MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD

Vergelijkbare documenten
* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE FEBELCO CVBA HEEFT INGESTEMD

NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR

*** 1/5. Ondernemingsnummer

* * * *** Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:

FSMA_2014_04 dd. 26 juni 2014 (update 27 oktober 2016)

FSMA_2017_17 dd. 28 september

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE MEVROUW CORNELIA COK, DE HEER ERWIN COK, SUMMA NV

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE AIR FRANCE, KLM EN BEOBANK HEBBEN INGESTEMD

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018).

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE ABN AMRO BANK NV HEEFT INGESTEMD

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE DE IBP VELDKANT, IN VEREFFENING, HEEFT INGESTEMD

FSMA_2018_09 dd. 22/06/2018. Openbare aanbiedingen en toelatingen tot de notering van beleggingsinstrumenten.

II. GEKOZEN BENADERING VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN DE PROSPECTUSVERORDENING

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Gelet op de door de Auditeur verrichte onderzoeksdaden;

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE OIM HEEFT INGESTEMD

Deceuninck Naamloze vennootschap Brugsesteenweg Roeselare RPR Gent, afdeling Kortrijk BTW BE (de Vennootschap )

4 juni 2019 AANVULLING OP HET PROSPECTUS. Belga Films Fund Naamloze Vennootschap 14, avenue du Japon 1420 Eigenbrakel Ondernemingsnummer

VOLMACHT VOOR AANDEELHOUDER COIL SA/NV. die verklaart en verzekert gemachtigd te zijn om deze volmacht te tekenen namens de ondergetekende en

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Mededeling CBFA_2010_28 dd. 20 december 2010

DAGORDE. Titel A. 1. Voorstel, om de Raad van Bestuur te machtigen om:

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

Toepassing van financiële consumentenbescherming op beleggingsvastgoed?

DAGORDE. Deze Vergadering heeft hoofdzakelijk tot doel de hernieuwing van de toestemming om eigen aandelen in te kopen. Titel A.

Niet voor verspreiding in de Verenigde Staten, Australië, Canada of Japan. Cera CVBA

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

DECEUNINCK Naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet 8800 Roeselare, Brugsesteenweg

SOVAL INVEST NV INFORMATIE MEMORANDUM

OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

Crowdfunding in België - een stand van zaken

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AANGAANDE DE INBRENG IN NATURA IN HET KADER VAN EEN KEUZEDIVIDEND (ARTIKEL 602 W.VENN.)

Apra Leven is een Belgische verzekeringsonderneming die onder het prudentieel toezicht staat van de Bank (tot 31 maart 2011 was dit de CBFA).

Toelichting bij de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas SA/NV van 30 maart 2011

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

PUNCH INTERNATIONAL NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 9830 Sint-Martens-Latem, Koperstraat 1A RPR (Hierna, de Vennootschap )

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering

V O L M A C H T. Ondergetekende (naam en voornaam) wonende te (adres)..... met maatschappelijke zetel te (adres van de zetel)...

Oproeping buitengewone algemene vergadering van Arseus

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

UITNODIGING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

FSMA_2012_20 (*) dd. 11/12/2012 (update 24 maart 2016)

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie

Volmacht buitengewone algemene vergadering van Retail Estates

INFORMATIEBULLETIN AANDELENSPLITSING VAN SFI

OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 11 FEBRUARI 2014

Volmacht voor de Buitengewone Algemene Vergadering

Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas SA/NV die in Brussel zal worden gehouden op 30 maart 2011 MODEL VAN VOLMACHT

(de Vennootschap ) I. GEWONE ALGEMENE VERGADERING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OPROEPING. 2. Toelichting van de toepassing van het bezoldigingsbeleid in het boekjaar 2015 (discussiepunt)

Het gewijzigde voorstel voor een prospectusrichtlijn en artikel 3 Wte 1995

Ondernemingsnummer

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding

FOUNTAIN NV Avenue de l Artisanat 17 te 1420 Eigenbrakel RPR Nijvel BTW : BE OPROEPING

