Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Vergelijkbare documenten
Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 1 Handhaving en toezicht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 februari 2020

Toetsmatrijs BOA OV Module 2 Rechtskennis 24 mei 2017

Wijzigingen toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek versie > versie 2.0

Toetsmatrijs BOA OV Module Openbaar Vervoer 1 januari 2017

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid Rechtskennis 1 januari 2019

Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de organen van de strafrechtspleging

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid Rechtskennis 1 januari 2017

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsvorm: Toetsduur: Cesuur: Kwalificatiedossier: BOA Basisbekwaamheid Rechtskennis. 50 Gesloten vragen 90 minuten 55% met correctie voor de gokkans

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

WKPV I Lesboek 2018/2019

Bijlage Hoofdtaak Taak Deeltaak Kenniselementen

BIJLAGE B-IA EINDTERMEN KENNISELEMENTEN BASISBEKWAAMHEID 2013

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Eindtermen basisexamen Buitengewoon opsporingsambtenaar

De toetstermen voor Wettelijke Kaders Onderwijs Specifiek zijn naar aanleiding van de aangepaste versie van de MAS (september 2018)

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid 1 WKPV 1

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

opleiding BOA Wetboek van Strafvordering

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Instrumentenkoffer: bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid WKPV I

Beroepshouding. module 2. Sport, dienstverlening en veiligheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inhoudsopgave

Eindtermen. Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Examenprogramma Boa OV. Buitengewoon opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Opsporingsbevoegdheden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eindtermen. Buitengewoon Opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

AFKORTINGEN. DEEL I. ALGEMEEN 1 1 Inleiding 3

Exameneisen Beveiliger (Crebonummer 25407)

1 van 16 02/06/ :34

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BOA. Basisbekwaamheid

Rapport. Datum: 20 januari 2005 Rapportnummer: 2005/015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating

Voor wie Straf(proces)recht vormt de basis voor iedereen die bij een financiële instelling werkzaam is op het gebied van veiligheid en integriteit.

opleiding BOA Besluit BOA

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Examenprogramma Boa OV. Buitengewoon opsporingsambtenaar Openbaar Vervoer

Oriëntatie op de particuliere recherchebranche 1 ORIËNTATIE OP DE PARTICULIERE RECHERCHEBRANCHE 1 (CBE16.1/CREBO:52694)

Formeel Strafrecht, De Verdachte. Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 19 juli Rapportnummer: 2012/117

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Waarneming 1 WAARNEMING 1 (CBE18.1/CREBO:52696)

Binnentreden Pagina s 79 t/m 84

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Handhavingsarrangement Helingbestrijding 7 april 2014 Kenmerk: 7238

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Artikel 1 2. Artikel 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een onderzoek naar het vorderen van een identiteitsbewijs door de politie.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Antwoorden van Burgemeester en Wethouders (Verzonden 15 februari 2005)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

'Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 lid 1 Sr'

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanhouding en inverzekeringstelling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1.04 Geeft het belang aan van het aan de hand van camerabeelden herkennen en identificeren van personen.

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Verstoord contact. Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Nederland.

==================================================================== Artikel 1

Basiskennis Cameratoezicht

Aanwijzing uitbreiding identificatieplicht

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Midden- Nederland. Publicatiedatum 26 augustus 2014 Rapportnummer 2014/097

Ingevolge artikel 80 van de Algemene wet inzake

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Het opsporingsonderzoek

Voorstel van wet. Artikel 1

Syllabus Burgerarrest. Academie

Transcriptie:

walificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de organen van de strafrechtspleging Taxonomie # vragen 2. Functioneren binnen het voor zijn opsporingstaak vastgesteld wettelijk kader (3 vragen) 2.3 Samenwerking met de politie Samenwerking met de politie Art. 10 lid 2 Politiewet 2012 Art. 146 lid 2 Sv Art. 29 lid 1, 30 lid 1, 38 BBO Brief minister aan T d.d. 1 april 2014 Het begrip Politie Art. 2, 2a Politiewet 2012 2.3.1 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven hoe samenwerking met de politie is ingericht en georganiseerd Wettelijke regeling samenwerking politie Uitwerking samenwerking politie - leefbaarheidscriterium - landelijke uitgangspunten voor operationele regie en informatiedeling 2.3.2 De kandidaat kan het begrip Politie omschrijven Begrip Politie 3 De taak van de politie Art. 3 Politiewet 2012 De organisatie van de Nationale Politie Art. 25 lid 1, 27 lid 1, 38 lid 1, 42 lid 1 en 3 Politiewet 2012 2.3.3 De kandidaat kan de taak van de politie benoemen Handelt in ondergeschiktheid van het bevoegde gezag Handelt in overeenstemming met de geldende rechtsregels Zorgt voor daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde Verleent hulp aan hen die dit behoeven 2.3.4 De kandidaat kan de organisatie van de Nationale Politie omschrijven Begrippen landelijke politiekorps en korpschef Begrippen regionale eenheid en politiechef Begrippen Landelijke Eenheid en politiechef Politiedienstencentrum

II. Het opsporen van strafbare feiten De bevoegdheden van de politie Art. 6, 7 lid 1, 3 en 5 Politiewet 2012 De verleende bevoegdheden aan de boa Art. 7 lid 7 Politiewet 2012 Het gezag over de politie Art. 11 lid 1, 12 lid 1, 13 lid 1 en 3 Politiewet 2012 Art. 39 Wvr 2.3.5 De kandidaat kan de bevoegdheden van de politie benoemen Het werkgebied van de politie Het gebruik van geweld Fouilleren Subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel 2.3.6 De kandidaat kan de bevoegdheden van de boa in relatie tot het gebruik van geweld en fouilleren benoemen Bevoegdheden in relatie tot het gebruik van geweld en fouilleren worden verleend door de minister 2.3.7 De kandidaat kan de organisatie van het gezag over de politie omschrijven Het gezag van de burgemeester over de politie Het gezag van de officier van justitie over de politie Driehoeksoverleg - tussen burgemeester en officier van justitie met districtschef (evt. politiechef) - over taakuitvoering van de politie en beleid t.a.v. taakuitvoering - heeft plaats op landelijk, regionaal of gemeentelijk niveau Taak burgemeester als voorzitter van bestuur veiligheidsregio 5. Beoordelen of de verzamelde en/of ontvangen informatie strafrechtelijk relevant is (1 vraag) 5.5 Deelnemen aan strafbare feiten Rechtspersonen Art. 51 lid 1 WvSr Art. 1 lid 1, art. 3 Boek 2 BW 5.5.2 De kandidaat kan benoemen wie strafbare feiten kunnen begaan en kan de soorten rechtspersonen benoemen Strafbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen Publiekrechtelijke rechtspersonen Privaatrechtelijke rechtspersonen 1

