ECLI:NL:GHARN:2012:BY7730

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:RBARN:2012:BV9434

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:GHAMS:2016:4450

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHARL:2016:1008

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBGEL:2013:1486

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHARL:2014:2223

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBGEL:2014:2187

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:

ECLI:NL:RBOVE:2017:1209

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:RBMNE:2017:469

ECLI:NL:RBROT:2012:BX0121

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:GHARL:2014:9416

ECLI:NL:GHARN:2010:BO2994

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

Het ten laste gelegde artikel 250 ter Wetboek van Strafrecht (oud)

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

Transcriptie:

ECLI:NL:GHARN:2012:BY7730 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-12-2012 Datum publicatie 03-01-2013 Zaaknummer 21-001445-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste aanleg: ECLI:NL:RBARN:2012:BV9434, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Strafrecht Hoger beroep Veroordeling terzak 2x mensenhandel, witwassen, valheid in geschrift en uitkeringsfraude tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Sector strafrecht Parketnummer: 21-001445-12 Uitspraak d.d.: 14 december 2012 TEGENSPRAAK Promis Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van 21 maart 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-900995-10 en 05-701309-11, tegen {verdachte} Het hoger beroep De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 november 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr N. van Schaik, naar voren is gebracht. Het vonnis waarvan beroep Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen. De tenlastelegging Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanlegtenlastegelegd dat: Zaak met parketnummer 05-900995-10: 1: hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2009 te Millingen aan de Rijn en/of te Nijmegen en/of elders, in elk geval (telkens) in Nederland en/of te Elten, in elk geval (telkens) in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen een ander, te weten, [aangeefster 1] door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 1], en/of (telkens) met één of meerdere van de onder 1 van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die [aangeefster 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten dan welde onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of die [aangeefster 1] heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd, met het oogmerk die [aangeefster 1] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling en/of (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [aangeefster 1], en/of (telkens) met één of meerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [aangeefster 1] heeft bewogen hem, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (één of meermalen) -tegen die [aangeefster 1] gezegd dat er veel geld te verdienen was in de prostitutie en/of -een (seks)advertentie over die [aangeefster 1] op internet gezet ([website]) en/of (een) (naakt)foto('s) van die [aangeefster 1] gemaakt en/of deze (naakt)foto('s) bij de advertentie gezet

en/of -die [aangeefster 1] gehuisvest en/of klanten bij hen thuis laten ontvangen en/of -die [aangeefster 1] naar klanten gebracht en/of -die [aangeefster 1] naar een (seks)club ([naam club]) in Duitsland gebracht en/of laten brengen en/of over de grens gebracht en/of laten brengen en/of medegenomen en/of laten medenemen, om als prostituee te gaan werken in voornoemde club, (terwijl zij geen Duits sprak) en/of -gecontroleerd hoeveel klanten die [aangeefster 1] had en/of de werktijden van die [aangeefster 1] bepaald en/of de telefoon van die [aangeefster 1] gecontroleerd -het door [aangeefster 1] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend) voor zijn eigen gebruik en/of van dit geld een grote hoeveelheid goederen gekocht - onder meer een motor en/of speakers - en/of -tegen die [aangeefster 1] gezegd dat als ze niet zou gaan werken ze een probleem zou hebben en/of -tegen die [aangeefster 1] gezegd dat hij aan de dochter van die [aangeefster 1] zou vertellen dat ze de hoer speelde als die [aangeefster 1] niet door zou gaan met werken en/of -die [aangeefster 1] mishandeld door die [aangeefster 1] te slaan en/of te schoppen tegen het lichaam en/of aan de haren te trekken en/of bij de keel te pakken en/of de keel dicht te drukken en/of tegen een muur te duwen en/of drukken en/of van een trap en/of op de grond te gooien en/of in het lichaam te knijpen en/of -die [aangeefster 1] bedreigd door die [aangeefster 1] een mes te tonen en/of een mes langs haar keel te halen en/of tegen haar keel te zetten en/of te zeggen dat hij haar gaat afmaken / vermoorden / verminken en/of dat hij haar in stukjes gaat snijden en/of dat hij haar hondje pijn ging doen en/of -de deur van de woning van die [aangeefster 1] ingetrapt en/of -die [aangeefster 1] tegen haar wil seks met hem, verdachte, laten hebben en/of -de telefoon van die [aangeefster 1] afgenomen en/of die [aangeefster 1] meerdere dagen opgesloten op een (slaap)kamer en/of de laptop van die [aangeefster 1] afgenomen en/of -een geldbedrag van 16.000 euro, althans een groot geldbedrag van de rekening van die [aangeefster 1] gehaald en/of de bankpas van die [aangeefster 1] afgenomen en/of in beheer gehouden -de brommobiel van die [aangeefster 1] verkocht en/of die [aangeefster 1] gedwongen haar brommobiel te verkopen en/of -die [aangeefster 1] gedwongen meerdere telefoonabonnementen af te sluiten en/of gedwongen de rekening te betalen; door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en zijn mededaders heeft kunnen bieden; EN/OF hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2009 te Millingen aan de Rijn, althans (telkens) in Nederland (telkens) opzettelijk mishandelend [aangeefster 1] meerdere malen, althans eenmaal met kracht -tegen het lichaam heeft geslagen en/of geschopt en/of -aan haar haren heeft getrokken en/of -bij de keel heeft gepakt en/of de keel heeft dichtgeknepen en/of -tegen het lichaam heeft geduwd en/of gedrukt en/of -van een trap en/of op de grond heeft gegooid en/of -in het lichaam heeft geknepen waardoor (telkens) deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

