Inleiding Gezondheidsprotocol... 2

Vergelijkbare documenten
Protocol Gezondheid. PSZ De Buutplaats april 2011

Protocol Gezondheid. Kindercentrum Het Pareltje KDV BSO. Inhoudsopgave

Beleid t.a.v. gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie juni 2017

PROTOCOL HYGIENE en werkinstructie

Dwarrelende stofdeeltjes kunnen ademhalingsmoeilijkheden opleveren bij astmapatiënten. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd.

Protocol Keuken & Hygiëne

Handen wassen: Wondjes, blaasjes, pus: Bloed: Zieke pedagogisch medewerker: Protocol Gezondheid. Zie protocol handen wassen

1 Protocol gezondheid

Protocol Voeding en hygiene Kinderdagverblijf Robbedoes en BSO de Speelark:

Stichting De Lotus kinderopvang/bso Protocol hygiëne.

Protocol Hygiëne en gezondheid

Stichting Peuterspeelzaal Risdam

Protocol gezondheid. BSO de Saller protocol gezondheid versie 03 september 2016

8. Verschonen van bedden en gebruik van hoofdluier en slaapzakken

Protocol hygiëne Kinderopvang Bij Lotte

BELEID RIE GEZONDHEIDSRISICO 2015

Risico inventarisatie Gezondheid

Protocol Hygiëne persoonlijk

Protocol Hygiëne en Gezondheid

Protocol gezondheid & Hygiëne

Hygiëne protocol Stichting Ut Kruumelke. Versie 4, januari 2018.

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC)

Risico inventarisatie en actieplan; Gezondheid

Juni 2019 Inventarisatie en actieplan Gezondheid peuterspeelzaal Pinkeltje Asten

BSO Abeltje Protocol: Hygiëne en leefomgeving

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie juni 2017

Hygiëne- en gezondheidsbeleid Peuterspeelzaal Dribbel versie september 2014

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC) KDV t Sprookjesland

Plan van aanpak risico-inventarisatie gezondheid: acties/afspraken/controles

S. Lalic Unikidz - Locatie Universum Versie 14.11

Plan van aanpak gezondheid PSZ Aldoende Kans Omschrijving, eis Actie of maatregel Overige of extra

Risico inventarisatie Gezondheid Naam Gastouder: Adres: Datum: 1 Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen.

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

Soort ongeval Urgentiecode Oplossingen Plan van aanpak Verantwoordelijk uitvoer of implementatie ZIEKTE KIEMEN. Is opgenomen in het protocol

Risicoinventarisatie gezondheid

Gezondheidsmanagement Methode voor de kinderdagverblijven

Beschrijving gezondheidsrisico: Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen.

Abeltje Peuterspeelzaal Protocol: Hygiëne en leefomgeving

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Protocol zieke kinderen

Protocol overdracht ziektekiemen

PLAN VAN AANPAK RIG. : Peuterspeelgroep De Blokkendoos. Datum : 28 juli : Inspectiecommissie: Gerriëtte Königkrämer en Hanny Vink

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Hygiëne en gezondheidsbeleid

Protocol Hygiëne & Voeding

Inleiding : Inhoud: 1. Persoonlijke hygiëne 2. Voeding en hygiëne 3. Hygiëne in en om het gebouw

Gezondheidsbeleid versie juli

Module: Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

procedure wordt gevolgd

Gezondheidsbeleid. Kinderopvang Papendrecht

RI: blink gezondheid blink-bso

Protocol Hygiëne en Gezondheid

RISICO INVENTARISATIE GEZONDHEID

Registratieformulier Gezondheidsrisico situaties en actieplan

Risico inventarisatie 2009 gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Protocol Hygiëne thuiszorg

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Protocol Hygiëne. 1. Persoonlijke hygiëne

Hygiëneprotocol. kinderdagverblijf De Speelhaven. Schuitevoerderslaan JZ Medemblik. Datum: januari 2016

Protocol gezondheid. BSO Buurse is een onderdeel van: BSO Loser Reekersgaarden JB Losser

Risico-inventarisatie: Gezondheid Uitgevoerd door: Peggy Vleeshouwers Datum uitvoering: Binnenmilieu

Protocol gezondheid. Protocol gezondheid Peuteropvang Calimero versie 0 oktober 2016

Hygiënebeleid. Hoofdstuk 1: Wat is hygiëne? 1.1 Inleiding

Informatiebrief Hand-, voet- en mondziekte

Beleid. Hygiëne en voeding. Datum: 14/11/2011 Versie: 003

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC)

Beschrijving gezondheidsrisico: Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen.

Risico-inventarisatie: Gezondheid Groep BSO Uitgevoerd door: Peggy Vleeshouwers Datum uitvoering: Binnenmilieu

7. Potje wordt na ieder gebruik schoon gemaakt en buiten bereik van de kinderen gehouden. Welkom-Kind Boxtel en omstreken TEL.

