Sterke onderliggende groei in alle metiers

26/05/2005 17 BLZ. PERSBERICHT Persdienst - 1, de Meeûssquare - 1000 Brussel - Tel. : 02 222 45 33 - Fax : 02 222 90 90 - pressdexia@dexia.be Rek. Nr.: 068-2113620-17 - RPR Brussel BTW BE 0458.548.296 ACTIVITEIT EN RESULTATEN EERSTE KWARTAAL 2005 Sterke onderliggende groei in alle metiers Nettoresultaat groepsaandeel 475 miljoen EUR Winst per aandeel 0,43 EUR Rendement op eigen vermogen 18,7% Tier 1 ratio 9,6 % op 31 maart 2005 Sterke activiteit in alle metiers Public Finance - uitstaande LT-verbintenissen FSA verzekerde uitstaande nettobedragen Uitstaanden tegoeden van de particulieren Assets under management 1 EUR 205 miljard (+13,6 % in 1 jaar) USD 333 miljard (+10,3 % in 1 jaar) EUR 120 miljard (+ 4,4 % in 1 jaar) EUR 76 miljard (+14,9 % in 1 jaar) Onderliggend financieel resultaat op schema Evolutie In miljoenen EUR Q1 2005 Gerapporteerd Onderliggend 2 Opbrengsten 1.453-0,3 % + 5,1 % Nettoresultaat groepsaandeel 475-8,6 % + 12,0 % 1 Enkel Dexia Asset Management 2 d.i. proforma, zonder niet weerkerende elementen

I GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING Voorbeschouwing De resultaten voor het eerste kwartaal van 2005 worden voor het eerst voorgesteld op basis van de IFRS normen, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie (EU GAAP), met inbegrip van de IAS 32-, IAS 39- en IFRS 4-normen. Vergelijkingen met hetzelfde kwartaal in 2004 zijn niet echt significant, aangezien de drie voornoemde normen in 2004 nog niet van toepassing waren. De eerste toepassing van de IAS 32-, IAS 39- en IFRS 4-normen op 1 januari 2005 heeft tot gevolg dat op deze datum (zie bijlage) een openingsbalans wordt gepubliceerd, waaruit blijkt dat het totaal eigen vermogen uitkomt op 12,4 miljard EUR. De raad van bestuur van Dexia kwam bijeen op 26 mei en hechtte zijn goedkeuring aan de (nietgeauditeerde) rekeningen voor het eerste kwartaal van 2005 In miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Onderliggende * evolutie Opbrengsten 1.458 1.453-0,3% +5,1% Waarvan nettocommissies 269 290 +7,5% +11,1% Kosten -743-773 +4,1% +5,9% Brutobedrijfsresultaat 715 680-4,9% +4,1% Risicokosten -14-90 x 6,6-41,3% Waardevermindering op goodwill -10 0 - - Belastingen -150-101 -33,0% -7,3% Nettoresultaat 541 489-9,7% +10,0% Aandeel van derden 22 14-36,3% -32,1% Nettoresultaat groepsaandeel 519 475-8,6% +12,0% Exploitatiecoëfficiënt 51,0% 53,2% ROE** 19,8% 18,7% * Op basis van proformarekeningen voor Q1 2004, niet-weerkerende elementen niet meegerekend Het nettoresultaat groepsaandeel bedroeg 475 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2005. Het was 519 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2004, waarin een aanzienlijk bedrag aan niet-weerkerende elementen vervat lag (+93 miljoen EUR), terwijl deze laatste in het eerste kwartaal van 2005 slechts 1 miljoen EUR bedroegen. Rekening houdend met de wijzigingen in de consolidatiekring en zonder de nietweerkerende elementen, is het nettoresultaat groepsaandeel gestegen met 12,0%. De opbrengsten beliepen tijdens dit kwartaal 1.453 miljoen EUR, d.i. een daling met 0,3% in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. De onderliggende totale opbrengsten daarentegen zijn toegenomen met 5,1% (of +69 miljoen EUR), en met +5,9% bij gelijke wisselkoers (of +80 miljoen EUR). Deze globaal gunstige evolutie vloeit voort uit het hoog niveau van de commissies, die uitkwamen op 290 miljoen EUR, d.i. 29 miljoen EUR meer dan tijdens het eerste kwartaal van 2004 of +11,1%. 2

Bij de andere categorieën van opbrengsten was de nettogroei positief (40 miljoen EUR), ondanks de negatieve weerslag op de opbrengsten ( 9 miljoen EUR) door de daling van de uitstaande omloop van de aandelenleaseportefeuille. De trend van de onderliggende opbrengsten is gunstig over de voorbije vijf kwartalen, zoals blijkt uit onderstaande tabel en zoals meer in detail wordt geanalyseerd als we kijken naar de prestaties van de diverse metiers. Bovendien was er, in een omgeving van nauwe en stabiele spreads gedurende het eerste kwartaal, een beperkte volatiliteit van de opbrengsten voortkomende van de marktwaardering van financiële instrumenten zoals CDS. Onderliggend* brutobedrijfsresultaat per kwartaal van de Groep In miljoenen EUR Q1 2004 Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Opbrengsten 1.363 1.388 1.317 1.366 1.432 Kosten -730-757 -772-795 -773 Brutobedrijfsresultaat 633 631 545 572 660 * Exclusief niet-weerkerende elementen, proforma voor Q1 2004 tot Q4 2004 De kosten beliepen 773 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal, d.i. 4,1% meer dan tijdens dezelfde periode in 2004. Rekening houdend met de gewijzigde consolidatiekring bedroeg de toename +5,9% of +43 miljoen EUR. Deze toename vloeide gedeeltelijk voort uit het feit dat de metiers hun activiteit hebben opgevoerd (zie verder), wat heeft geleid tot hogere personeelskosten en tot de versterking van de administratie-, audit- en compliancestructuur. Bovendien kan voornoemde schommeling voor meer dan de helft worden verklaard door bepaalde technische of eenmalige elementen. Dat zijn o.m.: i) kosten voor de integratie van Dexia Bank New York Branch in de structuur van Dexia Credit Local (+2 miljoen EUR); ii) de wijziging van activeringsratio van de uitgestelde kosten en het afschrijven van niet-invorderbare vorderingen bij FSA (+4 miljoen EUR); iii) het feit dat er tijdens het eerste kwartaal van 2004 een terugneming plaatsvond van de voorziening voor een sociaal plan (+11 miljoen EUR), die tijdens de volgende kwartalen werd aangewend, en er geen overeenkomstige bedragen waren tijdens het eerste kwartaal van 2005; iv) aanvullende uitgaven voor een sociaal plan (+5 miljoen EUR); v) aanpassing van de IAS 19- pensioenvoorziening (+2 miljoen EUR). De onderliggende kostenbasis tijdens het eerste kwartaal van 2005 is conform de gemiddelde kostenbasis voor de kwartalen van vorig jaar (zie tabel hierboven). Het verwachte groeipercentage voor het hele jaar zou uitkomen in de buurt van de helft van de stijging tussen het eerste kwartaal van respectievelijk 2004 en 2005. Het brutobedrijfsresultaat bedroeg 680 miljoen EUR, een daling met 4,9% t.o.v. hetzelfde kwartaal in 2004. Het onderliggend brutobedrijfsresultaat is daarentegen toegenomen met 4,1% tijdens het kwartaal, gelet op de evolutie van de niet-weerkerende elementen. De cost-income ratio bedroeg 53,2%, een stijging t.o.v. het cijfer van 51,0% van het eerste kwartaal van 2004; de onderliggende cost-income ratio kwam uit op 54,0%. Hoewel de cijfers van slechts één kwartaal niet geëxtrapoleerd mogen worden, wijst dit toch op een verbetering voor de ratio voor het volledige jaar 2004 (56,2 % volgens de nieuwe boekhoudnormen), wat duidelijk in de richting gaat van de doelstelling op halflange termijn (52,5% in 2007). 3

