseerd door een maximum netto vlottende (korte) schuld voor te schrijven: de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal. De toezichthouder verplicht het openbare lichaam tot het nemen van maatregelen indien de kasgeldlimiet in twee opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. Deze maatregelen kunnen bestaan uit het consolideren van de korte schuld (omzetten naar lange schuld) en/of het beperken van het aangaan van korte schuld. Daarnaast is vastgelegd dat geldleningen uitsluitend kunnen worden aangegaan in euro of in een van de nationale munteenheden van de lidstaten van de Europese Unie die deelnemen aan de EMU. De hoofdsom mag niet onderhevig zijn aan indexatie. Dit geldt tevens voor het garanderen van geldleningen ten behoeve van derden. Ook stelt de wet eisen aan de kredietwaardigheid van de financiele instellingen, waar gelden worden belegd, alsmede aan de beleggingsconstructie.

r p Raadabijlage nummer 84 Zo moet de hoofdsom intact blijven en moeten derivaten (instrumenten ter afdekking van het renterisico) prudent worden gebruikt. 6 Overige gevolgen van de aanpak Onder de nieuwe Wet fido worden kredietbanken verplicht hun commerciele activiteiten te beeindigen. De gevolgen hiervan worden in een evaluatie van de Stadsbank meegenomen. Dit zal separaat aan u worden voorgelegd. 7 Resultaten van overleg / inspraak Niet van toepassing. 8 Communicatie Het treasurystatuut zal na vaststelling door uw raad ter kennisgeving worden verzonden aan Gedeputeerde Staten, financiele instellingen en overige belanghebbenden. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie middelen hebben wij over dit voortel gehoord. Haar advies ligt voor u ter inzage. De meerderheid in de commissie gaat akkoord met het voorstel. Een minderheid behoudt haar stem voor tot de raadsbehandeling. Het advies van de commissie hebben wij overgenomen en in het Treasurystatuut 2001 verwerkt. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, H. Scherf, loco-burgemeester. S. Broersma, loco-secretaris.

Raadsbijlage nummer 8+ Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 mei 2001, nr. 84; gelet op het advies van de commissie middelen; besluit: het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 mei 2001. R. Welschen, voorzitter. G. Kok, loco-secretaris. EE01009631

gemeente Eindhoven Treasury 2001 Het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven Concernstaf Afdeling Financieel Economisch Beleid Maart 2001

Maart 2001 Treasury 2001 ÃćâĆňâĂİ Het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven Colofon Uitgave gemeente Eindhoven Datum Maart 2001

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 5 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2,5 2.3 2.4 2.5 Cashmanagement 9 Doelstelling Taa kstelling Financieringsbeleid korte termijn Liquiditeitenbeheer Saldobeheer Geldstromenbeheer Bankrelatiebeheer Financieringsvormen Hulpmiddelen Kengetallen 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.4 3.5 Leningenbeheer 14 Doelstelling Taa kstelling Financieringsbeleid lange termijn Leningen en garanties voor woningbouwcorporaties en derden Administratieve verwerking Financieringsvormen Hulpmiddelen Kengetallen Randvoorwaarden 19 Verklarende woordenlijst 24

Inleiding 1.1 De begrippen treasury, treasurystatuut, treasuryparagraaf Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiele geldstromen, de financiele posities en de hieraan verbonden risrco s. Tot de verantwoordelijkheidsgebieden van de treasuryfunctie kunnen worden gerekend: het optimaliseren van de liquiditeitspositie op korte en lange termijn; het beheren en bewaken van risico s op korte en lange termijn; het onderhouden van relaties met financiele instellingen; het garanderen van betrouwbare adviesinformatie; het garanderen van betrouwbare verantwoordingsinformatie; het beheren en bewaken van de omvang en samenstelling van de leningenportefeuille. De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, onder meer door de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkten, die een Europese dimensie hebben gekregen. Met de komst van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) per 1 januari 2001 worden gemeenten verplicht twee nieuwe treasury-instrumenten in te voeren: een treasurystatuut en een treasuryparagraaf. Hiermee wordt beoogd de kwaliteit van de uitvoering van de treasuryfunctie te verhogen en de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren. In het treasurystatuut worden onder meer vastgelegd doelstellingen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en administratieve organisatie rond het liquiditeitenbeheer van de gemeente op korte en lange termijn. Het treasurystatuut heeft tot doel de vrijheids- en risicograden te bepalen voor de beheerders van de financiele middelen. Het treasurystatuut bestaat echter niet alleen uit gebods- en verbodsregels. Het zet ook aan tot adequaat handelen, geeft de organisatie vorm, sluit aan op het strategisch beleid en wordt regelmatig beoordeeld. De treasuryparagraaf moet worden opgenomen in de begroting en in de jaarrekening. In de begroting wordt het beleid voor de komende jaren weergegeven aan de hand van algemene ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en analyses van de financieringspositie en de leningen- en garantieportefeuille, Er zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. In de jaarrekening wordt met name een verschillenanalyse tussen planning en de realisatie gegeven.