Elia System Operator NV

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen

OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

Comm. VA Wereldhave Belgium SCA - Gewone en Buitengewone Algemene Vergadering - VOLMACHTFORMULIER VOLMACHT

OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN 9 DECEMBER 2013

Oproeping Gewone Algemene Vergadering

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

VGP NV Spinnerijstraat Zele Ondernemingsnummer (RPR Dendermonde) BTW BE (de Vennootschap )

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

INFORMATIENOTA OVER HET KEUZEDIVIDEND KEUZEPERIODE VAN 30 NOVEMBER TOT EN MET 11 DECEMBER 2015 (16.00 UUR (CET))

KBC BANK Naamloze Vennootschap Havenlaan Brussel. BTW BE (RPR Brussel)

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

S.A. D'IETEREN N.V. BTW BE RPR Brussel Maliestraat 50 B Brussel, België

Elia System Operator NV

Instelling. Onderwerp. Datum

XI. TOEGESTAAN KAPITAAL 239 NV XXX

SOLVAY NV Maatschappelijke zetel : Ransbeekstraat 310,1120 Brussel RPR Brussel VERDUIDELIJKENDE NOTA

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

Naamloze Vennootschap Calesbergdreef 5 te 2900 Schoten RPR ANTWERPEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

23 december 2015 AANVULLING OP HET PROSPECTUS

KEUZEDIVIDEND INFORMATIEDOCUMENT1 TER ATTENTIE VAN DE AANDEELHOUDERS VAN COFINIMMO 10 MEI 2017

"ECODIS" in vereffening Naamloze vennootschap. Brechtsebaan Schoten. RPR (Antwerpen) BTW BE (de "Vennootschap")

FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland. Nederlandse Kamer van Koophandel: (de "Vennootschap")

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

FORMULIER 29 augustus 2014 vóór opening van de markten Onder embargo tot 08u00

AGENDA VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VOORGESTELDE BESLUITEN VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018

Euronext Brussels SA / NV, Rue du Marquis, 1 b.1, Markiesstraat Brussels Belgium

1 Retail Estates / GVV Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Vertrouwelijk

Corporate Governance Charter

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen

Machtiging tot inkoop en vervreemding van eigen aandelen in geval van ernstig en dreigend nadeel wijziging statuten coördinatie en volmacht

INTERN REGLEMENT ZONNEWIND CVBA

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

VOLMACHT VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN 4 APRIL 2017

Maatschappelijke benaming :

BNP PARIBAS FORTIS FILM FINANCE NV NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

1 HIB/SIR Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Finale versie Vertrouwelijk HOME INVEST BELGIUM

Transcriptie:

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee Groenkracht CVBA in vereffening op 18 juni 2015 voorafgaandelijk heeft ingestemd, werd op 30 juni 2015 door het directiecomité van de FSMA overeenkomstig artikel 71, 3 van de wet van 2 augustus 2002 aanvaard. * * * Gelet op de artikelen 70 tot 72 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (hierna "de wet van 2 augustus 2002" genoemd); Gelet op de beslissing d.d. 21 juni 2013 van de auditeur van de FSMA, met toepassing van het toen geldende artikel 70, 1, van de wet van 2 augustus 2002, om een onderzoek te openen aangaande de naleving door GROENKRACHT CVBA, bij de doorlopende uitgifte van haar coöperatieve aandelen, van het (in principe geldende) vereiste om voorafgaand aan een openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten een prospectus te publiceren overeenkomstig de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (hierna "de wet van 16 juni 2006" genoemd); Gelet op de door de auditeur verrichte onderzoeksdaden; Gelet op de mededeling, overeenkomstig artikel 70, 2, van de wet van 2 augustus 2002, van de voorlopige vaststellingen van het onderzoek door de auditeur aan GROENKRACHT CVBA per brief van 25 september 2014; Gelet op artikel 71, 3, van de wet van 2 augustus 2002, op grond waarvan het directiecomité van de FSMA een minnelijke schikking kan aanvaarden voor zover de betrokken personen aan het onderzoek hebben meegewerkt en zij voorafgaandelijk met de minnelijke schikking hebben ingestemd; * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid: 1. De aandelen van GROENKRACHT CVBA 1 (hierna ook "GROENKRACHT" genoemd) maakten het voorwerp uit van een openbare aanbieding in de zin van artikel 3 van de wet van 16 juni 2006. De aandelen werden immers te koop of ter inschrijving aangeboden via (onder meer) de website van GROENKRACHT. 2. Op grond van de artikelen 17 en 20, 1, van de wet van 16 juni 2006 vereist elke openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten (zoals aandelen) op het Belgische grondgebied in beginsel de voorafgaande publicatie van een prospectus. Overeenkomstig artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006, zoals het toepassing vond op het ogenblik dat de aandelen Groenkracht openbaar werden aangeboden, was dit vereiste echter niet van toepassing op aandelen in coöperatieve vennootschappen die waren erkend 1 Ondernemingsnummer 0863.930.203. 1/6

krachtens artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, voor zover de verwerving of het bezit van deze aandelen voor de houder als voorwaarde gold om aanspraak te kunnen maken op de dienstverlening van deze coöperatieve vennootschappen, en de totale tegenwaarde van de aanbieding minder bedroeg dan, initieel, 2.500.000 euro resp., nadien, 5.000.000 euro 2. Dit artikel 18, 1, a) werd na de onderzochte feiten gewijzigd. Krachtens deze gewijzigde versie geldt de prospectusplicht in geval van een openbare aanbieding niet voor aandelen in coöperatieve vennootschappen die zijn erkend krachtens artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, voor zover: (1) de totale tegenwaarde van de aanbieding minder bedraagt dan 5.000.000 euro; (2) het maximumbedrag waarop kan worden ingeschreven in het kader van het aanbod, voor de coöperatieve vennootschappen met als doel de vennoten bij de bevrediging van hun particuliere behoeften een economisch of sociaal voordeel te verschaffen, beperkt is zodat bij afloop van dit bod geen enkele coöperant die op het bod heeft ingeschreven aandelen in de coöperatieve bezit voor een nominale waarde van meer dan 5.000 euro; 2 De drempel van 2.500.000 euro werd ingelast in de Belgische wetgeving naar aanleiding van de omzetting in Belgisch recht van richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (hierna "de prospectusrichtlijn"). De uitzondering op de prospectusplicht voor de openbare aanbieding van aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen, voor zover de verwerving of het bezit van deze aandelen voor de houder als voorwaarde gold om aanspraak te kunnen maken op de dienstverlening van deze coöperatieve vennootschappen, bestond immers reeds vóór de wet van 16 juni 2006 (zie bv. artikel 10, 1, van de wet van 22 april 2003 betreffende de openbare aanbiedingen van effecten). Omdat deze uitzondering niet werd vermeld in de prospectusrichtlijn, maar de Belgische wetgever ze toch wenste te behouden in de mate waarin de richtlijn dat toeliet, beperkte de wet van 16 juni 2006 de uitzondering tot aanbiedingen waarvan de totale tegenwaarde minder dan 2.500.000 euro bedroeg (zie Parl. St. Kamer 2005-2006, nr. 51 K2344/001, p. 41). De prospectusrichtlijn was immers niet van toepassing op aanbiedingen beneden die drempel (initieel artikel 1.2.h) van de richtlijn). De wet van 16 juni 2006 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 juni 2006 en trad tien dagen later in werking, te weten op 1 juli 2006. Vanaf die datum gold aldus voor de uitzondering op de prospectusplicht voor openbare aanbiedingen van aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen, de bijkomende voorwaarde dat de tegenwaarde van die aanbiedingen onder de vermelde drempel diende te blijven. Sinds 1 juli 2012 is die drempel in de prospectusrichtlijn opgetrokken tot 5.000.000 euro (door de richtlijn 2010/73/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de prospectusrichtlijn en richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten). Deze hogere drempel werd vervolgens concreet in artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 ingevoegd door de wet van 17 juli 2013 tot wijziging, met het oog op de omzetting van de Richtlijnen 2010/73/EU en 2010/78/EU, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen en van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, en houdende diverse bepalingen. 2/6

