Al-Mominun Waallatheena hum lifuroojihim hafithoona. 23:5 En degenen die hun kuisheid bewaken. en die hun schaamstreek kuis bewaren,

Vergelijkbare documenten
De vervalsing van de geopenbaarde boeken. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) Islam voor iedereen

De eigenschappen van degenen die het paradijs mogen betreden.

Al-Qi'jaamah $ نن Bal yureedu al-insanu liyafjura amamahu

Zaken die de beloning van goede daden waardeloos maken

De geopenbaarde Boeken

Fussilat Ha-meem. 1. Haa Miem. H[aa?] M[iem] Tanzeelun mina alrrahmani alrraheemi

helpen van de ongelovigen tegen de moslims

An-Naml Inna allatheena la yu/minoona bial-akhirati zayyanna lahum aaamalahum fahum yaaamahoona

Al-Ahqaaf ; < Ha-meem. 1. Haa Miem. H[aa?] M[iem] Tanzeelu alkitabi mina Allahi alaaazeezi alhakeemi

Wat zijn de gevolgen en de effecten van het plegen van zonden?

www. jaropleidingen.nl

Saba Alhamdu lillahi allathee lahu ma fee alssamawati wama fee al-ardi walahu alhamdu fee alakhirati wahuwa alhakeemu alkhabeeru

Al-Moddassir Waalrrujza faohjur. 5. En vlied de onreinheid. De gruwel, vermijd die Wala tamnun tastakthiru

Benut de maand Ramadan en versterk jou geloof

Al-Momin Ma yujadilu fee ayati Allahi illa allatheena kafaroo fala yaghrurka taqallubuhum fee albiladi

Geloven in Islam is zekerheid en geen twijfel

Het gedrag en de manieren van een Moslim (2)

Het gedrag en de manieren van een moslim (4)

Al-Fat'h Inna fatahna laka fathan mubeenan. 1. Voorwaar, Wij hebben u een klaarblijkelijke overwinning verleend.

(Waarom zal Allah jullie bestraffen, indien jullie dankbaar zijn en geloven? En Allah is Waarderend, Alwetend.) 4:147

Loqmaan Ola-ika AAala hudan min rabbihim waola-ika humu almuflihoona. Zij volgen de leidraad van hun Heer en zij zijn het die het welgaat.

An-Nur Sooratun anzalnaha wafaradnaha waanzalna feeha ayatin bayyinatin laaaallakum tathakkaroona

Al-Maidah

Al-Aa'raaf Wakam min qaryatin ahlaknaha fajaaha ba/suna bayatan aw hum qa-iloona

Al-Imraan Alif-lam-meem. 3:1 Alief Laam Miem. A[lif] L[aam] M[iem].

Vormen van barmhartigheid in de Islam

Al-Qasas Ta-seen-meem Tilka ayatu alkitabi almubeeni

Ar-Ra'd Alif-lam-meem-ra tilka ayatu alkitabi waallathee onzila ilayka min rabbika alhaqqu walakinna akthara alnnasi la yu/minoona

Benut je tijd optimaal en op de juiste manier

An-Nahl Khalaqa al-insana min nutfatin fa-itha huwa khaseemun mubeenun

Hopen op de barmhartigheid van Allah en het goede van Hem verwachten.

Rechtvaardigheid. Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal (MICR) Vrijdagpreek Imam Charif Slimani 16/06/2017

Hoogmoed leidt ons af van het rechte pad!

Het belang van kennis en onderwijs

Het belang van het Woord

Al-Ahzaab Ya ayyuha alnnabiyyu ittaqi Allaha wala tutiaai alkafireena waalmunafiqeena inna Allaha kana AAaleeman hakeeman

At-Taubah Baraatun mina Allahi warasoolihi ila allatheena AAahadtum mina almushrikeena

Mohammed Allatheena kafaroo wasaddoo AAan sabeeli Allahi adalla aaamalahum

Az-Zomar Tanzeelu alkitabi mina Allahi alaaazeezi alhakeemi. De neerzending van het boek is gebeurd door Allah, de machtige, de wijze.

Hoofdstuk: Het beschermen van verborgen zaken

Wees tevreden met wat je hebt

U betaalt uw Zakaat (armenbelasting) toch wel?

De Islam beveelt ons bescheidenheid en nederigheid en verwerpt hoogmoedigheid

Leef niet zonder een visie

Al-An'faal Allatheena yuqeemoona alssalata wamimma razaqnahum yunfiqoona

Hud Ila Allahi marjiaaukum wahuwa AAala kulli shay-in qadeerun. 11:4 Tot Allah is jullie terugkeer, en Hij is Almachtig over alle dingen.

De vereisten van laa ilaha illa Allaah

Onfeilbaarheid van de profeet

In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle.

Nieuwsbrief

Al-Hasjr. 1. Alles wat in de hemelen en op aarde is, verheerlijkt Allah; en Hij is de Almachtige, de Alwijze.

جميع الحقوق محفوظة للمؤلف Copyright 2017 د عم D5 و تصفية الصعوبات الكتابية... 69

الجامع. Shaykh Saalih al-fawzaan. Deel 3

Tot Wij, toen Ons gebod kwam en de oven kookte, zeiden: Laad in het schip van ieder wezen een paar, mannelijk en vrouwelijk, en uw verwanten behalve

Al-Molk Thumma irjiaai albasara karratayni yanqalib ilayka albasaru khasi-an wahuwa haseerun

Al-Waaqiah Wabussati aljibalu bassan. 5. En de bergen verbrijzeld, en de bergen geheel worden verbrijzeld Fakanat habaan munbaththan

Eigenschappen van de ongelovigen

Shaykh Saalih al Fawzaan

bevestigen van een Schepper omvat niet de complete tawhied

Al-Hadj Wamina alnnasi man yujadilu fee Allahi bighayri AAilmin wayattabiaau kulla shaytanin mareedin

De islam beveelt ons eerlijkheid/waarachtigheid en verbiedt liegen

Ar-Rahmaan Alshshamsu waalqamaru bihusbanin. 5. De zon en de maan doorlopen hun banen volgens het plan.