2: hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2009 te Millingen aan de Rijn, althans in Nederland (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de vagina en/of de anus van die [aangeefster 1] gebracht en/of bewogen en/of geduwd en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte -die [aangeefster 1] met kracht bij de keel heeft gepakt en/of de keel heeft dichtgeknepen en/of -die [aangeefster 1] met zijn armen (klem)vast heeft gehouden en/of die [aangeefster 1] heeft vastgebonden (met linten) en/of -die [aangeefster 1] heeft meegesleurd en/of -die [aangeefster 1] heeft geslagen over haar hele lichaam en/of (aldus) voor die [aangeefster 1] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; 3: hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2007 te Millingen aan de Rijn en/of te Nijmegen en/of elders, in elk geval (telkens) in Nederland en/of te Elten, in elk geval (telkens) in Duitsland, een ander, te weten, [betrokkene 2] - door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [betrokkene 2], en/of - (telkens) met één of meerdere van de onder 1 van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die [betrokkene 2] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten dan welde onder 1 van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [betrokkene 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of - die [betrokkene 2] heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd, met het oogmerk die [betrokkene 2] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [betrokkene 2], en/of - (telkens) met één of meerdere van de onder 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [betrokkene 2] heeft bewogen hem, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde, immers heeft verdachte (één of meermalen) -gedreigd openbaar te maken dat zij een valse aangifte had gedaan en/of andere bedreigingen geuit in de richting van die [betrokkene 2] en/of haar familie en/of -tegen die [betrokkene 2] gezegd dat ze in de prostitutie moest gaan werken en/of -een (seks)advertentie over die [betrokkene 2] op internet gezet ([website]) en/of (een) (naakt)foto('s) van

die [betrokkene 2] gemaakt en/of deze (naakt)foto('s) bij de advertentie gezet en/of (naakt)foto's van die [betrokkene 2] verspreid en/of -die [betrokkene 2] naar klanten gebracht en/of -die [betrokkene 2] naar een (seks)club ([naam club]) in Duitsland gebracht en/of laten brengen en/of over de grens gebracht en/of laten brengen en/of medegenomen en/of laten medenemen, om als prostituee te gaan werken in voornoemde club en/of -het door [betrokkene 2] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend) voor zijn eigen gebruik en/of door welke feiten en omstandigheden voor die [betrokkene 2] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en zijn mededaders heeft kunnen bieden; 4: hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 te Millingen aan de Rijn en/of te Bemmel, in elk geval (telkens) in Nederland (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 3], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de vagina en/of de anus en/of de mond van die [aangeefster 3] gebracht en/of zijn vingers en/of handen en/of een elektrische tandenborstel in de vagina van die [aangeefster 3] gebracht en/of geduwd en/of bewogen en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte -die [aangeefster 3] met kracht bij de keel heeft gepakt en/of de keel heeft dichtgeknepen en/of -de rolluiken heeft dichtgedaan en/of de afstandsbediening van die rolluiken in zijn zak heeft gedaan (zodat die [aangeefster 3] niet wegkon) en/of -die [aangeefster 3] heeft vastgehouden bij haar armen en/of haar armen op de rug heeft gedraaid en/of die [aangeefster 3] aan haar haren heeft vastgehouden en/of -die [aangeefster 3] heeft geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam en/of -die [aangeefster 3] gedurende hun relatie meerdere malen en/of langdurig heeft mishandeld en/of (aldus) voor die [aangeefster 3] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; EN/OF hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005, te Millingen aan de Rijn en/of te Bemmel, in elk geval (telkens) in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend [aangeefster 3] meerdere malen, althans eenmaal met kracht -tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of -tegen het lichaam heeft getrapt waardoor (telkens) deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 5: hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 mei 2000 te Harderwijk en/of te Millingen aan de Rijn, in elk geval (telkens) in Nederland een ander, te weten [aangeefster 4] door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding tot prostitutie heeft gebracht, dan wel onder voornoemde omstandigheden enige

handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander daardoor in de prostitutie belandt immers heeft hij verdachte, meermalen, althans eenmaal -die [aangeefster 4] gedwongen, althans bewogen, zijn, verdachtes, auto te kopen en/of daartoe een aflossingsregeling met die [aangeefster 4] afgesproken van een (wekelijks) bedrag (van 675 en/of 875 gulden) en/of -die [aangeefster 4] gedwongen, althans bewogen (grote) geldbedragen aan hem verdachte af te betalen - onder meer geld van de rekening van de zoon van die [aangeefster 4] en/of een doorlopend krediet op naam van die [aangeefster 4] en/of -tegen die [aangeefster 4] gezegd dat ze in de prostitutie moest gaan werken indien ze de aflossingsbedragen niet kon voldoen en/of gezegd dat ze een (seks)advertentie moest plaatsen en/of een (seks)advertentie voor die [aangeefster 4] opgesteld en/of -tegen die [aangeefster 4] gezegd dat deze aflossingsbedragen ook dienden als beschermingsgelden en/of -gecontroleerd hoeveel klanten die [aangeefster 4] had en/of hoeveel geld ze daarmee verdiende en/of de werktijden van die [aangeefster 4] als prostituee bepaald en/of -het door [aangeefster 4] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn eigen gebruik en/of die [aangeefster 4] gedwongen goederen van hem te kopen en/of auto's op haar naam te zetten en/of -die [aangeefster 4] tegen haar wil seks met hem, verdachte, laten hebben en/of -die [aangeefster 4] bedreigd met de woorden " ik zet jou en je kind een pistool op het hoofd en schiet je/jullie dood" en/of "ik doe je familie wat aan" en/of -die [aangeefster 4] gedreigd haar familie te vertellen wat voor werk zij deed en/of -die [aangeefster 4] constant gecontroleerd en/of tegen die [aangeefster 4] gezegd dat hij iemand voor haar deur had staan die haar in de gaten hield en/of die [aangeefster 4] 's nachts gebeld en/of briefjes door de brievenbus gedaan wanneer [aangeefster 4] niet thuis was en/of -tegen die [aangeefster 4] gezegd dat hij een groot geldbedrag moest betalen omdat hij anders zijn kind niet meer mocht zien en/of -die [aangeefster 4] gedwongen, althans bewogen geld te verduisteren bij haar toenmalige werkgever [naam werkgever], door tegen die [aangeefster 4] te zeggen dat ze geld naar zijn rekening over moest maken en/of die [aangeefster 4] te bedreigen dat als ze dit niet zou doen, hij een pistool op het hoofd van haar kind zetten en haar familie. door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 4] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en zijn mededaders heeft kunnen bieden; 6: hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 mei 2000 te Harderwijk en/of te Millingen aan de Rijn, in elk geval (telkens) in Nederland (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 4], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de vagina en/of de mond van die [aangeefster 4] gebracht en/of bewogen en/of geduwd en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte -die [aangeefster 4] met kracht bij de keel heeft gepakt en/of de keel heeft dichtgeknepen en/of -die [aangeefster 4] met zijn armen en/of zijn benen vast heeft gehouden en/of in bedwang heeft gehouden en/of (aldus) voor die [aangeefster 4] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;