Hygiëne protocol

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist Keukenhygiëne Woonvormen. Checklist gebaseerd op de Hygiënecode voor Woonvormen Januari

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Protocol zieke kinderen

Risico inventarisatie gezondheid

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

Toetsingsrapportage Gezondheidsmanagement voor GGD inspectie

RI: Gezondheid kinderdagverblijf 't kukelesaantje

KWALITEITSRICHTLIJNEN VOOR GASTOUDERS

Huisregels en Afspraken Lumiar Petites (medewerkers)

Module: Gezondheidsrisico s door overdracht van ziektekiemen

Verankering: Pedagogisch beleid/werkplan - beleidsplan veiligheid en gezondheid.

Document gezondheid BSO Madelief

Hygiëne & gezondheid: Hoe gaan we ermee om?

Protocol Voedselhygiëne

Gezondheidsbeleid. Christelijke Kinderopvang Papendrecht. Locatie Kindcentrum Oranje-Nassau Locatie Kindcentrum Prins Constantijn

Veiligheids- en gezondsheidsbeleid PSG de Blokkendoos

RI&E Gezondheid BSO Prinses Juliana

Huisregels van de peuterspeelzalen, voor pedagogisch medewerkers en ouders. Stichting BELhamels

Hygiëneregels van Poemelke

Beleid Gezondheid. Handen wassen. Toiletten. Luiers. Persoonlijke hygiëne

Bso afspraken pedagogisch medewerker

Veiligheid en Gezondheid

Dit reglement geeft de huisregels omtrent gezondheid weer. Binnen de vestiging van BSO 4 de Honk zijn er een aantal huisafspraken.

Protocol Gezondheid. Onderdeel van Risico Inventarisatie & Evaluatie, RI&E

Dit project werd mogelijk gemaakt door: Handhygiëne Programma Kinderdagverblijven

Huisregels kinderdagopvang

Inleiding protocol Hygiëne Wat is hygiëne? Waarom is goede hygiëne in de kinderopvang/peuterwerk belangrijk?... 4

RI: Janneke Beukelman - Peuterspeelzaal Dikkie Dik

Transcriptie:

Protocol Gezondheid Kdv de Appelboom Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Gezondheidsprotocol... 2 1.1 Handhygiëne voor kinderen en groepsleiding... 3 1.2 Zieke groepsleiding... 4 1.3 Zieke kinderen... 4 1.4 Toilet bezoek kinderen... 5 1.5 Voedsel... 5 1.6 Baby voeding... 7 1.7 Fopspenen... 8 1.8 Slapen... 8 1.9 Speelgoed... 8 1.10 Verkleedkleding/ stoffen speelgoed, knuffels ed.... 8 1.11 Buiten spelen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.12 Textiel in de groepsruimte... 9 1.13 Planten... 9 1.14 Binnenmilieu... 9 2. Schoonmaak... 11 2.1 Stoffering... 11 2.2 Stoffigheid... 11 2.3 Schoonmaken... 11 2.4 Desinfecteren van materialen... 12 2.5 Ongedierte... 12 3. Hitte

Inleiding Jonge kinderen zijn kwetsbaarder. Er zijn tal van factoren die de gezondheid beïnvloeden. Kinderen opvangen in een omgeving waarin een goede gezondheid zoveel mogelijk gewaarborgd is, gaat verder dan het voorkomen van kinderziekten. Zelfs als er in een kindercentrum geen zieke kinderen zijn, betekent dit niet automatisch dat kinderen hier niet aan risico s blootgesteld worden. Ook ogenschijnlijk gezonde kinderen kunnen aan risico s blootgesteld zijn die een goede gezondheid ondermijnen. Verantwoord beleid op het gebied van gezondheid is dan ook heel belangrijk. Dit deel van het beleidsplan is bestemd voor iedereen die direct of indirect bij het kinderdagverblijf betrokken is. Op deze manier schetsen wij een duidelijk beeld van de manier van werken binnen het dagverblijf. Het beleidsplan is een dynamisch plan wat met zeer grote regelmaat zal worden geëvalueerd en waar nodig veranderd en aangescherpt. Dit, om de kwaliteit binnen de Appelboom te blijven verbeteren. NB: Wanneer er in dit protocol gesproken wordt over ouders bedoelen we daar ook verzorgers mee en wanneer er over hij gesproken wordt bedoelen wij ook zij.

1. Gezondheidsprotocol 1.1 Handhygiëne voor kinderen en groepsleiding Voor: Na: Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne Zorg voor kort geknipte nagels Draag zo min mogelijk sieraden Was de handen op cruciale momenten het aanraken en bereiden vanvoedsel/ maaltijden het eten of het helpen bij eten wondverzorging: aanbrengen van zalf hoesten, niezen en snuiten toiletgebruik iedere verschoonbeurt van een kind, ook na het dragen van wegwerphandschoenen dien je je handen te wassen. het afvegen van de billen van een kind contact met lichaamsvochten zoals speeksel, pus, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed buitenspelen contact met vuile was of de afvalbak schoonmaakwerkzaamheden Handen wassen doe je als volgt; gebruik stromend water maak de handen nat en neem vloeibare zeep wrijf de handen over elkaar en zorg ervoor dat water en zeep over de gehele handen worden verdeeld spoel de handen al wrijvend goed af onder stromend water droog de handen af met een schone droge handdoek, gebruik het liefst papieren handdoeken neem bij zichtbare verontreiniging én minimaal elk dagdeel een schone handdoek de kraan (handcontactpunt) worden minimaal dagelijks gereinigd Niemand zal ontkennen dat het vrijwel onmogelijk is om kinderen na ieder kuchje de handen te laten wassen. Maak zelf een inschatting wanneer dit nodig is. Spreek bijvoorbeeld af dat wanneer handen zichtbaar vuil zijn, wassen noodzakelijk is. Voor groepsleiding geldt dat handen in ieder geval gewassen moeten worden na een hoestbui, voor het smeren van boterhammen en voor en na het verzorgen van wondjes. Verder kan een goede taakverdeling, waarbij iemand die verkouden is en dus veelvuldig hoest, risico s beperken. Spreek bijvoorbeeld af dat een ander collega de bereiding van voeding voor zijn rekening neemt.