De Wet fido bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Doel hierbij is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen, die mogelijk consequenties kunnen hebben voor hun financiele positie. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de (inter-)nationale kapitaalmarkt. Het renterisico is in de wet een direct aangrijpingspunt. Er wordt een kader voor de beheersing van het renterisico geboden. Met het stellen van een renterisiconorm wordt openbare lichamen een handvat gegeven om tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van rente-aanpassing en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het renterisico wordt berekend als de som van het bedrag aan herfinanciering en renteherziening. Tegelijk wordt de toezichthouder een kader geboden bij de beoordeling van het financieringsbeleid van openbare lichamen, waarvoor een keer per jaar verantwoording wordt afgelegd. De wet kent een onderscheid tussen regels voor korte financiering en regels voor lange financiering. Het onderscheid is gelegd bij 1 jaar en wordt geconcretiseerd door een maximum netto vlottende (korte) schuld voor te schrijven: de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal. De toezichthouder verplicht het openbare lichaam tot het nemen van maatregelen indien de kasgeldlimiet in twee opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. Deze maatregelen kunnen bestaan uit het consolideren van de korte schuld (omzetten naar lange schuld) en/of het beperken van het aangaan van korte schuld. Nadere regels zijn vastgelegd in: Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden 1.2 De opbouw van het rapport In (het vervolg van) de inleiding wordt een beschrijving gegeven van de huidige en de gewenste opzet van de treasuryfunctie, alsmede de stappen die daartoe moeten worden gezet. In de hoofdstukken 2 en 3 worden de werkwijzen met betrekking tot cashmanagement en leningenbeheer beschreven. Er wordt ingegaan op de doelstelling, de taken, aanvaardbare financieringsvormen, de beschikbare hulpmiddelen en mogelijke kengetallen. In hoofdstuk 3 wordt tevens nader ingegaan op het gemeentelijk garantiebeleid en risicobeheer. De randvoorwaarden waarbinnen cashmanagement en leningenbeheer moeten worden uitgevoerd, staan beschreven in hoofdstuk 4. Tenslotte is een verklarende woordenlijst opgenomen.

1.3 Naar een vernieuwde treasuryfunctie Treasury is ondergebracht bij het Financieringsfonds, een administratieve dienst waarvan het beheer ligt bij de Concernstaf. Als (interne) bank van de gemeente zorgt het Financieringsfonds vanuit een centrale positie (concernniveau) voor voldoende liquiditeiten om het uitvoeren van de gemeentelijke taken te waarborgen. Het Financieringsfonds zorgt tevens voor vereffening van saldi met de overige gemeentelijke (vak)diensten. De taken van het Financieringsfonds worden met name uitgevoerd door de treasurer, de administrateur en de administratieve ondersteuner. Het merendeel van de treasury taken wordt centraal uitgevoerd. De vakdiensten hebben echter een belangrijke positie in het geheel, vooral op het onderdeel informatieverstrekking richting de treasurer. Immers de treasurer kan niet adequaat handelen zonder relevante informatie over de verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode. En deze informatie moet komen vanuit de vakdiensten. Voordelen van het centraliseren van treasury taken zijn: aantrekken van gekwalificeerde medewerkers op het terrein van de financiering; bundeling van kennis en ervaring waardoor efficiency wordt vergroot en de kans op fouten vermindert; het gebruik van gespecialiseerde EB (electronic banking) en cashmanagement systemen wordt mogelijk; matching van financiele posities wordt mogelijk; centrale inkoop van financiele producten geeft prijsvoordelen door een betere onderhandelingspositie. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en administratieve organisatie rond het liquiditeitenbeheer van de gemeente op korte en lange termijn zijn momenteel vastgelegd in diverse raads- en collegebesluiten. Met de komst van het treasurystatuut worden deze randvoorwaarden gebundeld en geactualiseerd. Alle algemene besluiten inzake het opnemen en verstrekken van leningen en gemeentegaranties kunnen worden ingetrokken. In de huidige organisatie wordt de treasuryfunctie reeds binnen diverse regels en procedures uitgevoerd, welke als adequaat kunnen worden beschouwd. Naar de toekomst toe zal verdere verfijning plaatsvinden en zullen nieuwe instrumenten worden ontwikkeld en gebruikt. Zo zal een volledige beschrijving van de administratieve organisatie deel uitmaken van de beschrijving van de administratieve organisatie van het Financieringsfonds, welke naar verwachting in 2001 wordt afgerond. In het treasurystatuut zijn de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en bijbehorende informatievoorziening wel reeds aangegeven. In de huidige organisatie worden diverse overzichten periodiek door de treasurer gemaakt: liquiditeitsprognoses, overzichten van opgenomen en uitgezette gelden, ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en verantwoordingsinformatie richting gemeentebestuur en provincie. Met de komst van de Wet fido worden de regels op dit gebied aangepast. Nieuw voor de gemeente Eindhoven is de treasuryparagraaf in de

begroting. Hiervoor zullen eerdergenoemde overzichten worden gebruikt. De verantwoordingsinformatie in de jaarrekening zal verder worden uitgebouwd. Nieuw in de Wet fido is de renterisiconorm, als percentage van de vaste schuld. Met het stellen van deze norm wordt een handvat gegeven om tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Met nieuwe analysetechnieken, zoals beschreven in hoofdstuk 3, zal hieraan invulling worden gegeven. Meer aandacht zal uitgaan naar performancemeting, ofwel objectivering van het resultaat. Met performancemeting wordt het functioneren van de treasuryfunctie getoetst en kan verantwoording worden afgelegd over het gevoerde beheer. Het meten van de performance gebeurt door het gebruik van een benchmark ofwel vergelijkend meetpunt. De relatieve performance wordt afgezet tegen het resultaat van voorgaande periodes of het resultaat van andere gemeenten. De objectieve performance wordt afgezet tegen marktindicatoren als het rendement op staatsleningen. In dit kader zijn kengetallen vastgesteld, die de komende jaren verder ontwikkeld worden. Om de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren worden kwartaalrapportages geintroduceerd. Door middel van deze kwartaalrapportages zal periodiek naar het bestuur verantwoording worden afgelegd over de treasuryactiviteiten in de afgelopen periode, Aan bod komen onder meer de liquiditeitsprognose versus realisatie, het renteverloop en renteverwachtingen, de ontwikkeling van de leningenportefeuille en de financiele positie ten opzichte van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Aangezien de (strategische) informatie niet in alle gevallen openbaar is, wordt de treasuryrapportage niet geintegreerd in de reeds bestaande kwa rta a Ibe richten.