(3) alle documenten met betrekking tot de openbare aanbieding de totale tegenwaarde ervan, alsook, voor zover toepasselijk, de drempel per belegger vermelden 3. De wetgever heeft, middels deze wetswijziging, niet willen afzien van sanctionering, voor het verleden of voor de toekomst, van (erkende) coöperatieve vennootschappen die hun aandelen openbaar hebben aangeboden zonder voorafgaandelijke publicatie van een prospectus, terwijl ze niet voldeden aan alle voorwaarden om te genieten van de wettelijke uitzondering op de prospectusplicht. 3. GROENKRACHT is een coöperatieve vennootschap die werd erkend krachtens voornoemd artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie (erkenning verleend bij het Ministerieel besluit van 17 januari 2005 (met ingang van 1 juni 2004) en verlengd bij de Ministeriële besluiten van 6 juni 2008 en 1 juli 2011). 4. Op grond van de omschrijving van de activiteiten die GROENKRACHT aan de toenmalige CBFA in 2006 had overgemaakt, werd geoordeeld dat GROENKRACHT aannemelijk had gemaakt dat zij op het betrokken ogenblik voldeed aan de in artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 gestelde voorwaarden om te genieten van een vrijstelling van de prospectusplicht voor de openbare aanbieding van haar aandelen, mits de toepasselijke maximumdrempel na te leven. 5. Om gebruik te kunnen maken van de betrokken vrijstelling van de prospectusplicht, moest aldus, overeenkomstig het initieel geldende artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006, de totale tegenwaarde van de aanbieding door GROENKRACHT minder dan 2.500.000 euro bedragen resp., overeenkomstig de nadien gewijzigde versies van dit artikel, minder dan 5.000.000 euro. Die drempel moe(s)t worden berekend over een periode van twaalf maanden (artikel 3, 5, van de wet van 16 juni 2006). Op grond van een analoge toepassing van de principes die de werking van de strafwet in de tijd regelen, dient, voor de beoordeling in onderhavig dossier, enkel rekening te worden gehouden met de laatste (hogere) drempel voor de totale tegenwaarde van de aanbieding van 5.000.000 euro. Het wettelijke criterium om uit te maken of deze drempel werd overschreden, is de totale tegenwaarde van de aanbieding. Het begrip "openbare aanbieding" zoals gedefinieerd door artikel 3 van de wet van 16 juni 2006 valt niet samen met de notie van effectieve inschrijving op aandelen. Dienaangaande moet worden vastgesteld dat, aldus los van de vraag hoeveel nieuwe aandelen effectief door GROENKRACHT werden uitgegeven en of GROENKRACHT al dan niet redelijkerwijze kon voorspellen op hoeveel coöperatieve aandelen zou worden ingeschreven, er geen beperking stond op het aantal aandelen dat door GROENKRACHT publiek werd aangeboden. In 2012 werd door GROENKRACHT zelfs voor meer dan 5.000.000 euro aan nieuwe aandelen uitgegeven. 3 De aanbieder die zich op dit gewijzigde artikel beroept, moet de FSMA vóór de aanvang van de openbare aanbieding, alsook om de twaalf maanden in het geval van een continue aanbieding, de nodige documenten bezorgen waaruit blijkt dat is voldaan aan de betrokken voorwaarden (artikel 18, 3, lid 2, van de wet van 16 juni 2006). 3/6