1.2 Zieke groepsleiding Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne. In het geval van buiktyfus, paratyfus, bloederige diarree en open tbc komt de groepsleiding niet werken Overleg bij een mogelijk besmettelijke ziekte zoals waterdunne diarree of huiduitslag met Arbo- arts Van de medewerkster die ziek van vakantie terug komt (en dus nog geen kinderen heeft kunnen besmetten) moet worden overwogen of hij/zij wel in de groep wordt ingezet. Neem contact op met leidinggevende voordat je komt werken. draag zorg voor een goede hoesthygiëne voorkom aan hoesten: hoest of nies niet in de richting van een ander houd tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond was na hoesten, niezen of neus snuiten de handen 1.3 Zieke kinderen Kinderen met een hoge koorts of besmettingsgevaar worden normaliter niet aangenomen! Zij vormen een gevaar voor de gezondheid van de andere kinderen en de benodigde intensieve verzorging kan niet door de leidster aangeboden worden. Onderstaande gedragscodes zijn van toepassing op kinderen die géén/weinig risico vormen voor andere kinderen in de opvang Dep het pus/vocht uit blaasjes of wondjes van kinderen regelmatig met bijvoorbeeld een wattenstaafje Dek de wond af met een waterafstotende pleister en zorg dat ze regelmatig vernieuwd worden, doe dit in ieder geval als het doordrenkt is met wondvocht of bloed Dek een loopoor af met een steriel gaasje Stip open waterwratjes met jodium aan en dek ze af Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of vocht goed schoon maken Was de handen na aanraking met pus of vocht Verder kan overdracht van ziektekiemen op andere kinderen worden voorkomen door voor het zieke kind een aantal dingen te regelen; gebruik eigen handdoek voor ieder zieke kind zorg dat de zieke kind zijn eigen speelgoed krijgt en reinig speelgoed voordat andere kinderen ermee spelen was de handen van de kinderen na krabben aan wondjes en/of blaasjes gebruik eigen bestek en beker voorkom dat het kind met koortslip anderen zoent leer kinderen een goede hoesthygiëne aan. voorkom aan hoesten. Leer de kinderen tijdens hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen wijs kinderen er op dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond moeten houden wijs de kinderen er op dat ze in een papieren zakdoek of in hun elleboog hoesten of niezen laat kinderen de handen wassen na hoesten of niezen laat kinderen regelmatig hun neus snuiten gebruik telkens voor ieder kind een schone wegwerp / papieren zakdoek gebruik voor ieder kind een schone spuugdoekje/slab en ruim ze op na ieder gebruik

gebruik voor ieder kind een schone washand gooi gebruikte washandjes meteen in de was gebruik een speciaal hoesje om te voorkomen dat het thermometer verontreinigd raakt desinfecteer de thermometer voor en na gebruik met alcohol 70% als je geen speciaal hoesje hebt gebruikt reinig de thermometer na ieder gebruik met water en zeep let op een goede handhygiëne bij het insmeren met crème of zalf gebruik rubber handschoenen bij het aanbrengen van crème of zalf maak indien beschikbaar - gebruik van zalf uit tubes of wegwerpflacons draag wegwerphandschoenen bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd verwijder gemorst bloed met handschoenen aan, neem het bloed op met een papieren tissue, maak de ondergrond schoon met water en zeep, spoel het oppervlak schoon en droog na en desinfecteer daarna met ruim alcohol 70% was met bloed bevuilde kleding en linnen goed op 60 c 1.4 Toilet bezoek kinderen leer de kinderen dat ze na toilet bezoek hun handen moeten wassen let er op dat kinderen na het toiletbezoek hun handen wassen zorg voor een opstapje als het kind niet bij het wastafel kan leer kinderen hun handen goed wassen (zie ook handen wassen doe je als volgt ) gebruik vloeibare zeep gebruik wegwerphanddoekjes of verschoon ieder dagdeel de handdoek en als er verontreiniging wordt geconstateerd gebruik geen potjes Laat kinderen geen speelgoed meenemen in de verschoonruimte of toilet gooi vuile luiers direct weg in een afgesloten luieremmer. reinig de verschoonplek / aankleedkussen na iedere verschoonbeurt. Als er sprake is van vervuiling met bloed, diarree of braaksel, dan dient men de verschoonplek te desinfecteren. vervang aankleedkussen als tijk is beschadigd Het tijk van een aankleedkussen zal na verloop van tijd scheuren. Hierdoor is het kussen niet goed te reinigen. Het schuimrubber kan besmet raken en zal bij het schoonmaken van het kussen vocht opnemen. Nat geworden schuimrubber is een paradijs voor micro-organismen kussen vocht opnemen. Vervang daarom kapotte verschoonkussens. 1.5 Voedsel werk volgens de hygiënecode was je handen voor eten, helpen met eten en voor het aanraken van voedsel werk met schoon keukenmateriaal in een schone werkomgeving berg gekoelde producten na aflevering of aankoop meteen in de koelkast op. Accepteer geen goederen waarvan de verpakkingen is beschadigd of met een korte houdbaarheidsdatum. Bewaar gekoelde producten onder 7 C. Pas bij het opslaan van producten het systeem first in-first out toe. Dat wil zeggen, de producten die er al staan komen vooraan te staan en de nieuwe producten komen erachter. Controleer vóór gebruik of de houdbaarheidsdatum van de producten nog goed is.