2 Cashmanagement 2.1 Doelstelling Cashmanagement omvat een groot aantal activiteiten, die verband houden met financiele stromen die plaats vinden tussen de gemeente en derden en tussen de vakdiensten onderling. De basisactiviteiten van de gemeente in de zin van inkopen en verkopen van diensten en producten en het ontvangen en verstrekken van subsidies leiden veelal tot geldstromen die wat betreft omvang en tijdstip verschillen. Hierdoor ontstaan saldi. Het doel van het cashmanagement is te zorgen voor de aanwezigheid van voldoende liquide middelen en de rente- en overige kosten (intern en extern) verbonden aan deze geldstromen te minimaliseren. 2.2 Taakstelling 2.2.1 Financieringsbeleid korte termijn Door de treasurer wordt elk kwartaal aan de hand van de liquiditeitsprognose en de renteverwachtingen bepaald hoe het financieringsbeleid op korte termijn eruit zal zien. De prognose voor de komende drie maanden wordt door de treasurer bij aanvang van elk kwartaal opgesteld en is met name bedoeld om de optimale looptijd van de korte financiering te bepalen. Hiermee wordt het renterisico geminimaliseerd. De prognose voor de komende week, wordt dagelijks door de treasurer opgesteld ten behoeve van de financieringstransacties. Onvolkomenheden in de gebruikte informatie betekent direct rentenadeel. De treasurer zal daarom permanent veel aandacht moeten besteden aan juistheid, volledigheid en tijdigheid van de informatie-verstrekking door onder meer vakdiensten en rekening-courant houders. Het is belangrijk dat de treasurer een analyse maakt van de afwijkingen. Op deze wijze kunnen deze situaties in de toekomst worden voorkomen. In geval van bijzondere ontwikkelingen zal de treasurer tevens, via de Concerncontroller, advies uitbrengen aan het bestuur en de vakdiensten. Daarnaast wordt de Concerncontroller door de treasurer jaarlijks bij de opstelling van de Voorjaarsnota geadviseerd over de hoogte van de hanteren interne rente voor saldi in rekening-courant en kortgeldfinanciering (interne kortgeld rente). 2.2.2 Liquiditeitenbeheer Het doel van het liquiditeitenbeheer is te zorgen voor de aanwezigheid van liquide middelen voor het juiste bedrag, op het juiste moment en op de juiste rekening. Bij het Financieringsfonds wordt de financiering van de gemeente op centraal niveau gecoordineerd. Alle vakdiensten ontvangen de benodigde financieringsmiddelen van het Financieringsfonds via het interne rekening-courantverkeer. Op centraal niveau

leiden de behoeften van de vakdiensten tot verschillen tussen inkomsten en uitgaven wat betreft tijdstip en grootte van het bedrag. Tijdelijke tekorten worden ingedekt en tijdelijke overschotten worden belegd. 2.2.3 Saldobeheer Het doel van saldobeheer is het vermijden van onnodige rentekosten omdat er positieve of negatieve valutaire saldi staan op bankrekeningen of bankcircuits met relatief ongunstige rentecondities. Gezien de verschillende rentecondities voor debeten creditposities zullen in de praktijk de (post)bankrekeningen dagelijks zoveel mogelijk worden afgeroomd, respectievelijk negatieve saldi worden aangezuiverd tot nul. 2.2.4 Geldstromenbeheer Bij een omvangrijke organisatie als de gemeente Eindhoven met vakdiensten die allemaal over een eigen betalingsorganisatie beschikken met eigen geldstromen is het beheer van geldstromen een complexe zaak. Het doel ervan is om de kosten verbonden aan die geldstromen te minimaliseren. Deze kosten kunnen als volgt worden onderscheiden: kosten betalingsverkeer Deze kosten varieren afhankelijk van bankinstelling en betalingsinstrument. Banken hanteren "sturende" tarieven, hetgeen betekent dat de hoogte van de tarieven gerelateerd is aan de hoeveelheid werk verbonden aan een bepaalde soort overboeking. De gemeente heeft via onderhandeling invloed op deze tarieven. valuteringskosten Naast tarifering hanteren banken, ter dekking van hun kosten, ook algemene valuteringsregels, waarbij afschrijvingen een dag eerder en bijschrijvingen een dag later dan de verwerkingsdag plaatsvinden. De gemeente heeft via onderhandeling deze valutering bij de bulk van het betalingsverkeer teruggebracht. Dat wil zeggen dat bij- en afschrijvingen plaatsvinden op de dag van verwerking. interne kosten Hieronder vallen de kosten voor aanmaak van de betaalopdrachten en de verwerking daarvan in het natraject (debiteuren- en crediteurenbeheer). Er moet zoveel mogelijk kostenbewust betaald worden: betalen op de uiterste betaaldatum; meerdere betalingen aan dezelfde crediteur samenvoegen tot 1 betaling; betalingen aan andere vakdiensten en aan derden rekening-courant houders via het interne rekening-courant systeem. Aan de ontvangstenkant is er minder grip op de instrumenten waarmee debiteuren betalen. Wel is het verstandig en ook mogelijk om bepaalde instrumenten te stimuleren. In dit verband valt met name te denken aan automatische incasso, acceptgiro s en electronic banking. Behalve de externe transactiekosten zijn bij deze systemen ook de interne handlingskosten lager.