7: hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 31 december 2009 te Millingen aan de Rijn, althans (telkens) in Nederland (telkens) van een voorwerp, te weten grote hoeveelheden chartaal geld, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten voornoemde grote hoeveelheden chartaal geld, was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemde grote hoeveelheden chartaal geld, voorhanden had, terwijl hij, verdachte wist, althans redelijkerwijs had (moeten vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf en/of (telkens) een voorwerp, te weten grote hoeveelheden chartaal geld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemde grote hoeveelheden chartaal geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte wist, althans rederlijkerwijs had moeten vermoeden dat voornoemde grote hoeveelheden chartaal geld - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf; immers heeft verdachte (met voornoemde wetenschap) -(telkens) grote geldbedragen en/of goederen verworven en/of omgezet en/of vervoerd en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad; Zaak met parketnummer 05-701309-11 (gevoegd): 1: hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks 27 januari 2005 tot en met 31 januari 2011 te Millingen aan de Rijn, in elk geval (telkens) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een geschrift, (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - te weten (telkens) een inkomstenformulier van de gemeente Millingen aan de Rijn ten behoeve van een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand, waarop opgave moest worden gedaan van (onder meer) wijzigingen in zijn, verdachtes, woonsituatie en/of gezinssamenstelling en/of inkomsten uit arbeid en/of andere inkomsten en/of andere zaken die van belang zijn voor de verlening van bijstand of de voortzetting van verleende bijstand - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk op een of meer van voornoemde formulier(en) niet ingevuld en/of vermeld dat hij, verdachte, - in de periode van 1 september 2005 tot en met 6 februari 2007 en/of 12 mei 2007 tot en met 31 maart 2009, een gezamenlijke huishouding zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 van de Wet Werk en Bijstand, heeft gevoerd met mevrouw [aangeefster 1] en/of - in de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2009 inkomsten heeft genoten uit prostitutiewerkzaamheden van een of meer vrouwen en/of - in de periode 2 december 2009 tot en met 20 januari 2010 meerdere geldbedragen heeft ontvangen van mevrouw [getuige 2] en/of - in de periode van 16 december 2009 tot en met 24 augustus 2010 inkomsten heeft genoten uit pensioenfondsen en/of - in de periode van 19 mei 2006 tot en met 6 augustus 2010 meerdere geldbedragen heeft ontvangen van de Belastingdienst en/of - in de periode van 27 januari 2005 tot en met 31 januari 2011 meerdere voertuigen op zijn, verdachtes, naam heeft gesteld en/of in bezit heeft gehad en/of (telkens) die/dat formulier(en) ondertekend, (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; 2:

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks 27 januari 2005 tot en met 31 januari 2011 te Millingen aan de Rijn, in elk geval (telkens) in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand, (telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte (telkens) wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij verdachte (telkens) opzettelijk in strijd met eerder genoemde verplichting verzwegen dat hij verdachte, - in de periode van 1 september 2005 tot en met 6 februari 2007 en/of 12 mei 2007 tot en met 31 maart 2009, een gezamenlijke huishouding zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 van de Wet Werk en Bijstand, heeft gevoerd met mevrouw [aangeefster 1] en/of - in de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2009 inkomsten heeft genoten uit prostitutiewerkzaamheden van een of meer vrouwen en/of - in de periode 2 december 2009 tot en met 20 januari 2010 meerdere geldbedragen heeft ontvangen van mevrouw [getuige 2] en/of - in de periode van 16 december 2009 tot en met 24 augustus 2010 inkomsten heeft genoten uit pensioenfondsen en/of - in de periode van 19 mei 2006 tot en met 6 augustus 2010 meerdere geldbedragen heeft ontvangen van de Belastingdienst en/of - in de periode van 27 januari 2005 tot en met 31 januari 2011 meerdere voertuigen op zijn, verdachtes, naam heeft gesteld en/of in bezit heeft gehad; Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van het onder parketnummer 05/900955-10 onder 4 en 5 ten laste gelegde De raadsman heeft in eerste aanleg -kort gezegd- bepleit dat het openbaar ministerie nietontvankelijk verklaard dient te worden wegens verjaring van de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de vordering inbewaringstelling van 3 februari 2011 als eerste daad van vervolging dient te gelden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het recht op vervolging ten aanzien van de onder 4 ten laste gelegde verkrachting is vervallen voor wat betreft de periode vóór 3 februari 2005 en in zoverre is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van feit 5 geldt dat voor wat betreft de periode vóór 3 februari 1999. In hoger beroep heeft de raadsman te kennen gegeven dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitgesproken partiële niet-ontvankelijkheden van het openbaar ministerie zoals hiervoor omschreven. De advocaat-generaal heeft gesteld dat de vordering doorzoeking van 24 januari 2011 als eerste daad van vervolging dient te gelden, waardoor ten aanzien van de onder 4 ten laste gelegde mishandeling het recht op strafvervolging is vervallen voor wat betreft de periode vóór 24 januari 2005. Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde geldt dat voor wat betreft de periode vóór 24 januari 1999. Het hof oordeelt overeenkomstig het standpunt van de advocaat-generaal en zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van het onder parketnummer 05/900955-10 onder 4 ten laste in de periode van 1 januari 2001 tot 24 januari 2005 en van het onder 5 ten laste gelegde in de periode van 1 januari 1998 tot 24 januari 1999.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van het onder parketnummer 05/701309-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde De raadsman heeft de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit ten aanzien van het onder parketnummer 05/701309-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde, nu gehandeld is in strijd met artikel 244, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Er is immers op 18 februari 2011 een gerechtelijk vooronderzoek geopend, waaraan op 4 april 2011 uitvoering is gegeven, terwijl pas op 27 september 2011 de dagvaarding met onderhavig parketnummer is uitgebracht. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot ontvankelijkheid van het openbaar ministerie met overneming van de motivering van de officier van justitie en de rechtbank. Het hof neemt het oordeel en de motivering daarvan van de rechtbank over, namelijk dat niet geconcludeerd kan worden dat het gerechtelijk vooronderzoek mede betrekking had op de feiten genoemd onder parketnummer 05/701309-11. Voor wat die feiten betreft was artikel 244 Sv is dan ook niet van toepassing. Algemene overwegingen met betrekking tot de bewijsvragen In onderhavige zaak hebben drie vrouwen tegen de verdachte aangifte gedaan en één vrouw heeft over de verdachte verklaard in verband met de verdenking van mensenhandel. De drie vrouwen die aangifte tegen de verdachte hebben gedaan, hebben langere tijd een relatie met hem gehad. Binnen die relatie zou verdachte hen gedwongen hebben tot prostitutie ([aangeefster 4] en [aangeefster 1]), mishandeld hebben ([aangeefster 3] en [aangeefster 1]) en verkracht hebben ([aangeefster 4], [aangeefster 3] en [aangeefster 1]). Verdachte heeft de feiten grotendeels ontkend. Bij de vraag of tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten (ten aanzien waarvan het vervolgingsrecht nog bestaat) kan worden gekomen, is niet toereikend de eventuele constatering dat aangeefsters geloofwaardiger overkomen dan de verdachte. Het hof kan pas tot een bewezenverklaring komen in het geval het hof overtuigd is van de schuld van de verdachte. Voor die overtuiging is in algemene zin belangrijk dat de afgelegde verklaringen als het gaat om de essentiële onderdelen van de tenlastelegging steun vinden in ander bewijsmateriaal. Het hof is er nog steeds in algemene zin - namelijk mee bekend dat ook in geval getuigen oprecht overkomen, een authentieke indruk maken (bijvoorbeeld door het tonen van emoties), gedetailleerd verklaren en daardoor geloofwaardig lijken, zij toch niet altijd overeenkomstig de waarheid verklaren. Tot de essentiële onderdelen van de tenlastelegging behoort niet alleen de kern van het verwijt, maar ook de onderdelen die de op te leggen straf aanzienlijk kunnen verhogen. Voorts overweegt het hof dat verklaringen (van zowel de verdachte als getuigen) op onderdelen waar kunnen zijn en op andere onderdelen niet. Uit het feit dat een verklaring op niet-essentiële onderdelen waar is, volgt dus niet zonder meer dat die verklaring op andere, wel essentiële onderdelen ook waar is. Het omgekeerde geldt ook, namelijk als is gebleken dat een verklaring op niet-essentiële onderdelen onwaar is, hoeft dat niet te betekenen dat die verklaring op andere, wel essentiële onderdelen ook onwaar is. Zoals uit het onderstaande blijkt, zal het hof de verdachte van een groot aantal feiten vrijspreken, met name omdat essentiële onderdelen van verklaringen geen steun vinden in ander bewijsmateriaal dan de verklaringen van één van de aangeefsters/getuige.

Gedeeltelijke vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde ([aangeefster 1]) Mensenhandel Met de rechtbank is het hof van oordeel dat niet bewezen kan worden geacht dat verdachte - nadat [aangeefster 1] haar werkzaamheden in [naam club] had beëindigd [aangeefster 1] nog verder door prostitutiewerkzaamheden of op andere wijze heeft uitgebuit. De verklaringen van [aangeefster 1] vinden onvoldoende steun in ander bewijsmateriaal. Van die onderdelen zal het hof de verdachte vrijspreken. Mishandelingen Voorts acht het hof de ten laste gelegde mishandeling gedeeltelijk niet bewezen. Ten aanzien van het slaan van [aangeefster 1] in 2005 en 2006 is voldoende ondersteuning te vinden in ander bewijsmateriaal. Dat geldt niet voor de andere vormen van mishandeling waarover [aangeefster 1] heeft verklaard. Vrijspraak van het onder 2, 4 en 6 ten laste gelegde (verkrachtingen) en de onder 4 ten laste gelegde mishandeling Drie vrouwen met wie de verdachte een relatie heeft gehad verklaren dat verdachte hen gedurende die relatie heeft verkracht. Verdachte zou [aangeefster 4] in de periode 1998 tot en met 2000 verkracht hebben, [aangeefster 3] in de periode tussen 2001 en 2005 en [aangeefster 1] in de periode tussen 2005 en 2009. Deze vrouwen hebben daarvan in 2010 aangifte tegen de verdachte gedaan. [aangeefster 4] en [aangeefster 1] hebben tijdens hun relatie niet met anderen gesproken over seks tegen hun wil. [aangeefster 1] is bij de huisarts geweest en heeft gesproken over huiselijk geweld, maar niet over gedwongen seks. [aangeefster 3] zou wel met een vriend hebben gesproken over seks met verdachte tegen haar wil, maar weer niet bij de huisarts aan wie ze wel vertelde dat verdachte gewelddadig was. Uit de medische gegevens die zijn opgevraagd bij de huisarts blijkt dat [aangeefster 3] reeds voor de relatie met de verdachte een problematische relatie heeft gehad. Zo heeft zij in juli 1998 aan de huisarts verteld dat zij binnen haar toenmalige huwelijk is verkracht en dat haar toenmalige echtgenoot geprobeerd heeft haar te wurgen. In februari 1999 zou zij door een onbekende man zijn verkracht. Vanaf 2001 (dus vanaf het moment dat zij een relatie had met de verdachte) heeft zij de huisarts verteld over mishandelingen, maar niet over verkrachtingen door verdachte. De advocaat-generaal heeft betoogd dat de verklaringen van de aangeefsters als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt gelet op opvallende overeenkomsten, de opvallende details en de gevolgen voor de vrouwen (namelijk het ondergaan van de behandeling voor hun psychische problematiek). Ten aanzien van de overeenkomsten en bijzonderheden overweegt het hof dat deze niet of lang niet allemaal betrekking hebben op de onvrijwilligheid van de seks (de kern van het verwijt) en dat het mogelijk is dat verklaringen op onderdelen juist zijn en op andere onderdelen niet. Ten aanzien van het ondergaan van de behandelingen is van belang dat het personen betreft met al langer bestaande psychische problematiek die zijn oorsprong niet alleen vindt in de vervelende ervaringen die betrokkenen met verdachte zouden hebben gehad. Het feit dat aangeefsters behandeld worden of werden voor hun psychische problematiek kan dus niet worden gezien als steunbewijs. Aangeefsters hebben pas geruime tijd na hun relatie met verdachte aangifte gedaan van verkrachting. Voor alle drie de aangeefsters geldt dat zij (anders dan door de beweerde verkrachtingen) zeer vervelende ervaringen met de verdachte hebben gehad, waardoor (ook daarom) niet bij voorbaat kan worden uitgesloten dat zij negatiever over de verdachte verklaren dan de werkelijkheid rechtvaardigt. Het hof is van oordeel dat - nu de aangiftes op het gebied van de onvrijwilligheid van de seks niet of