Wij voorkomen het vervuilen van levensmiddelen door tijdens etenstijd ervoor te zorgen dat er geen kruisbesmetting plaatsvindt in bepaalde producten. Dit doen wij door smeerbare producten in bakjes op tafel te zetten. Na afloop van het eten gooien wij dit weg. Wanneer kinderen niet zelf hun brood smeren zorgen we ervoor dat we voor elk smeerbaar product een ander mes gebruikt wordt. geef kinderen per maaltijd eigen servies en bestek en zie er op dat ze enkel van hun eigen servies en bestek gebruik maken haal producten zo kort mogelijk voor gebruik uit de koelkast gekoelde producten en bereide gerechten die langer dan dertig minuten buiten de koelkast zijn geweest moeten binnen twee uur opgegeten worden of dienen weggegooid te worden. Bereidt producten onmiddellijk na het ontdooien. Ontdooide producten zijn immers gevoelig voor bederf verhit producten door en door tijdens het bakken, koken of regenereren/ opwarmen minimaal tot 75 C in de kern, maak gebruik van de voedselthermometer bij het vaststellen van het temperatuur. Bij gebruik van de thermometer eerst wassen. Wacht minstens tien seconden met het aflezen van de juiste temperatuur. Na het meten weer wassen. Bereide gerechten die je wil bewaren, moeten binnen 2 uur van 65 C naar 10-15 C worden afgekoeld en in de koelkast gezet worden. Om het eten snel af te laten koelen, doe je eerst deksel op de pan. Zet de pan in een (afwas)bak met koud water. Ververs het water om de 5 minuten zodat het goed koel blijft. Roer of schud de inhoud tijdens het afkoelen zodat het gelijkmatig gebeurt. Zodra het goed is afgekoeld direct in de koelkast of vriezer plaatsen, binnen 30 minuten is vaak het gerecht voldoende afgekoeld. Warme gerechten niet serveren onder de 60 C, toets wekelijks steekproefsgewijs de temperatuur en noteer op de registratieformulier. Bij gebruik van het magnetron product gelijkmatig verhitten door tijdens het verwarmen te roeren om het hitte goed te verdelen. Probeer kleinere porties in een keer te verwarmen en gebruik de juiste combinatie van tijd en vermogen. Hoe eerder producten/maaltijden worden opgewarmd hoe kleiner de kans voor bacterie groei. De bereide maaltijden worden op dezelfde dag benut en de restjes worden niet meer ter consumptie geserveerd. Overgebleven etensrestjes dienen weggegooid te worden Ouders aangeven geen bederfelijke voedingsmiddelen mee te geven welk langer dan dertig minuten buiten de koelkast is geweest Voedselbereiding en verschonen dient strikt gescheiden plaatsen te vinden Bedorven voedsel zal minder vaak gezondheidsproblemen veroorzaken dan besmette voeding. Bederf is over het algemeen goed te zien. Beschimmelde jam wordt weggegooid. Als voeding besmet is met ziektekiemen is dat niet te zien, te ruiken of te proeven. Het product oogt smakelijk en ruikt lekker. Dit maakt risico s groot. Reinig drinkbeker/ fles en bestek na ieder gebruik machinale afwas dien je als volgt af te handelen: afwasmachine vullen ( niet te vol zetten en zo indelen dat nergens water in kan blijven staan ), afwasmachine instellen op min 60ºC, na afloop de schone vaat uit laten dampen en opruimen. Afwasmachine na gebruik schoonmaken (evt. etensresten uit het rooster verwijderen) als drinkwater dient men enkel het tapwater in het keuken te gebruiken. Er worden geen bekers geplaatst in de groepsruimte als voorzorg.