Leden van de politieke partij Hizb ut Tahrir in Marokko ontvoerd.

EL FORKANI BLUNDERT!

In de Naam van Allaah, de Erbarmer, de meest Genadevolle.

drie niveaus van Tawhied & Shirk

- moge Allaah hem genadig zijn -

EN ANDERE GEBOORTEDAGEN

ah die door Qoraish naar de Profeet (vrede zij met hem) werd gestuurd om hem een aantal voorstellen te doen. Toen hij plaatsnam voor de

HET STREVEN TIJDENS DE LAATSTE TIEN DAGEN EN LAYLATOEL-QADR

Al-Qalam Fasatubsiru wayubsiroona. 5. En u zult zien en zij (de ongelovigen) zullen ook zien, Jij zult inzien en zij zullen inzien

Wat zijn onze plichten tegenover de profeet Mohamed (vrede zij met hem)?

Qaaf. 4. Wij weten wat de aarde van hen verteert en bij Ons is een Boek dat alles bewaart.

An-Nisa Waatoo alnnisaa saduqatihinna nihlatan fa-in tibna lakum AAan shay-in minhu nafsan fakuloohu hanee-an maree-an

Parels van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Rabī Al- Āgir, 1439H.

Geschreven door Shaychoel-Islaam Mohammed ibn Abdoel- Wahhaab at-temiemie

Alleen onbekende woorden in de oefeningen zijn gevocaliseerd. Maak zelf de nisba-vormen van de volgende woorden. Palestijn/Palestijns enzovoort.

Bron : de inleiding van de uitleg van Lum atul I tiqaad. Door Sheikh Muhammed ibn Saalih al Othaymeen. Vertaald door : Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf

As-Sadjdah Alif-lam-meem Tanzeelu alkitabi la rayba feehi min rabbi alaaalameena

Marjam. botten zijn zwak geworden en mijn hoofd glinsterend wit, en ik ben nooit ongezegend geweest in mijn smeekgebeden tot U.

Waarom moet ik als moslim blij en verheugd zijn? Imam Charif Slimani, Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal

De gebedstijden volgens de Soennah

Islam is verstandelijk te bewijzen

Bestaat Allah echt. Islam voor iedereen. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

TAWHEED. voor kinderen

Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah.

De getuigenis van Tauwhied

Uit Mulakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

ت ر ك ب اجل م ل. kameel. Zij berijdt de ي ر ك ب ن. ت ر جع من الس وق. markt. Zij keert terug van de ت ر جع ن

As hāb Ar-Rass. De Mensen van Ar-Rass: Degenen die Leden. Door Akhū Man Tā Allāh. Het pseudoniem van Shaykh Abdullāh ibn Nāsir Ar-Rashīd

AANGAANDE DE KWESTIE IN DE GAZA-STROOK TE COMITÉ VOOR ONDERZOEK EN FATAAWA

Edelstenen van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Ḍūl-Ḥijjah, 1438H.

Al-Qamar Hikmatun balighatun fama tughnee alnnuthuru. een doeltreffende wijsheid. Maar de waarschuwingen baten niet.

DE REGELGEVINGEN OMTRENT AL-WODOE [DE KLEINE RITUELE WASSING]

Al-Kahf Wayunthira allatheena qaloo ittakhatha Allahu waladan

Vasten. Shaykh Mohammed ibn Saalih al- Oethaymien

NIET VOLGENS UW BEGEERT

Wat heb je bereikt deze Ramadan? Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa. 2 Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa

De schepping. Ter illustratie moeten we eerst beginnen met deze hadieth van profeet Mohammed (vzmh)*:

Transcriptie:

023.005 Waallatheena hum lifuroojihim hafithoona 23:5 En degenen die hun kuisheid bewaken. en die hun schaamstreek kuis bewaren, ٦ ي مان ه م ف ان ه م غ م ل وم لا ع ز و جهم و م ا م ل ك ت لا 023.006 Illa AAala azwajihim aw ma malakat aymanuhum fa-innahum ghayru maloomeena 23:6 Behalve tegenover hun echtgenotes en hun slavinnen, dan worden zij niet verweten. behalve bij hun echtgenotes of slavinnen waarover zij beschikken, dan valt hun niets te verwijten, ه مل ع د ون ٧ فا ول -,ك ف م ن ب ت 23 و ر آء ذلك 023.007 Famani ibtagha waraa thalika faola-ika humu alaaadoona 23:7 Maar wie meer dan dat wensen: zij zijn degenen die de overtreders zijn. ٨ maar zij die meer dan dat begeren, zij zijn het die overtreden. ذي ن ه م لا لا م ن تهم و ع ه دهم ر ع و ن و ل 023.008 Waallatheena hum li-amanatihim waaaahdihim raaaoona Al-Mominun لر H ح م ن لر حي م بس م اللهI ق د ف ل حل م و من ون ١ 023.001 Qad aflaha almu/minoona 23:1 Waarlijk, de gelovigen slagen. Het zal de gelovigen welgaan, ٢ ذي ن ه م R ص لا لا تهم خ شع و ن ل 023.002 Allatheena hum fee salatihim khashiaaoona 23:2 Degenen die nederig zijn in hun shalat. die in hun salaat deemoedig zijn, غو م ع رض و ن ول ذين ه م ع ن لل ٣ 23:8 En degenen die goed zorgen voor wat hen is toevertrouwd en voor hun beloften. Die ook goed toezicht houden op hun onderpanden en hun verbintenis 023.003 Waallatheena hum AAani allaghwi muaaridoona ول ذين ه م ع ص ل و تهم ي ح افظ و ن ٩ 023.009 Waallatheena hum AAala salawatihim yuhafithoona 23:9 En degenen die hun shalat onderhouden. en die zich aan hun salaats houden. ه مل ورث ون ٠١ ول -,ك 023.010 Ola-ika humu alwarithoona 23:3 En degenen die nutteloos gepraat vemijden. die geklets mijden, ٤ ذي ن ه م ل YZ X وة ف عل و ن و ل 023.004 Waallatheena hum lilzzakati faaailoona 23:4 En degenen die hun plicht tot zakat nakomen. die de zakaat opbrengen ٥ ذي ن ه م ل^ ] و جهم ح فظ و ن و ل

