Rapport nr. 619, januari drs. Joris Kregting

Vergelijkbare documenten
Rapport nr. 628, januari drs. Joris Kregting

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Monitor uitvoering Kerkbalans 2009

Monitor uitvoering Kerkbalans 2008

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Monitor Kerkbalans 2016

Catechese en evangelisatie in het bisdom Roermond

Kerkbezoek met Pasen 2004

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2016

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2014

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2013

Cijfers. Kerkbalans 2017

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2011

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Kerncijfers Rooms-Katholieke Kerk 2017

Rapport nr. 633, december2013. Drs. Joris Kregting

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Cijfers. Kerkbalans 2016

Cijfers. Kerkbalans 2015

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Cijfers. Kerkbalans 2014

uit de kerkelijke statistiek van het Rooms- Katholieke Kerkgenootschap in Nederland

Persmap. Kerkbalans Wat is de kerk jou waard?

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland

dr. Ton Bernts drs. Joris Kregting Rapport nr. 610, april 2011

Kerkbezoek met Kerstmis 2000

Kerkbalans Een kerk is van blijvende waarde

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Uitvoering en beleid kerkmuziek r.-k. parochies

Ode aan de doden 2009

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 581 november 2008

Beter zicht op geldwerving

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Participatie en behoeften van katholieken in IJburg

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

De nieuw gevonden parochianen van de Ontmoetingskerk

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 590 augustus 2009

Aartsbisdom Utrecht Prognose van de ontwikkeling van de personele bezetting van het parochiepastoraat, voor de jaren 2005 en 2010

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Rapport nr. 561 oktober 2007

Katholiek anno Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december drs. Joris Kregting dr.

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum no februari 2002

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014

Administratieve (over)last

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2018

Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2007

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum nr. 325 september 2002

Samenvatting resultaten klanttevredenheidsonderzoek In 2017 is NV schade goed beoordeeld door werkgevers en werknemers

Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Onderzoek Passend Onderwijs

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER EERSTE KWARTAAL 2016

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Identiteit van katholieke basisscholen

Achtergrond en motieven

Rapportage Peiling nieuwkomers

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Meervoudig gebruik van kerkgebouwen

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

PAROCHIE H. ANDREAS 2016 Mijn kerk inspireert Kortom: de Andreaskerk is een inspirerende plek!

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010)

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2015

Ontwikkeling van de zorgbehoefte van de Regio Nederland van de Zusters Franciscanessen van de H. Familie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Raad voor de Plaatselijke Geldwerving van de Protestantse Kerk in Nederland

Evaluatie van de aansluiting bij SILA in de bisdommen Haarlem en Rotterdam

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2017

Floriade Almere 2022 juli 2018

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER DERDE KWARTAAL 2017

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Werkbelevingsonderzoek 2013

Meldactie Polisvoorwaarden en vergoedingen Januari 2010 Ir. T. Lekkerkerk, Projectleider meldpunt Consument en de Zorg April 2010

Kerncijfers uit de kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap in Nederland. Memorandum nr. 327 september 2003

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Transcriptie:

Rapport nr. 619, januari 12 drs. Joris Kregting

3.1 Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans? 9 3.2 Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? 13 3.3 Kennis en toepassing Kerkbalans Nieuwe Stijl 17 3.4 Activiteitsscore parochies 19 3.5 Ondersteuning 21! "# 4.1 Bisdom Groningen-Leeuwarden 23 4.2 Aartsbisdom Utrecht 24 4.3 Bisdom Haarlem-Amsterdam 25 4.4 Bisdom Rotterdam 26 4.5 Bisdom Breda 27 4.6 Bisdom Den Bosch 28 4.7 Bisdom Roermond 29 $% 5.1 Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans 31 5.2 Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? 35 5.3 Kennis en toepassing Kerkbalans Nieuwe Stijl 37 5.4 Activiteitsscore parochies 5.5 Ondersteuning 41 3

Steeds meer parochies sturen een persoonlijke herinnering naar parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dat de vorige jaren wel deden ( weifelaars ). Tussen 07 en 09 deed ongeveer 3 dit, in 11 44%. De kennis en de toepassing van verbreden en verdiepen is toegenomen. In 07 kende bijna de helft van de parochies deze geldwervingsstrategieën, in 11 is dit bijna tweederde. En de toepassing is in deze periode bijna verdubbeld: verbreden van 9% naar 17% en verdiepen van 7% naar 13%. Opvallend is dat wanneer naar concrete verbredings- of verdiepingsactiviteiten wordt gevraagd, de toepassing veel groter blijkt te zijn: 46% doet aan verbreden (vooral meer parochianen met specifiek materiaal gaan benaderen) en 39% aan verdiepen (vooral het verzoek om verhoging van een bijdrage met verwijzing naar wat de vorige keer is gegeven en het verzoek om een automatische machtiging te verhogen). Steeds minder parochies hebben persoonlijk contact met hun parochianen bij het afgeven en/of ophalen van het materiaal. Tussen 07 en 09 deed nog bijna de helft van de parochies dit, in 11 35%. Door de verslechterde economische situatie staat de beïnvloeding van de hoogte van de bijdrage onder druk. Dit is vooral terug te zien in het sterk gedaalde aantal parochies dat een inflatiecorrectie noemt: tussen 07 en 09 werd dit nog door een derde van de parochies gedaan, in 11 door 14%. Er is een, weliswaar lichte, daling waarneembaar van het aantal parochies dat afhakers (zij die ooit bijdroegen maar al enkele jaren niet meer) en structurele nietbijdragers (zij die nog nooit bijdroegen) op specifieke wijze benadert. Telefonische benadering en huisbezoek komen voor beide doelgroepen nauwelijks voor. De uitvoering van de actie Kerkbalans is over het geheel genomen teruggelopen, zich uitend in de activiteitsscores. Was in 09 nog de helft van de parochies enigszins tot zeer actief (met minimaal vier van de tien beoordeelde activiteiten), in 11 is dit gedaald tot een derde. Deze ontwikkeling gaat samen met een groeiend aantal parochies dat onvoldoende vrijwilligers heeft voor de uitvoering van Kerkbalans waardoor vooral de specifieke benadering van de verschillende groepen niet-bijdragende parochianen te intensief wordt. 5