geef kinderen per maaltijd eigen servies en bestek en zie er op dat ze enkel van hun eigen servies en bestek gebruik maken spoel de vaatdoek na gebruik met heet stromend water uit pak bij zichtbare verontreiniging, na vuile klusjes én minimaal elk dagdeel een schone vaatdoek plaats de pedaalemmers buiten bereik van de kinderen of zorg dat ze er niet bij kunnen maak de pedaalemmers en luieremmers dagelijks leeg Afval dezelfde dag dumpen in de buitenstaande containers 1.6 Baby voeding Noteer de datum na het openmaken van verpakkingen van Nutrilon en Bambix gebruik gekookt water of kraanwater voor zuigelingenvoeding die voor de hele dag bereid wordt afgekolfde moedermelk dient door ouders gekoeld vervoerd worden Moedermelk mag alleen aan het eigen kind gegeven worden. De flesjes met de melk moeten voorzien zijn van naam en datum van afkolven breng de zuigelingvoeding en moedermelk onder bewaring van minimaal 4 C afgekolfde moedermelk wordt binnen 48 uur geconsumeerd mits in de koelkast bewaard ingevroren moedermelk wordt maximaal 3 maanden bewaard ontdooi bevroren moedermelk in de koelkast of onder de kraan met stromend water van ongeveer 20 C ontdooide moedermelk wordt (als de melk een nacht bewaart wordt) van een datum en tijdstip van ontdooien voorzien. Na ontdooien moedermelk binnen 24 uur verstrekken. Ontdooide moedermelk wordt niet meer ingevroren Zorg dat flesvoeding tijdens het voeden niet langer dan één uur buiten de koeling staat gooi resten flesvoeding / overgebleven moedermelk weg accepteer alleen zuigelingenvoeding in poedervorm. Als gevolg van een recente aanpassing in de hygiënecode is het meebrengen van aangemaakte zuigelingenvoeding naar het kinderdagverblijf niet meer toegestaan ouders instructies op papier verschaffen over de manier waarop ze afgekolfde moedermelk dienen te behandelen Omdat de allerkleinsten bijzonder kwetsbaar zijn, is het raadzaam om extra zorgvuldig om te gaan met hun voeding. Werkafspraken kunnen ervoor zorgen dat risico s beperkt blijven. Zo is het voor de hand liggend dat groepsleiding rondom flesvoeding extra aandacht aan een goede handhygiëne besteedt. gebruik eenvoudig te reinigen flessen ieder kind maakt gebruik van zijn eigen fles flessen en spenen na gebruik meteen omspoelen flessen en spenen worden dagelijks thermisch gereinigd Flessen van kinderen t/m 6 mnd worden gereinigd in een vaatwasmachine (niet kortste programma). Of bij afwezigheid van een vaatwasmachine na omspoelen gereinigd met afwasmiddel en heet water, en een speciale afwasborstel (na afwassen flesjes naspoelen). ouders zijn zelf aansprakelijk voor het voedsel en materiaal dat zij van huis meegeven. geef waar nodig ouders advies over het reinigen van de flessen bewaar de schone flessen en spenen omgekeerd op een schone doek of op een flessenrek speentjes en flessen eind van de dag in de koelkast bewaren. Flesvoeding wordt klaargemaakt op een plek die strikt gescheiden is van de verschoonplek

1.7 Fopspenen reinig de fopspeen door regelmatig uit te koken, liefst dagelijks maar uiterlijk met een week. geef iemand de verantwoording over het reinigen van de fopspenen gebruik de fopspeen zo min mogelijk zorg voor een persoonlijke, herkenbare fopspeen voor ieder kind berg de fopspenen gescheiden van elkaar op in de koelkast. Zorg dat de fopspenen in een schone, droge bak worden bewaard 1.8 Slapen gebruik persoonsgebonden hoofdlakens en onderlakens die goed kunnen worden ingestopt verschoon zichtbaar vuil beddengoed meteen was dekens en dekbedden op zijn minst één keer per kwartaal. was hoeslakens min 2 keer per week. verwijder sieraden en haarversiering om verstikkingsgevaar te voorkomen 1.9 Speelgoed berg speelgoed dat niet in gebruik is in afgesloten kasten op reinig zichtbaar verontreinigd speelgoed meteen reinig babyspeelgoed dat in de mond genomen wordt dagelijks reinig speelgoed dat uitnodigt om in de mond te nemen (bijvoorbeeld een plastic boterham) dagelijks speelgoed dat niet in mond genomen wordt, wordt maandelijks gereinigd schaf eenvoudig te reinigen speelgoed aan (bijvoorbeeld zonder holle ruimtes) schaf slijtvast speelgoed aan gooi beschadigd speelgoed weg of laat het repareren indien mogelijk (beschadigd speelgoed is lastig schoon te houden) Neem geen speelgoed mee naar de verschoonruimte houd speelgoed voor binnen en buiten gescheiden speelgoed wordt na vervuiling met bloed, (bloederige) diarree of braaksel gedesinfecteerd 1.10 Verkleedkleding/ stoffen speelgoed, knuffels e.d. koop alleen verkleedkleren die op 40 C of meer gewassen kunnen worden en was ze maandelijks als ze dagelijks worden gebruikt. Anders 2 x per jaar en bij zichtbare vlekken. verkleedkleren worden maandelijks op 40 C gewassen met het langste programma laat zieke kinderen (met een koortslip bijvoorbeeld) niet in de verkleedhoek spelen, als dat toch gebeurt: extra wasbeurt was knuffels en stoffen speelgoed maandelijks schaf alleen stoffen speelgoed / knuffels aan die op 40 C of meer gewassen kunnen worden laat zieke kinderen (met een koortslip bijvoorbeeld) liever niet met knuffels spelen, als dat toch gebeurt: extra wasbeurt geven

