Verstoring, poging tot een begripsomschrijving en aanzet tot discussie

Vergelijkbare documenten
Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Bijlage VMBO-GL en TL

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

De Waddenzee - Informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

(De boodschap uit de verantwoorde chocolade reep die we alleen op de Engelsmanplaat eten.)

WIE EET WAT OP HET WAD

Examentrainer. Vragen. De iep. De medicinale bloedzuiger

WADVAARDERS RICH TEN VERSTORING: FEITEN + INTERVIEW MET JOOK NAUTA + DOOR HET SCHUITENGAT EN DISCUSSIE + WADZEILEN ZONDER MOTOR

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Mens, natuur & milieu

Toelichting bij de powerpointpresentatie over de campagne Ik pas op het Wad

In deze Leidraad is het te hanteren ecologisch toetsingskader voor vogels en zeehonden opgenomen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voordelta Een bijzondere zee

Wadden. Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz. VO onderbouw

Pinguïns. Inhoud. Waarom de naam? Bouw van een pinguïn

Voordelta Een bijzondere zee

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

ZEEHONDEN informatiepakket

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

Nieuwe bedrijfslocaties

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

De kluut is een waad vogel en heeft dan ook de beschikking over een vijver van plm. 5m2 welke met regelmaat doorgespoeld wordt met vers water.

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Bijlage 11 Samenvatting waarneming van effecten door terreinbeheerders/toezichthouders

Voedselweb van strand en zee

Wadkanovaren.nl pdf versie

Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Bijlage met informatie.

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

Onderzoek flora en fauna

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!

IJsbeer. Wetenschappelijke naam ursus maritimus

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Meeuwen in Alkmaar. Voorkom meeuwen overlast op uw dak

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

TOETSING FLORA- EN FAUNAWET VOOR DE BOUW VAN EEN RESTSTOFFEN ENERGIECENTRALE IN HET INDUSTRIEHAVENTERREIN TE HARLINGEN.

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Grip op ecologische risico s met de Ecologische Kosten-Baten Analyse Aukje Beerens (ARCADIS)

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Notitie Quickscan flora en fauna

Honden aan de lijn, ook die niets doen. in samenwerking met de gemeenten Boortmeerbeek, Haacht en Keerbergen

Samenvatting quickscan natuurtoets

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

De Wadden als natura2000gebied

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Uitsterven of wegwezen

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Les met werkblad - biologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Notitie flora en fauna

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

CONCEPT WIJZIGING BEGRENZING ARTIKEL 20 GEBIEDEN WADDENZEE PROCEDURE

Hoog en droog genoeg

3 Voedselweb van het wad

Het wettelijke statuut van de meeuw. Michiel Vandegehuchte

Toelichting Stroomschema soortbescherming Wet Natuurbescherming

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

Transcriptie:

Verstoring, poging tot een begripsomschrijving en aanzet tot discussie Samenvatting Robbert van der Eijk, populatiebioloog en zeekanoër 1 Groningen 9-3-2017 Het begrip verstoring speelt een centrale rol in wetten en maatregelen ter bescherming van dieren en planten, terwijl er geen duidelijke omschrijving is van wat verstoring precies is en welke invloed verstoring op individu en populatie heeft. Iedereen gebruikt in de context de betekenis die hem op dat moment het beste uitkomt. In dit artikel wordt ingegaan op het begrip verstoring uitmondend in een oproep om deel te nemen aan een discussie om het begrip verstoring in al zijn verschijningvorm in kaart te brengen en een pleidooi voor onderzoek en onderbouwing van de verschillende (veronder)stellingen. Inleiding De Waddenzee is een Europees natura2000gebied. Dat houdt in principe in dat als er gekozen moet worden tussen natuur of een menselijke activiteit die nadelig kan uitpakken voor de natuur, het belang van de natuur voorgaat en de betreffende activiteit niet is toegestaan Behalve dat het Waddengebied een belangrijk en zeldzaam natuurgebied is, is het ook een gebied waar mensen wonen en hun beroep uitoefenen, waar vissers actief zijn en waar diverse vormen van recreatie op en om het water plaatsvinden. In 2016 is het Waddengebied uitgeroepen tot het mooiste natuurgebied van Nederland. Het Waddengebied is ook werelderfgoed en op allerlei plekken bestaan initiatieven om de recreatie in en naar het Waddengebied te vergroten. natuurbescherming Waar natuur en mens bij elkaar komen speelt automatisch de vraag of de menselijke aanwezigheid schadelijk is voor de natuur. Vrijwel altijd is dat gevaar aanwezig en moet diezelfde mens maatregelen nemen om de natuur te beschermen, zoals bijvoorbeeld bij het Waddengebied. Daarbij is het van belang twee begrippen goed te omschrijven: natuur en verstoring. Natuur is in de regelgeving vaak beperkt tot specifieke, goed waarneembare soorten zoals vogels en grotere zoogdieren. Habitatbescherming, waarbij een heel gebied wordt beschermd komt vooral voort uit de Europese habitatrichtlijn. Zo wordt het hele Waddengebied op metaniveau beschermd als natura2000gebied dat vooral doorwerkt in de wet- en regelgeving. Binnen het waddengebied kennen we als toepassing van de natura2000status in de natuurbeschermingswet specifiek omschreven gebieden waarvoor beschermingsmaatregelen zijn genomen in de vorm van beperkte toegankelijkheid. Daarbij wordt voor de natuur specifiek gerefereerd aan vogels en/of zeehonden. Andere beperkende 1 Dit artikel schrijf ik op persoonlijke titel en vertegenwoordigt niet zonder meer het standpunt van het bestuur of van de vereniging Wadvaarders.

maatregelen om verstoring van de natuur te beperken, zie je bijvoorbeeld voor de kokkel- en mosselvisserij, waarbij de schelpdiervisserij met schepen aan banden is gelegd. De mosselvissers zijn mosselboeren geworden die speciale mosselpercelen toegewezen hebben gekregen om mosselen te kweken en de kokkels kunnen alleen nog maar door handkokkelvangsten geoogst worden. De relatie tussen de maatregelen en het voorkomen van schade aan de wilde mossel- en kokkelbanken is evident. De begrippen bij het woord verstoring Minder duidelijk ligt het bij het begrip verstoring van vogels en zeehonden. Waar hebben we het dan over en wat is de schade die verstoring aanricht bij het individuele dier en bij de populatie? Om die twee vragen te kunnen beantwoorden, moeten we eerst omschrijven wat verstoring is voordat we de tweede kunnen beantwoorden. In teksten kom je een heel scala aan beschrijvingen tegen waarin volgens de auteur(s) sprake is van verstoring. Bij verstoring van het leefgebied gaat het in veel gevallen over het aantasten van het leefgebied zelf. Zoals bijvoorbeeld voorheen het geval was met over de bodem schrapende sleepnetten die een spoor van vernielde bodem achter zich lieten en daarmee niet alleen de scheldierpopulaties vernietigden maar ook de bodem voor langere tijd ongeschikt maakten voor andere organismen tot en met de vogels die daar hun voedsel moeten vinden. Van een ander orde is de verstoring van individuele dieren of een groep dieren. In praktijk gaat het dan meestal om vogels en, in het geval van de Waddenzee, zeehonden. Verstoring? Waar hebben we het dan over? Vrijwel altijd komt het er op neer dat de dieren door de aanwezigheid van mensen hun bezigheden onderbreken en eventueel er vandoor gaan. Soms uitgesproken, maar vaak wordt impliciet verondersteld dat zo n verstoring nadelig is voor het individu en in het verlengde daarvan voor de populatie en de soort. Is dat terecht? Bescherming van het Waddengebied als belangrijk natuurgebied De Waddenzee van Den Helder tot aan Esbjerg in Denemarken biedt aan tal van dieren rust, ruimte, voedsel en gelegenheid om jongen groot te brengen en te ruien. Het gaat dan om tientallen vogelsoorten, twee soorten zeehonden en een breed spectrum van onderwater organismen (weekdieren, wormen, schaaldieren, vissen, algen, e.a.). Voor een aantal soorten is het Waddengebied een essentiële voorwaarde om te kunnen overleven. Het gaat dan bijvoorbeeld om een aantal trekvogelsoorten die amper een alternatieve plek hebben om voor de trek bij te tanken. Het is daarom goed dat in het totale Waddengebied gebieden zijn afgesloten om met name vogels en zeehonden de rust te geven om te foerageren, te broeden, jongen groot te brengen, te ruien en tijdens hoogwater op hoogwatervluchtplaatsen te rusten en het voedsel te verteren. Voor het Nederlandse Wad is voor ca 25 gebieden vastgesteld op grond van artikel 20 van de oude natuurbeschermingswet dat die voor een bepaalde periode in het jaar en in een aantal gevallen permanent zijn afgesloten voor mensen; de zgn.artikel20- gebieden 2. De grenzen van deze art20-gebieden zijn op de zeekaarten aangegeven, samen met 2 Per 1 januari 2017 is de nieuwe natuurbeschermingswet in werking getreden, waarbij de werking van het oude artikel 20 nu is overgenomen in art. 2.5. Ik blijf vooralsnog de aanduiding artikel20-gebieden gebruiken als ingeburgerde term voor deze gebieden.