De nettorisicokosten bedroegen 90 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2005, tegen 14 miljoen EUR tijdens hetzelfde kwartaal in 2004. Het bedrag voor dit kwartaal omvat niet-weerkerende kosten ten belope van 83 miljoen EUR i.v.m. Dexia Bank Nederland (zie verder in het deel over de niet-weerkerende elementen). Op onderliggende basis (zonder Dexia bank Nederland) bleven de risicokosten dalen, zowel voor credit enhancement als voor de bankactiviteit (respectievelijk 0,5 basispunt op jaarbasis voor FSA, tegen 0,6 basispunt voor het volledige jaar 2004; 0,8 basispunt op jaarbasis voor de bankactiviteit, tegen 1,8 basispunt voor het volledige jaar 2004), tot een voor de Groep historisch dieptepunt. De belastingen zijn afgenomen met 33,0%, nl. van 150 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2004 tot 101 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2005. Deze daling met 49 miljoen EUR is zowel het gevolg van niet-weerkerende elementen (36 miljoen EUR) als van onderliggende (13 miljoen EUR) oorzaken zie verder. Het onderliggende belastingspercentage bedroeg 26 % voor het eerste kwartaal van 2005. Het aandeel van derden is afgenomen van 22 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2004 tot 14 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal van 2005, als gevolg van het feit dat bepaalde dochterondernemingen die niet volledig in handen zijn van Dexia voor dat kwartaal een lichte daling van hun resultaten te zien geven. Samengevat is het nettoresultaat groepsaandeel afgenomen met 8,6% tot 475 miljoen EUR, maar is het gestegen met 12,0% op basis van de onderliggende proformagegevens. Bij gelijke wisselkoers zou de stijging zelfs nog groter zijn geweest (+13,5%). De winst per aandeel (WPA) bedraagt 0,43 EUR (tegen 0,46 EUR in Q1 04) of 6,0% op jaarbasis. De daling is het gevolg van het hoge niveau van de niet-weerkerende elementen tijdens het eerste kwartaal van 2004, zonder equivalent tijdens dit kwartaal. Belangrijk is ook dat het programma voor de inkoop van aandelen in 2005 werd voortgezet : in totaal werd voor 7 miljoen aandelen teruggekocht tijdens het eerste kwartaal van 2005 en 5 miljoen aandelen in april 2005, die werden vernietigd tijdens de Aandeelhoudersvergadering, samen met de 39 miljoen aandelen die in 2004 werden teruggekocht. De Return on Equity bedraagt 18,7% tijdens het eerste kwartaal van 2005 (tegen 19,8% een jaar voordien). De Tier One Ratio kwam uit op 9,6% op 31 maart 2005, d.i. hoger dan het niveau dat wenselijk wordt geacht door de Groep, maar aanzienlijk lager dan het niveau op 31 december 2004. Dit is een gevolg van de berekening van de ratio op basis van de nieuwe boekhoudnormen en een stijging van de risk-weighted-assets gedurende het kwartaal, tengevolge van een sterke activiteit en een stijging van de waarde van de US-dollar tussen eind 2004 en 31 maart 2005. 4

II ACTIVITEIT EN ONDERLIGGENDE RESULTATEN VAN DE METIERS Onderliggend * Nettoresultaat groepsaandeel In miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Evolutie bij gelijkblijvende wisselkoers Totaal Groep 424 475 +12.0% +13.5% Public/Project Finance and Credit Enhancement 212 238 +11.9% +13.8% Financiële dienstverlening aan particulieren 98 101 +3.6% +3.8% Financieel beheer en verzekeringen 40 58 +46.6% +47.7% Thesaurie en financiële markten 74 82 +10.5% +12.8% Central Assets 0-4 n.s. n.s. * Exclusief niet-weerkerende elementen, proforma voor Q1 2004 Alle metiers droegen bij tot de stijging met 12% van het onderliggend nettoresultaat (+ 13,5% bij gelijke wisselkoers) vooral Public/project Finance en Credit enhancement pakte uit met een bijzonder stevige groei. Het metier Financiële dienstenverlening aan particulieren bleef groeien, maar wel trager dan tijdens de voorgaande periodes, tegen de achtergrond van een lage rentestand. Het metier Financieel beheer en verzekeringen zette zijn opmars ook voort dankzij de zeer goede kapitaalinstroom in alle segmenten (vermogensbeheer, administratief fondsenbeheer en verzekeringen). Ten slotte liet het metier Thesaurie en financiële Markten een groei van de winst met twee cijfers optekenen. 1. Public/Project Finance en Credit Enhancement Dit metier kende een stevige groei van het nettoresultaat groepsaandeel met 11,9%. In een sterk concurrerende omgeving verwezenlijkte Dexia een sterk kwartaal in termen van productie, zowel op de historische markten als in de landen waar de Groep meer recent actief werd. Vooral opmerkelijk zijn de grote activiteit in de Verenigde Staten en de sterke start in de Centraal- en Oost-Europese regio s. Activiteit De langetermijnverplichtingen met een potentieel kredietrisico beliepen 204,7 miljard EUR aan het eind van het eerste kwartaal 2005, een stijging van 13,6% tegenover 12 maanden geleden. Daarvan bedroegen de verplichtingen in de lokale publieke sector in totaal 189,0 miljard EUR, een toename van 15,0% in één jaar. De productie van langetermijnfinancieringen 3 beliep in het eerste kwartaal 2005 11,9 miljard EUR (waarvan 10,3 miljard EUR in de lokale openbare sector), een stijging van 64,1% in vergelijking met de zelfde periode in 2004. Deze stijging was vooral het gevolg van de sterke activiteit in Frankrijk, België, Amerika en Centraal-Europa. Daarenboven werden enkele erg grote transacties geboekt, vooral in Italië, en vond Dexia nieuwe investeringsopportuniteiten op de obligatiemarkt, met name in Spanje en Amerika. 3 Originations hebben betrekking op het onderschrijven, de aanvaarding of de aankoop van schuldobligaties van de sector Public/Project finance in de vorm van langetermijnkredieten, notes en obligaties, liquiditeitswaarborgen en alle andere vormen van kredietverstrekking die gehanteerd worden in de landen waar Dexia actief is. Gelet op de specifieke kenmerken van de activiteit in Duitsland, houden de productiestatistieken geen rekening met dat land. 5