6. Een onderzoek instellen om bewijsmateriaal te verzamelen (13 vragen) 6.1 De verdachte 6.2 Rechtmatig toepassen van de opsporingsbevoegdheden De verdachte Art. 27 lid 1 en 2 Sv Opsporingsbevoegdheden 6.1.1 De kandidaat kan het begrip verdachte omschrijven Begrip verdachte 6.2.1 De kandidaat kan de begrippen met betrekking tot de opsporingsbevoegdheden uitleggen Begrip opsporingsbevoegdheden Begrip toezichtbevoegdheden B 1 6.3 Toepassen van dwangmiddelen ten aanzien van de persoonlijke vrijheid Staande houden Art. 27a, 27c Sv, 52 Sv Art. 435 sub 4 WvSr Identiteit Art. 4 lid 1, art. 5 lid 5, art. 6, art. 9 lid 1 en 3 Boek 1 BW Toonplicht identiteitsbewijs Art. 1 sub 1 t/m sub 4, art. 2 WID 6.3.1 De kandidaat kan het begrip staande houden omschrijven en kan de voorwaarden waaronder staande mag worden gehouden benoemen Staande houden - Dwangmiddel met als enig doel het vaststellen van de identiteit - Is voorbehouden aan opsporingsambtenaren - Reden wordt medegedeeld aan verdachte - Alleen een verdachte mag staande worden gehouden Strafbaarheid bij opgeven van valse identificerende persoonsgegevens 6.3.2 De kandidaat kan de wettelijke regels met betrekking tot het Nederlandse naamrecht benoemen Voornaam natuurlijk persoon Geslachtsnaam kind Bewijs geslachtsnaam Gebruik geslachtsnaam gehuwde man/vrouw 6.3.3 De kandidaat kan de documenten waarmee de identiteit kan worden vastgesteld benoemen Toonplicht identiteitsbewijs Documenten waarmee de identiteit kan worden vastgesteld - Een geldig nationaal paspoort van het oninkrijk der Nederlanden - Een geldige Nederlandse identiteitskaart - Een Nederlands vreemdelingendocument - Een geldig nationaal paspoort of geldige identiteitskaart van een der landen van de Europese Economische Ruimte - Een geldig rijbewijs 1

Bevoegdheid vorderen inzage identiteitsbewijs Art. 8 lid 1 en 2 Politiewet 2012 Art. 5:16a Awb Art. 447e WvSr Vaststellen en bewijsvoering identiteit Art. 27a Sv, 55b Sv Heterdaad en buiten heterdaad Art. 128 Sv Aanhouden van een verdachte Art. 15 lid 1 GW Art. 53 lid 1, 54 lid 1 t/m 4, 67 lid 1 sub a, 133 Sv 6.3.4 De kandidaat kan benoemen wie bevoegd is tot het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs en kan de strafbaarheid bij het niet tonen van een identiteitsbewijs benoemen Personen bevoegd tot vorderen van inzage identiteitsbewijs Strafbaarstelling van het niet tonen van een identiteitsbewijs 6.3.5 De kandidaat kan benoemen wie de identiteit van de verdachte kan vaststellen, op welke wijze dat geschiedt en welke gegevens daartoe moeten worden gevraagd aan de verdachte Wijze van vaststelling identiteit (zoals in de wet vastgelegd) Bevraging bepaalde gegevens ten behoeve vaststelling identiteit Onderzoek aan de kleding en voorwerpen Door bij wet aangewezen ambtenaren of door minister aangewezen personen ter vaststelling van identiteit Alleen in openbaarheid als dit redelijkerwijs noodzakelijk is Bij onderzoek in openbaarheid wordt proces-verbaal opgemaakt Nemen van foto s en vingerafdrukken van verdachte Begrip Basisregistratie Personen (BRP) 6.3.6 De kandidaat kan in een gegeven situatie beoordelen of er sprake is van heterdaad. Begrip heterdaad Begrip buiten heterdaad Tijdsverloop waarbinnen nog heterdaad aanwezig is (inspanningscriterium) 6.3.7 De kandidaat kan benoemen wanneer, waar en door wie een verdachte mag worden aangehouden bij ontdekking op heterdaad en ontdekking buiten heterdaad. Bevoegdheid tot aanhouden verdachte - Bij ontdekking op heterdaad - Buiten heterdaad Voorlopige hechtenis - Begrip voorlopige hechtenis - Feiten waarvoor een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven 1 T 1 1