Maart 2001 Treasury 2001 ÃćâĆňâĂİ Het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven 2.2.5 Bankrelatiebeheer De treasurer onderhoudt de relaties met de financiele instellingen en is het aanspreekpunt voor de organisatie, zowel intern als extern. Door het Financieringsfonds worden alle rekeningen van de gemeente Eindhoven beheerd. Dit houdt onder meer in het aanvragen en opheffen van rekeningen en het vastleggen van de tekeningsbevoegdheid. Het beheer van interne rekening-courant verhoudingen is eveneens een taak van het Financieringsfonds. Hieronder valt onder meer het beoordelen van nieuwe aanvragen of wijzigingen daarin, met name wat betreft hoogte van een eventuele kredietfaciliteit in relatie tot het te lopen risico, opstellen van contracten en verzorgen van bestuurlijke goedkeuring, bepalen van rentepercentages en doen van actie bij overschrijding kredietlimiet. De geldende randvoorwaarden zijn opgenomen in hoofdstuk 4, een model bijlage 3.4. Een nieuwe of gewijzigde rekening-courant overeenkomst zal altijd in samenwerking met de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke afdeling tot stand komen. Het initiatief ligt bij deze afdeling. 2.3 Financieringsvormen Op het gebied van kortlopende gelden worden de volgende instrumenten ingezet: Ca//ge/d (daggeld): Dit zijn uitzettingen of aantrekkingen, waarbij het rentepercentage en het bedrag dagelijks worden afgesproken. Dit instrument is geschikt om de dagelijkse schommelingen in de geldbehoefte op te vangen. Kasgeldleningen, commercial paper en deposito s: Dit zijn aantrekkingen en uitzettingen met een looptijd van een maand tot maximaal twee jaar. Looptijd, bedrag en rentepercentage worden vooraf overeengekomen. Commercial paper is specifieke, door de bank te verhandelen, vorm van kasgeldlening. Hiervoor is een programma afgesloten van f 200 miljoen. Hierbinnen kunnen op elk gewenst moment afzonderlijke tranches van f 1 miljoen worden aangetrokken. Momenteel wordt bezien of verlenging van het programma wenselijk ls, Rekening-courant overeenkomsten: Door het Financieringsfonds worden diverse bank- en girorekeningen aangehouden. De betalingen van de gemeente zijn als volgt over deze rekeningen verdeeld: ING Bank / Postbank : hierover loopt de bulk van het betalingsverkeer. De rekeningstructuur bij de gemeente Eindhoven is als volgt opgezet: alle vakdiensten houden via het Financieringsfonds rekeningen aan bij de ING Bank en de Postbank. Dit zijn dochterrekeningen, die samen met de hoofdrekening bij het Financieringsfonds een concernblok vormen. Het voordeel hiervan is dat voor de (valutaire) saldobepaling en de renteverrekening het concernblok als een geheel wordt gezien. Het concernsaldo van de Postbank wordt dagelijks

automatisch afgeroomd naar de hoofdrekening van de ING. De vakdiensten hebben allemaal een of meer rekeningen-courant bij het Financieringsfonds. De mutaties op de dochterrekeningen van de vakdiensten worden automatisch op de desbetreffende rekeningen-courant verwerkt. Bank Nederlandse Gemeenten: hierover lopen de verrekeningen met het Rijk, de betaling van uitkeringen door de dienst Werk Zorg en Inkomen en het afstorten van parkeergelden; Daarnaast worden bij diverse andere banken rekeningen aangehouden, onder meer voor de afwikkeling van kas- en callgeldtransacties. Voor alle rekeningen geldt dat het Financieringsfonds als regel jaarlijks over de voorwaarden onderhandelt met de desbetreffende banken. Belangrijke punten hierbij zijn de debet- en creditrente, maximale kredietlimiet en door de bank te hanteren tarieven betalingsverkeer. Ook de kredietfaciliteiten van de banken kunnen, indien de rente ontwikkeling daartoe aanleiding geeft, worden ingezet als financieringsvorm. Daarnaast bestaan rekeningcourant verhoudingen tussen de gemeente en gelieerde instellingen. Dit betreft voornamelijk woningbouwcorporaties, NV s, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen. 2.4 Hulpmiddelen Saldobepaling: Voor het dagelijks bepalen van het valutaire saldo op gemeentelijk niveau wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd cashmanagement systeem. Aan de hand van de ingevoerde gegevens berekent het systeem dagelijks het valutaire saldo. Dit saldo is basis voor het uitvoeren van de dagelijkse financieringstransacties. Aan de hand van diverse criteria, zoals effectieve rente, kosten, liquiditeitsprognose en risicoinschatting bepaalt de treasurer looptijd, instrument en bedraggrootte van de aan te trekken/af te lossen of te beleggen bedragen. Het systeem kan verder worden gebruikt voor de controle op rentenota s van banken, liquiditeitsprognoses tot 30 dagen vooruit en statistische overzichten. Betalingsverkeer: Wat betreft het betalingsverkeer beschikt de gemeente over de Electronic Banking (EB) systemen van ING Bank, Postbank en Bank Nederlandse Gemeenten. Betaalopdrachten worden centraal via datacommunicatie en met behulp van een PC naar de bank verstuurd. Rekening-informatie in de vorm van elektronische dagafschriften wordt dagelijks van de bank terugontvangen. Het verkeer via EBsystemen is zowel wat betreft de externe als de interne handlingskosten zeer geschikt voor het efficient beheren van geldstromen. Het instrument is snel en uiterst betrouwbaar, hetgeen voor valutabetalingen (onder andere betaling van rente en aflossing) van groot belang is. Ook automatische verwerking in het natraject is eenvoudig. Overige instrumenten dienen zoveel mogelijk te worden vermeden gezien de relatief hoge transactiekosten en interne handlingskosten. Incidenteel wordt hiervan gebruik gemaakt. Het betreft betalingen via diskette, tape of cartridge, handmatige betalingen via overschrijvingsfomulieren, telefonische betalingen (per fax), buitenlandse betalingen via A-formulier en kasbetalingen.

2.5 Kengetallen Voor cashmanagernent gelden de volgende kengetallen: Kosten betalingsverkeer ten opzichte van de vorige perioden; Rentekosten/-baten rekening courant (extern) ten opzichte van de nullijn; Rentekosten/-baten korte financiering ten opzichte van het gemiddelde van oe markt; Kasgeldlimiet.