In Frankrijk beliep de langetermijnproductie 1,7 miljard EUR tijdens het kwartaal, dankzij een sterke activiteit voor zowel de grote lokale overheden als andere categorieën van cliënten, in een omgeving waar de vraag sterk gestimuleerd werd door het programma voor stadsrenovatie van de Franse regering. Op 31 maart 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 54,5 miljard EUR, een stijging van 4,9% tegenover het jaar voordien. In België beliepen de nieuwe financieringen 1,3 miljard EUR in het eerste kwartaal 2005; 1,1 miljard EUR daarvan had betrekking op public finance, waarvoor Dexia goed presteerde, vooral wat de gemeenten en provincies betreft. Het marktaandeel van Dexia blijft ongeveer 80%. Op 31 maart 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 26,9 miljard EUR, een stijging van 6,3% tegenover het jaar voordien. In Italië bedroeg de productie - tijdens een rustige periode als gevolg van de regionale verkiezingen 1,9 miljard EUR en werd ze gekenmerkt door één zeer grote transactie met een belangrijke cliënt uit de publieke sector. Dexia Crediop nam samen met Dexia Capital Markets eveneens deel aan verscheidene kapitaalmarkttransacties, met name een vastgoedeffectisering voor de stad Venetië. Aan het einde van het eerste kwartaal bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 30,4 miljard EUR, een stijging van +17,8% tegenover het jaar voordien. In Spanje bedroeg de nieuwe productie 0,9 miljard EUR in het eerste kwartaal van het jaar. Dexia Sabadell Banco Local (DSBL) sloot belangrijke transacties af met grote lokale besturen (voor de stad Madrid). DSBL profiteerde ook van goede investeringsopportuniteiten in de obligatiemarkt. Op 31 maart 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 5,6 miljard EUR, een stijging van 30,9% tegenover het jaar voordien. In het Verenigd Koninkrijk beliepen de totale uitstaande financieringen 5,1 miljard EUR (+12,2% tegenover het jaar voordien), ondanks een daling van de totale productie, in een context die gekenmerkt werd door een verminderde vraag van de lokale besturen in het vooruitzicht van lagere interestvoeten in het VK. In Centraal- en Oost-Europa begon Dexia transacties te genereren via Dexia Kommunalkredit Bank (DKB), zijn pas opgerichte joint venture met Kommunalkredit Austria (KA) 4. De consolidatiekring van DKB omvat de Slowaakse en de Poolse dochteronderneming van de Groep (Dexia Banka Slovensko en Dexia Kommunalkredit Polska), en is commercieel actief in de Republiek Tsjechië. De langetermijnfinancieringen stegen tot 0,8 miljard EUR, een stijging van 96,5% tegenover het jaar voordien. Dit cijfer omvat niet de transacties die in deze regio geproduceerd en geboekt werden bij het Dexia-hoofdkantoor of bij Kommunalkredit Austria. Laatstgenoemde instelling had aan het eind van het eerste kwartaal uitstaande financieringen ten belope van 11,4 miljard EUR. KA was actief in zijn thuismarkt Oostenrijk en in de buurlanden, bijvoorbeeld Duitsland, waar in samenwerking met Dexia Hypothekenbank Berlin een zeer grote transactie werd afgesloten. 4 Dexia Kommunalkredit Bank is een joint venture tussen Dexia (51%) en Kommunalkredit Austria (49%). Ter herinnering : Kommunalkredit Austria is voor 49% in handen van Dexia. 6