een pictogram van een eend of een zeehond om aan te geven waarom het gebied niet betreden of bevaren mag worden. Elk najaar worden de grenzen van de artikel20-gebieden vastgesteld en voor welke periode de gebieden zijn afgesloten. De grenzen worden daarbij meestal ruim vastgesteld om zoveel mogelijk broedende vogels of zogende zeehonden te beschermen. De periodes van afsluiting worden zo ruim vastgesteld dat de kans dat vogels buiten die periode broeden klein is. In de praktijk houdt dat in het algemeen in dat een artitkel20-gebied ten behoeve van broedende vogels al eerder is afgesloten dan dat de vogels daadwerkelijk aan het broedseizoen beginnen en langer dicht blijven nadat de laatste jonge vogel is uitgevlogen. Hetzelfde geldt voor de gebieden die worden afgesloten ten behoeve van de werp- en ruitijd van de zeehonden. Op een aantal plaatsen wordt als proef voorzichtig dynamische zonering toegepast, waarbij de afsluiting van een gebied pragmatisch wordt afgestemd op de daadwerkelijke periode van broed- en/of jongenzorg in het betreffende gebied. Het aanwijzen van artikel20-gebieden houdt niet in dat je buiten deze gebieden en buiten de afgesloten periode vrij je gang kunt gaan en je niets meer hoeft aan te trekken van de vogels en zeehonden. De nieuwe Natuurbeschermingswet en de Europese Flora- en Faunarichtlijn en Vogelrichtlijn verbieden het verstoren van dieren en planten in ruime bewoordingen. In de praktijk houdt dit in dat je op het Wad ook de zeehonden en de meeste vogelsoorten buiten de artikel20-gebieden niet opzettelijk mag verstoren. In een bijlage van de nieuwe natuurbeschermingswet zijn de diersoorten opgenomen die beschermd moeten worden, waaronder de beide zeehondsoorten. Veel vogelsoorten die in het Waddengebied voorkomen worden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De nieuwe Natuurbeschermingswet verbiedt het opzettelijk - verjagen van zeehonden van een willekeurige zandplaat of zelfs maar te verontrusten. Daarom ook bevat de op initiatief van de Wadvaarders ontworpen Erecode voor het Wad (destijds opgesteld om zwaardere beperkingen te voorkomen!) de vaststelling: Zodra één zeehond zijn kop opsteekt, komt u te dicht bij de groep. Verstoring, waar hebben we het over? De impliciete veronderstelling bij het verbod op het verontrusten van beschermde dieren is dat het verontrusten van een dier een schadelijk effect zou hebben op dat individu en in het verlengde daarvan ook op andere individuen (bijvoorbeeld op de van zorg afhankelijke jongen) en uiteindelijk op de populatie. Verontrusten is een minder zware aanslag op de bezigheden van een dier dan verstoring, waarbij het dier zijn plek verlaat. Bij verontrusting onderbreekt het dier slechts (even) zijn bezigheid en is waakzaam (de zeehond die zijn kop opsteekt), bij verstoring verlaat het dier zijn plek (vliegt of zwemt weg, duikt van de zandplaat in het water). Er zijn verschillende situaties waarbij het duidelijk is dat verontrusting en verstoring schadelijk zijn voor de populatie, bijvoorbeeld omdat het direct van invloed kan zijn op het aantal jongen, maar in andere gevallen is het de vraag of verstoring of verontrusting effect heeft op populatieniveau. Weinig mensen zullen ontkennen dat het slecht is als broedende en jongen verzorgende vogels worden gehinderd in het voedsel zoeken, het verzorgen van de jongen of van het nest worden verjaagd. Meeuwen en roofvogels maken van de onrust gebruik om de dan onbeschermde eieren of jongen te pakken en de ouders hebben minder tijd om