3 Leningenbeheer 3.1 Doelstelling Leningenbeheer omvat een groot aantal activiteiten, die verband houden met de toekomstige behoefte aan vreemd vermogen op lange termijn. Het doel van leningenbeheer is het creeren van een optimale leningenportefeuille, waarbij wordt voorzien in de toekomstige behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de financiele risico s worden geminimaliseerd. 3.2 Taakstelling 3.2.1 Financieringsbeleid lange termijn Door de treasurer wordt, in overleg met een adviseur en medewerker van de afdeling Financieel Economisch Beleid, bij aanvang van elk kwartaal aan de hand van de liquiditeitsprognose, de renteverwachtingen en de analyse van de leningenportefeuille bepaald hoe het financieringsbeleid op lange termijn eruit zal zien. Belangrijk hierbij is de beheersing van het renterisico, ofwel de mate waarin het jaarresultaat en het eigen vermogen gevoelig zijn voor veranderingen in de rentestand; De liquiditeitsprog nose op de (middel) lange termijn verschaft inzicht in de toekomstige financiele positie van de gemeente. Schematisch worden alle kapitaaluitgaven alsmede de te verwachten inkomsten weergegeven, waardoor de toekomstige financieringsbehoefte kan worden bepaald. Met het ontwikkelen van een rentevisie voor de lange termijn wordt getracht het renterisico te minimaliseren. De visie over de richting van de geld- en kapitaalmarktrente over een reeks van jaren kan worden bepaald door: Yieldcurve De yieldcurve is een grafische weergave van de renteniveaus van financiele instrumenten afgezet tegen de looptijd. Voor de rentevisie is met name het verloop van de yieldcurve interessant. Bijlage 1.4 geeft een voorbeeld van het ontwikkelen van de rentevisie weer met behulp van de yieldcurve. Advies van deskundigen en marktinformatie Uit de dagelijkse contacten die door de treasurer onderhouden worden met banken en geldmakelaars alsmede uit het Financieel Dagblad en overige publicaties worden marktontwikkelingen gevolgd en vertaald naar de situatie van de gemeente. Bij het beheer van de leningenportefeuille beheer zal constant aandacht moeten zijn voor de mogelijkheden van vervroegde aflossing, renteherziening en afkoop.

Bij de analyse van de leningenportefeuille wordt gebruik gemaakt van een tweetal technieken: Gapanalyse Deze techniek bepaalt het gat ("gap") tussen de opgenomen en uitgezette leningen. Er wordt een rentetypische balans opgesteld, waarin van alle leningen alleen de restant rentevast periode wordt meegenomen. Op momenten van renteherziening kan een risico ontstaan in verband met rente ontwikkelingen. De gapanalyse maakt de mate van renterisico in enig jaar inzichtelijk. Duration analyse Duration wordt gedefinieerd als de gewogen gemiddelde looptijd van een lening. De perioden tot de tijdstippen waarop rente- en aflossingsbedragen vervallen worden gewogen met bepaalde factoren. Dit wordt ook wel de economische looptijd genoemd. De economische looptijd wijkt af van de contractuele looptijd, omdat rekening wordt gehouden met de tussentijdse betalingen van rente en aflossing. Zowel de duration analyse als de gapanalyse kunnen worden uitgewerkt met behulp van het leningbeheersysteem en worden nader beschreven in bijlage 1.4. De analyse van de leningenportefeuille in combinatie met de rentevisie en de toekomstige financieringsbehoefte leidt tot een advies van de treasurer aan de Concerncontroller omtrent het te voeren financieringsbeleid op lange termijn. Tevens wordt de Concerncontroller door de treasurer jaarlijks bij de opstelling van de Voorjaarsnota geadviseerd over de hoogte van de hanteren (interne) rente voor kapitaalsuitgaven (omslagrente). Tenslotte moet vanuit de treasuryfunctie aandacht zijn voor: het risico dat de benodigde financiering niet kan worden verkregen; het risico dat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om aan direct opeisbare verplichtingen te voldoen; het risico dat bij beleggingen de inleg niet of niet geheel wordt terugontvangen; het risico dat het rendement van beleggingen lager is dan verwacht; het risico dat de tegenpartij niet aan de verplichtingen jegens de gemeente kan voldoen. 3.2.2 Leningen en garanties voor woningbouwcorporaties en derden Mloningbouwcorporaties Aan woningbouwcorporaties wordt de mogelijkheid geboden langlopende geldleningen aan te gaan via de gemeente. Deze leningen worden door de gemeente aangetrokken op de kapitaalmarkt en onder de dezelfde voorwaarden, bepalingen en kosten doorgeleend aan de corporatie. Bij de corporatie wordt eenmalig 0,14/o over het leningbedrag in rekening gebracht ter dekking van de gemaakte apparaatskosten. De voorwaarden van de te verstrekken leningen moeten, naar het oordeel van de treasurer, voldoen aan de eisen die de wet er aan stelt. Om het debiteurenrisico te minimaliseren worden de leningen uitsluitend verstrekt onder borg van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Brutering en achtervang Financiering van de sociale woningbouw heeft sinds 1989 grotendeels plaatsgevonden met gemeenteleningen. Daarnaast zijn door het Rijk aan de woningbouwcorporaties in dit kader enerzijds subsidies en anderzijds leningen verstrekt. De bruteringsoperatie van 1995 heeft ertoe geleid dat de rijkssubsidies en rijksleningen tegen elkaar zijn weggestreept. Tevens zijn de borgingsmogelijkheden via het WSW sterk toegenomen, waardoor gemeenteleningen niet langer noodzakelijk zijn. De taakuitbreiding van het WSW hield tevens in dat de gemeente de oude risico s van verstrekte gemeenteleningen van voor 1 april 1994 aan het WSW kon overdragen onder gunstige condities voor de woningbouwcorporaties. Het risico voor de gemeente is hierdoor fors afgenomen. Wel neemt de gemeente voor door het WSW geborgde leningen de achtervangpositie in. Indien het vermogen van het WSW daalt beneden het vastgestelde garantievermogen, is de gemeente verplicht aan het WSW gelden ter leen te verstrekken. Derden In speciale gevallen (maatschappelijk belang) kan door de raad van de gemeente Eindhoven worden besloten tot het verstrekken van een geldlening of garantie aan een derde, als gebleken is dat de te financieren activiteit hier zonder niet of niet exploitabel tot stand komt. Voor randvoorwaarden wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Het initiatief ligt bij de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke afdeling. Risicobeoordeling garanties Het risico van gegarandeerde leningen wordt jaarlijks door de administrateur Concernstaf/FF beoordeeld. Voor restantschulden van meer dan f 250.000,00 wordt aan de hand van de jaarrekening van de instelling bepaald of een voorziening noodzakelijk is. Voor zover elders in het gemeentelijk apparaat jaarrekeningen van grote NV s en gemeenschappelijke regelingen worden beoordeeld kan hierop worden gesteund. Voor gegarandeerde leningen met een restantschuld lager dan f 250.000,ÃćâĆňâĂİ wordt in principe geen jaarrekening bekeken. Indien uit externe mededelingen blijkt dat het risico belangrijk is toegenomen, wordt per geval en in overleg met de vakdienst beoordeeld welke actie moet worden ondernomen. Ri si cobeoord eli ng overige uitzettingen: Bij het uitzetten van gelden is veel aandacht voor de partijen die als geldnemer in aanmerking kunnen komen. Aan geldnemers worden diverse eisen gesteld. Zo moeten financiele instellinaen voldoen aan een creditrating van tenminste A of gelijkwaardig. Een daling van de rating onder niveau A, na het afsluiten van een contract, betekent echter niet dat een geldnemer een dubieuze debiteur wordt. Het is dan ook niet gebruikelijk dat een contract om deze reden wordt opgezegd. Wel is uit de daling van de rating op te maken dat de kredietwaardigheid afneemt. Om deze reden wordt in dit geval verscherpt toezicht gehouden. Dit houdt in dat regelmatig financiele overzichten worden opgevraagd en beoordeeld. Indien uit dit overzicht blijkt dat de kredietwaardigheid van de geldnemer niet langer op een acceptabel niveau ligt, zal aan het college een besluit worden voorgelegd tot het opeisen van de lening. Een mogelijkheid hiertoe zal in het contract worden opgenomen.