23:14 Vervolgens schiepen Wij de druppel tot een bloedklonter, toen vormden Wij de bloedklonter tot een vleesklomp, waarna Wij de vleesklomp voorzagen van beenderen, die Wij vervolgens met vlees bekleedden. Later scheppen Wij een andere schepping. Gezegend is daarom Allah, de Beste van de Scheppers. ت و ن ` ٥١ ل مي Daarna schiepen Wij de druppel tot een bloedklonter, dan schiepen Wij de bloedklonter tot een vleesklomp, dan schiepen Wij de vleesklomp tot gebeente en dan bedekten Wij het gebeente met vlees. Daarna lieten Wij het als een nieuwe schepping ontstaan. Gezegend zij Allah, de beste schepper. ك م a ع د ذ لك ث م ن 023.015 Thumma innakum baaada thalika lamayyitoona 23:15 Vervolgens zullen jullie zeker daarna sterven. Daarna zullen jullie, nadat dat gebeurd is, sterven. ٦١ ك م ي و م ل قي م ة ت ب ع ث و ن ث م ن 023.016 Thumma innakum yawma alqiyamati tubaaathoona 23:16 Daarna zullen jullie op de Dag van de Opstanding worden opgewekt. Daarna zullen jullie op de opstandingsdag opgewekt worden. ول ق د خ ل ق نا ف و ق ك م س ب ع m lآ kقj و ما ك ن ا ع ن ل خ ل ق غفل ٧١ 023.017 Walaqad khalaqna fawqakum sabaaa tara-iqa wama kunna AAani alkhalqi ghafileena 23:17 En voorzeker, Wij schiepen boven jullie zeven hemelen en Wij veronachtzamen de schepping niet En boven jullie hebben Wij zeven lagen geschapen en Wij letten goed op de schepping. ا ع و ن زل نا من لس ما ء م ا ء aق در فا س ك نه R لا لا ر ض j ون 23:10 Zij zijn degenen die de erfgenamen zijn Zij zijn het die de erfgenamen zijn, ١١ ذي ن ي رث و ن ل^[ د و س w ه م في ه ا خ لد و ن ل 023.011 Allatheena yarithoona alfirdawsa hum feeha khalidoona 23:11 Degenen die Firdaus (het Paradijs) zullen erven, zij zijn daarin eeuwig levenden. die het paradijs zullen beërven, zij zullen daarin altijd blijven. ن ط ٢١ ول ق د خ ل ق نالا لا ن سان من س ل لة م 023.012 Walaqad khalaqna al-insana min sulalatin min teenin 23:12 En voorzeker, Wij hebben de mens uit een uittreksel van klei geschapen. Wij hebben de mens toch uit een extract van klei geschapen. ث م ج ع ل ن هن ط ف ة R lر م ك { ٣١ 023.013 Thumma jaaaalnahu nutfatan fee qararin makeenin 23:13 Vervolgens maakten Wij hem tot een druppel in een stevige bewaarplaats. Daarna maakten Wij hem tot een druppel in een solide verblijfplaats. ث م خ ل ق ن الن ط ف ة ع ل ق ة ف خ ل ق نال ع ل ق ة م ض غ ة ف خ ل ق نا ل م ض غ ة عظم ا ف ك س ون ال عظ مل حم ا ثم ن شا ن ه خ لق ا w l اللهI H ح سن ل خلق ` ٤١ ف ت ك 023.014 Thumma khalaqna alnnutfata AAalaqatan fakhalaqna alaaalaqata mudghatan fakhalaqna almudghata AAithaman fakasawna alaaithama lahman thumma ansha/nahu khalqan akhara fatabaraka Allahu ahsanu alkhaliqeena