In Amerika noteerde Dexia een erg sterk kwartaal: de nieuwe langetermijnfinancieringen beliepen 2,6 miljard EUR (of 3,3 miljard USD) tijdens het eerste kwartaal 2005, meer dan 2,4 maal de productie van het eerste kwartaal 2004. Deze stijging was het resultaat van de grote activiteit inzake het verstrekken van liquiditeitswaarborgen aan de lokale besturen in een minder concurrerende omgeving. Dexia New York profiteerde van nieuwe investeringsopportuniteiten in de Amerikaanse markt van de gemeenteobligaties, met name in de belastingvrije sector. Op 31 maart 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 33,2 miljard EUR, een stijging van 29,6% tegenover het jaar voordien. Voor de activiteiten in andere landen of rechtstreeks vanuit de hoofdzetel financierde Dexia heel wat lokale besturen wereldwijd. De productie schoot omhoog tot 2,1 miljard EUR, met aanzienlijke originations in Zwitserland (bijv. een krediet aan het kanton Genève), Canada en Centraal-Europa. Er werden tijdens het kwartaal eveneens verscheidene transacties inzake project finance afgesloten, met name in Australië. Op 31 maart 2005 bedroegen de uitstaande langetermijnfinancieringen 10,3 miljard EUR, een stijging van 62,8% tegenover het jaar voordien. Uitstaande langetermijnverbintenissen in miljarden EUR 31 maart 2004 31 maart 2005 Evolutie België 25,3 26,9 +6,3% Frankrijk 51,9 54,5 +4,9% Luxemburg 1,2 2,0 +61,9% Nederland 0,7 0,7 +2,9% Verenigd 4,6 5,1 +12,2% Koninkrijk Zweden 3,1 3,5 +12,1% Italië 25,8 30,4 +17,8% Spanje 4,3 5,6 +30,9% Duitsland 31,0 31,7 +2,4% Centraal-Europa 0,4 0,8 +96,5% Amerika 25,6 33,2 +29,6% Andere 6,3 10,3 +62,8% Totaal 180,2 204,7 +13,6% De activiteit schuldbeheer was ook erg dynamisch, vooral in Frankrijk, waar de transacties tijdens het eerste kwartaal in totaal 1,8 miljard EUR beliepen, een gevoelige stijging tegenover het eerste kwartaal van vorig jaar, dat een rustige periode was ingevolge de regionale verkiezingen. In België nam het schuldbeheer eveneens toe en beliep het voor het eerste kwartaal 1,0 miljard. De kortetermijnkredieten beliepen op 31 maart 2005 19,6 miljard EUR. Ze daalden met 26,3%, vooral ingevolge de consolidatie van kortetermijnkredieten in langetermijnkredieten. De deposito s en beheerde activa van de cliënteel van dit metier bleven stijgen en bedroegen aan het eind van het eerste kwartaal 2005 25,6 miljard EUR, een stijging van 6,2% tegenover het vorige jaar. Opmerkelijk is de goede activiteit in Frankrijk en de toename van het aantal nieuwe mandaten inzake vermogensbeheer voor de Europese lokale besturen. Tot slot hebben de verzekeringen voor de werknemers van de lokale besturen en ook voor de institutionele cliënteel in België en Frankrijk, in het eerste kwartaal 2005 een sterke groei gekend. 7

De premies van Dexia Insurance beliepen in totaal 183 miljoen EUR, waarvan 115 miljoen EUR afkomstig uit België en 69 miljoen EUR uit Frankrijk. Deze cijfers weerspiegelen de belangrijke productie inzake levensverzekeringen in België en de succesrijke ontwikkeling van Dexia Epargne Pension in Frankrijk, wiens premies in één jaar tijd met 76% de hoogte inschoten. Nog in Frankrijk bedroegen de premies die door Dexia Sofaxis werden geïnd (makelaardij) 303 miljoen EUR tijdens het eerste kwartaal 2005, een stijging met 20% in één jaar tijd. Wat FSA 5 (Financial Security Assurance) betreft, overtrof de activiteit van het eerste kwartaal 2005 het peil van 2004. De bruto geactualiseerde waarde (GW) van de premies beliep 193 miljoen USD, een stijging van 2.9% in vergelijking met het eerste kwartaal 2004, wat een stevige prestatie is in het licht van de erg competitieve omgeving met een krappe spread. In een nog actieve Amerikaanse gemeentelijke markt, inde FSA 77 miljoen USD aan bruto GW-premies (een daling van 14% tegenover het eerste kwartaal 2004), vooral in de algemene obligatiesector en met een beperkte bijdrage van de sector van de gezondheidszorg. In de sector van de Asset-Backed Securities (ABS), haalde FSA transacties van zeer grote kwaliteit binnen, verdeeld over gestructureerde transacties gebaseerd op verbruikskredieten, hypothecaire kredieten en bedrijfsfinancieringen. De bruto GW-premies stegen in het eerste kwartaal met 74% tot 61 miljoen USD. De internationale activiteit (vooral in Europa) bleef het in het eerste kwartaal 2005 goed doen, met een goede transactiestroom, goed verdeeld over asset-backed transacties en transacties voor openbare infrastructuur. Er was tijdens het kwartaal ook een sterke vraag naar Gewaarborgde Investeringscontracten (GIC s) in zowel de gemeentelijke sector als die van de gestructureerde financieringen. Op 31 maart 2005 beliepen de netto uitstaande verzekerde bedragen 332,7 miljard USD (+10,3% tegenover een jaar voordien), waarvan 201,2 miljard USD betrekking hadden op de gemeentelijke sector. Onderliggende * resultaat van het metier in miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Evol. bij gelijke wisselkoers Opbrengsten 499 539 +8,1% +9,6% Kosten -163-180 +10,3% +11,5% Brutobedrijfsresultaat 335 359 +6,9% +8,7% Nettoresultaat groepsaandeel 212 238 +11,9% +13,8% Exploitatiecoëfficiënt 32,8% 33,5% - - ROEE ** 22,6% 23,7% - - * d.i. zonder niet-weerkerende elementen, pro forma voor Q1 2004 **Return on economic equity, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel bedraagt 238 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2005, een stijging van 11,9% tegenover het eerste kwartaal 2004 (+13,8% bij gelijkblijvende wisselkoers). Deze goede prestatie vloeit voort uit een sterke toename van de opbrengsten, die met 8,1% groeien, ondanks de daling van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro, die een negatieve impact had op de bijdragen van FSA en Dexia NY. Bij constante wisselkoers zouden de totale opbrengsten gestegen zijn met 9,6%. De groei van de opbrengsten is vooral te danken aan de stijging van de rentemarge en aanverwante opbrengsten (met inbegrip van de beleggingsopbrengsten van FSA) (+9,4%), die de toename van de uitstaande langetermijnfinancieringen weerspiegelt. De commissies stijgen met 3,5%, terwijl de technische marge voor de verzekeringsactiviteiten (vooral premie-incasso s bij FSA) licht afneemt door de daling van de Amerikaanse dollar. 5 Voor meer details verwijzen we naar het persbericht van 12 mei 2005, beschikbaar op de website van de onderneming www.fsa.com. 8