3.2.3 Administratieve verwerking Alle opgenomen, uitgeleende en gegarandeerde langlopende geldleningen alsmede alle wijzigingen hierop worden door de administrateur van het Financieringsfondsl Concernstaf vastgelegd in het leningenbeheersysteem. De treasurer stelt hiervoor beschikbaar een kopie van de leningsovereenkomst en de. elevante besluitvorming. De administrateur is tevens verantwoordelijk voor de samenstelling van staten voor de jaarrekening. De administratief medewerker maakt de betaallijsten van rente en aflossing aan en draagt zorg voor de betalingen. De administratief medewerker controleert tevens de ontvangen saldobiljetten en nota s van rente en aflossingen en coordineert de uitgaande saldobiljetten van de gemeente. Nota s ter dekking van de apparaatskosten worden door de treasurer met de contracten verzonden naar de geldnemer. 3.3 Financieringsvormen Onderhandse lening Hierbij sluiten geldgever en geldnemer een contract waarin specifieke wensen en bepalingen zijn opgenomen omtrent het bedrag, rente en aflossing, renteherziening en de mogelijkheden tot vervroegde aflossing. Onderhandse leningen worden aangetrokken op de kapitaalmarkt via banken, geldmakelaars of rechtstreeks bij institutionele beleggers. De looptijd van deze leningen kan varieren van 2 jaar tot 50 jaar. De rentevast periode is over het algemeen 10 jaar, maar kan ook langer zijn. Aflossingen zijn mogelijk volgens het lineaire systeem, annuitair of ineens aan het einde van de looptijd (fixe leningen). Medium Term Note Medium Term Notes zijn gestandaardiseerde en verhandelbare schuldtitels voor geldleningen met een looptijd van 2 tot en met 10 jaar. Aflossing heeft ineens aan het einde van de looptijd plaats. In tegenstelling tot onderhandse geldleningen, dat een typisch Nederlands product is, worden MTN s in internationaal verband gebruikt. Er wordt bij een bank een programma-afspraak gemaakt, waarbinnen afzonderlijke tranches van f 1 miljoen kunnen worden opgenomen. De gemeente Eindhoven heeft zelfstandig een programma afgesloten van f 400 miljoen. Daarnaast is aansluiting bij een ongelimiteerd Euro MTN programma. De gemeentelijke leningportefeuille bestaat voor het grootste gedeelte uit onderhandse leningen en daarnaast enkele Medium Term Notes. Algemeen wordt verwacht dat de onderhandse lening, gezien de Europese kapitaalmarkt, steeds meer plaats zal maken voor de MTN. Per 31 december 1999 kan de leningenportefeuille als volgt worden ingedeeld naar bestemming: Opgenomen en doorgeleend aan toegelaten woningbouwcorporaties f 850 miljoen Opgenomen ten behoeve van gemeentelijke financiering f 322 mil n Totaal f 1.177miljoen