nauwelijks ondersteund worden door ander bewijsmateriaal -verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 2, 4 en 6. Het hof zal verder -overeenkomstig het standpunt van de raadsman en de advocaat-generaalverdachte vrijspreken van de onder 4 ten laste gelegde mishandeling van [aangeefster 3], omdat het hof dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. Vrijspraak van het onder 3 onder gedachtestreepjes 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde Uit het dossier blijkt het volgende. [betrokkene 2] heeft geen aangifte tegen de verdachte gedaan. Wel heeft zij bij de politie en de rechter-commissaris verklaringen afgelegd. Tijdens haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat zij op een gegeven moment in Millingen aan de Rijn is gaan wonen. Het huis dat zij had, heeft ze samen met haar vader opgeknapt. Ze werkte als opticien en ze had alles wat ze wilde hebben. Zij heeft via [aangeefster 1] verdachte leren kennen. Zij heeft nooit een relatie met hem gehad. Door verdachte is ze gedwongen om in de prostitutie te gaan werken. Zij vindt het moeilijk om uit te leggen waaruit de dwang bestond. Op een gegeven moment zou verdachte haar spullen hebben weggenomen en gezegd hebben dat ze moest doen alsof er een inbraak bij haar was gepleegd. Zij heeft dat meegespeeld. Daarna zou verdachte hebben gezegd dat, als zij niet in de prostitutie zou gaan werken, hij aan de politie en haar familie zou vertellen van de nepaangifte ter zake van inbraak. Zij denkt dat het werken in de prostitutie een aantal maanden heeft geduurd. Verdachte heeft gezegd wat zij moest doen in de prostitutie, hij plaatste advertenties en hij maakte foto s en trad op als chauffeur. [betrokkene 2] werd op een plaats afgezet en verdachte bleef wachten. Als ze terugkwam, overhandigde ze het verdiende geld aan verdachte. Zij kreeg zelf wel iets terug van het geld. Toen zij in [naam club] werkte, ging ze er altijd met haar eigen auto heen. Soms ging [aangeefster 1] met haar mee. Al haar verdiensten heeft ze toen moeten afstaan aan de verdachte. Op 5 augustus 2010 heeft [betrokkene 2] verbalisanten verteld dat zij het prostitutiewerk samen met [aangeefster 1] deed, eerst als escort en later in een club in Duitsland. De moeder van [betrokkene 2] is op 1 november 2010 door de politie gehoord. Zij heeft verklaard dat haar dochter kampt met psychische problemen. Nadat de moeder er voor gezorgd had dat [aangeefster 1] niet meer ingeschreven stond op het adres van [betrokkene 2] ontving de familie foto s van [betrokkene 2]. Op de foto s stond [betrokkene 2] in netkousen. [betrokkene 2] heeft haar toen verteld dat ze van verdachte haar lijf heeft moeten verkopen. [aangeefster 1], die wel aangifte tegen de verdachte heeft gedaan, heeft op 27 mei 2010 bij de politie verklaard na de vraag van wie kwam het idee om jou in de prostitutie te laten werken dat [betrokkene 2] over het geld begon. [betrokkene 2] had geldproblemen. Verdachte had haar en [betrokkene 2] op internet gezet. De eerste keer ging [betrokkene 2] alleen naar een klant. [aangeefster 1] bleef in de auto zitten en verdachte stond op de hoek. [betrokkene 2] gaf het geld van de klant aan verdachte. Op 10 juni 2010 heeft [aangeefster 1] verklaard dat haar werknaam bedacht was door verdachte en [betrokkene 2], en dat [betrokkene 2] voor de condooms en kleding zorgde. Ze zijn gestopt met de escort omdat er een mailtje binnenkwam waarin gedreigd werd te openbaren dat [aangeefster 1] als hoer werkte. Verdachte zou problemen krijgen met zijn uitkering als dit bekend werd [aangeefster 1], die bij het UWV liep, werd zelf bij het UWV opgeroepen omdat men daar had gehoord dat zij in de escort werkte. Op de vraag hoe [aangeefster 1] in [naam club] terecht is gekomen, heeft ze verklaard dat [betrokkene 2] haar vertelde dat ze in een club in Duitsland werkte omdat ze geld nodig ha[aangeefster 1] is daar toen ook gaan werken, omdat ze moest van de verdachte.