6

In opdracht van de Interdiocesane Commissie Geldwerving monitort het Kaski jaarlijks de wijze waarop parochies de Actie Kerkbalans houden. Doel van deze monitor is: 1) De uitvoering van Kerkbalans volgen. 2) De implementatie van Kerkbalans Nieuwe Stijl volgen. 3) Tijdig gegevens aanleveren voor de verwachte opbrengst van het lopende jaar, dit in verband met de publiciteit (o.a. persconferentie). 4) Qua Kerkbalans minder goed functionerende parochies identificeren, met het oog op gerichte ondersteuning. Het is de bedoeling de parochies te blijven volgen om te bezien welke aanpassingen er worden gedaan wat betreft de uitvoering van Kerkbalans en welke effecten dit sorteert. In 07 is begonnen met de eerste meting, weergegeven in rapport nr. 568 (Monitor uitvoering Kerkbalans). Rapport nr. 583 geeft de tweede meting over het jaar 08 en rapport nr. 595 over het jaar 09. In 10 is een andersoortige meting gehouden, ook om de parochies die al enkele malen meededen aan de monitor niet te gaan overvragen. De focus lag vooral op opbrengsten, fusieprocessen en facilitering. Nu volgt een rapport over de vierde meting waarin de uitvoering van de actie in 11 ter sprake komt. De onderzoeksvragen met betrekking tot de uitvoering zijn: Hoe worden parochianen benaderd voor Kerkbalans? Wat doen parochies met niet-bijdragende parochianen? Kennen parochies Kerkbalans Nieuwe Stijl en in hoeverre zijn ze al bezig met verbreden en verdiepen? Wat is de opbrengst in de afgelopen jaren en wat is de verwachte opbrengst voor 11? Naast de beantwoording van deze vragen wordt ook de ontwikkeling van de uitvoering ten opzichte 07, 08 en 09 beschreven. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen zijn in oktober 11 alle 1.071 r.-k. parochies die er toen in Nederland waren, benaderd. De penningmeester (of iemand anders die nauw betrokken is bij Kerkbalans) van ieder van deze parochies is verzocht een webenquête in te vullen. De helft van de parochies is benaderd met het verzoek de hele vragenlijst over de uitvoering en de opbrengsten in te vullen, de andere helft 7

hoefde slechts enkele vragen over de opbrengsten in te vullen. Volgend jaar is het de bedoeling het precies andersom te doen om zo parochies niet te overvragen. De meeste parochies doen mee aan Kerkbalans (naar schatting 89%, waarvan de meeste parochies ieder jaar). Van deze deelnemende parochies heeft 53% in de laatste maanden van 11 deelgenomen aan het onderzoek (en deze respons is nagenoeg gelijk voor zowel de hele als de korte vragenlijst). In dit rapport geven we de resultaten over de uitvoering van Kerkbalans, afkomstig uit de hele vragenlijst. De respons op deze lange vragenlijst geeft een representatief beeld over de uitvoering van Kerkbalans van alle deelnemende parochies (een goede afspiegeling wat betreft bisdom, aantal parochianen per parochie en stedelijkheid). In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste landelijke resultaten weergegeven. In hoofdstuk 4 worden voor ieder bisdom enkele karakteristieke kenmerken beschreven van de wijze waarop de parochies Kerkbalans uitvoeren. In hoofdstuk 5 staan alle figuren met de resultaten per bisdom. Wat betreft de opbrengsten in de periode 07 tot en met 11, is er geen landelijke of diocesane rapportage gemaakt. Dit omdat deze cijfers al in de jaarlijkse persmap van Kerkbalans zijn opgenomen. Omdat die cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekeningen en de cijfers in deze monitor op een steekproef, zijn er verschillen. Om verwarring te voorkomen is besloten geen gemiddelde opbrengsten te berekenen. Wel zijn in het hierna beschreven Excel-bestand per parochie de opbrengsten over de verschillende jaren opgenomen. Met het oog op doelstelling 4, het identificeren en op basis daarvan ondersteunen van minder goed functionerende parochies, is aan de rapportage een Excel-bestand gekoppeld. Elk bisdom ontvangt een eigen bestand. In dit bestand worden de gegevens omtrent Kerkbalans voor de individuele parochies weergegeven. Hierdoor worden verschillen tussen parochies goed zichtbaar, bijvoorbeeld de mate waarin parochianen persoonlijk worden benaderd, de beïnvloeding van de hoogte van het gegeven bedrag, de benadering van niet-betalers en, zoals gezegd, de opbrengsten in de afgelopen jaren. 8

& ' ( " ) Nagenoeg alle parochies kondigen Kerkbalans aan, vooral in het parochieblad (88% in 11) maar ook met promotiemateriaal (65%) en in vieringen (62%). De website wordt steeds vaker ingezet: van 29% van de parochies in 07 tot 44% in 11. Figuur 3.1 Aankondiging 07-11* (in %) 100 80 % 0 07 08 09 11 88 89 85 88 parochieblad 70 62 65 65 59 62 57 promotie materiaal vieringen 2930 44 website parochie 171919 15 plaatselijk blad 4 4 3 2 2 4 2 2 plaatselijk tv/radio * In 11 noemt 11% van de parochies nog andere manieren om Kerkbalans aan te kondigen (waaronder e-mails naar parochianen). geen 9

Steeds minder parochies benaderen de parochianen persoonlijk. Tussen 07 en 09 deed bijna de helft van de parochies dit persoonlijk (persoonlijk afgeven en/of persoonlijk ophalen), in 11 is dit nog 35% van de parochies 1. Figuur 3.2 Benadering parochianen 07-11* (in %) 10 8% 7% 2% 8 % % 45% 49% 5 7% 8% 8% 65% anders onpersoonlijk deels persoonlijk % % 36% 41% 19% volledig persoonlijk 16% 07 08 09 11 * Benadering: - Volledig persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven én ophalen. - Deels persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven en per post insturen of materiaal in brievenbus stoppen en persoonlijk ophalen. - Onpersoonlijk: materiaal in brievenbus stoppen en per post insturen of volledig per post versturen. - Anders: in de monitoren van de jaren 07-09 was voor een deel van de parochies niet geheel duidelijk hoe de benadering verliep. Zij gaven bijvoorbeeld aan dat ze het materiaal in de brievenbus deden zonder dat duidelijk was hoe het werd ingestuurd/opgehaald. In de meeste gevallen zal het hierbij zijn gegaan om een onpersoonlijke benadering. Een gebrek aan vrijwilligers is de belangrijkste reden om parochianen niet persoonlijk te benaderen (64% van de parochies die niet persoonlijk benaderen noemt dit). 35% van de parochies geeft aan dat ze hiervoor al te veel negatieve ervaringen hebben opgedaan en een kwart noemt nog andere redenen (waaronder dat het te zwaar is voor de vrijwilligers en dat veel parochianen niet thuis zijn). 1 Binnen het persoonlijk benaderen is er een verschuiving van volledig persoonlijk naar deels persoonlijk die waarschijnlijk samenhangt met de verandering in de vraagstelling. In de vragenlijst die in 07-09 is gebruikt, werd de verspreiding van het materiaal én het ophalen/insturen van de reacties in één vraag gecombineerd; in 11 zijn beide aspecten apart bevraagd. Het lijkt er op dat in de periode 07-09 sommige parochies bij volledig persoonlijk zijn ingedeeld terwijl ze feitelijk alleen persoonlijk het materiaal afgaven óf alleen persoonlijk de reacties ophaalden. 10