Derivaten Gebruik maken van mogelijkheden tot vervroegde aflossing en renteherziening is door de beperkte toegankelijkheid op geld- en kapitaalrnarkt niet erg flexibel en relatief duur (hoge kosten voor bijvoorbeeld vervroegde aflossing). Een kunstmatige omzetting van balansposten met behulp van off-balance instrumenten (derivaten) is ook mogelijk. De instrumenten waarmee renterisico s kunnen worden afgedekt, zijn: interest rate swaps (IRS) : overeenkomst tussen twee partijen om elkaars rentebetalingen te doen over een denkbeeldig bedrag gedurende een vastgestelde periode op basis van verschillende rentebases. forward rate agreement (FRA): overeenkomst tussen twee partijen om in de toekomst het verschil te verrekenen tussen een nu vast te stellen renteniveau en een in de toekomst vast te stellen renteniveau. optie: overeenkomst tussen twee partijen, waarbij het recht wordt verworven een onderliggende waarde te kopen (cali-optie) of te verkopen (put-optie) tegen een vooraf overeengekomen prijs gedurende een bepaalde periode. Sij de keuze van het juiste financiele instrument dient men te kijken naar de volgende drie aspecten: rentetype: betreft het een risico op korte of lange termijn; tijdsduur van het risico: hoe lang wordt het risico gelopen; vereiste werking: dient het instrument de positie rente-ongevoelig te maken (ook gunstige ontwikkelingen worden dan geelimineerd) of dient het instrument eenzijdig het ongunstige risico af te dekken. Per 1 januari 2001 is door de gemeente van deze afgeleide instrumenten nog geen gebruik gemaakt. 3.4 Hulpmiddelen Opgenomen, uitgeleende en gegarandeerde gelden worden beheerd met het leningenbeheersysteem. Dit systeem is gebaseerd op de hoofdlijnen administratie (vastlegging en controle) en analyse. Onder analyse wordt verstaan het genereren van rapportages zoals leningkaarten, betaallijsten, liquiditeitsprognoses en beslissingsondersteuningen (het simuleren van vervroegde aflossingsmogelijkheden en het bepalen van de rentegevoeligheid en de duration van de leningportefeuille). In het leningenbeheersysteem is een agenda gebouwd, met een signalerende functie voor de mogelijkheden van vervroegde aflossing en renteherziening. 3.5 Kengetallen Voor leningenbeheer gelden de volgende kengetallen: De rentelasten ten opzichte van de vorige periode; De hoogte van de gemiddelde rentevoet van de leningportefeuille in vergelijking tot de marktrente; De mate van renterisico ten opzichte van de renterisiconorm; De hoogte van de gap (het gat) tussen uitgegeven en aangetrokken leningen; De duration van de leningenportefeuille.

4 Randvoorwa arden Wet financiering decentrale overheden (Wet fido): 1 Voor het aantrekken, uitlenen en garanderen van gelden worden de wettelijke eisen aangehouden. 2 Het aantrekken, uitzetten en garanderen van gelden geschiedt vanuit de publieke taak van de gemeente. Aantrekken van gelden 1 Ter voorziening in de behoefte aan liquiditeiten worden, naar gelang de behoefte en binnen de kasgeldlimiet, gelden opgenomen in de vorm van leningen met een looptijd van ten hoogste een jaar. De gemiddelde nettovlottende schuld per kwartaal overschrijdt de kasgeldlimiet niet. 2 Ter voorziening in de behoefte aan lang vreemd vermogen worden, naar gelang de behoefte en binnen de renterisiconorm, gelden opgenomen in de vorm van leningen met een looptijd van ten minste een jaar. Het renterisico op de vaste schuld overschrijdt de renterisiconorm niet. Uitzetten van gelden I3ij belegging van overtollige liquiditeiten alsmede het afsluiten van derivatentransacties dienen het debiteurenrisico, hoofdsomrisico en renterisico uitgesloten danwel geminimaliseerd te worden. De volgende voorwaarden worden hierbij in acht genomen: 1 Als geldnemer komen in aanmerking: a overheidsinstellingen en (semi) publiekrechtelijke lichamen; b woningbouwcorporaties die aangesloten zijn bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw; c financiele instellingen met een goede kredietwaardigheid blijkend uit een creditrating van tenminste A of gelijkwaardig. 2 Indien de rating van een geldnemer, na het afsluiten van een contract, daalt onder het niveau A, zal verscherpt toezicht worden gehouden. 3 Gelden worden uitsluitend uitgezet in producten, waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd intact is. 4 Speculatieve beleggingen zijn uitgesloten; derivaten kunnen alleen worden ingezet ter beperking van de financiele risico s. 5 Het college van burgemeester en wethouders is gemachtigd tot belegging van middelen met een looptijd langer dan een jaar. Verstrekken van garanties en geldleningen aan derden 1 de volgende algemene uitgangspunten gelden voor het verstrekken van garanties en geldleningen aan derden: a. de te financieren activiteit waarvoor een gemeentegarantie of gemeentelening wordt aangevraagd moet passen in het

Maart 2001 Treasury 2001 ÃćâĆňâĂİ Het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven gemeentelijk beleid en dient ter beoordeling van het gemeentebestuur van voldoende openbaar belang te zijn. Een eerste afweging hieromtrent wordt gemaakt door het college van burgemeester en wethouders; b. er dient vastgesteld te zijn dat het project zonder gemeentegarantie of gemeentelening niet of niet exploitabel tot stand komt; c. indien er landelijk opererende instellingen of andere overheidsinstanties zijn die bereid zijn onder overzienbare en aanvaardbare voorwaarden garanties of leningen te verstrekken dan garandeert of leent de gemeente niet of slechts gedeeltelijk; d. het risico voor de gemeente dient overzienbaar en aanvaardbaar te zijn en zoveel mogelijk te worden beperkt; ter beperking van het gemeentelijk risico worden de volgende voorwaarden gesteld aan het verstrekken van garanties en geldleningen: a. het besluit om een lening of garantie te verstrekken moet worden genomen door de gemeenteraad van Eindhoven. De lenings-, garantie- en overige overeenkomsten die op basis van dit raadsbesluit worden afgesloten zijn aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen en dienen, voor zover van toepassing, te voldoen aan de bepalingen van de Wet financiering decentrale overheden; b. bij garanties moet de geldgever zich in de geldleningsovereenkomst verbinden: zonder toestemming van burgemeester en wethouders geen uitstel van betaling geven; bij niet voldoening van enige verplichting van de geldnemer daarvan burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk in kennis te stellen; jaarlijks binnen twee maanden na afloop van het jaar aan de gemeente een opgave te verstrekken van de restantschuld van de lening per 31 december van het voorafgaande jaar; c. voorzover wettelijke voorschriften zich daar niet tegen verzetten, betaalt de garantieverkrijgende instelling jaarlijks aan de gemeente een risicovergoeding van tenminste 0,15/o per jaar van de restantschuld, danwel indien geen sprake is van een lening, een nader overeen te komen vergoeding; ingeval een lening wordt verstrekt moeten tevens de directe kosten voor aantrekking in rekening gebracht worden; d. met betrekking tot roerende en onroerende goederen die met de gegarandeerde of verstrekte geldleningen worden aangeschaft kunnen nader in te vullen zekerheidseisen worden gesteld, zoals het vestigen van het recht van hypotheek; e. indien relevant dient de garantie- of leningverkrijgende instelling haar jaarrekening binnen zes maanden na afloop van het jaar ter beschikking te stellen van de gemeente; f. gedurende het bestaan van de garantie- of leningsovereenkomst