Zij denkt dat de afspraken met de club door [betrokkene 2] zijn gemaakt. [betrokkene 2] verzorgde de kleding. Dat deed [betrokkene 2] ook voor de andere vrouwen. Zij verkocht die kleding ook aan die vrouwen. Toen [aangeefster 1] werd gevraagd naar de rol van [betrokkene 2] verklaarde ze dat het voor [betrokkene 2] normaal was omdat ze geld wilde hebben of nodig had. Volgens [aangeefster 1] deed [betrokkene 2] het vrijwillig. [betrokkene 2] ondersteunde haar. Op 16 september 2010 heeft [aangeefster 1] verklaard dat verdachte geen relatie onderhield met de eigenaren van [naam club]. [betrokkene 2] had de contacten. Het geld dat [aangeefster 1] ontving, moest zij afstaan aan verdachte. Zij weet niet hoe dat ging met het geld van [betrokkene 2]. In de ogen van [aangeefster 1] vond [betrokkene 2] het niet erg om mannen te ontvangen. [betrokkene 2] was hier positief over en zij had de club zelf ontdekt. [betrokkene 2] liep anders dan [aangeefster 1] juist op de mannen af; als ze er maar geld voor kreeg. [betrokkene 2] kocht op e-bay kleding en verkocht dat weer op de club. Verdachte heeft op 2 februari 2011 verklaard dat hij met [betrokkene 2] en [aangeefster 1] de advertenties op [website] heeft geplaatst. [aangeefster 1] wilde in de prostitutie gaan werken door [betrokkene 2]. [betrokkene 2] had namelijk gezegd dat je er gemakkelijk geld mee kon verdienen. Op 1 oktober 2010 is [getuige3], eigenaar van [naam club], gehoord. Hij verklaarde over [betrokkene 2] dat ze hem verzocht had foto s van haar op internet te plaatsen. De foto s waren in de discotheek en in de sm-kamer gemaakt. [betrokkene 2] heeft er gewerkt, maar niet lang. [betrokkene 2] zei op een gegeven moment dat ze gestopt was omdat haar vader en moeder er achter waren gekomen. Oordeel hof Ten aanzien van de gedachtestreepjes 1, 2, 4 en 5 geldt dat sprake moet zijn van een verband tussen enerzijds door de verdachte (of een ander) uitgeoefende dwang, geweld, feitelijkheden, dreiging met geweld of feitelijkheden, fraude, afpersing, misleiding, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie en anderzijds het verrichten van arbeid door [betrokkene 2], de bevoordeling uit de opbrengst van [betrokkene 2] etc. [betrokkene 2] heeft verklaard dat zij door verdachte tot prostitutie gedwongen werd, omdat hij anders aan de politie of familie zou doorgeven dat [betrokkene 2] een nepaangifte had gedaan van een inbraak in haar woning. Als er van uit kan worden gegaan dat dit waar is, zou sprake zijn van bedreiging met een feitelijkheid. Hoewel voldoende vaststaat dat de inbraak inderdaad in scene is gezet (verdachte heeft hier, zoals hij zelf heeft verklaard, ook een aandeel in gehad), is voor het hof onvoldoende vast komen te staan dat verdachte zijn kennis over die nepaangifte heeft gebruikt om [betrokkene 2] te bewegen de prostitutie in te gaan, haar prostitutiewerkzaamheden te continueren of het door haar verdiende geld aan hem af te staan. Behalve door de moeder van [betrokkene 2] (die het niet zelf heeft waargenomen, maar het van [betrokkene 2] heeft gehoord) is er niemand die de verklaringen van [betrokkene 2] op dit punt bevestigt. Daarbij komt dat als het werkelijk zo is geweest als [betrokkene 2] heeft verklaard het voor de hand had gelegen dat [aangeefster 1] de verklaringen van [betrokkene 2] op dit onderdeel zou hebben kunnen bevestigen. [aangeefster 1] was namelijk destijds de partner van de verdachte en heeft samen met [betrokkene 2] zowel als escort als in [naam club] - in de prostitutie gewerkt, terwijl [aangeefster 1] - op het moment dat zij verklaringen aflegde bij de politie - geen enkele reden meer had om in het voordeel van de verdachte over bepaalde punten niet te verklaren.