Bijgevolg respecteerde de openbare aanbieding van de aandelen van GROENKRACHT volgens de FSMA niet de drempel voor de totale tegenwaarde van de aanbieding, die zowel in toepassing van de toen geldende versie van artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 als in toepassing van de na de feiten gewijzigde (en thans nog geldende) versie van artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 een voorwaarde vormde/vormt om te kunnen genieten van de vrijstelling van de prospectusplicht. 6. Voorts is de FSMA, in het bijzonder voor wat de eerste jaren van de onderzoeksperiode betreft, van oordeel dat GROENKRACHT - rekening houdend met haar daadwerkelijk gevoerde activiteiten - evenmin voldeed aan een andere voorwaarde die was opgenomen in artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 zoals dit van toepassing was ten tijde van de openbare aanbieding, zijnde de voorwaarde dat de verwerving of het bezit van de aandelen voor de houder als voorwaarde gold om aanspraak te kunnen maken op de dienstverlening van de coöperatieve vennootschap. De betrokken voorwaarde werd zoals reeds blijkt uit de hoger opgenomen toelichting - na de onderzochte feiten vervangen door de voorwaarde dat het maximumbedrag waarop kan worden ingeschreven in het kader van het aanbod, voor de coöperatieve vennootschappen met als doel de vennoten bij de bevrediging van hun particuliere behoeften een economisch of sociaal voordeel te verschaffen, beperkt is zodat bij afloop van dit bod geen enkele coöperant die op het bod heeft ingeschreven aandelen in de coöperatieve bezit voor een nominale waarde van meer dan 5.000 euro. De openbare aanbieding van GROENKRACHT voldeed evenmin aan deze, na de openbare aanbieding gewijzigde, voorwaarde. A priori, rekening houdend met het voorgaande, was overigens ook niet voldaan aan de voorwaarde, opgenomen in artikel 18, 1, a), zoals gewijzigd na de onderzochte feiten, dat alle documenten met betrekking tot de openbare aanbieding de totale tegenwaarde ervan alsmede de drempel per belegger moesten vermelden. 7. De openbare aanbieding van aandelen van GROENKRACHT zonder een door de FSMA goedgekeurd prospectus vormde volgens de FSMA dan ook, zowel op grond van de regelgeving die van toepassing was ten tijde van de openbare aanbieding als op grond van de nadien gewijzigde regelgeving, een inbreuk op artikel 20 van de wet van 16 juni 2006. 8. Ten overvloede merkte de FSMA op dat de aanbieding van GROENKRACHT (via, onder meer, haar website) tevens een mededeling vormde zoals beschreven in artikel 64 van de wet van 16 juni 2006. Krachtens dit artikel 64 is het in principe verboden om op het Belgische grondgebied een mededeling te verrichten die gericht is aan meer dan 150 natuurlijke of rechtspersonen die geen gekwalificeerde beleggers zijn, met de bedoeling informatie of raad te verstrekken of de vraag hiernaar uit te lokken in verband met al dan niet reeds uitgegeven beleggingsinstrumenten die het voorwerp uitmaken of zullen uitmaken van een aanbieding tot verkoop of inschrijving, wanneer deze mededeling wordt verricht door de persoon die in staat is om de betrokken beleggingsinstrumenten uit te geven of over te dragen, of door een persoon die voor rekening van laatstgenoemde persoon handelt [ ]. Dit verbod vindt weliswaar geen toepassing indien artikel 18, 1, a), van de wet van 16 juni 2006 toepasselijk is. 9. Op 2 juli 2013 heeft GROENKRACHT aan de FSMA enerzijds meegedeeld dat ze had beslist om vrijwillig een prospectus uit te geven dat zij wenste te laten goedkeuren door de FSMA en anderzijds dat de nieuwe inschrijvingen op aandelen tijdelijk opgeschort werden. In overeenstemming met deze beslissing heeft GROENKRACHT op haar website inderdaad de 4/6