1.11 Textiel in de groepsruimte was textiel op minimaal 40 C voorzie niet wasbare textiel (zoals kussens of matrassen) van een hoes kies voor kortpolig en dus makkelijk te reinigen vloerkleden 1.12 Planten Sommige planten kunnen door hun sap, geur of stuifmeel een allergische reactie uitlokken. Anderen verzamelen door hun harige bladen veel stof. Ook de pot en de grond moet schoon worden gehouden om stofophoping en schimmelgroei te voor komen. Reinig potten, potgrond en bakken van planten ieder jaar en spoel wekelijks stof van stengels en bladeren van kamerplanten. Wees alert bij het samenstellen van (veld-) boeketten. Gebruik geen houten, rieten of gras onderzetters i.v.m. schimmelgroei Veel allergeen stuifmeel wordt verspreid door planten met onopvallende groenige aren, bloemetjes of trossen meeldraden zoals allerlei grassoorten, onkruiden en de bloesem van diverse bomen zoals de berk, cipres, els, hazelaar en plataan. In iets mindere mate geldt dit ook voor beuk (inclusief haagbeuk en hopbeuk), ceder, es, eik jeneverbes, liguster, tamme kastanje, thuja en taxus. Planten met allergenen die vermeden moeten worden; sterk allergenen planten zoals primula en ficus benjamini sterk geurende planten zoals het fresia, hyacint en citroengeranium harige bladeren zoals geranium of kaaps viooltjes planten met veel stuifmeel zoals bloeiende takken van berk of hazelaar 1.13 Binnenmilieu Het is van groot belang dat kinderen verblijven in ruimten met een gezond binnenmilieu. Een gezond binnenmilieu betekent dat de lucht schoon en fris is en weinig stofdeeltjes en micro-organismen bevat. Ook de temperatuur, de vochtigheid en de CO2 gehalte van de lucht mogen niet te laag of te hoog zijn. Een gezond binnenmilieu voorkomt dat kinderen onnodig ziek worden. Ventilatie Voldoende ventilatie is een voorwaarde voor een gezond binnenmilieu. Als een ruimte bedompt ruikt voor iemand die binnenkomt, is dat een indicatie dat de ventilatie onvoldoende is. Ventileren is het voortdurend verversen van lucht. Buitenlucht vervangt daarbij de binnen lucht die verontreinigd wordt door het continu vrijkomen van vocht, gassen, geurstoffen, micro-organismen en zwevende deeltjes microstof (vaak fijnstof genoemd). Ventilatie dient op de hoogste stand te draaien. Al onze ruimten hebben voldoende ventilatiemogelijkheden in de vorm van roosters, ramen en een ventilatiesysteem.

Luchten Luchten is het in korte tijd verversen van alle verontreinigde binnen lucht door het wijd openzetten van ramen of deuren. Afhankelijk van de windsnelheid is minder dan een kwartier luchten meestal al voldoende om de lucht in een ruimte te verversen. Luchten levert maar een kortdurende verbetering van het binnenmilieu. In de meeste gevallen is de temperatuur binnen tien minuten weer op peil. Luchten is geen vervanging voor ventilatie en luchten doen we liefst wanneer er geen of zo weinig mogelijk kinderen aanwezig zijn; bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen, spelen in de speelhal of tijdens het slapen. plaats een werkende CO2 meter, thermometer/ vochtmeter op de groepsruimte en slaapkamer De ruimtes elke dag controleren door middel van een CO2 meter. zorg voor voldoende en goede ventilatie zet de ventilatie de hele dag en nacht aan. creëer per dag meer ventilatiemogelijkheden door de raam open te zetten. Doe dit in iedere geval tijdens gebruikstijden met regelmaat. Probeer dagelijks minimaal 1uur te luchten, liefst 2 keer. Zorg dat er tijdens bewegingsspelletjes, het opvouwen van wasgoed, het opmaken van de bedden en tijdens het stofzuigen extra wordt gelucht. stel de temperatuur in de groepsruimten in op 20 C. In groepsruimten mag de temperatuur niet lager zijn dan 17 C en niet hoger dan 25 C. Bij hogere waarden extra luchten en bij lagere waarden verwarming op hogere stand zetten. stel de temperatuur in de slaapkamers in op 15 à 20 C. In slaapkamers mag de temperatuur niet lager zijn dan 15 C en niet hoger dan 22 C. Bij hogere waarden extra luchten en bij lagere waarden verwarming op hogere stand zetten. Voorkom temperatuurschommelingen van meer dan 5 C Wanneer de temperatuur binnen oploopt boven de 25 C, treedt het hitteprotocol in werking, zie hiervoor de hitteprotocol. Controleer de luchtvochtigheid: bij metingen van boven de 70%, extra luchten. Controleer regelmatig de CO2-gehalte in de groepsruimte en probeer het CO2-gehalte onder de 800 ppm te houden. Begin al te luchten bij 700 ppm. Bij een CO2 waarde onder de 800 ppm brandt er een groene lampje op de CO2 meter. Als de CO2 gehalte een waarde hoger dan 800 ppm bereikt, zal de het oranje lamp gaan branden. Bij waarden van boven de 1200 ppm zal het rode lampje aangaan. In beide gevallen onmiddellijk extra luchten. Ventilatieroosters behoren te allen tijde vrij gehouden te worden. De filters dienen regelmatig gereinigd c.q. vervangen te worden conform instructies. De ventilatie dient om de vier jaar opnieuw gemeten en ingesteld te worden. verwijder droogbloemen, knutselwerken en dergelijke na een maand als ze niet worden gereinigd of verwijder ze eerder wanneer ze zichtbaar stoffig zijn gebruik geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers) in ruimtes met kinderen kies lijm op waterbasis tijdens het knutselen Na verfwerkzaamheden wordt extra gelucht tot de verflucht verdwenen is gebruik geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn gebruik geen sterk geurende producten, kies ook reinigingsmiddelen met zo weinig mogelijk geur er worden geen wierookstokjes, kaarsen, waxine lichtjes, olie, gel enzovoort gebrand