De landelijke folder en een algemene brief zijn nog steeds de belangrijkste materialen die worden ingezet bij de benadering voor Kerkbalans; zij worden door respectievelijk door 77% en 67% van de parochies gebruikt (vergelijkbaar met vorige jaren). Een zelf samengestelde folder en een gepersonaliseerde brief worden beide (evenals voorgaande jaren) door ruim % van de parochies gebruikt. Het aantal parochies dat specifiek materiaal gebruikt voor doelgroepen, is gedaald van ruim 1 tussen 07 en 09 tot 5% in 11. Figuur 3.3 Gebruik materiaal 07-11* (in %) 100 07 08 09 11 80 80 73 77 77 68 66 68 67 22 23 22 24 19 21 21 23 10 12 11 5 % 0 land.folder zelf folder doelgroep alg.brief gepers.brief * In 11 stuurt 14% van de parochies nog ander materiaal op. Ruim % van de parochies werkt in 11 met toezeggingsformulieren, 36% werkt met machtigingsformulieren. Acceptgiro s worden nog vaak gebruikt (57%). Er zijn parochies die verschillende mogelijkheden aanbieden om tot betaling te komen. De wijze waarop de bijdrage door de parochianen wordt overgemaakt, is divers. Zo wordt % van de bijdragen zelf (één of meerdere keren per jaar) door de parochianen overgemaakt, 27% van de bijdragen komt binnen via een acceptgiro (één of meerdere keren per jaar), 16% via een doorlopende machtiging en 1 via een jaarlijkse eenmalige machtiging. Tot slot komt een klein deel van de bijdragen (7%) nog op andere wijze binnen (waaronder contant). 11

Bijna tweederde van de parochies stuurt in het materiaal een overzicht mee van de financiële situatie van de parochie (iets meer dan in de periode 07-09). En ruim een derde stuurt informatie over schenkingen (iets minder dan in 09). Figuur 3.4 Begroting en informatie over schenkingen in materiaal 07-11 (in %) 100 07 08 09 11 80 59 58 58 64 32 34 39 36 % 0 begroting schenkingen Ruim % van de parochies geeft een richtbedrag (of, incidenteel, een richtpercentage). Dit richtbedrag ligt gemiddeld op 89. En bijna 3 verzoekt parochianen die een kleine bijdrage geven, dit bedrag te verhogen (veelal doet men dit in algemene zin, bijvoorbeeld in het parochieblad of in de folder). Vanaf 07 zijn beide wijzen van beïnvloeding van het geefgedrag redelijk stabiel. Dat geldt niet voor het noemen van een inflatiecorrectie waar veel parochies in 11 mee zijn gestopt: tussen 07 en 09 deed nog ongeveer een derde van de parochies dit, in 11 nog slechts 14%. Figuur 3.5 Beïnvloeding geefgedrag 07-11 (in %) 100 07 08 09 11 80 37 38 41 30 35 32 14 26 29 27 28 % 0 richtbedrag of percentage inflatiecorrectie verhogen klein bedrag 12

& * " + " ) Bij niet-bijdragende parochianen maken we onderscheid tussen vier groepen: 1) Vergeetachtigen: Parochianen die een bijdrage hebben toegezegd maar die niet hebben betaald. Deze parochianen komen alleen voor in parochies die werken met toezeggingen. 2) Weifelaars: Parochianen die geen bijdrage hebben gegeven maar dit in de jaren ervoor wel hebben gedaan. 3) Afhakers: Parochianen die al enkele jaren geen bijdrage hebben gegeven maar dit daarvoor wel deden. 4) Structurele niet-bijdragers: Parochianen die nog nooit een bijdrage hebben gegeven. Vergeetachtigen en weifelaars kunnen van de parochies een herinnering krijgen, afhakers en structurele niet-bijdragers kunnen specifiek worden benaderd met het verzoek om te gaan geven. Op het einde van deze paragraaf gaan we ook nog in op nieuwe parochianen, zij die in de parochie zijn komen te wonen (of op andere wijze in de ledenadministratie te voorschijn gekomen ). Parochies die werken met toezeggingen kunnen te maken hebben met parochianen die hun toezegging vergeten te betalen 2. Deze vergeetachtigen worden niet altijd hieraan herinnerd: % van de parochies werkt met toezeggingen, maar 28% stuurt vergeetachtigen een persoonlijke herinnering (van de parochies die dit doen geeft ruim de helft aan dat deze vergeetachtigen alsnog betalen). Figuur 3.6 Benadering van vergeetachtigen 11 (in %) 28 persoonlijke herinnering* algemene herinnering** 6 6 geen herinnering geen toezeggingen * Eventueel met een algemene herinnering, bijvoorbeeld in het parochieblad. ** Bijvoorbeeld een oproep in kerk- of parochieblad. 2 In monitoren 07-09 werd deze vraag ook gesteld aan parochies die zonder toezeggingen werkten wat verwarring opriep en waardoor de antwoorden met 11 moeilijk vergelijkbaar zijn. 13

Van de parochies die wel met toezeggingen werken maar geen herinnering sturen naar vergeetachtigen, geeft een deel (39%) aan dat dit nog moet gebeuren, een deel (%) geeft aan dat dit te weinig oplevert en een ongeveer even groot deel (17%) geeft aan dat dit te veel werk is voor het beperkte aantal vrijwilligers. Weifelaars zijn in 11 vaker persoonlijk benaderd (door 44% van de parochies) dan in de periode 07-09 (ongeveer 3). Ruim 3 van de weifelaars geeft na de persoonlijke herinnering alsnog een bijdrage (net als in 09). Figuur 3.7 Benadering van weifelaars 07-11 (in %) 10 8 persoonlijke herinnering algemene herinnering geen herinnering 34 % % 72 73 68 22 % 28 27 32 44 07 08 09 *11 * In 11 is voor het eerst een algemene herinnering (bijvoorbeeld in een kerk- of parochieblad) als antwoord mogelijkheid opgenomen. Een klein deel van de parochies die in 11 weifelaars persoonlijk herinneren, zet daarnaast ook nog een algemene herinnering uit. Voor parochies zijn de voornaamste redenen om weifelaars niet te benaderen het geringe effect (44% noemt dit als reden) en het gebrek aan vrijwilligers om dit tot uitvoering te brengen (36%). De meeste parochies weten wel wie de weifelaars zijn (dit vormt maar voor 13% van de parochies een belemmering). Afhakers en structurele niet-bijdragers zijn in 11 iets minder vaak persoonlijk benaderd (beide groepen door 13% van de parochies) dan in de periode 07-09 (beide groepen toen door bijna %). Afhakers en structurele niet-bijdragers worden eerder in algemene zin benaderd, bijvoorbeeld door een oproep in het parochieblad: ruim 7 van de parochies doet dit bij de afhakers en ruim % bij de structurele nietbijdragers. 14