De kosten stijgen in het eerste kwartaal 2005 met 10,3% tegenover het eerste kwartaal 2004. Deze groei wordt vooral verklaard door de ontwikkeling van het metier (zowel in zijn historische markten Frankrijk en België, als internationaal). Het verschil komt ook gedeeltelijk van FSA (+4 miljoen EUR), waar technische aanpassingen en afschrijvingen van niet-invorderbare vorderingen werden uitgevoerd. Globaal genomen is de kostenbasis stabiel in vergelijking met de laatste twee kwartalen van 2004, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Het brutobedrijfsresultaat stijgt aldus met 6,9%, en met 8,7% bij gelijke wisselkoers. De exploitatiecoëfficiënt stijgt lichtjes, van 32,8% in het eerste kwartaal 2004 tot 33,5% in het eerste kwartaal 2005. Trimestriële evolutie van het onderliggende resultaat In miljoenen EUR Q1 2004* Q2 2004* Q3 2004* Q4 2004* Q1 2005 Opbrengsten 499 502 501 542 539 Kosten -163-172 -178-179 -180 Brutobedrijfsresultaat 335 330 323 362 359 * Pro Forma De risicokosten zijn gedaald in vergelijking met het eerste kwartaal 2004 en zijn dit kwartaal nagenoeg nihil. Dit heeft te maken met de nog steeds beperkte nieuwe voorzieningen, die de grote kredietkwaliteit van de portefeuille weerspiegelen en gecompenseerd worden door een even groot volume aan terugnemingen van waardeverminderingen tijdens het kwartaal, o.a. in Italië. De belastingen gaan met 16,1% omhoog, wat aansluit bij de stijging van het nettobedrijfsresultaat. Het rendement op het economisch eigen vermogen van het metier blijft op het bevredigend peil van 23,7%. 2. Financiële Dienstverlening aan Particulieren Ingevolge de nieuwe segmentatie die in 2005 werd ingevoerd, omvat de Financiële Dienstverlening aan Particulieren (FDP) thans de activiteiten inzake retailbanking en private banking. De productie van verzekeringsproducten werd overgeheveld naar het derde metier van de Groep, dat de naam Financieel Beheer en Verzekeringen kreeg. FDP concentreert zich op de distributie van financiële producten bij individuele cliënten (retail of private banking) en kleine en middelgrote ondernemingen. Het grootste deel van de activiteit vindt plaats in België en Luxemburg, maar de Groep heeft ook enkele activiteiten inzake retailbanking in Slowakije en private banking in sommige andere Europese landen (vooral Zwitserland en Frankrijk). De nieuwe segmentatie was de gelegenheid om de segmenten retailbanking en private banking op een homogene manier te herdefiniëren binnen de Groep : een cliënt wordt nu als private beschouwd als hij meer dan 500.000 EUR aan financiële activa bij de bank heeft. In een competitieve omgeving die gekenmerkt wordt door lage rentevoeten, ging het nettoresultaat groepsaandeel tijdens het eerste kwartaal 2005 omhoog met 3,6% tegenover hetzelfde kwartaal 2004, in het bijzonder dankzij groeiende commissies die voortvloeiden uit omvangrijke nettostromen naar beleggingsfondsen en verzekeringsproducten. 9

Activiteit De totale cliëntenactiva beliepen op 31 maart 2005 119,6 miljard EUR, een stijging van 2,5% in drie maanden en 4,4% in één jaar tijd. Tijdens het eerste kwartaal, dat gekenmerkt werd door nog steeds lage interestvoeten en een iets beter beursklimaat, stegen de cliëntenactiva met 2,9 miljard EUR, waarvan 1,7 miljard EUR afkomstig van netto-instromen. De grotere vraag naar beleggingsfondsen en verzekeringsproducten en de commerciële strategie van de bank voor deze producten leidden tot een beduidende groei van de uitstaande bedragen buiten balans, terwijl de balansproducten globaal genomen stabiel waren. Inzake retailbanking bedroegen de cliëntentegoeden op 31 maart 2005 81,2 miljard EUR, een stijging van 2,9% in drie maanden tijd (of + 2,3 miljard EUR). De grote trends waren : De uitstaande balansproducten bleven globaal genomen stabiel, met een daling van de spaarbons (vooral kasbons) en een lichte stijging van de spaarrekeningen, vooral als gevolg van de herbelegging van de jaarlijkse rentebetalingen van januari. De beleggingsfondsen (+4,5%) en levensverzekeringsproducten (+3,6%), vooral gewaarborgde producten, bleven stijgen. Dit is het resultaat van de succesvolle commerciële actie voor dergelijke producten. Wat private banking betreft, stegen de cliëntentegoeden op 31 maart 2005 tot 38,4 miljard EUR, een stijging van 1,7% in drie maanden tijd. Deze evolutie wordt vooral verklaard door een positief markteffect. In het totaal groeiden de onder mandaat beheerde activa tijdens het kwartaal evenwel gevoelig aan, tot 7,1 miljard EUR (+7,6%). Met de nieuwe cliëntsegmentatie vertegenwoordigt België nu circa 42% van de totale privatebankingactiva van de Groep, Luxemburg 40%, Frankrijk 8% en Zwitserland 7%. De rest komt hoofdzakelijk van het VK en Denemarken. Naast deze 38,4 miljard EUR, zorgde de joint venture tussen Banco Popular en Dexia in Spanje aan het eind van het kwartaal voor 2,5 miljard EUR aan cliëntentegoeden. Balansproducten. (Deposito s, kasbons) Tegoeden van de cliënteel (einde kwartaal) in miljarden EUR Maart 04 Juni 04 Sept. 04 Dec. 04 Maart 05 Buitenbalansproducten. (ICBE s, aandelen, ) Verzekering (Levensverzekering technische reserve) Evolutie maart 05 / dec. 04 Evolutie maart 05 / maart 04 56,3 56,5 56,2 55,8 55,8 +0,0% -0,8% 51,5 50,9 51,4 52,9 55,6 +5,1% +8,0% 6,8 7,1 7,5 8,0 8,2 +3,1% +20,7% Totale cliëntentegoeden 114,6 114,6 115,1 116,7 119,6 +2,5% +4,4% waarvan retailbanking 77,3 78,2 78,1 78,9 81,2 +2,9% +5,0% waarvan private banking 37,2 36,4 37,1 37,8 38,4 +1,7% +3,1% Op 31 maar 2005 beliepen de uitstaande kredieten aan retail- en private-cliënten 26,7 miljard EUR, een stijging van 1,1% tijdens het eerste kwartaal 2005 en van 5,5% in één jaar. Deze stijging is het resultaat van hypotheekleningen aan retailcliënten ten belope van 15,8 miljard EUR, een toename van 1,6% over het kwartaal, en van de kredieten aan KMO s, die met 2,2% omhooggingen. 10