١٢ م ن افع ك ث ة و من ه ا ت ا ƒ ل و ن ذ ه اب به ل ق در ون ٨١ 023.021 Wa-inna lakum fee al-anaaami laaaibratan nusqeekum mimma fee butooniha walakum feeha manafiaau katheeratun waminha ta/kuloona 23:21 En voorwaar, in het vee is een lering voor jullie. Wij geven jullie te drinken uit hun buiken en voor jullie zijn daarin vele nuttige zaken en jullie eten daarvan. 23:22 Op hen en op de schepen worden jullie vervoerd. In het vee is er voor jullie ook een les; van wat er in hun buiken is geven Wij te drinken. Jullie hebben daarvan ook veel nut en jullie eten ervan. و ع ل ي ها و ع ل ف لك ت ح م ل ون ٢٢ 023.022 WaAAalayha waaaala alfulki tuhmaloona En op hen en op de schepen worden jullie voortgedragen. ول ق د ر س ل نان وح ا ق و مه ف ق ال ق وم ع ب دو اللهI H مال كم ٣٢ ت ق و ن ن ل ه غ Š هw فلا لا ت م 023.023 Walaqad arsalna noohan ila qawmihi faqala ya qawmi oaabudoo Allaha ma lakum min ilahin ghayruhu afala tattaqoona 23:23 En voorzeker, Wij hebben Noach tot zijn volk gezonden. Toen zei hij: "O mijn volk, aanbidt Allah, er is geen andere god voor jullie dan Hij. Waarom vrezen jullie (Allah) niet?" Wij hebben Noeh tot zijn volk gezonden en hij zei: "Mijn volk! Dient Allah; jullie hebben geen andere god dan Hem. Zullen jullie niet godvrezend worden?" ث ل ك مŒ ذين ك^ ] و من ق و مه ما ه ذ لا لا ب l م ف ق الل م ل و ل ل ع ل ي ك مw ول و ش ا ء الله I H لا لا ن ز ل م - ل,ك ة م ا ي ري د ني ت فض 023.018 Waanzalna mina alssama-i maan biqadarin faaskannahu fee al-ardi wa-inna AAala thahabin bihi laqadiroona 23:18 En Wij stuurden een afgepaste hoeveelheid water neer waarna Wij het blijvend in de grond vasthouden. En voorwaar, Wij zijn in staat het weer weg te nemen. En Wij hebben met mate water uit de hemel neer laten dalen en het in de aarde laten rusten -- Wij zijn ook in staat het weg te nemen -- ن ن خي ل و ع ن اب ل ك م في ها ف و Xه فا ن شا ن ال ك م به ج ن ت م ٩١ كث ةو من ها تا ƒ ل و ن 023.019 Faansha/na lakum bihi jannatin min nakheelin waaaanabin lakum feeha fawakihu katheeratun waminha ta/kuloona 23:19 Toen legden Wij daarmee voor jullie tuinen met palmen en druivenstruiken aan, met daaraan veel vruchten. En jullie eten daarvan. بالد ه ن و ص ب غ en Wij hebben voor jullie daarmee tuinen van palmen en wijnstokken laten ontstaan waarin jullie veel vruchten hebben en waarvan jullie kunnen eten و ش ج ر ة ت l ج من ط ور س ي ن ا ء ت ن ب ت للا لا ƒل ٠٢ 023.020 Washajaratan takhruju min toori saynaa tanbutu bialdduhni wasibghin lilakileena 23:20 En (van) een boom die groeit op de berg Sinai, die olie en een gerecht voor hen die eten levert. en een boom die uit de berg Sinaa? voortkomt die olie voortbrengt en saus voor hen die eten. م ا R ب ط و نها ول ك م في ها و ن ل ك م R لا لا عامل ع ة w ن س قي ك مم

٧٢ ذي ن ظ ل م و ن œ ه م م غ ر ق و ن ل ب ا kنالا لا و ل ٤٢ س مع نا به ذ R 023.027 Faawhayna ilayhi ani isnaaai alfulka bi-aaayunina wawahyina fa-itha jaa amruna wafara alttannooru faosluk feeha min kullin zawjayni ithnayni waahlaka illa man sabaqa AAalayhi alqawlu minhum wala tukhatibnee fee allatheena thalamoo innahum mughraqoona 23:27 Toen openbaarden Wij aan hem: "Bouw onder Ons toezicht en (volgens) Onze aanwijzing een schip. En als Ons bevel komt en de oven overkookt, ga dan aan boord, met van ieder (dier) twee, paarsgewijs, en jouw familie, behalve degene van hen tegen wie het Woord (van bestraffing) er eerder was. En spreek Mij niet aan over degenen die onrecht pleegden. Voorwaar, zij zullen verdronken worden. Toen openbaarden Wij aan hem: "Bouw het schip onder Onze ogen en volgens Onze openbaring. Wanneer dan Onze beschikking komt en de oven overkookt, laat er dan van alles twee stuks, paarsgewijs in gaan en jouw familie, behalve hem uit hun midden over wie al sprake is geweest, maar spreek Ons niet aan over hen die onrecht plegen; zij zullen verdronken worden. ف اذ س ت و يت ن ت و من م ع ك ع ل ف ل ك ف ق ل ل ح م د الله HI لم ٨٢ لظ ل ذين ج نا من ل ق وم 023.028 Fa-itha istawayta anta waman maaaaka AAala alfulki faquli alhamdu lillahi allathee najjana mina alqawmi alththalimeena 23:28 Dus wanneer jij en de mensen met jou aan boord van het schip zullen gaan, zeg dan: "Alle lof zij Allah, Die ons gered heeft van het onrechtvaardige volk." خ ل م Ÿل ٩٢ En wanneer jij met hen die bij jou zijn op de boot plaats genomen hebt, zeg dan: 'Lof zij Allah die ons van de mensen die onrecht plegen gered heeft.? لا م ƒ او ن ت ن زل م Ÿلا ر ب و ق ل 023.029 Waqul rabbi anzilnee munzalan mubarakan waanta khayru almunzileena 23:29 En zeg: "O mijn Heer, plaats mij op een gezegende plaats. En U bent het die de beste plaatsen geeft." En zeg: 'Mijn Heer, geef mij een gezegend onderkomen; U bent de beste van hen die een onderkomen geven.?" ك ن ال م ب تل ٠٣ نR ذلكلا لا يت و ن 023.024 Faqala almalao allatheena kafaroo min qawmihi ma hatha illa basharun mithlukum yureedu an yatafaddala AAalaykum walaw shaa Allahu laanzala mala-ikatan ma samiaana bihatha fee aba-ina alawwaleena 23:24 Toen zeiden de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie. Hij wenst uit te blinken boven jullie. En als Allah het gewild had, zou Hij Engelen hebben gestuurd. Wij hebben hierover van onze voorouders nog nooit gehoord. En de raad van voornaamsten, zij van zijn volk die ongelovig waren, zei toen: "Dit is slechts een mens zoals jullie, die boven jullie wil uitblinken. Als Allah het namelijk gewild had, dan had Hij wel engelen neergezonden. Wij hebben hiervan bij onze vaderen die er eertijds waren niet gehoord. ح ة ف ب ص و به ح ه ولا لا ر ج ل به جن ٥٢ ن 023.025 In huwa illa rajulun bihi jinnatun fatarabbasoo bihi hatta heenin 23:25 Hij is slechts een man die bezeten is, wacht daarom op hem tot een bepaald moment." Hij is slechts een man die last heeft van bezetenheid. Wacht maar enige tijd af." ق ال ر بن l بما كذ ب ون ٦٢ 023.026 Qala rabbi onsurnee bima kaththabooni 23:26 Hij (Noach) zei: "O mijn Heer, help mij vanwege wat zij loochenen." Hij zei: "Mijn Heer, help mij want zij betichten mij van leugens." فا و ح ي نا ل يه ن ص نع ل ف لكبا ع ي ننا و و ح ينا ف اذ جا ء ل ز و ج ث ن و ن و رŒ ف اس ل ك في ها من ƒ م رن ا و ف ارلت لا من س ب ق ع ل يهل ق و ل من ه مœ ولا لا ت خ اطب R ه لكلا