Figuur 3.8 Benadering van afhakers en structurele niet-bijdragende parochianen 07-11 (in %) 10 8 persoonlijke benadering algemene benadering geen benadering 15 16 14 15 32 31 35 25 % % 68 63 68 72 51 50 47 62 % 17 21 18 13 17 19 18 13 07 08 09 11 07 08 09 11 afhakers struct. niet-bijdragers Als er een persoonlijke benadering van afhakers en structurele niet-bijdragers is, dan gebeurt dit vooral met een brief (82% en 73%). Telefonische benadering gebeurt voor beide groepen door 6% van de parochies en een huisbezoek door 3% en 9%. Bij afhakers krijgt 45% van de parochies die ze persoonlijk benaderen (deels) positieve reacties, bij structurele niet-bijdragers is dit 41%. Indien afhakers en structurele niet-bijdragers niet persoonlijk worden benaderd, komt dit vooral omdat men er weinig van verwacht (ongeveer % van de parochies geeft voor beide groepen dit als reden) of dat men hiervoor te weinig vrijwilligers heeft (door ongeveer 35% voor beide groepen). Figuur 3.9 100 Redenen om afhakers en structurele niet-bijdragende parochianen niet te benaderen 11 (in %) te weinig effect te weinig vrijwilligers weten niet wie het zijn anders 80 56 32 8 22 62 39 13 15 % 0 afhakers struct. niet-bijdragers* * Bij structurele niet-bijdragers is er onderscheid gemaakt tussen parochies die hen überhaupt niet benadert en parochies die hen wel benadert maar er geen specifieke aandacht aan besteedt. De antwoorden zijn zeer vergelijkbaar en daarom zijn ze samengevoegd weergegeven. 15

Dan zijn er nog nieuwe parochianen. Zij zijn in de parochie komen te wonen (of op andere wijze in de ledenadministratie te voorschijn gekomen ) en kunnen voor het eerst worden benaderd voor Kerkbalans. Figuur 3.10 Benadering nieuwe parochianen 07-11 (in %) 10 11 13 11 10 8 33 33 31 37 nee % % 15 17 16 17 ja, zonder andere wijze ja, samen met andere wijze* % 41 37 42 36 ja, maar eerst op andere wijze* 07 08 09 11 * Welkomst- of kennisbrief, -gesprek of -pakket. Ruim de helft van de parochies (53%) heeft in 11 deze nieuwe parochianen op specifieke wijze benaderd; 37% heeft ze wel benaderd maar niet op specifieke wijze (en 1 heeft ze helemaal niet benaderd). In vergelijking met de periode 07-09 is de specifieke benadering van nieuwe parochianen iets teruggelopen. Als reden om de nieuwe parochianen niet te benaderen, noemt 44% dat het te veel extra werk is en dat daar te weinig vrijwilligers voor zijn, 38% weet niet precies wie de nieuwe parochianen zijn en 1 geeft aan dat het effect van de benadering te gering is. 16

&, ( Tussen 07 en 09 steeg het aantal parochies dat in het bezit was van de handleiding Kerkbalans Nieuwe Stijl van 64% naar 76%. In 11 is het bezit iets teruggelopen naar 72%. Dezelfde tendens is ook waarneembaar als het gaat over het op de hoogte zijn van Nieuwe Stijl: tussen 07 en 09 steeg het aantal parochies dat voldoende tot goed op de hoogte was van 62% naar 71%, in 11 is dit 69%. Figuur 3.11 Op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl 07-11 (in %) 10 8 % % % 38 29 29 31 45 43 42 22 26 28 27 07 08 09 11 nee, onvoldoende of niet ja, voldoende ja, goed De strategieën verbreden en verdiepen laten een positiever beeld zien: zowel de kennis als de toepassing is in 11 verder gestegen. In 07 wist 48% van de parochies wat verbreden inhoudt, in 11 is dit 65%; bij verdiepen ging dit van 48% naar 64%. En in 07 paste 9% verbreden toe, in 11 is dit 17%; bij verdiepen is de toepassing gestegen van 7% naar 13%. Figuur 3.12 Toepassing strategieën verbreden en verdiepen 07-11 (in %) 10 ja nee, wel bekend nee, niet bekend 8 52 39 35 52 44 36 % % % 39 49 47 48 41 50 49 51 9 12 13 17 7 10 7 13 07 08 09 11 07 08 09 11 verbreden verdiepen 17

Bij de toepassing van zowel verbreden als verdiepen gaat het nog steeds om een klein deel van de parochies. Echter, wanneer wordt gevraagd naar specifieke activiteiten die onder verbreden en verdiepen vallen, blijkt de toepassing een stuk groter. Bijna de helft van de parochies (46%) past één of meerdere (van de voorgegeven) verbredingsactiviteiten toe (36% doet één verbredingsactiviteit en 1 meerdere). Zo benadert 28% van de parochies meer parochianen met specifiek materiaal en 12% heeft extra oproepen in de media geplaatst. Niet-bijdragende parochianen bellen of bezoeken, komt niet vaak voor (respectievelijk 4% en 2%). En bijna % van de parochies past één van de concrete verdiepingsactiviteiten toe (23% één activiteit en 16% meerdere). Zo heeft % van de parochies parochianen verzocht hun bijdrage te verhogen met verwijzing naar het bedrag dat ze de vorige keer gaven. En 15% heeft parochianen met een doorlopende machtiging verzocht die te verhogen, 7% heeft parochianen met een kleine bijdrage verzocht meer te gaan geven onder vermelding van een richtbedrag. Andere vormen van verdieping (bijvoorbeeld parochianen die eenmaal per jaar geven, vragen dit vaker te doen of parochianen die een grote bijdrage geven specifiek benaderen) komen nauwelijks voor (minder dan 5%). 18