tijdelijke opschorting van haar aanbieding in afwachting van de aanvaarding van een prospectus bekendgemaakt. De beoogde goedkeuring van het prospectus door de FSMA werd naderhand echter opgeschort in het licht van de feitelijke evoluties. Nadien werd GROENKRACHT op 23 juli 2014 in vereffening gesteld. De vraag naar de toepassing van de uitzondering op de prospectusplicht is vanaf voormelde tijdelijke opschorting niet meer relevant. * * * Gelet op het feit dat GROENKRACHT CVBA aan het onderzoek heeft meegewerkt; Overwegende dat deze omstandigheid een minnelijke schikking mogelijk maakt onder de in artikel 71, 3, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde voorwaarden; Overwegende enerzijds dat, volgens de besluiten van de FSMA, de inbreuk op de wet van 16 juni 2006 meerdere jaren heeft overspannen; Overwegende anderzijds dat GROENKRACHT CVBA op eigen initiatief contact met de FSMA heeft opgenomen teneinde de problematiek inzake de prospectusplicht aan te kaarten en te bespreken; Overwegende dat artikel 71, 3, van de wet van 2 augustus 2002 voorschrijft dat de minnelijke schikkingen worden bekendgemaakt op de website van de FSMA, en dat de nominatieve bekendmaking van de minnelijke schikking op de website van de FSMA belangrijk is voor de transparantie van de financiële markten en de transparantie en objectiviteit van de procedure en van het optreden van de FSMA waarborgt; Overwegende dat het bedrag van de minnelijke schikking in verhouding moet staan tot de aard van de feiten; dat, op grond hiervan, aldus in principe een bedrag van 35.000 euro zou zijn vastgesteld; Overwegende dat het desalniettemin past om rekening te houden met het feit dat GROENKRACHT CVBA inmiddels in vereffening is gesteld en dat op grond van de, in het kader van deze ontbindingsprocedure opgestelde, staat van activa en passiva per 23 mei 2014, GROENKRACHT CVBA over een eigen vermogen beschikt dat lager ligt dan haar maatschappelijk kapitaal; dat omwille van deze reden het bedrag van de minnelijke schikking neerwaarts wordt aangepast tot 17.500 euro; Om deze redenen, stelt de auditeur aan GROENKRACHT CVBA, als minnelijke schikking in de zin van artikel 71, 3, van de wet van 2 augustus 2002, de betaling van de som van 17.500 EUR voor, samen met de nominatieve bekendmaking van deze minnelijke schikking op de website van de FSMA. Gedaan te Brussel, in drie exemplaren, op 9 juni 2015. De Auditeur, Albert Niesten 5/6

GROENKRACHT CVBA, vertegenwoordigd door haar vereffenaars BVBA Esperto, vertegenwoordigd door mevrouw X, en Burg. BVBA Van Cauter Saeys & co, vertegenwoordigd door Burg. BVBA J. Degryse, vertegenwoordigd door de heer Y, verklaart in te stemmen met het geformuleerde voorstel tot minnelijke schikking, bestaande uit de betaling van de som van 17.500 EUR, samen met de nominatieve bekendmaking van de minnelijke schikking op de website van de FSMA. GROENKRACHT CVBA heeft er nota van genomen dat dit voorstel pas van kracht kan worden nadat het overeenkomstig artikel 71, 3, van de wet van 2 augustus 2002 door het directiecomité van de FSMA is aanvaard, en dat desgevallend tegen de beslissing van het directiecomité om een minnelijke schikking te aanvaarden geen beroep kan worden aangetekend. Gedaan te Brugge, in drie exemplaren, op 18 juni 2015 Voor akkoord, Voor Groenkracht CVBA in vereffening BVBA Esperto, vertegenwoordigd door mevrouw X Burg. BVBA Van Cauter-Saeys & co vertegenwoordigd door Burg. BVBA J. Degryse, vertegenwoordigd door de heer Y 6/6