voedsel te zoeken. Gebleken is dat het Wad voor veel vogels maar net genoeg (of net niet genoeg) voedsel te bieden heeft om aan de behoefte van de vogels te voldoen. Zowel in de broedtijd als tijdens de trek en overwintering telt bij wijze van spreke elke minuut. Van bijvoorbeeld scholeksters is bekend dat zij soms een relatief klein foerageerterritorium hebben, waarbuiten ze door andere scholeksters worden verjaagd. Als zo n territorium dan bezet wordt door bijvoorbeeld een drooggevallen schip of doorkruist wordt door wadlopers, kan de scholekster tijdelijk geen voedsel zoeken. Een vergelijkbaar voedsel- en tijdprobleem hebben de wadvogels tijdens de trek en in de winter als de voedselbehoefte groot is en de dagen kort zijn. Trekvogels moeten in korte tijd veel vet voor de trek aanmaken en van de overwinterende vogels is bekend dat veel eerstejaars jongen de winter niet overleven met name door voedselgebrek. De factor tijd speelt een belangrijke rol, juist in het Waddengebied waar eb en vloed samen met de hoeveelheid daglicht de beschikbare tijd om voedsel te zoeken beperken. Komt daar dan ook nog verstoring frequent voor dan dreigt een merkbaar effect op de populatie doordat de populatie verzwakt en individuen het gebied verlaten en vermijden. In de hierboven beschreven situaties is de kans groot dat het verstoren en verontrusten daadwerkelijk een nadelig effect heeft op (overleving van) het individuele dier. Maar de vraag is wat verontrusting en verstoring buiten de genoemde kwetsbare periodes nog voor invloed heeft. Zo kom je nog al eens het argument tegen dat vliegen vogels veel energie zou kosten. Op mij komt die bewering ongeloofwaardig over als ik zie hoe gemakkelijk en veelvuldig vogels spontaan op de vleugels gaan en gezien het vele schijnbaar doelloze vliegen van veel vogels, zoals de prachtige vliegfiguren van een zwerm spreeuwen of strandlopers. Ik wil het empirisch bewijs wel eens zien dat vliegen zoveel energie kost. Ook de bewering dat (op)vliegen de vertering vertraagt zie ik graag met resultaten uit empirisch onderzoek onderbouwd. Ondanks deze twijfels over het effect van verstoring is er algehele consensus, ook onder de vaarrecreanten, om vogels met rust te laten en niet te verstoren tijdens het foerageren en broeden, tijdens de trek en als ze zich op hoogwatervluchtplaatsen hebben teruggetrokken. Het programma Rust voor vogels, Ruimte voor mensen kan dan ook op brede steun rekenen. Zeehonden Bij zeehonden ligt de situatie anders; de jongen van de gewone zeehond worden tussen eind mei en begin augustus geboren en worden bij elk laagwater één keer gezoogd gedurende 22 laagwaterperiodes. Als een zoogbeurt wordt verstoord, wordt die niet in gehaald en als dat te vaak gebeurt, zal het jong na de zoogperiode met te weinig gewicht en conditie starten met zelf voedsel zoeken. Het lijkt duidelijk; jonge zeehonden en zogende moeders op de plaat moet je niet verstoren, maar toch zou ik graag zien dat deze stelling wetenschappelijke wordt onderbouwd. De grotere grijze zeehond krijgt de jongen in de winter en ondervindt weinig verstoring omdat er dan veel minder menselijke activiteit op het Wad is. Uit de gestage groei van de populaties van beide zeehondsoorten (nu ca 10.000 exemplaren van de gewone zeehond) is op