Geleiden van de verdachte voor de (hulp)officier van justitie Art 53 lid 2 t/m 3, 54 lid 1 t/m 4 Sv 6.3.8 De kandidaat kan de procedure beschrijven met betrekking tot het voorgeleiden van de verdachte Geleiden van de verdachte voor de (hulp)officier in geval van ontdekking op heterdaad en in geval van buiten heterdaad 1 6.4 Toepassen van dwangmiddelen ten aanzien van de persoonlijke integriteit Strafvorderlijke fouillering ter inbeslagneming Art. 11 GW Art. 56 Sv 6.4.1 De kandidaat kan de begrippen onderzoek aan het lichaam of kleding en onderzoek in het lichaam omschrijven en de voorwaarden voor deze onderzoeken benoemen Begrip onderzoek aan het lichaam of kleding Begrip onderzoek in het lichaam Voorwaarden voor het onderzoek Locatie van het onderzoek Personen die bevoegd zijn onderzoek te verrichten 2 6.5 Inbeslagneming van voorwerpen Inbeslagneming van voorwerpen Art. 107 lid 1 Boek 3 BW Art. 94, 95, 96, 96a lid 1 en 2, 96b, 116 lid 1 en 2, 134 Sv 6.5.1 De kandidaat kan de bevoegdheden van de opsporingsambtenaar benoemen en de procedure beschrijven met betrekking tot de inbeslagneming van voorwerpen Begrippen bezit en houderschap Begrip inbeslagneming Voorwerpen die voor inbeslagneming vatbaar zijn Bevoegdheid tot inbeslagneming Bevoegdheid tot binnentreding om voorwerpen in beslag te nemen Het nemen van bevriezingsmaatregelen Het uitleveren van voorwerpen ter inbeslagneming Het doorzoeken van een vervoermiddel ter inbeslagneming Vrijwillige afstand van een voorwerp door de verdachte Voortduren van het beslag Het doen bij schriftelijke verklaring doen van afstand door degene bij wie het voorwerp in beslag is genomen 5

10 19 Eindtermen Boa OV (geen vragen) 11 Bepalingen voor de reiziger Handhaving bedrijfsgang Art. 72 Wp2000 11.7 De kandidaat kan de bepalingen noemen waaraan een ieder en specifiek de reiziger moet voldoen bij de handhaving van de bedrijfsgang T 13 Bp2000 Algemene bepalingen en begrippen Gedragingen die als verstoringen zijn te beschouwen Art. 52 Bp2000 7.3 Verbod verstoring orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsgang 13.14 De kandidaat kan de bepalingen noemen over verstoringen van de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang 14.1 Wat onder verstoringen als bedoeld in artikel 72Wp2000 wordt verstaan 14.1 Toestemming vervoerder T 20 Eindtermen Boa OV (3 vragen) 17 Wetboek van strafrecht Beschermingspakket Door rechtmatige toepassing van bevoegdheden Art. 284, lid 1, sub 1 en 2 WvSr Art. 285, lid 1 en 2 WvSr Art. 300, lid 1 en 5 jo 304 2e WvSr. 17.20 De kandidaat kent de artikelen ter bescherming van de buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar 20.5 Dwang 20.6 Bedreiging met specifieke misdrijven (Ook schriftelijk) 20.7 Eenvoudige mishandeling, tevens: o Poging niet strafbaar o Mishandeling tegen ambtenaar 3

De bovenstaande eindtermen zijn vertaald in de volgende onderwerpen in module 5: Goederen, eigendom, bezit en houderschap Inbeslagneming Intrekken vervoerbewijs Rechtspersonen Algemene en buitengewone opsporingsambtenaren De samenwerking met de politie Politiebevoegdheden Identificatieplicht Onderzoek aan kleding en lichaam Staande houden Aanhouden Dwang Bedreiging met specifieke misdrijven Mishandeling (tegen ambtenaar) Gebruikte afkortingen Awob: Algemene wet op het binnentreden BBO: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar BW: Burgerlijk Wetboek boa: buitengewoon opsporingsambtenaar Gemw: Gemeentewet GW: Grondwet PW: Provinciewet Sv: Wetboek van Strafvordering Wet RI: Wet op de rechterlijke indeling Wet RO: Wet op de rechterlijke organisatie WID: Wet op de identificatieplicht Wvr: Wet veiligheidsregio s WvSr: Wetboek van Strafrecht Gebruikte taxonomie (naar Bloom) : ennis B: Begrip T Toepassen