2. Schoonmaak 2.1 Stoffering Voorwerpen van textiel zoals vloerkleden, gordijnen, matrassen, box kleden en gestoffeerd meubilair vormen een belangrijke bron van allergenen. Allergenen zijn vooral schadelijk voor kinderen die een allergie hebben. Maar ook gezonde kinderen kunnen door contact met allergenen allergieën ontwikkelen. Gezien de gezondheidsrisico s van verhoogde allergeengehalten, is het raadzaam om in kinderdagverblijven deze gehalten zo laag mogelijk te houden. Vooral baby s verblijven langdurig dichtbij allergeenbronnen. 2.2 Stoffigheid De inrichting van de ruimten moet het mogelijk maken ze gemakkelijk schoon te houden. Een goede keuze en opstelling van meubilair en een strak schoonmaakschema voorkomen het ontstaan van stofnesten. Werkzaamheden en activiteiten kunnen veel stof doen opwaaien. 2.3 Schoonmaken Schoonmaken is een activiteit waarbij zichtbaar en onzichtbaar materiaal (vuil) verwijderd wordt. Door efficiënt reinigen worden de meeste micro-organismen verwijderd. Door verwijdering van vuil haal je de voedingsbodem weg, zodat de kans op uitgroei van micro-organismen afneemt. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd. Om de hoeveelheid allergenen en huisstofmijten in textiel te reduceren, moet textiel regelmatig op min 40 C gewassen worden. Dit geldt niet alleen voor beddengoed maar ook voor bijvoorbeeld box kleden, verkleedkleren en knuffels. In een normale situatie is goed en regelmatig reinigen voldoende om besmettingsrisico s tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Er zijn op alle verpakkingen instructies aanwezig over het juiste gebruik van gevaarlijke schoonmaakmiddelen De frequentie waarmee gereinigd moet worden is afhankelijk van de snelheid en de mate van vervuiling van de verschillende ruimten. Wij hanteren op de Appelboom de volgende schoonmaak methoden: Stof afnemen met een vochtige doek Stof wissen van een gladde vloer met stofbindende doekjes Vegen Stofzuigen Vloerdweilen met een mop Hiervoor gebruiken wij de volgende schoonmaakmiddelen:

Allesreiniger Schuurmiddel glassex Afwasmiddel glorix Op de Appelboom wordt dagelijks schoongemaakt, liefst wanneer de kinderen afwezig zijn. De vloer en het meubilair van alledaagse gebruik, wordt dagelijks gereinigd. Hierbij hanteren we een schoonmaakschema. Ziektekiemen kunnen verspreid worden via handcontactpunten zoals kranen, lichtknopjes, deurkrukken en doorspoelknoppen. Het is daarom van belang dat er extra aandacht aan het reinigen van handcontactpunten wordt besteed. Hogere en verticale oppervlakken worden wekelijks schoon gemaakt. Verder hebben de groepsleiding een eigen schoonmaakschema voor de praktische en kleine dingen zoals speelgoed, knuffels e.d. Hierbij hanteren we afvinklijsten zodat er ook daadwerkelijk controle is dat de spullen ook schoongemaakt worden. Op de groep komt het wel eens voor dat er geen tijd is voor schoonmaakklussen. Op deze manier worden de klussen niet overgeslagen, maar verschoven naar een ander tijdstip. Verder geldt dat zichtbare verontreinigen direct verwijderd moeten worden. 2.4 Desinfecteren van materialen In situaties waarin een verhoogd risico op besmetting verwacht kan worden, kan desinfectie toegepast worden. Er is dan sprake van een zogenaamde medische indicatie. Desinfectie is nodig als; een oppervlak met bloed verontreinigd is (bijvoorbeeld uit bloedneus of wondjes) verontreiniging heeft plaatsgevonden door bloederige diarree; in bijzondere situaties (zoals bij een epidemie) op advies van de GGD Desinfectie is alleen afdoende, wanneer er eerst goed huishoudelijk gereinigd is. Wij volgen hiervoor de volgende stappen: Wij dragen wegwerphandschoenen bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd. Wij verwijderen gemorst bloed eerst met handschoenen aan, nemen het bloed op met een papieren tissue maken de ondergrond schoon met water en zeep spoelen het oppervlak schoon en droog na desinfecteren daarna met ruim alcohol 70% Laten het oppervlak na desinfectie aan de lucht drogen. Textiel en speelgoed worden machinaal gewassen bij min 40 graden Celsius. Serviesgoed en eventueel ander materiaal worden in de afwasmachine (60 graden) gewassen. Vaatdoekjes, handdoekjes worden dagelijks bij 60 graden gewassen. Bij zichtbare verontreiniging én elk dagdeel pakken wij een schone handdoek, vaatdoek. 2.5 Ongedierte Uitwerpselen van ongedierte worden direct opgeruimd