&! -" " " Uit de voorgaande paragrafen is al gebleken dat niet alle parochies even actief zijn in het benaderen van hun (niet-betalende) parochianen voor Kerkbalans en in het beïnvloeden van geefgedrag. In deze paragraaf wordt, evenals voorgaande jaren, een maat voor de totale activiteit van een parochie met betrekking tot Kerkbalans gepresenteerd: de activiteitsscore voor de uitvoering van Kerkbalans. We nemen daartoe de volgende kenmerken mee: 1) Het persoonlijk afgeven én ophalen van het materiaal. 2) Het gebruik van een gepersonaliseerde brief. 3) Het gebruik van een zelf samengestelde folder. 4) Het aanbieden van informatie over schenkingen in het materiaal. 5) De pogingen om de bijdrage van parochianen te beïnvloeden (richtbedrag/percentage en/of inflatiecorrectie en/of verzoek om kleine bedragen te verhogen). 6) De benadering van vergeetachtigen (wel toegezegd, niet betaald). 7) De specifieke benadering van weifelaars (parochianen die niets hebben toegezegd maar dit voorgaande jaren wel deden). 8) De specifieke benadering van afhakers (parochianen die al enkele jaren niets geven, maar daarvoor wel). 9) De specifieke benadering van niet-bijdragers (parochianen die nog nooit iets hebben gegeven). 10) De aparte benadering van nieuwe parochianen (voordat ze voor Kerkbalans worden benaderd). Op alle kenmerken kan een parochie ja scoren; indien alle kenmerken met ja worden beantwoord, resulteert dit in een maximale score van tien. Van de tien genoemde activiteiten kent in 11 alleen de persoonlijke benadering van weifelaars een positieve ontwikkeling. Het persoonlijk afgeven én ophalen, de beïnvloeding van de bijdrage en de specifieke benadering van afhakers, niet-bijdragers en nieuwe parochianen worden in 11 allemaal door (iets) minder parochies gedaan dan in 09. Hierdoor daalt de gemiddelde activiteitsscore van de parochies van 3,5 (activiteiten van de in totaal tien) in 09 tot 2,8 in 11 (in 07 en 08 lag het gemiddelde op 3,2). En wanneer we de parochies indelen in klassen, is in 11 een derde enigszins tot zeer actief bezig (en tweederde dus niet of nauwelijks) tegenover de helft in 09 (en de helft was toen dus niet of nauwelijks actief). 19

Figuur 3.13 Activiteitsscore* parochies 07-11 (in %) 10 8 % 59 49 67 niet/nauwelijks actief enigszins actief % % 30 30 39 23 (zeer) actief 10 11 11 10 07 08 09 11 * Schaal 0-10 met niet of nauwelijks actief = 0-3 activiteiten, enigszins actief = 4-5 activiteiten en (zeer) actief = 6-10 activiteiten.

&. Bijna de helft van de parochies (47%) heeft behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van Kerkbalans, in 10 was de behoefte iets groter, 55%. Parochies willen de ondersteuning vooral via voorlichtingsbijeenkomsten op lokaal niveau. De wensen voor ondersteuning zijn divers: van de specifieke benadering van niet-bijdragende parochianen en andere doelgroepen tot automatisering van de aanschrijving en de herinnering. Figuur 3.14 Ondersteuningsbehoefte parochies 10-11 (in %) benadering niet-bijdragende parochianen benadering doelgroepen met spec. materiaal richtbedrag in brief met geautom. koppeling eerder gegeven bijdragen geautom. herinnering vergeten bijdragen inhoud+vormgeving eigen materiaal anders geen 10 11 7 4 31 35 28 25 23 26 21 16 45 48 53 0 % 80 100 Bijna 75% van de parochies geeft aan voldoende vrijwilligers te hebben voor de uitvoering van Kerkbalans, in 10 was dit nog bijna 8. Het overgrote deel van de parochies (86%) vindt de administratie (net of ruim) voldoende op orde ten behoeve van een optimale uitvoering van Kerkbalans (vergelijkbaar met 10). Figuur 3.15 Voorwaarden voor optimale uitvoering Kerkbalans 10-11 (in %) 10 8 % % % ruim voldoende net voldoende onvoldoende 21 26 16 14 37 36 54 54 47 50 25 10 11 10 11 vrijwilligers leden-+fin. administratie 21

22

! "#!& / +0 ( Een groot deel van de parochies heeft persoonlijk contact met de parochianen (persoonlijk afgeven en/of ophalen). Ruim 8 van de parochies doet dit tegenover landelijk 35%. Meer parochies zijn zelf de folder gaan samenstellen: in 09 deed 17% dit, in 11 28%. Veel parochies werken met toezeggingen (8; landelijk 45%). Veel parochies nemen informatie op over de financiële situatie (77%; landelijk 64%) en over schenkingen (57%; landelijk 36%). Steeds meer parochies vragen om een verhoging van kleine bijdragen: in 09 deed 22% dit, in 11 38% (landelijk is dit in 11 28%). Veel parochies sturen weifelaars een persoonlijke herinnering (57%; landelijk 44%) en benaderen nieuwe parochianen op specifieke wijze (62%; landelijk 36%). En in verhouding tot heel Nederland geldt dit ook voor afhakers (23%; landelijk 13%) en niet-bijdragers (25%; landelijk 13%). De kennis en toepassing van Nieuwe Stijl en de strategieën verbreden en verdiepen is toegenomen. Zo is de toepassing van verbreden tussen 09 en 11 gestegen van 11% naar 19% (terwijl de feitelijk toepassing in 11 neerkomt op 45%) en die van verdiepen van 6% naar 18% (met een feitelijke toepassing van 43%). Het aantal parochies dat een gepersonaliseerde begeleidende brief in het materiaal opneemt, is gedaald van 25% in 09 tot 15% in 11 (landelijk is dit in 11 23%). Weinig parochies geven een richtbedrag (28%; landelijk 41%). Het percentage niet of nauwelijks actieve parochies (met uitvoering van maximaal drie van de tien activiteiten) is tussen 09 en 11 toegenomen van 32% naar 48%. De gemiddelde activiteit van de parochies is nog wel hoger dan landelijk. Steeds meer parochies krijgen problemen met het aantal vrijwilligers dat nodig is om Kerkbalans uit te voeren. In 10 had 7% een tekort, in 11 23%. 23