Kredieten aan de cliënteel (einde kwartaal) in miljarden EUR Maart 04 Juni 04 Sept.04 Dec. 04 Maart 05 Evolutie maart 05 / dec. 04 Evolutie maart 05 / maart 04 Hypothecaire kredieten 14,7 14,9 15,2 15,5 15,8 +1,6% +7,6% Consumptiekredieten 2,4 2,3 2,3 2,4 2,3-4,2% -5,8% Kredieten aan KMO s en zelfstandigen 5,8 6,1 6,0 6,0 6,1 +2,2% +5,0% Kredieten aan private-bankingcliënten 2,4 2,4 2,5 2,5 2,5 +0,7% +5,2% Totale cliëntenkredieten 25,3 25,8 26,0 26,4 26,7 +1,1% +5,5% Onderliggende * resultaat van het metier in miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Evol. bij gelijke wisselkoers Opbrengsten 531 547 +3,0% +3,1% Kosten -382-393 +2,7% +2,7% Brutobedrijfsresultaat 149 154 +3,8% +4,0% Nettoresultaat groepsaandeel 98 101 +3,6% +3,8% Exploitatiecoëfficiënt 72,0% 71,8% - - ROEE ** 23,8% 23,6% - - * d.i. zonder niet-weerkerende elementen, pro forma voor Q1 2004 **Return on economic equity, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel bedraagt 101 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2005, een stijging van 3,6% tegenover het eerste kwartaal 2004. De opbrengsten voor het eerste kwartaal 2005 bedroegen 547 miljoen EUR, een stijging van 3,0% in vergelijking met het eerste kwartaal 2004. Merk op, dat als gevolg van de toepassing van de IAS 32&39 normen en dit voor het eerst in het eerste kwartaal 2005, de opbrengsten van bepaalde gestructureerde producten die in het net worden verdeeld vanaf nu gespreid worden in de tijd, met een effect van 8 miljoen EUR in dit kwartaal. De netto-interest en aanverwante opbrengsten daalden lichtjes (-1,3%) tegen een achtergrond van nog steeds erg lage rentevoeten, terwijl zich in de cliëntentegoeden een verschuiving voordeed van balansproducten (daling uitstaande bedragen met 0,8% op jaarbasis) naar buitenbalansproducten (toename uitstaande bedragen met 8,0% op jaarbasis). Tegelijk vertoonden de commissies een aanzienlijke groei (+12,2%), dankzij de sterke activiteit op het gebied van beleggingsfondsen en verzekeringen. De kosten voor het eerste kwartaal 2005 beliepen 393 miljoen EUR, een toename van 2,7% tegenover het eerste kwartaal 2004, en zitten op dezelfde lijn als die van de laatste twee kwartalen van vorig jaar, zoals uit onderstaande tabel blijkt. Het brutobedrijfsresultaat stijgt aldus met 3,8% van het ene kwartaal tot het andere (+ 4% bij gelijke wisselkoers). De exploitatiecoëfficiënt vertoonde in het eerste kwartaal 2005 een lichte verbetering (71,8%). 11

Trimestriële evolutie van het onderliggende resultaat In miljoenen EUR Q1 2004* Q2 2004* Q3 2004* Q4 2004* Q1 2005 Opbrengsten 531 534 545 555 547 Kosten -382-406 -394-396 -393 Brutobedrijfsresultaat 149 129 152 157 154 * Pro Forma De risicokosten beliepen in het eerste kwartaal 2005 9 miljoen EUR en zijn globaal genomen stabiel in vergelijking met het eerste kwartaal 2004 en het kwartaalgemiddelde voor 2004. De belastingen gaan met 6,0% omhoog, wat in de lijn ligt van de stijging van het nettobedrijfsresultaat. Het rendement op het economisch eigen vermogen van het metier beloopt 23,6%. 3. Financieel beheer en verzekeringen Financieel beheer en verzekeringen (FBV) omvat vermogensbeheer, administratief fondsenbeheer en verzekeringsactiviteiten (d.i. de productie van verzekeringsproducten). Het metier zette een sterke prestatie neer, zowel wat de nieuwe productie als de financiële resultaten betreft. Het nettoresultaat groepsaandeel steeg in het eerste kwartaal 2005 met 46,6% tegenover het eerste kwartaal 2004, met een zeer goede prestatie en positieve trends in alle segmenten. Activiteit De activa in beheer 6 beliepen 75,7 miljard EUR aan het eind van het eerste kwartaal 2005, een groei van 5,9% in drie maanden tijd (+4,2 miljard EUR) en van 14,9% in één jaar. Deze evolutie is het gevolg van een belangrijke interne groei in het eerste kwartaal 2005 (+3,0 miljard EUR) en ook van een positief markteffect (+1,2 miljard EUR). De netto-instromen komen vooral uit de beleggingsfondsen, met een goede prestatie van bepaalde soorten fondsen, zoals de dynamische geldmarktfondsen. Op 31 maart 2005 beliepen de beheerde uitstaande bedragen van de institutionele cliënteel 28,7 miljard EUR (18,7 miljard EUR aan mandaten en 10,0 miljard EUR aan beleggingsfondsen), niettegenstaande een groot mandaat niet werd vernieuwd. De productiviteitsratio s van Dexia Asset Management bleven in het eerste kwartaal zeer goed. Net als in 2004 vertegenwoordigden de kosten 13 basispunten van de activa in beheer. Wat het administratief fondsenbeheer betreft, bleef de activiteit sterk in een erg competitieve omgeving. De totale activa in bewaring beliepen aan het eind van de periode 354 miljard EUR, waarvan 202 miljard EUR in de vorm van mandaten voor Dexia Fund Services (een groei van 7,0% tegenover drie maanden voordien). 6 In de nieuwe voorstelling worden enkel de statistieken van Dexia Asset Management (Dexia AM) opgenomen, d.w.z. zonder de activa beheerd in andere entiteiten en door de teams van private banking. 12