Nu aldus niet is komen vast te staan dat verdachte een middel heeft gebruikt zoals onder de gedachtestreepjes 1, 2, 4 en 5 is ten laste gelegd (of dat anderszins is vast komen te staan dat [betrokkene 2] in een uitbuitingssituatie verkeerde), dient verdachte van die onderdelen te worden vrijgesproken. Vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde: [aangeefster 4] Uit het dossier blijkt het volgende. [aangeefster 4] heeft in 2010 verklaard dat zij in 1998 een seksuele relatie kreeg met de verdachte. Op een gegeven moment kocht zij een auto ter waarde van 6000 gulden van de verdachte. Zij kon de auto niet in één keer betalen en ze zou het restant per week met een bedrag van 675 gulden aflossen. Omdat dat niet lukte, moest zij van verdachte een advertentie plaatsen waarin zij aanbood mannen te ontvangen voor seks. Nadat zij had geadverteerd, ontving zij mannen. Toen ze de auto had afgelost, wilde verdachte niettemin 675 gulden per week blijven ontvangen voor de bescherming die hij bood. Op die manier werd [aangeefster 4] gedwongen tot doorwerken in de prostitutie. Ook had verdachte gezegd dat hij 12.500 gulden nodig had, omdat hij anders zijn kind niet meer mocht zien. Verder bedreigde hij aangeefster door te zeggen dat hij een pistool op haar hoofd of op dat van haar kind zou zetten. Aangeefster moest allerlei spullen van de verdachte kopen: zijn hele interieur en sieraden. Om verdachte te kunnen betalen, heeft ze uiteindelijk fraude gepleegd bij haar werkgever. In mei 2000 merkte haar werkgever dat ze had gefraudeerd. [getuige 5] heeft verklaard dat zij veel met [aangeefster 4] omging, toen [aangeefster 4] verdachte leerde kennen. [getuige 5] had het idee dat [aangeefster 4] behoorlijk verliefd was geworden. [aangeefster 4] begon zich op een gegeven moment anders te kleden: hoge hakken en sexier kleding. Zij zag dat [aangeefster 4] meer zelfvertrouwen kreeg. Later hoorde ze van [aangeefster 4] dat ze de hoer moest spelen. [getuige 5] kon niet geloven dat [aangeefster 4] zich zo liet beïnvloeden. [aangeefster 4] begon zichzelf mooier en vrouwelijker te vinden. Mannen draaiden zich om als [aangeefster 4] voorbij liep. Naar buiten toe was [aangeefster 4] een zelfstandige vrouw, maar van binnen was ze onzeker. [getuige 5] keek tegen [aangeefster 4] op. [aangeefster 4] had twee banen en liet zich de kaas niet van het brood eten, althans zo leek het. Zij weet verder dat [aangeefster 4] escortadvertenties ging zetten. In het begin zei [aangeefster 4] dat ze het leuk en interessant vond en ze verdiende er goed geld mee. [getuige 5] vond het vreemd dat [aangeefster 4] verdachte moest betalen, terwijl [aangeefster 4] het werk deed. [aangeefster 4] zei dat het beschermingsgeld was, maar [getuige 5] kon zich dat niet voorstellen omdat verdachte ver weg woonde. Als [getuige 5] tijdens het verhoor naar het beschermingsbedrag gevraagd wordt, schiet [getuige 5] een bedrag van 75 gulden te binnen. [aangeefster 4] voelde zich volgens [getuige 5] niet gedwongen om het werk in de escort te doen. Zeker in het begin niet. Later kreeg [getuige 5] het idee dat [aangeefster 4] het niet meer leuk vond. Zij vond dat [aangeefster 4] veranderde van een zelfverzekerde vrouw naar een wrak. Op de vraag wanneer het moment kwam dat [aangeefster 4] aangaf dat zij gedwongen in de prostitutie moest gaan werken verklaarde [getuige 5] dat [aangeefster 4] dit nooit zo had gezegd. [getuige 5] kan zich niet voorstellen dat [aangeefster 4] van het begin af aan is gedwongen. Verdachte zei precies de woorden die [aangeefster 4] wilde horen. [getuige 5] vond dat verdachte [aangeefster 4] manipuleerde. Zij weet niet of verdachte [aangeefster 4] ooit met een pistool op het hoofd heeft gedwongen. [aangeefster 4] heeft haar dat nooit verteld. Tegen [aangeefster 4] heeft een strafrechtelijk onderzoek gelopen in verband met verduistering in dienstbetrekking. Het betrof de periode van 21 oktober 1999 tot 27 april 2000. In die periode wordt van de rekening van de werkgever van [aangeefster 4] een bedrag van fl. 45.013,47 naar de rekening van de verdachte overgemaakt. Daarvoor maakte [aangeefster 4] van haar eigen rekening ook geld over naar de rekening van de verdachte. In december 1998 drie keer een bedrag van fl 50,- met de omschrijvingen wilt, van en jou. Vanaf maart 1999 tot en met augustus 1999 wordt door

[aangeefster 4] een bedrag van totaal fl 3.975,- overgemaakt naar verdachte met verschillende omschrijvingen zoals bekend, bedankt, klok, bankstel en Angie. Verdachte heeft het tenlastegelegde ontkend. Hij heeft zelfs ontkend ooit een (seksuele) relatie met [aangeefster 4] te hebben gehad. Hij en [aangeefster 4] hadden een zakelijke relatie, die er uit bestond dat [aangeefster 4] goederen (onder meer auto s) van hem kocht. Oordeel hof Hoewel voor het hof voldoende vaststaat dat verdachte en [aangeefster 4] een (seksuele) relatie hebben gehad, dat [aangeefster 4] tijdens die relatie in de prostitutie is gaan werken en dat [aangeefster 4] geld aan de verdachte heeft overgemaakt, komt het hof niet tot een bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde feit. Om tot een bewezenverklaring te komen, moet bewezen kunnen worden geacht dat verdachte op de wijze zoals feitelijk is uitgewerkt in de tenlastelegging - door geweld, een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding [aangeefster 4] tot prostitutie heeft gebracht of onder één of meer van die omstandigheden een handeling heeft verricht waardoor hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat [aangeefster 4] daardoor in de prostitutie belandde. Dat [aangeefster 4] door verdachte bewogen is zich te prostitueren omdat ze aan verdachte geld moest betalen (in verband met de aflossing van de auto 675 gulden per week en/of omdat verdachte anders zijn kind niet meer mocht zien), vindt geen of onvoldoende bevestiging in andere bewijsmiddelen en is daardoor naar het oordeel van het hof niet komen vast te staan. Dat [aangeefster 4] aan verdachte zogenaamd beschermingsgeld betaalde, vindt bevestiging in de verklaring van [getuige 5] en in de omstandigheid dat [aangeefster 4] in de ten laste gelegde periode geld naar de verdachte heeft overgemaakt. Het betalen van beschermingsgeld kan evenwel niet gezien worden als feitelijkheid die [aangeefster 4] in de prostitutie heeft doen belanden of waardoor zij zich gedwongen voelde hiermee verder te gaan. Als zij immers zou stoppen met de prostitutiewerkzaamheden, zou er ook geen reden meer bestaan om het beschermingsgeld te betalen. Verder is onvoldoende komen vast te staan dat de verdachte [aangeefster 4] (constant) heeft gecontroleerd, gedwongen heeft goederen voor hem te kopen, (al) haar geld heeft ingenomen en [aangeefster 4] gedreigd heeft haar familie te vertellen wat voor werk zij deed. Het tegen [aangeefster 4] zeggen dat ze in de prostitutie moet gaan werken of seksadvertenties moest plaatsen, levert als zodanig geen feitelijkheid (of een ander in de tenlastelegging genoemd middel) in de zin van de wet op, omdat een dergelijk uitspraak in het algemeen op zich zelf onvoldoende is om iemand tot prostitutie te brengen. Dat verdachte geweld heeft gebruikt tegen [aangeefster 4], haar heeft verkracht of haar heeft bedreigd vindt eveneens geen bevestiging in andere bewijsmiddelen en is daardoor niet komen vast te staan. Voor zover al kan worden vastgesteld dat [aangeefster 4] door toedoen van verdachte geld bij haar werkgever heeft verduisterd, betreft dit geen feitelijkheid die [aangeefster 4] tot prostitutie heeft gebracht. Die verduistering vond immers pas plaats, nadat [aangeefster 4] gestopt was met haar prostitutiewerkzaamheden. Overweging met betrekking tot het bewijs Ten aanzien van het onder parketnummer 05/900995-10 onder 1 ten laste gelegde