te maken dat er genoeg voedsel (vis) voor handen is. De zeehonden jagen zowel op het Wad als op zee. Er zijn blijkbaar voldoende mogelijkheden om jongen te werpen en groot te brengen. De grootste bedreiging voor de zeehondenpopulatie zit hem nu vermoedelijk in de epidemieën van de besmettelijke ziekten die in de populatie danig kunnen huishouden. Het tot het uiterste beschermen van de zeehond en elk ziek of zwak exemplaar weer oplappen en loslaten, maakt de populatie juist kwetsbaar voor infectieziekten omdat de zwakke exemplaren onnatuurlijk in de populatie blijven. Als populatiebioloog vind ik dat je zieke zeehonden niet moet redden en opknappen, hoe zielig het ook is om zo n dier te laten liggen. Zeehonden zijn geen huisdieren en ook geen vee, behandel ze dan ook niet als zodanig. Het is niet zondermeer duidelijk wat onder verschillende omstandigheden het schadelijke gevolg van verontrusting (zeehonden steken hun kop op) en zelfs verstoring (de zeehonden duiken van de plaat het water in) voor de soort kan zijn. Van een verkorting van de foerageerperiode is geen sprake. Van een te korte verteringstijd kan ook geen sprake zijn, aangezien het voedsel vooral uit snel verteerbare vis bestaat. Wel is geopperd dat een zeehond die nat uit het water op de plaat gaat liggen veel energie (warmte) zou verliezen door de verdamping (mond med. Sophie Brasseur 3 ). Ik waag het effect van afkoeling te betwijfelen, aangezien het zeehondenlijf is gebouwd op het vasthouden van de lichaamswarmte ook in het ijskoude water in de winter. Ook hier zie ik graag empirisch bewijs van die stelling tegemoet. De bewering dat verstoring van een zeehondmoeder die haar jong aan het voeden is slecht is omdat dat het jong een zoogbeurt kost komt plausibel voor. Maar dat er grote kans is dat jong en moeder elkaar kwijt zouden raken als ze van een plaat het water induiken komt mij onwaarschijnlijk voor en zie ik die bewering graag door degelijk onderzoek onderbouwd bijvoorbeeld door het volgen van gezenderde dieren. Is daar onderzoek naar gedaan, bijvoorbeeld in andere landen waar men minder voorzichtig met zeehonden omspringt? Worden daar meer huilers en verhongerde jongen gevonden? Met hoogwater staan de platen waar de jongen van de gewone zeehond gezoogd worden onder water en zwemmen jong en moeder rond. De vraag is of het varen over een plaat bij hoogwater enig effect heeft op de zeehonden; moeder en jong zwemmen immers al onder water en de kans dat ze elkaar dan kwijt raken lijkt mij dan nog kleiner dan wanneer zij van de plaat het water invluchten. Over het gedrag van zeehonden onder water en hoe ze dan op schepen reageren is weinig bekend (mond med. Sophie Brasseur). Ik kan mij zelfs voorstellen dat het mogelijk juist minder verstorend voor de zeehonden is als de zeehondgebieden rustig kunnen worden doorkruist tijdens hoogwater dan wanneer door geulen moet worden gevaren die vlak langs de platen met zeehonden lopen, zoals nu het geval is bij bijvoorbeeld de Blauwe Balg of de Eilanderbalg bij Simonszand. Het gebied tussen de oostpunt van Schier en Simonszand wordt, naar ik begrepen heb, vrij gegeven, zodat daar gemonitord kan worden hoe zeehonden tijdens hoogwater reageren op schepen die hun zwemgebied doorkruisen. Hetzelfde zou als pilot gedaan kunnen worden met de alternatieve vaarroute voor de Blauwe 3 Sophie Brasseur (Ecomare) wordt algemeen beschouwd als belangrijke zeehondenexpert en doet al tientallen jaren onderzoek aan zeehonden in het Waddengebied.