!& - 1 " Ruim een derde van de parochies gebruikt een gepersonaliseerde brief (landelijk is dit 23%). In het aartsbisdom wordt veel met toezeggingsformulieren gewerkt (74%; landelijk 45%). Ruim % van de parochies benadert de parochianen persoonlijk (afgeven en/of ophalen). Landelijk is dit 35%. De meeste parochies (82%; landelijk 64%) geven een overzicht van de financiële situatie. In 09 was dit nog 61% van de parochies in het aartsbisdom. Veel parochies (%; landelijk 44%) benaderen op specifieke wijze parochianen die geen geld toezeggen maar dit de voorgaande jaren wel deden. In 09 benaderde 29% van de parochies in het aartsbisdom deze weifelaars. Ruim % heeft ruim voldoende vrijwilligers (en ruim % net voldoende)voor de uitvoering van Kerkbalans (landelijk heeft % ruim voldoende vrijwilligers) en dit beeld is in vergelijking met 09 verbeterd. Informatie over schenkingen wordt in bijna een kwart van de parochies aangeboden (landelijk is dit 36%). In 09 was dit nog 49%. Een richtbedrag wordt in 19% van de parochies gegeven (landelijk is dit 41%). Andere wijzen van beïnvloeding van het geefgedrag volgen het landelijke beeld. De benadering van afhakers, structurele niet-bijdragers en nieuwe parochianen is weliswaar vergelijkbaar met het landelijke beeld maar in vergelijking met 09 zijn minder parochies in het aartsbisdom dit gaan doen. Vooral de benadering van nieuwe parochianen met specifiek materiaal is achteruitgegaan (van 53% in 09 naar 33% in 11) en ook de specifieke benadering van structurele niet-bijdragers (van 22% naar 7%). In 09 gaf 9 van de parochies aan dat men voldoende tot goed op de hoogte was van Kerkbalans Nieuwe Stijl, in 11 is dit gedaald tot % (landelijk 69%). De feitelijke toepassing (verbreden en verdiepen) is vergelijkbaar met landelijk. Het deel van de parochies dat met de activiteitsscore als enigszins tot (zeer) actief kan worden betiteld, is tussen 09 en 11 afgenomen van 62% naar 47%. Dit is nog wel beter dan landelijk (33% in 11). 24

!& ' +- In het bisdom wordt wat vaker informatie in het materiaal aangeboden over de financiële situatie (71%; landelijk 64%) en over schenkingen (45%; landelijk 36%). Bijna 9 van de parochies is voldoende tot goed op de hoogte van Kerkbalans (landelijk is dit 69%). De toepassing van verbreden en verdiepen gebeurt iets vaker dan landelijk; verbreden door de helft van de parochies en verdiepen door 44% (in 09 was de toepassing van verdiepen nog een stuk lager). Slechts 22% geeft aan dat ondersteuning nodig is bij de uitvoering van Kerkbalans (landelijk is dit 47%). Bijna 9 heeft voldoende (ruim of net) vrijwilligers voor de uitvoering van Kerkbalans, landelijk is dit 74%. Er zijn maar weinig parochies in het bisdom (8%) die zelf de folder voor Kerkbalans samenstellen (landelijk is dit 21%). In 09 benaderde nog 54% van de parochies de parochianen persoonlijk (afgeven en/of ophalen); in 11 is dit gedaald tot 42% (landelijk is dit 35%). Een richtbedrag komt zelden voor (5%; landelijk 41%) en dat geldt ook voor het verzoek om kleine bijdragen te verhogen (13%; landelijk 28%) In vergelijking met 09 zijn in 11 minder parochies afhakers (van 21% in 09 naar 1 in 11), structurele niet-bijdragers (van 18% naar 1) en nieuwe parochianen (van 58% naar 45%) op specifieke wijze gaan benaderen. Het aandeel parochies dat via de activiteitsscore als tenminste enigszins actief (met de uitvoering van minstens vier van de tien activiteiten) kan worden bestempeld, is tussen 09 en 11 gedaald van 55% naar 26%. 25

!&! % In het bisdom wordt veel met toezeggingsformulieren gewerkt (61%; landelijk 45%). Veel parochies geven in het materiaal een overzicht van hun financiële situatie (79%; landelijk is dit 64%) alsook informatie over schenkingen (5; landelijk 36%). Iets meer parochies zijn weifelaars (zij die niet bijdragen maar dit de vorige jaren wel deden) persoonlijk gaan herinneren (29% in 09 en 35% in 11). Slechts een klein deel van de parochies geeft een richtbedrag (1; landelijk 41%) of verzoekt kleine bijdragen te verhogen (9%, in 09 was dit nog 25%; landelijk is dit in 11 28%). Het persoonlijk benaderen van afhakers, structurele niet-bijdragers en nieuwe parochianen is licht gedaald. Meer dan 9 van de parochies heeft de handleiding van Kerkbalans Nieuwe Stijl (landelijk is dit 72%) maar in vergelijking met 09 zijn minder parochies voldoende tot goed op de hoogte van Nieuwe Stijl (van 87% in 09 naar 73% in 11). De parochies in het bisdom blijven wat achter bij de toepassing van verbreden (39% minimaal één activiteit, landelijk 46%) en verdiepen (33% minimaal één activiteit, landelijk 39%) en in vergelijking met 09 is de toepassing teruglopen. Het aandeel parochies dat via de activiteitsscore als tenminste enigszins actief (met de uitvoering van minstens vier van de tien activiteiten) kan worden bestempeld is tussen 09 en 11 gedaald van 58% naar 35%. Ruim een kwart vindt dat de leden- en financiële administratie onvoldoende functioneert ten behoeve van de uitvoering van Kerkbalans (landelijk is dit 14%). 26

!& Bijna een derde van de parochies benadert de parochianen met een zelf samengestelde folder (landelijk is dit 21%). Ruim de helft (55%; landelijk is dit 36%) van de parochies geeft informatie over schenkingen. In 09 was dit in het bisdom nog 38%. Het overgrote deel van de parochies (86%) geeft een richtbedrag (landelijk is dit 41%). In vergelijking met 09 zijn meer parochies weifelaars (van 51% naar 58% van de parochies) en nieuwe parochianen (van 28% naar %) op specifieke wijze gaan benaderen. Een groot deel van de parochies (85%, landelijk is dit 69%) is voldoende tot goed op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl en in vergelijking met 09 is de bekendheid toegenomen. Bijna de helft van de parochies kan op basis van hun activiteitsscore als enigszins tot heel actief (met de uitvoering van minstens vier van de tien activiteiten) worden getypeerd (landelijk is dit 33%). Een op de vijf parochies benadert de parochianen persoonlijk (persoonlijk afgeven en/of ophalen; landelijk is dit 35%). Het persoonlijk benaderen van afhakers en structurele niet-bijdragers is licht gedaald. De toepassing van verbreden en verdiepen lijkt groot maar wanneer gevraagd wordt naar specifieke activiteiten blijft die juist achter in het bisdom: 32% doet van de parochies doet aan verbreden (minimaal één activiteit) tegenover landelijk 46% en 16% aan verdiepen (minimaal één activiteit) tegenover landelijk 39%. Slechts 1 heeft ruim voldoende vrijwilligers voor de uitvoering van Kerkbalans (landelijk is dit %) en 32% heeft een tekort (landelijk 26%). 27