zijn volk en die de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden en die Wij de weelde van het wereldse leven gaven, zeiden: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie, hij eet van wat jullie eten en hij drinkt van wat jullie drinken. ongelovig waren en de ontmoeting van het hiernamaals loochenden en die Wij in het tegenwoordige leven in luxe lieten leven, zei: "Dit is slechts een mens zoals jullie, die eet wat jullie eten en drinkt wat jullie drinken. خ l و ن ل ٤٣ ول,ن ط ع ت مب l م ث ل ك من ك مذ 023.034 Wala-in ataaatum basharan mithlakum innakum ithan lakhasiroona En als jullie een mens zoals jullie zelf gehoorzamen dan zijn jullie werkelijk verliezers! ك م ذ مت م و ك ن ت م ت ر ب ا و عظ ام ا ن ك م م l ج و ن عد X م ن 23:34 En als jullie rnensen volgen die zoals jullie zijn: voorwaar, dan behoren jullie zeker tot de verliezers. ٥٣ 023.035 AyaAAidukum annakum itha mittum wakuntum turaban waaaithaman annakum mukhrajoona 23:35 Belooft hij jullie dat wanneer jullie dood zijn en tot stof en beenderen zijn geworden, dat jullie dan opgewekt worden? Zegt hij jullie werkelijk aan dat jullie, wanneer jullie gestorven zijn en stof en gebeente geworden zijn, dat jullie dan weer tevoorschijn gebracht zullen worden? * ه ي هات لمات و ع د ون ٦٣ ه ي هات 023.036 Hayhata hayhata lima tooaaadoona 23:36 Ver, ver weg is wat aan jullie beloofd is. Ver, ver ernaast is wat jullie aangezegd wordt. لا ح ي ات ن الد ن يان م وت ن»2 لا و ن ح ي ا و م ا ن ح ن بم ب ع و ث ٧٣ 023.030 Inna fee thalika laayatin wa-in kunna lamubtaleena 23:30 Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen en Wij hebben hen zeker beproefd. Daarin zijn zeker tekenen en Wij hebben ث م ن شا ن ا من a ع دهم lن ا lين ١٣ 023.031 Thumma ansha/na min baaadihim qarnan akhareena 23:31 Vervolgens brengen Wij na hen een andere generatie voort. ن ل ه H مال ك مم Toen lieten Wij na hen een andere generatie ontstaan. فا ر س ل نا في هم ر س ولا لا م ن ه م ن ع ب دوالله I غ Š هw فلا لا ت ت ق و ن ٢٣ 023.032 Faarsalna feehim rasoolan minhum ani oaabudoo Allaha ma lakum min ilahin ghayruhu afala tattaqoona 23:32 En Wij stuurden hun een Boodschapper van onder hen (die zei:) "Aanbidt Allah. Er is geen god voor jullie dan Hem, waarom vrezen jullie (Allah) niet?" En Wij zonden een gezant uit hun midden tot hen [met de oproep]: "Dient Allah; jullie hebben geen andere god dan Hem. Zullen jullie niet godvrezend worden?" و ق ال ل م لا لا من ق و مه ل ذي ن ك^ ] و و ك ذ ب و بلق ا ء لا لا l ة و ث ل ك مŒ يا ƒ لمم ا ت ر ف ن ه م R ل ح يوة لد ن ياŒ ما ه ذ لا لا ب l م l ب و ن من ه وي lب مم ات ٣٣ تا ƒ ل ون 023.033 Waqala almalao min qawmihi allatheena kafaroo wakaththaboo biliqa-i al-akhirati waatrafnahum fee alhayati alddunya ma hatha illa basharun mithlukum ya/kulu mimma ta/kuloona minhu wayashrabu mimma tashraboona 23:33 En de vooraanstanden, die niet geloofden, van En de raad van voornaamsten van zijn volk, zij die