Balg over de Waardgronden van het Terschellinger Wad door de route niet pas open te stellen als de zeehonden naar het noorden zijn vertrokken maar deze route het hele jaar door open te stellen, eventueel met een gelimiteerd aantal passerende schepen per hoogwater en bijvoorbeeld na aanmelding vooraf zodat het aantal schepen dat de route mag doorsteken gereguleerd kan worden. Dieren zoeken zelf de voor hun geschikte leefgebieden op. Te veel verstoring door mensen en schepen kan voor de zeehonden reden zijn die gebieden te mijden, maar het kan ook zijn dat ze er aan wennen, zoals in het buitenland is te zien. Ik verwacht dat de zeehonden zullen wennen aan rustige - menselijke aanwezigheid en hun dagelijkse bezigheden ongestoord zullen verrichten. Als extreem voorbeeld noem ik de zeehonden op Borkum waar ik enkele jaren geleden met kinderen tussen de zeehonden door kon lopen zonder dat de zeehonden daar op reageerden, zo zeer waren ze aan mensen gewend geraakt. Ook hier is nader onderzoek gewenst. Discussie Samenvattend, verstoring kent vele gradaties, soms met een duidelijk effect, maar vaak zonder dat duidelijk is wat het effect is op dier en populatie. Om uit de discussie te komen of en wanneer verstoring van invloed is op dier en populatie zijn nadere gegevens (geen meningen) gewenst door het doen van nader onderzoek. Graag zou ik met dit artikel een discussie willen starten onder iedereen die betrokken is bij het Waddengebied. Wie kan de wetenschappelijke onderbouwing leveren bij de vragen die ik hierboven heb gesteld? Wat vindt u van het huidige afsluitbeleid, bent u het met mijn analyse hierboven wel of niet eens, wat kan er beter, hoe kijkt u aan tegen het pragmatisch afsluiten en openstellen van gebieden (dynamische zonering), vindt u dat in een zo n bijzonder en uniek natuurgebied als de Wadden is, dat vogels, zeehonden en de onderwater levende organismen altijd voor moeten gaan voor de mens? Als wadkanovaarder wil ik het liefst overal op het Wad kunnen varen, maar niet ten koste van plant en dier. Daarom heb ik behoefte aan duidelijkheid en redelijkheid n een goede onderbouwing van de beperkingen die ik ook mijzelf wil opleggen. Ik zal verschillende deskundigen en betrokkenen persoonlijk uitnodigen aan de discussie deel te nemen maar graag ontvang ik ook uw mening en maak ik graag gebruik van uw kennis van zaken. U kunt uw reacties mailen naar robbertvdeijk@kpnmail.nl. Een zoektocht op internet heeft al ca 30 kortere en langere artikelen en tekst opgeleverd waar verstoring het onderwerp is of aan de orde komt. Wat opvalt is dat je daar tot nu toe vooral veel meningen en veronderstellingen tegenkomt maar met weinig wetenschappelijke onderbouwing. Een overzicht van al deze artikelen vindt u op www.populationbiology.nl/verstoring. Ik zet mijn speurtocht naar artikelen voort maar doe een oproep om mij relevante artikelen op te sturen. Het zou mooi zijn als we, van rood en blauw tot groen, aan het eind van de discussie op grond van de aangedragen feiten de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het wel en wee van het Waddengebied willen dragen en het eens kunnen worden over het effect van menselijk

verstoring op vogels en zeehonden in het Waddengebied en zo samen de juiste balans kunnen vinden tussen afsluiten en vrijgeven.