De centrale administratie kende een groei van 1,5 % in termen van netto-inventariswaarde (een toename van 5,7% in twaalf maanden). De activiteit van transferagent verbeterde eveneens; het aantal transacties (inschrijvingen/wederinkoop) steeg tijdens het jaar met 5,2%. De verzekeringsactiviteiten dekken vooral de verzekeringsverrichtingen van Dexia. De geïnde premies voor alle categorieën van producten die via de diverse netten van de Groep worden verkocht, bedroegen 843 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2005, een stijging van 28,2% in één jaar. Dit is het resultaat van een sterke prestatie van de levensverzekeringsproducten (725 miljoen EUR aan premies). In de drie kernmarkten van de Groep (België, Frankrijk en Luxemburg) was er een stevige activiteit. Zie hieronder de paragraaf over de bijdrage van de verzekeringsactiviteiten in alle metiers. Onderliggende * resultaat van het metier in miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Evol. bij gelijke wisselkoers Opbrengsten 144 168 +16,4% +16,8% Kosten -88-98 +11,2% +11,2% Brutobedrijfsresultaat 56 69 +24,6% +25,7% Nettoresultaat groepsaandeel 40 58 +46,6% +47,7% Exploitatiecoëfficiënt 61,4% 58,7% - - ROEE ** 23,0% 32,1% - - * d.i. zonder niet-weerkerende elementen, pro forma voor Q1 2004 **Return on economic equity, op jaarbasis. Het nettoresultaat groepsaandeel bedraagt 58 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2005, een stijging van 46,6% tegenover het eerste kwartaal 2004.Deze verbetering is het resultaat van de sterke toename van de opbrengsten (+16,4% op jaarbasis) in alle segmenten van het metier (zie tabel hieronder). De opbrengsten van asset management gingen in één jaar tijd met 9,2% omhoog (+4 miljoen EUR) in een context van toegenomen volumes en een verandering in overeenkomsten inzake product pricing en interne toewijzing. Wij herinneren eraan dat er geen prestatiecommissies meer aangerekend worden en dat dit gedeeltelijk wordt gecompenseerd door hogere beheerscommissies. Een en ander zal het hele jaar door voor meer stabiliteit in de totale commissies zorgen. Wat het administratief fondsenbeheer betreft, gingen de opbrengsten omhoog (+3 miljoen EUR) na de positieve trend in de voorbije kwartalen, dankzij een sterke activiteit en ondanks de competitieve omgeving. Voor de verzekeringen stegen de opbrengsten in het eerste kwartaal tot 58 miljoen EUR, een groei van 17 miljoen EUR tegenover het eerste kwartaal 2004 en 9 miljoen EUR boven het kwartaalgemiddelde van 2004. De opbrengsten van dit kwartaal omvatten met name meerwaarden op een aandeel in de portefeuille waarop een openbaar bod is gedaan. 13

De kosten van het volledige metier stijgen met 11,2% (of +10 miljoen EUR) als gevolg van de sterke ontwikkeling van de activiteit in elk segment en met name van de expansie van Dexia Asset Management (vooral in de institutionele markt) en Dexia Fund Services. Het brutobedrijfsresultaat beloopt in het eerste kwartaal 2005 69 miljoen EUR, een stijging van 24,6% tegenover het eerste kwartaal 2004. De exploitatiecoëfficiënt voor dit metier is in een jaar tijd verbeterd tot 58,7%. Bijdrage van de diverse segmenten van het metier Asset Management Fund Administration Insurance Total in millions of EUR Q1 04* Q1 05 Q1 04* Q1 05 Q1 04* Q1 05 Q1 04* Q1 05 Income 42 45 61 64 41 58 144 168 Costs -21-24 -40-44 -27-30 -88-98 GOI 20 21 21 20 14 28 56 69 * Pro forma Focus op de bijdrage van de verzekeringsactiviteit in alle metiers* De verzekeringsactiviteit is in alle metiers van de Groep terug te vinden. Public/Project Finance (PPF) en Financiële Dienstverlening aan Particulieren (FDP) zorgen beide voor de distributie van producten die commissies opbrengen, terwijl Financieel Beheer en Verzekeringen (FBV) de productiefuncties waarborgt en dus instaat voor de technische en financiële opbrengsten. De respectieve bijdragen van de metiers in termen van premies bedroegen 22% voor PPF, 69% voor FDP en 9% voor FBV. De bijdrage van de metiers aan de opbrengsten beliep in het eerste kwartaal 2005 115 miljoen EUR (+32% tegenover hetzelfde kwartaal van vorig jaar). 6 miljoen EUR kwamen van PPF (+44%) door de zeer goede activiteit op het gebied van levensverzekeringen / pensioenen. 51 miljoen EUR kwamen van FDP (+19%) en 58 miljoen EUR van FBV (+42%). * Zonder FSA en Dexia Sofaxis 4. Thesaurie en financiële markten Onderliggende * resultaat van het metier in miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Evol. bij gelijke wisselkoers Opbrengsten 130 138 +5,6% +7,5% Kosten -40-42 +6,2% +7,0% Brutobedrijfsresultaat 90 95 +5,3% +7,7% Nettoresultaat groepsaandeel 74 82 +10,5% +12,8% Exploitatiecoëfficiënt 30,6% 30,8% - - ROEE ** 25,5% 37,2% - - * d.i. zonder niet-weerkerende elementen, pro forma voor Q1 2004 **Return on economic equity, op jaarbasis. 14