023.041 Faakhathat-humu alssayhatu bialhaqqi fajaaaalnahum ghuthaan fabuaadan lilqawmi alththalimeena 23:41 Terecht trof de bliksemslag hen toen, en Wij maakten hen als schuim. Ten onder gaat het onrechtvaardige volk! Toen greep de schreeuw hen met recht en Wij maakten hen tot rommel. Weg dus met de mensen die onrecht plegen. ث م ن شا ن ا من a ع دهم l ون ا lين ` ٢٤ 023.042 Thumma ansha/na min baaadihim quroonan akhareena 23:42 Vervolgens brachten Wij na hen andere generaties voort. Toen lieten Wij na hen andere generaties ontstaan. ٣٤ ` ما ت سبق من مة ج ل ها و ما ي س تا l و ن 023.043 Ma tasbiqu min ommatin ajalaha wama yasta/khiroona 23:43 Geen gemeenschap is in staat om haar vastgestelde tijdstip te vervroegen of uit te stellen. ب و ه ف ا ت ب ع ن ا س و ل ه ا ك ذ ر لا ي و من و ن ق وم لا ل œ ف ب عد Geen gemeenschap kan te vroeg haar termijn bereiken en ook niet te laat. ث م ر س ل نا ر س ل نا ت w ƒ ل ما ج ا ء م ة a ع ض ه م a ع ضاو ج ع ل ن ه م ح ادي ث ٤٤ 023.044 Thumma arsalna rusulana tatra kulla ma jaa ommatan rasooluha kaththaboohu faatbaaana baaadahum baaadan wajaaaalnahum ahadeetha fabuaadan liqawmin la yu/minoona 23:44 Vervolgens stuurden Wij Onze Boodschappers, elkaar opvolgend. Telkens wanneer hun Boodschapper naar een gemeenschap kwam, loochenden zij hem. Toen deden Wij hen elkaar opvolgen (in de ondergang) en Wij maakten hen tot onderwerp van verhalen. Ten onder gaat het volk dat niet gelooft! Toen zonden Wij Onze gezanten, de een na de ander. Telkens als tot een gemeenschap haar gezant kwam betichtten zij hem van leugens. Dus lieten Wij hen elkaar opvolgen en maakten hen tot [het onderwerp van] verhalen. Weg dus met mensen die niet geloven. 023.037 In hiya illa hayatuna alddunya namootu wanahya wama nahnu bimabaaootheena 23:37 Ons leven is slechts op de wereld, wij gaan dood en wij leven en wij zullen niet opgewekt worden. Er bestaat alleen ons tegenwoordige leven; wij sterven en wij leven en wij worden niet opgewekt. H كذب او مان حن ل Š ه بم و من لا ر جل ف ي ع الله I ه ولا ن ٨٣ 023.038 In huwa illa rajulun iftara AAala Allahi kathiban wama nahnu lahu bimu/mineena 23:38 Hij is slechts een man die leugens over Allah heeft verzonnen. En Wij geloven hem niet." 23:39 Hij (Hoed) zei: "O mijn Heer, help mij tegen wat zij loochenen." Hij is slechts een man die over Allah een leugen verzonnen heeft en wij zullen aan hem geen geloof hechten." ق ال ر بن l بما كذ ب ون ٩٣ 023.039 Qala rabbi onsurnee bima kaththabooni ن دم ٠٤ Hij zei: "Mijn Heer, help mij want zij betichten mij van leugens." ي ص بح ن ق ال ع م ا ق لي ل ل 023.040 Qala AAamma qaleelin layusbihunna nadimeena 23:40 Hij (Allah) zei: "Binnenkort zullen zij zeker spijt krijgen." Hij zei: "Binnenkort zullen zij wroeging gaan krijgen." ل ق وم ل فا خ ذ ت ه م لص ي ح ةبال ح ق ف ج ع ل ن ه م غ ثا ء œ ف ب عد لظلم ١٤

Schrift (de Taurat) gegeven. Hopelijk zullen zij Leiding volgen. misschien zullen zij zich de goede richting laten wijzen. و ج ع ل ن ا ب ن م ر ي م و م هŠ ي ة و و ي ن ه م ا ر ب و ة ذ ت l ر و مع ٠٥ 023.050 WajaAAalna ibna maryama waommahu ayatan waawaynahuma ila rabwatin thati qararin wamaaaeenin 23:50 En Wij maakten de zoon van Maryam en zijn moeder tot een Teken en Wij gaven hun een onderkomen op een hoogplegen plaats, bewoonbaar met stromend water. بم ا En Wij hebben de zoon van Marjam en zijn moeder tot een teken gemaakt en Wij gaven hun een onderkomen op een heuvel met een stevige bodem en bronwater. بت و ع م ل و صالح اw يا ي هالر س لƒ ل و من لط ي ع م ل و ن ع ليم ` ١٥ 023.051 Ya ayyuha alrrusulu kuloo mina alttayyibati waiaamaloo salihan innee bima taaamaloona AAaleemun 23:51 O Boodschappers, eet van de goede zaken en verricht goede daden. Voorwaar, Ik ben Alwetend over wat jullie doen. "Jullie gezanten! Eet van de goede dingen en handelt deugdelijk. Ik weet wat jullie doen. ق ون ه ذه م ت ك م م ةو حد ةو ن ا رب ك م فا ٢٥ ن و 023.052 Wa-inna hathihi ommatukum ommatan wahidatan waana rabbukum faittaqooni 23:52 En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom. Deze gemeenschap van jullie is één gemeenschap en Ik ben jullie Heer; vreest Mij dus." ث م ر س ل نا م و و خ اه ه ر ون با ي تنا و س ل ط ن م ب ٥٤ 023.045 Thumma arsalna moosa waakhahu haroona bi-ayatina wasultanin mubeenin 23:45 Daarna zonden Wij Mozes en zijn broeder Haroen met Onze Tekenen en een duidelijk Bewijs. Toen zonden Wij Moesa en zijn broer Haroen met Onze tekenen en een duidelijke machtiging l² ع ون و ملا لا k ه ف اس ت ك و وƒ ان و ق وم ا عال ٦٤ 023.046 Ila firaaawna wamala-ihi faistakbaroo wakanoo qawman AAaleena 23:46 Naar Fir`aun en zijn vooraanstaanden. En zij waren hoogmoedig en zij waren een hooghartig volk. naar Fir'aun en zijn raad van voornaamsten, maar zij waren hoogmoedig; zij waren mensen die de overhand hadden. ٧٤ ف قال و ن و من لب l ي ن مث لنا و ق و م ه مال نا ع بد و ن 023.047 Faqaloo anu/minu libasharayni mithlina waqawmuhuma lana AAabidoona 23:47 En zij zeiden: "Zouden wij die twee mensen, die zijn zoals wij, geloven, terwijl hun volk voor ons dienaren is?" 23:48 Daarom loochenden zij hen beiden en behoorden toen tot de vernietigden. ٩٤ En zij zeiden: "Zullen wij aan twee die mensen zijn zoals wij geloof hechten en dat terwijl hun volk aan ons onderhorig is?" ف ك ذ ب و ه ما ف ³ ان و من ل م ه لك ٨٤ 023.048 Fakaththaboohuma fakanoo mina almuhlakeena Dus betichtten zij hen van leugens. Zo behoorden zij tot hen die vernietigd werden. و ل ق د ت ي ن ا م و ل كت ب ل ع ل ه م ي ه ت د و ن 023.049 Walaqad atayna moosa alkitaba laaaallahum yahtadoona 23:49 En voorzeker, wij hebben aan Mozes het En Wij hebben aan Moesa toch het boek gegeven;