!&2 3 " Meer parochies (% tegenover 27% in 09) zijn weifelaars (parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dit de vorige jaren wel deden) op persoonlijke wijze gaan benaderen. Tweederde van de parochies is voldoende tot goed op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl, in 09 was dit nog 55%. De toepassing van verbreden is tussen 09 en 11 toegenomen van 4% naar 11% van de parochies (wanneer wordt gevraagd naar concrete verbredingsactiviteiten dan blijkt in 11 41% van de parochies verbreden toe te passen). Een zelf samengestelde folder komt in het bidsom niet vaak voor (12% van de parochies; landelijk 21%). De helft van parochies geeft informatie over de financiële situatie (landelijk is dit 64%) en iets meer dan een kwart (27%; landelijk 36%) informatie over schenkingen. In vergelijking met de andere zuidelijke bisdommen Breda en Roermond geven weinig parochies (37% tegenover ongeveer 8 in de andere twee bisdommen) een richtbedrag. Slechts een kwart van de parochies wordt op basis van de activiteitsscore ingedeeld bij de parochies die enigszins tot zeer actief (met de uitvoering van minstens vier van de tien activiteiten) zijn, in 09 was dit nog bijna de helft. 28

!& % Ruim driekwart van de parochies (77%; landelijk 41%) noemt een richtbedrag. Meer parochies zijn parochianen die kleine bijdragen geven, op specifieke wijze gaan benaderen met het verzoek om meer te gaan geven (36%, in 09 was dit 26%). Meer parochies (45% tegenover 35% in 09) zijn weifelaars (parochianen die geen bijdrage geven terwijl ze dit de vorige jaren wel deden) op persoonlijke wijze gaan benaderen. Tussen 09 en 11 is zowel de toepassing van verbreden (van 6% naar 16%) als van verdiepen (van 3% naar 16%) toegenomen. Wanneer gevraagd wordt naar concrete activiteiten dan komt de toepassing in 11 wat betreft verbreden neer op 59% (landelijk 46%) en wat betreft verdiepen op 46% (landelijk 39%). In het bisdom wordt niet vaak gewerkt met een toezeggingsformulieren (21%; landelijk 45%). Slechts 9% benadert de parochianen persoonlijk (persoonlijk afgeven en/of ophalen; landelijk is dit 35%). In 09 benaderde nog 23% van de parochies in dit bisdom de parochianen persoonlijk. Informatie over schenkingen wordt door 22% van de parochies aangeboden (landelijk is dit 36%). Het persoonlijk benaderen van afhakers, structurele niet-bijdragers en nieuwe parochianen is licht gedaald. Slechts 28% van de parochies wordt op basis van de activiteitsscore ingedeeld bij de parochies die enigszins tot zeer actief (met de uitvoering van minstens vier van de tien activiteiten) zijn, in 09 was dit nog 42%. In het bisdom heeft 58% van de parochies (net of ruim) voldoende vrijwilligers voor de uitvoering van Kerkbalans (landelijk is dit 74%). In 09 had nog 7 van de parochies voldoende vrijwilligers. 29

30

$% & ' ( " Figuur 5.1 Aankondiging 11, per bisdom (in %) Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 95 100 97 100 89 84 85 84 88 85 78 79 80 70 64 69 69 74 65 61 55 62 49 54 49 % 0 parochieblad promotiemateriaal vieringen 100 80 74 % 0 47 51 43 43 4244 33 21 16 16 1815 4 7 9 0 0 0 0 0 3 4 website parochie plaatselijk blad plaatselijk tv/radio 2 31

Figuur 5.2 Benadering parochianen 11, per bisdom (in %) 10 8 % volledig persoonlijk deels persoonlijk onpersoonlijk 17 37 58 50 50 5 80 73 91 65 % % 33 Gron.- Leeuw. 58 Utrecht 29 26 19 16 21 10 19 10 8 7 2 16 Haarlem- Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland A'dam * Benadering: - Volledig persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven én ophalen. - Deels persoonlijk: materiaal persoonlijk afgeven en per post insturen of materiaal in brievenbus stoppen en persoonlijk ophalen. - Onpersoonlijk: materiaal in brievenbus stoppen en per post insturen of volledig per post versturen. 32

Figuur 5.3 Benadering parochianen 11, per bisdom (in %) Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 100 94 90 88 80 71 78 77 62 28 28 32 27 27 21 8 12 12 11 9 3 5 1 5 0 % 0 landelijke folder zelf samengestelde folder materiaal doelgroepen 100 76 80 72 67 71 66 61 56 67 34 28 24 15 16 19 24 23 % 0 algemene begeleidende brief gepersonaliseerde begeleidende brief 100 80 80 72 74 63 61 61 56 57 59 50 50 54 50 39 43 45 39 37 36 31 26 28 21 22 % 0 acceptgiro toezeggingsformulier machtigingsformulier 33

Figuur 5.4 Wijze waarop wordt bijgedragen 11, per bisdom 11 (in %) zelf geld overmaken acceptgiro doorlopende machtiging eenmalige machtiging anders 10 2 3 6 10 7 6 7 17 14 10 9 11 9 14 10 6 8 7 15 16 7 16 21 7 27 % 22 5 42 35 26 27 % 23 % 55 32 51 37 29 39 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.5 Begroting en informatie over schenkingen in materiaal 11, per bisdom (in %) 100 80 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 77 82 71 79 50 57 64 57 24 45 50 55 27 22 36 % 0 begroting schenkingen Figuur 5.6 Beïnvloeding geefgedrag 11, per bisdom (in %) 100 80 % 0 Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 86 77 37 41 38 28 26 29 33 36 30 28 19 19 2122 10 13 12 14 13 5 6 9 richtbedrag of percentage inflatiecorrectie verhogen klein bedrag 34

& * " + " ) Figuur 5.7 Benadering vergeetachtigen 11, per bisdom (in %) 10 8 % % % persoonlijke herinnering algemene herinnering geen herinnering geen toezeggingen 25 4 25 38 9 5 46 48 Gron.- Leeuw. Utrecht 2 5 48 52 7 14 13 33 31 35 Haarlem- A'dam 63 7 3 27 82 5 4 9 6 6 28 Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.8 Benadering weifelaars 11, per bisdom (in %) 10 8 % % % persoonlijke herinnering algemene herinnering geen herinnering 14 13 21 29 44 39 34 29 27 46 21 26 22 22 26 14 57 58 34 35 45 44 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 35