mag de verkrijgende instelling de bezittingen die met de lening zijn gefinancierd niet veranderen of afbreken, noch bezwaren of vervreemden zonder toestemming van burgemeester en wethouders. Afhankelijk van de grootte van het risico kan dit tevens worden bepaald voor overige nader aan te wijzen bezittingen van de instelling; g. de door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantiestelling blijven als een direct opeisbare schuld op de instelling rusten. Over deze vordering wordt door de gemeente rente in rekening gebracht volgens een door burgemeester en wethouders te bepalen percentage; Garanties voor financiering van investeringen in de sportsector voor nietcommercieel ingestelde verenigingen geschieden uitsluitend op voorwaarde dat de Stichting Waarborgfonds Sport zich eveneens voor 50% garant stelt; Financiering ten behoeve van woningbouvvcorporaties Aan de Eindhovense toegelaten instellingen worden gemeenteleningen verstrekt uitsluitend onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te Huizen. Voor dekking van apparaatskosten zal eenmalig 0,19o over het leningsbedrag aan de instelling in rekening worden gebracht; De te verstrekken leningen worden door de gemeente aangetrokken op de kapitaalmarkt en onder dezelfde voorwaarden, bepalingen en kosten doorgeleend aan de toegelaten instellingen; 3. De voorwaarden van de te verstrekken leningen moeten voldoen aan de eisen die de wet hieraan stelt. De bevoegdheid tot het aantrekken en doorlenen van geldleningen genoemd in de punten 1 en 2 ligt bij burgemeester en wethouders. Met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te Huizen worden overeenkomsten aangegaan, waarbij de gemeente verklaart dat, indien en voorzover het risicovermogen van het Waarborgfonds, zoals omschreven in de betreffende standaardovereenkomst een niveau bereikt dat lager is dan het garantieniveau zoals omschreven in de betreffende standaardovereenkomst, hij zich jegens het Waarborgfonds zomede jegens de geldgever verbindt aan het Waarborgfonds gelden ter leen te verstrekken op de wijze, onder de voorwaarden en tot de bedragen als in de betreffende modelstandaardovereenkomsten is bepaald; Tot 31 december 2002 worden met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te Huizen overeenkomsten aangegaan met de mogelijkheid tot limitering, waarbij de gemeente verklaart dat, indien en voorzover het risicovermogen van het Waarborgfonds, zoals omschreven in de betreffende standaardovereenkomst een niveau bereikt dat lager is dan het garantieniveau zoals omschreven in de betreffende standaardovereen-komst, hij zich jegens het Waarborgfonds zomede jegens de geldgever verbindt aan het Waarborgfonds gelden ter leen te verstrekken op de wijze, onder de voorwaarden en tot de bedragen als in de betreffende modelstandaardovereenkomsten is bepaald;

7 De bevoegdheid tot het aangaan van de gelimiteerde achtervangovereenkomst en de bepaling van de limiteringen wordt overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Leni ngvoorwaarden Geldleningen uitsluitend kunnen worden aangegaan of verstrekt danwel gegarandeerd indien de betalingsverplichtingen zijn uitgedrukt in euro of in een van de nationale munteenheden van de lidstaten van de Europese Unie die deelnemen aan de EMU en de hoofdsom niet onderhevig is aan indexatie. Rekening-courant overeenkomsten Rekening-courant overeenkomsten worden aangegaan met door burgemeester en wethouders aan te wijzen instellingen. Ten aanzien van rekening-courant overeenkomsten met in de gemeente Eindhoven werkzame verenigingen, vennootschappen en stichtingen geldt: 1 De overeenkomst kan slechts worden aangegaan met verenigingen, vennootschappen en stichtingen, welke van rijk, provincie of gemeenten subsidie en/of andere geldelijke bijdragen ontvangen; 2 Het te verlenen krediet is niet hoger dan nodig voor de overbrugging van betalingsmoeilijkheden als gevolg van tijdsverschillen in ontvangsten en uitgaven; 3 Het te verlenen krediet bedraagt maximaal 259o van de subsidie en/of andere geldelijke bijdragen welke van rijk, provincie of gemeenten wordt ontvangen. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders voor de tijd van drie maanden een hoger krediet toestaan, welke termijn telkens met drie maanden kan worden verlengd. 3.3 Beide partijen ondertekenen een rekening-courant overeenkomst waarin nadere afspraken worden gemaakt omtrent te gelden rentevoet, administratieve verplichtingen en eventueel aanvullende zekerheden. Yerantwoordelij kheden en bevoegdheden De gemeenteraad stelt het treasurystatuut vast. De Concerncontroller ziet toe op de naleving van dit statuut. Machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente Eindhoven wordt verleend aan het hoofd Concernstaf en het hoofd Financieel Economisch Beleid bij het aangaan van geldleningen en rekening-courantovereenkomsten en het uitlenen van gelden en het waarborgen van geldelijke verplichtingen ten gunste van derden. Machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente Eindhoven wordt verleend aan de treasurer voor het aangaan van kortlopende leningen en uitzettingen.