3. Hitte Tijdens een hittegolf of extreemwarm weer is het nemen van extra maatregelen van groot belang. Wanneer de temperatuur binnen oploopt boven de 25 C, treedt het hitteprotocol in. Kinderen zijn kwetsbaar voor hitte. Het lichaam van kinderen reageert anders dan het lichaam van volwassenen, waardoor zij meer kans op gezondheidsklachten hebben. Jonge kinderen zijn niet in staat om zelf preventieve maatregelen te nemen zoals extra drinken, het aantrekken van luchtige kleding, rustige spelletjes doen of de schaduw opzoeken. Bij een hittegolf of extreemwarm weer worden er extra maatregelen genomen naast het standaard protocol gezondheid, waarin de maatregelen omtrent onder andere ventileren in staan beschreven. De belangrijkste maatregelen hierbij zijn: Zorg ervoor dat de ventilatieroosters ten alle tijden open blijven staan (ook s nachts) In elke ruimte waar kinderen verblijven is een thermometer aanwezig Ramen waar veel zon op staat worden voorzien van zonnescherm of andere zonwerende materialen Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen niet te lang in de zon spelen Bij extreme hitte wordt de duur van het buitenspelen beperkt tot maximaal één uur per keer Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt er op toegezien dat zoveel mogelijk in de schaduw spelen, kinderen tussen de 0 4 jaar spelen niet buiten tussen 12.00 & 15.00 Tijdens een hittegolf of extreemwarm weer worden de volgende extra maatregelen genomen: Bied de kinderen vaak te drinken aan, bij voorkeur water. Het is belangrijk om te drinken vóórdat je dorst hebt. Houd daarom in de gaten of de kinderen voldoende drinken. Om de allerkleinsten genoeg te laten drinken kun je bijvoorbeeld extra water aan de melkproducten toevoegen. Laat jonge kinderen enkel in een rompertje, of ondergoed (met luier) onder een lakentje slapen. Plan geen intensieve bewegingsactiviteiten, pas het spel aan. Zoek daarbij de koelste plek op, in of rond het gebouw. Soms is het binnen prettiger te vertoeven dan buiten. Laat kinderen niet te lang in de zon spelen en smeer kinderen in met zonnebrandcrème. Zorg ook voor extra schaduw op het speelplein, met bijvoorbeeld schaduwdoeken of zonnezeilen en parasols. Zoek verkoeling met waterspelletjes en zwembadjes. Plaats deze in de schaduw en zorg dat er altijd toezicht is. Ververs het water iedere dag. Houdt ramen naar buiten toe zoveel mogelijk gesloten zolang de tempratuur onder de 25graden is met name als de tempratuur buiten heter is als binnen. Maak voldoende gebruik van verkoelende apparaten, ventilator. Beperk buitenspelen met name met zeer jonge kinderen, kies er voor om alleen in de ochtend en laat in de middag naar buiten te gaan. Met extreem warm weer ligt oververhitting/ zonnesteek van kinderen op de loer. Een kind dat oververhit is of een zonnesteek heeft toont de volgende symptomen; Veel zweet, het slachtoffer ziet bleek Hoofdpijn, duizeligheid, braken Spierkrampen Snelle oppervlakkige pols Ernstige vermoeidheid, slap voelen, soms flauwvallen Bij handelingen gaat kind duidelijk 'fouten' maken Heeft veel dorst

Wanneer een kind dergelijke symptomen toont handel dan als volgende; Leg het slachtoffer neer in een koele omgeving Laat het slachtoffer (niet te koud ) water drinken Laat het slachtoffer rusten en geen inspanningen doen Spons het voorhoofd, hoofd en nek van slachtoffer af met water, indien mogelijk kun je op deze plaatsen natte koude doeken leggen. Indien mogelijk plaats het slachtoffer onder de lauwe douche Richt indien mogelijk ventilator op slachtoffer Waarschuw een arts en overleg Direct 1-1-2 (laten) bellen als toestand niet snel verbetert of levensbedreigend wordt.