Uit het dossier blijkt het volgende. Aangeefster [aangeefster 1] heeft als volgt verklaard: Ik kreeg 1 september 2005 een relatie met [verdachte]. Na veertien dagen begon [verdachte] heel raar tegen mij te doen. Hij gaf mij vaak een boze blik. Hij werd heel dominant. Ik was heel bang voor hem, nu nog steeds. Ik werd heel angstig en was bang dat ik nog meer slaag kreeg. Hij sloeg mij overal waar hij mij kon raken. In het begin sloeg hij mij met vlakke had en later werd het erger, werd het grover. Ik heb veel met een mitella gelopen, omdat ik kneuzingen had opgelopen. [verdachte] sloeg mij zeker twee keer in de week. [betrokkene 2] begon over het geld. Ze zei dat je veel geld in de prostitutie kon verdienen. [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) was er ook bij. Die zei dat [betrokkene 2] een leuke baan had. [betrokkene 2] zei toen dat die baan heel goed verdiende. [verdachte] zei dat hij mij op internet ging zetten. Hij zette mij en [betrokkene 2] op internet, onder [website]. Ik heb later dat er weer afgehaald omdat ik dat helemaal niet wilde. Toch is het doorgegaan. ( ) [verdachte] zei toen bij hem thuis dat ik de volgende keer zou gaan. Ik zei hem dat ik dat echt niet wilde en ging doen. [verdachte] had daar geen boodschap aan en zei mij dat ik dat wel ging doen en als ik dat niet zou doen, ik een probleem zou krijgen. Ik heb het uiteindelijk gedaan omdat ik zo vreselijk bang was dat [verdachte] mij weer ging slaan. ( ) Ik ben een paar keer met [betrokkene 2] meegegaan en later moest ik alleen gaan. Dat was een paar dagen erna. Het geld moest ik altijd direct aan [verdachte] geven. Voor een halfuurtje was het 100 euro. Ik zei [verdachte] dan dat ik ook wat van dat geld wilde omdat ik daar recht op had. [verdachte] zei tegen mij dat het geld in de auto en in het huis zat. [verdachte] bracht mij altijd. De eerste keer dat ik naar een klant ging was volgens mij in 2006. Het was in de zomermaanden. De klant nam via de website constant telefonisch contact op met [verdachte] of [betrokkene 2]. Soms wilden klanten alleen maar knuffelen of soms wilden ze gepijpt worden. Een paar klanten wilden gewoon vaginale seks. Een keer ben ik in Nijmegen geweest. Ik had gemiddeld 2 à 4 klanten per dag en s nachts. [verdachte] was altijd in de buurt en het geld moest ik altijd aan [verdachte] geven. Dat was meestal 100 euro per keer. (Waarom ben je als prostituee gaan werken?) Ik was heel bang en had grote angst voor het slaan van [verdachte]. [verdachte] legde grote druk op mij. [verdachte] zei dan tegen mij dat hij aan mijn dochter zou vertellen dat ik de hoer speelde als er niet mee door zou gaan. Ik vond dat heel erg. Daarom ben ik gezwicht. [verdachte] maakte foto s van mij. Deze foto s plaatste [verdachte] op [website]. (Zijn er nog meer foto s gemaakt?) Ja, foto s terwijl ik in bed lag in lingeriekleding. Ook naaktfoto s. [verdachte] zei dat hij die foto s maakte voor de escort. Hij vertelde dat die foto s op internet kwamen te staan. Ik zei tegen hem dat ik dat niet wilde. Hij heeft dat inderdaad gedaan. De foto s stonden op [website]. [verdachte] reed ons en bleef in de buurt of op de hoek wachten. (Hoe kwam de klant in contact met jullie?) Via [website]. Ze belden met [betrokkene 2]. Zij maakte een afspraak. [verdachte] bracht ons dan naar die klant. Ik had een Duitse naam. [werknaam] (fonetisch) was die werknaam van mij. (Wat vond je van het werk als prostituee?) Vreselijk. Heel erg. Ik dacht altijd, als het maar opschiet. Ik durfde niets te zeggen tegen [verdachte]. Ik was zo bang dat hij mij zou slaan. [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat het mijn dood zou worden als ik niet door zou gaan. (Hoeveel kreeg je van het verdiende geld?) Ik heb er nooit iets van gezien. [verdachte] heeft er alles van gekocht. Hij kocht er een TomTom van. Hij kocht dingen voor zijn huis, hij kocht er boodschappen van. Ik denk dat ik gemiddeld in de week, in die tijd 4 à 5 klanten had. (Wanneer en hoe is dit werk in de escort gestopt?) Er is een mailtje binnengekomen bij mij of bij [verdachte]. [verdachte] zei, we stoppen ermee, het wordt te heet onder mijn voeten. (Hoe ben je in de club [naam club] terechtgekomen?) [betrokkene 2] vertelde mij dat zij in een club in Duitsland werkte omdat ze geld nodig had. [verdachte] zei tegen mij dat ik dat ook kon doen. Ik zei gelijk dat ik dat echt niet meer wilde. [verdachte] zei dat ik moest werken daar. Als ik niet zou gaan, zou hij mij aan mijn haren daar naar toe sleuren. Op een gegeven moment heb ik het dus toch gedaan. Dit uit pure angst voor [verdachte]. Ik was bang dat ik weer klappen zou krijgen. [verdachte] heeft mij toen met de auto naar die club gebracht, [naam club] dus. Deze club was gevestigd in