هم ي و من ون ٨٥ ول ذين ه م با يت رب ٣٥ ع و م ر ه م ب ي ن ه م ز ب ر ƒ w ل Y ب بم ا ل د ي هم lح ² و ن ف ت ق ط 023.058 Waallatheena hum bi-ayati rabbihim yu/minoona 23:58 En degenen die in de Verzen van hun Heer geloven. zij die in de tekenen van hun Heer geloven, هملا لا ي Xl و ن ٩٥ ول ذين ه م برب 23:59 En degenen die hun Heer geen deelgenoten toekennen. 023.059 Waallatheena hum birabbihim la yushrikoona zij die aan hun Heer geen metgezel toevoegen ن هم ر جع و ول ذين ي و ت و ن ما ت و و ق ل و ب ه م و جل ة ن ه م ر ب ٠٦ 023.060 Waallatheena yu/toona ma ataw waquloobuhum wajilatun annahum ila rabbihim rajiaaoona 23:60 En degenen die hun giften gaven terwijl hun harten vol ontzag zijn omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren. en zij die geven wat zij geven terwijl hun harten vol ontzag zijn omdat zij tot hun Heer terug zullen keren, ول -,ك ي lع ون R ل خ ت و ه مل ها س بق ون ١٦ 023.061 Ola-ika yusariaaoona fee alkhayrati wahum laha sabiqoona 23:61 Zij zijn degenen die zich haasten om goede daden te verrichten en zij zijn daarbij de eersten. ق و ه ملا لا بال ح zij wedijveren in goede daden en zij zullen daarbij de eersten zijn. لا و س ع ها ول د ي نا كت ب ي ن طق ولا لا ن ³ ل ف فس الا 023.053 FataqattaAAoo amrahum baynahum zuburan kullu hizbin bima ladayhim farihoona 23:53 Toen raakten zij onderling verdeeld in verschilende groepen over hun zaak (van hun godsdienst). Elke groep was blij met wat zij hadden. ف ذ ر ه مR غ م ر تهم ح ح ٤٥ 023.054 Fatharhum fee ghamratihim hatta heenin 23:54 Laat hen daarom in hun dwaling tot een bepaald tijdstip. Maar zij splitsten zich onderling op in groepen; elke partij was blij over wat zij hadden. Laat hen nog maar enige tijd in hun waan. ي ح س ب ون ن مان مد ه م به من م ال و بن ٥٥ 023.055 Ayahsaboona annama numidduhum bihi min malin wabaneena 23:55 Denken zij dat omdat Wij hen rijkdom en kinderen gegeven hebben. ٦٥ Rekenen zij er dan bij het bezit en de zonen die Wij hun verlenen op dat لا ي ش ع ر و ن ن س ارع ل ه م R ل خ ت w ب ل لا 023.056 NusariAAu lahum fee alkhayrati bal la yashaauroona 23:56 Wij Om voor hen haasten in (het schenken van) de goede zaken? Nee, maar zij beseffen het niet. Wij voor hen wedijveren in goede daden? Integendeel, maar zij beseffen het niet. همم ش فق و ن ٧٥ ن خ ش ية رب نل ذين ه مم 023.057 Inna allatheena hum min khashyati rabbihim mushfiqoona 23:57 Voorwaar, degenen van hen die bedachtzaam zijn vanwege hun ontzag voor Allah. Zij die door de vrees voor hun Heer ontzag hebben,

