1894 zelfdodingen in 2016 Het aantal zelfdodingen neemt elk jaar toe, maar gerelateerd aan de bevolkingsopbouw blijft het zelfdodingscijfer sinds 2013 op hetzelfde niveau. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. In 2016 maakten 1 894 mensen een einde aan hun leven, 23 meer dan in 2015. Dit zijn gemiddeld 5,2 zelfdodingen per dag. Gerelateerd aan de groeiende bevolking ligt het zelfdodingscijfer <link> met 11,1 per 100 duizend inwoners op het niveau van begin jaren negentig. In Nederland overlijden tweemaal zoveel mannen als vrouwen door zelfdoding. In 2016 waren dit 1 279 mannen en 615 vrouwen.
Meeste zelfdodingen op middelbare leeftijd, toename bij 60-plussers Vier op de tien zelfdodingen vinden plaats op middelbare leeftijd. Het aantal zelfdodingen in deze leeftijdsgroep, tussen 40 en 60 jaar, is in 2016 met 5 procent afgenomen. Vooral bij mensen van 60 jaar of ouder kwam zelfmoord vaker voor. In deze leeftijdsgroep neemt het aantal zelfdodingen toe sinds 2012. Het aantal steeg van 589 in 2015 tot 647 in 2016. Van alle mensen die zelfmoord plegen, is een derde 60 jaar of ouder. Zowel in 2015 als in 2016 brachten 48 jongeren onder de 20 jaar zichzelf om het leven. Er overlijden relatief weinig mensen tussen de 10 en 40 jaar, 1,4 procent van het totaal aantal sterfgevallen. Als zij komen te overlijden, komt dit in bijna een kwart van de gevallen door zelfdoding (463 van de 2031). Dit zijn er meer dan de sterfte door kanker (435 overledenen), verkeersongevallen op de weg (168 overledenen) of hart- en vaatziekten (161 overledenen). Bij mensen van 40 tot 60 jaar is zelfdoding na kanker en hart- en vaatziekten de meest voorkomende doodsoorzaak. Vanaf 60 jaar krijgen de natuurlijke doodsoorzaken de overhand en neemt bij toenemende leeftijd de sterfte door zelfdoding steeds verder af.
Ophanging meest gekozen pleegwijze De helft van de mannen die zich van het leven berooft, doet dit door ophanging. Vrouwen plegen in een derde van de gevallen zelfmoord door ophanging. Het innemen van een overdosis komt bij vrouwen verhoudingsgewijs tweemaal zo vaak voor als bij mannen.
Vaker zelfdoding onder weduwnaars en gescheiden mannen Gescheiden mannen en weduwnaars plegen relatief de meeste zelfdodingen. Het zelfdodingscijfer onder deze groepen is drie tot vier keer hoger dan onder getrouwde en alleenstaande mannen. Ook bij vrouwen vinden de meeste zelfdodingen plaats onder gescheiden vrouwen.
Meeste zelfdodingen in Groningen, minste in Zuid-Holland Groningen is de provincie met relatief de meeste zelfdodingen. In 2016 maakten daar per 100 duizend inwoners 14,7 personen een einde aan hun leven. Het landelijke gemiddelde lag in 2016 op 11,1 mensen per 100 duizend inwoners. Ook in Friesland en Limburg zijn de zelfdodingscijfers relatief hoog. Zuid- Holland is de provincie met het relatief laagste aantal zelfdodingen. In de vier grootste gemeenten ligt het zelfdodingscijfer lager dan het landelijk gemiddelde. In de gemeente Utrecht was het cijfer het laagst van de vier grootste gemeenten in Nederland, met 8,2 zelfdodingen per 100 duizend inwoners.
Minste zelfdodingen in Zuid-Europa Het zelfdodingscijfer in Nederland (11,1 per 100 duizend) ligt in 2014 nagenoeg op het EU-gemiddelde (11,3 per 100 duizend). De meest recente cijfers laten zien dat in Litouwen zelfdoding het meest voorkomt (31,5 per 100 duizend inwoners), gevolgd door Hongarije en Letland. Ook in de buurlanden ligt het zelfdodingscijfer hoger dan in Nederland. Opvallend is het relatief geringe aantal zelfdodingen in de meeste Zuid-Europese landen. Cyprus (4,5 per 100 duizend) en Griekenland (5 per 100 duizend) hebben de minste zelfdodingen, gevolgd door Italië en het Verenigd Koninkrijk.
Toelichting Zelfdodingscijfer Het aantal zelfdodingen per 100 duizend inwoners. Voor de vergelijking tussen jaren wordt gestandaardiseerd. De cijfers uit het ene jaar worden omgerekend naar het andere (standaard)jaar op basis van leeftijd of geslacht. In dit artikel is de leeftijdsopbouw van de bevolking van 2016 als standaard gebruikt. In de eerste grafiek zijn de sterftecijfers voor zelfdoding uit de jaren 1970 2016 jaar voor jaar omgerekend, zodat ieder jaar uit deze reeks het (virtuele) cijfer bevat: alsof in het betreffende jaar de leeftijdsopbouw dezelfde is als in 2016. Door te standaardiseren wordt rekening gehouden met verschillen in de leeftijdsopbouw van de bevolking in de tijd, zodat de cijfers beter vergelijkbaar zijn, en een reële toe- of afname zichtbaar wordt. Voor de grafiek waarin de zelfdoding in de EU wordt weergegeven, is gestandaardiseerd op de Europese standaardbevolking.