Figuur 5.9 Benadering afhakers 11, per bisdom (in %) 10 8 persoonlijke benadering algemene benadering geen benadering 13 7 26 15 15 % % 77 74 83 61 70 65 73 72 % 23 Gron.- Leeuw. 13 10 13 10 15 12 13 Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.10 Benadering structurele niet-bijdragers 11, per bisdom (in %) 10 8 persoonlijke benadering algemene benadering geen benadering 5 25 22 33 41 23 29 25 % % % 50 25 Gron.- Leeuw. 68 45 79 7 10 14 16 13 10 13 Utrecht Haarlem- A'dam 64 Rotterdam Breda Den Bosch 62 Roermond Nederland Figuur 5.11 Benadering nieuwe parochianen 11, per bisdom (in %) 10 ja, maar eerst op andere wijze ja, samen met andere wijze ja, zonder andere wijze nee 8 % % % 5 33 62 Gron.- Leeuw. 7 10 33 Utrecht 5 21 45 46 Haarlem- A'dam 17 16 35 5 7 47 12 34 17 49 15 19 10 37 17 36 Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 36

&, ( Figuur 5.12 In bezit van handleiding Kerkbalans Nieuwe Stijl 11, per bisdom (in %) 100 86 87 91 90 80 64 55 72 % 0 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.13 Op de hoogte van Kerkbalans Nieuwe Stijl 11, per bisdom (in %) 10 8 % % % ja, goed ja, voldoende nee, onvoldoende of niet 23 41 36 Gron.- Leeuw. 47 13 Utrecht 13 46 41 Haarlem- A'dam 27 55 18 15 45 34 43 Rotterdam Breda Den Bosch 52 30 23 18 31 42 27 Roermond Nederland 37

Figuur 5.14 Toepassing strategie verbreden 11, per bisdom 11 (in %) 10 8 % % % ja nee, wel bekend nee, niet bekend 27 55 22 18 22 Gron.- Leeuw. Utrecht 13 56 73 Haarlem- A'dam 14 21 47 32 41 48 54 30 35 48 11 16 17 Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.15 Toepassing minimaal één activiteit verbreden 11, per bisdom (in %) 100 80 45 47 50 39 32 41 59 46 % 0 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.16 Welke verbredingsactiviteiten 11, per bisdom 11 (in %) 100 80 % 0 Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 38 24 26 2932 23 23 28 meer parochianen met specifiek materiaal 26 11 8 107 0 4 6 9 12 5 4 5 0 2 4 0 0 3 4 0 3 2 2 extra oproepen in de media niet-bijdragende parochianen telefonisch benaderd niet-bijdragende parochianen een bezoek gebracht 38

Figuur 5.17 Toepassing strategie verdiepen 11, per bisdom (in %) 10 8 ja nee, wel bekend nee, niet bekend 13 27 24 21 46 49 36 % % % 55 47 59 73 63 18 13 17 14 16 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam 48 Rotterdam Breda Den Bosch 6 35 51 16 13 Roermond Nederland Figuur 5.18 Toepassing minimaal één activiteit verdiepen 11, per bisdom (in %) 100 80 43 44 44 33 34 46 39 16 % 0 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland Figuur 5.19 Welke verdiepingsactiviteiten 11, per bisdom (in %) 100 80 % 0 Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 31 25 21 25 23 11 11 14 16 15 15 8 7 meer parochianen met specifiek materiaal extra oproepen in de media 21 4 9 7 12 0 0 0 0 0 0 3 6 0 4 5 niet-bijdragende parochianen telefonisch benaderd niet-bijdragende parochianen een bezoek gebracht 39

&! -" " " Figuur 5. Activiteitsscore* parochies 07-11, per bisdom 11 (in %) 10 8 % % % 10 (zeer) actief enigszins actief niet/nauwelijks actief 24 34 32 38 48 45 45 42 51 53 53 56 62 62 65 74 50 37 43 22 42 37 41 46 36 37 38 31 27 30 22 29 26 25 30 21 13 18 10 11 9 14 5 8 13 12 13 07 08 09 11 07 08 09 11 07 08 09 11 07 08 09 11 Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam 8 % 69 64 50 65 67 53 75 75 78 58 72 59 46 67 % % 22 32 9 4 46 35 14 15 29 23 41 15 19 19 39 24 6 10 6 10 6 3 3 4 29 30 42 23 11 11 12 10 07 08 09 11 07 08 09 11 07 08 09 11 07 08 09 11 Breda Den Bosch Roermond Nederland * Schaal 0-10 met niet of nauwelijks actief = 0-3 activiteiten, enigszins actief = 4-5 activiteiten en (zeer) actief = 6-10 activiteiten.

&. Figuur 5.21 Ondersteuningsbehoefte parochies 11, per bisdom (in %) 100 80 0 % Gron.-Leeuw. Utrecht Haarlem-A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 50 45 38 33 38 42 32 32 25 26 31 34 28 27 30 22 14 14 19 17 23 9 benadering niet-bijdragende parochianen benadering doelgroepen met spec. materiaal richtbedrag in brief met geautom. koppeling eerder gegeven bijdragen 100 80 0 % 37 32 27 2223 25 19 14 13 1716 8 10 7 5 geautom. herinnering vergeten bijdragen inhoud+vormgeving eigen materiaal 78 50 54 57 53 45 42 37 geen 41

Figuur 5.22 Voldoende vrijwilligers voor optimale uitvoering Kerkbalans 11, per bisdom (in %) 10 8 ruim voldoende net voldoende onvoldoende 23 18 12 22 32 24 42 26 % % 59 41 65 58 54 44 54 % 18 Gron.- Leeuw. 41 Utrecht 28 Haarlem- A'dam 13 10 22 Rotterdam Breda Den Bosch 14 Roermond Nederland Figuur 5.23 Voldoende automatisering voor optimale uitvoering Kerkbalans 11, per bisdom (in %) 10 8 % ruim voldoende net voldoende onvoldoende 18 7 26 21 33 27 27 39 37 7 38 14 14 41 36 % % 55 53 35 42 55 45 50 Gron.- Leeuw. Utrecht Haarlem- A'dam Rotterdam Breda Den Bosch Roermond Nederland 42

Onderzoekscentrum religie en samenleving Het Kaski is een expertisecentrum op non-profitbasis voor vragen over religie en samenleving. We hebben een lange ervaring als één van de oudste sociaal-wetenschappelijke instituten van Nederland. U kunt bij ons terecht voor allerlei vormen van onderzoek, zowel kwalitatief (o.a. focusgroepen en evaluatieonderzoek) als kwantitatief (o.a. enquêtes en prognoses). Wij streven naar een zo breed mogelijke dienstverlening en bieden naast onderzoek ook beleidsadvisering en ondersteuning aan. Het Kaski is onderdeel van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen en is lid van de Vereniging voor Beleidsonderzoek. Ons instituut is in het bezit van het kwaliteitscertificaat ISO 9001:08. Erasmusplein 1 6525 HT Nijmegen Telefoon: 024-365 35 31 Postbus 9103 6500 HD Nijmegen www.ru.nl/kaski info@kaski.ru.nl