Het nettoresultaat voor het eerste kwartaal 2005 beloopt 82 miljoen EUR, een stijging van 10,5% tegenover het eerste kwartaal 2004 (+12,8% bij ongewijzigde wisselkoers). Dit wordt verklaard door toenemende opbrengsten, zeer lage risicokosten en dalende belastingen. De opbrengsten belopen in het eerste kwartaal 2005 138 miljoen EUR (+5,6% op jaarbasis en +7,5% bij gelijke wisselkoers). Deze goede prestatie komt vooral van de Credit Spread Portfolio (CSP) - ondanks het reeds hoge niveau in het eerste kwartaal van vorig jaar maar ook van de desk titriseringen. Het brutobedrijfsresultaat stijgt tot 95 miljoen EUR (+5,3% op jaarbasis en +7,7% bij gelijkblijvende wisselkoers), met een exploitatiecoëfficiënt van 30,8%. De belastingen dalen van 26 miljoen EUR in het eerste kwartaal 2004 tot 13 miljoen EUR in het eerste kwartaal 2005, omdat een toenemend deel van de transacties tegen een lager belastingtarief gebeurt. III CENTRAL ASSETS EN NIET-WEERKERENDE ELEMENTEN 1. Central Assets Onderliggende * resultaten - Central Assets in miljoenen EUR Q1 2004 Q1 2005 Evolutie Opbrengsten 59 41-18 Kosten -55-59 -4 Brutobedrijfsresultaat 3-18 -21 Belastinglasten 2 17 +15 Andere elementen -6-3 +3 Nettoresultaat groepsaandeel 0-4 -4 * d.i. zonder niet-weerkerende elementen, pro forma voor Q1 2004. Het segment central assets boekt voornamelijk de opbrengsten uit overtollig kapitaal, participaties in bedrijven (dividenden, meerwaarden en minderwaarden) en deviezendekkingscontracten. Aan kostenzijde boekt het segment de kosten die niet aan een specifiek metier kunnen worden toegewezen. Bovendien werden, sinds de nieuwe segmentatie, de resultaten van Dexia Bank Nederland waarvan de uitstaande omloop vervalt zonder te worden hernieuwd - opgenomen in Central Assets. In het eerste kwartaal 2005 was de bijdrage van Central Assets aan het nettoresultaat groepsaandeel lichtjes negatief (- 4 miljoen EUR). Dit is vooral te wijten aan lagere opbrengsten in het eerste kwartaal van dit jaar (- 18 miljoen EUR) en wordt verklaard door de volgende twee belangrijke redenen : i) de onderliggende opbrengsten van Dexia Bank Nederland daalden met - 5 miljoen EUR, als gevolg van de daling van de uitstaande kredieten; ii) de USD-dekkingen droegen op een positieve manier (8 miljoen EUR) bij aan de opbrengsten van vorig jaar, maar dit jaar stonden daar geen gelijkaardige opbrengsten tegenover, vermits Dexia in het eerste kwartaal 2005 zijn posities in USD nagenoeg niet dekte. 15

2. Niet-weerkerende elementen in miljoenen EUR Q1 2004* Q1 2005 Evolutie Opbrengsten +78 +20-58 Kosten 0 0 - Brutobedrijfsresultaat +78 +20-58 Risicokosten -1-83 -82 Waardevermindering op goodwill -10 0-10 Belastinglasten +26 +62-36 Andere elementen -1 0 1 Nettoresultaat groepsaandeel +93-1 -94 * Pro forma. In het eerste kwartaal 2005 beliep de bijdrage van de niet-weerkerende elementen aan het nettoresultaat groepsaandeel -1 miljoen EUR, terwijl ze in het eerste kwartaal 2004 +93 miljoen EUR bedroeg, d.w.z. een verschil van -94 miljoen EUR. Dit is te wijten aan lagere opbrengsten, hogere kosten vanwege extra uitgaven bij Dexia Bank Nederland en ten slotte niet-weerkerende belastingopbrengsten : Opbrengsten In 2004 begon de inning van de interestbetaling op de aandelenleasingcontracten van Dexia Bank Nederland die het Commercieel Aanbod van Dexia hebben aanvaard, dat een interestvermindering omvatte die in de algemene voorziening was opgenomen. Het gebruik van deze voorziening wordt behandeld als een nietweerkerend element (+9 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2005 en +10 miljoen EUR voor het eerste kwartaal 2004). De niet-weerkerende nettowinst op langetermijnbeleggingen bedroegen voor het eerste kwartaal 2005 +11 miljoen EUR, terwijl ze in het eerste kwartaal 2004 +63 miljoen EUR beliepen (vooral ingevolge de participatie van Dexia in Belgacom). Risicokosten In het eerste kwartaal 2005 beliepen de nettokosten 83 miljoen EUR. Dit wordt verklaard door twee tegengestelde factoren. De eerste is het vergelijk van de Duisenberg bemiddeling in de aandelenleaseaffaire, waarvan de kosten op 400 miljoen EUR worden geraamd. Ze zullen worden gefinancierd door de bijdrage van Aegon (EUR 218 million), het vrijgeven van bestaande voorzieningen in de rekeningen van Dexia (85 miljoen EUR) en extra kosten (97 miljoen EUR) die reeds bij de uitslag van de bemiddeling waren aangekondigd. Daartegenover staat een aanpassing van 14 miljoen EUR van de bestaande voorzieningen ingevolge een herziening van de parameters (AEX, effectieve gevallen van niet-betaling enz.). 16

Belastinglasten De niet-weerkerende belastingen leidden in het eerste kwartaal 2005 tot een positief saldo van +62 miljoen EUR, hoofdzakelijk door de impact van de hierboven vermelde niet-weerkerende elementen (vooral de impact van de extra voorziening bij Dexia Bank Nederland, nl. 26 miljoen EUR), de beslechting van een belastinggeschil in het voordeel van Dexia (+15 miljoen EUR) en het positieve belastingeffect op aftrekbare waardeverliezen op participaties (+17 miljoen EUR). In een toelichting bij deze resultaten zei CEO van de Groep Pierre Richard: Deze eerste reeks van resultaten op basis van de Europese boekhoudnormen brengt heel wat nieuwigheden mee wat het lezen van onze rekeningen aangaat. Wat belangrijk is, is dat Dexia zijn voornaamste doelstellingen heeft bereikt en zelfs beter deed op het vlak van solvabiliteit (met een Tier 1 ratio van 9,6%), waardecreatie (met een ROE van 18,7%) en winstgroei (met een stijging bij gelijkblijvende wisselkoers van de onderliggende opbrengsten van bijna 6% en van het nettoresultaat groepsaandeel met 13,5%). Alle metiers geven een stevige activiteit te zien, en dit kwartaal beantwoordt zeer goed aan onze doelstellingen op halflange termijn voor de Groep. BALANS in miljarden EUR 31 maart 2004 (1) 1 januari 2005 (2) 31 maart 2005 (2) Evolutie 31 maart 2005 1 januari 2005 Totale activa 366,3 405,9 430,7 6.1% Waarvan Kredieten en voorschotten aan cliënten 169,1 170,6 172,2 0.9% Kredieten en beleggingen beschikbaar voor verkoop 111,4 126,2 140,1 11.0% Totale verplichtingen 354,4 392,9 417,7 6.3% Waarvan Schulden aan cliënten 84,3 93,1 96,1 3.3% In schuldbewijzen belichaamde schulden 140,4 146,1 153,2 4.9% Totaal eigen vermogen 11,9 13,1 13,0-0.7% Waarvan Eigen kernvermogen 11,4 10,7 10,4-3.1% Eigen vermogen van de groep 11,4 12,4 12,2-1.1% (1) Zonder IAS 32 & IAS 39 en IFRS 4 (2) Met IAS 32 & IAS 39 en IFRS 4 17