ي ت ت ع ل ي ك م ف ك ن ت م ع ع ق ابك م ت ن كص و ن ق دƒ ان ت ٦٦ 023.066 Qad kanat ayatee tutla AAalaykum fakuntum AAala aaaqabikum tankisoona 23:66 Waarlijk, Mijn Verzen zijn al aan jullie voorgedragen, maar jullie keerden je op jullie hielen om. Mijn tekenen zijn aan jullie voorgelezen, maar jullie hebben je hielen gelicht, م س ت ك ي نj به سمر ت ه ج ر ون ٧٦ 023.067 Mustakbireena bihi samiran tahjuroona 23:67 Hoogmoedig tegen over hem (de Kuran), kletsend in de nacht: jullie verlieten hem. in jullie hoogmoed erover terwijl jullie 's nachts onzin uitkraamden." ف ل م ي د ب رول قو ل م ج ا ء ه مم ال م يا ت ب ا ء ه ملا لا و ل ٨٦ 023.068 Afalam yaddabbaroo alqawla am jaahum ma lam ya/ti abaahumu al-awwaleena 23:68 Denken zij niet na over het Woord (de Kuran)? Of is er iets tot hen gekomen dat niet eerder tot hun voorouders gekomen was? Overpeinzen zij dan niet wat gezegd is? Of is er tot hen iets gekomen, wat niet tot hun vaderen die er eertijds waren gekomen was? مل م ع رف و ر س ول ه م ف ه مل Š ه م ن l¹ ون ٩٦ 023.069 Am lam yaaarifoo rasoolahum fahum lahu munkiroona 23:69 Of erkennen zij hun Boodschapper niet? Zodat zij het verwerpen? و X» ه م لل ح ق º lه ون Of erkennen zij hun gezant niet zodat zij hem verwerpen? ة w ب ل ج ا ء ه م بال ح ق م ق و ل و ن به جن ي ظ ل م و ن ٢٦ 023.062 Wala nukallifu nafsan illa wusaaaha waladayna kitabun yantiqu bialhaqqi wahum la yuthlamoona 23:62 Wij belasten niemand dan volgens zijn vermogen en Wij hebben een boek dat volgens de Waarheid spreekt. En zij worden niet onrechtvaardig behandeld. ه م ل ه ا Maar Wij leggen niemand meer op dan hij kan dragen en Wij hebben een boek dat de waarheid spreekt; en hun zal geen onrecht worden gedaan. ب ل ق ل و ب ه م R غ م ر ة م ن ه ذ و ل ه م ع م ال م ن د و ن ذ لك ع مل و ن ٣٦ 023.063 Bal quloobuhum fee ghamratin min hatha walahum aaamalun min dooni thalika hum laha AAamiloona 23:63 Maar hun harten verkeren hierover in dwaling. Zij hebben daarnaast (slechte) werken die zij verrichten. ٤٦ ` Maar nee, hun harten verkeren wat dit aangaat in een waan en zij hebben afgezien daarvan nog andere daden die zij blijven doen. ذ خ ذ ن ا م في هم بال ع ذ ب ذ ه م ي ج ¼ ر و ن ح 023.064 Hatta itha akhathna mutrafeehim bialaaathabi itha hum yaj-aroona 23:64 Totdat, wanneer Wij degenen onder hen die in weelde leven met de bestraffing treffen; zij (om hulp) schreeuwen. ٥٦ Wanneer Wij dan hen die onder hen in luxe leven met de bestraffing te pakken nemen, dan schreeuwen zij opeens om hulp. الا لا ت ن l و ن ن لا لا ت ج¼ رول ي و م¾ ن ك مم 023.065 La taj-aroo alyawma innakum minna la tunsaroona 23:65 Schreeuw die Dag niet (om hulp): voorwaar, er zal jullie geen hulp van Ons verleend worden. "Schreeuwt vandaag maar niet om hulp; jullie zullen tegen Ons geen hulp krijgen.

بالا لا lة ع ن ل lط ل ن كب ون ٤٧ ل ذي ن لا لا ي و من و ن و ن ٠٧ 023.074 Wa-inna allatheena la yu/minoona bial-akhirati AAani alssirati lanakiboona 23:74 En voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals zijn zeker van het Rechte Pad afgeweken. Maar zij die in het hiernamaals niet geloven wijken van de weg af. * ل ج و R ط غ يانهم ول و ر حم ن ه م و ك ش ف نا ما بهم م ن Á À ل ع م ه و ن ٥٧ 023.075 Walaw rahimnahum wakashafna ma bihim min durrin lalajjoo fee tughyanihim yaaamahoona 23:75 En als Wij hen zouden begenadigen en Wij zouden opheffen wat er aan tegenspoed bij hen is: dan zouden zij blijven doorgaan met hun dwalingen. En al zouden Wij erbarmen met hen hebben en de tegenspoed waarin zij verkeren opheffen, dan zouden zij in hun onbeschaamdheid toch doorgaan met dwalen. و ل ق د خ ذ ن ه م بال ع ذ ب ف م ا س ت ³ ان و لر ب هم و م ا ي ت Â l ع و ن ٦٧ 023.076 Walaqad akhathnahum bialaaathabi fama istakanoo lirabbihim wama yatadarraaaoona 23:76 En voorzeker, Wij hebben hen met de bestraffing getroffen, toch werden zij niet ootmoedig tegenover hun Heer en zij werden niet nederig. En Wij hebben hen met de bestraffing gegrepen, maar zij hebben zich niet aan hun Heer overgegeven en zij vernederen zich niet. ح ذ ف ت ح ن ا ع ل ي هم ب اب ا ذ ع ذ ب ش دي د ذ ه م في ه م ب لس و ن ٧٧ 023.070 Am yaqooloona bihi jinnatun bal jaahum bialhaqqi waaktharuhum lilhaqqi karihoona 23:70 Of zeggen zij., "Hij (Mohammed) is bezeten." Integendeel, hij kwam tot hen met de Waarheid, maar de meesten van hen haten de Waarheid. ه و آء ه مل ف س د ت لس م وت ولا لا رض و من ١٧ ` Of zeggen zij: "Hij heeft last van bezetenheid)? Welnee, hij is met de waarheid tot hen gekomen, maar de meesten van hen verafschuwen de waarheid. ب عل ح ق ول وت في هن ع رض و ن w ب ل ت ي ن ه م بذ º lهم ف ه م ع ن ذ º lهم م 023.071 Walawi ittabaaaa alhaqqu ahwaahum lafasadati alssamawatu waal-ardu waman feehinna bal ataynahum bithikrihim fahum AAan thikrihim muaaridoona 23:71 Als de Waarheid hun begeerten zou volgen zouden de hemelen en de aarde en alles wat er op hen is ten onder gaan. Wij hebben echter hun Eer (de Kuran) gegeven, maar zij wenden zich van hun Eer af. Maar als de waarheid hun grillen zou volgen, dan zouden de hemelen, de aarde en wie zich daar bevinden verdorven raken. Nee, Wij zijn met hun vermaning tot hen gekomen, maar zij wenden zich van hun vermaning af. خ j و ه و خ لرزق ٢٧ ك م ت س¼ ل ه م lج ا ف l ج رب 023.072 Am tas-aluhum kharjan fakharaju rabbika khayrun wahuwa khayru alrraziqeena 23:72 Of vraag jij (O Mohammed) een beloning van hen? De beloning van jouw Heer is beter, want Hij is de Beste van de Voorzieners, ل ت د ع و ه م ÀÃط م س ت قيم ٣٧ 023.073 Wa-innaka latadaaoohum ila siratin mustaqeemin Of vraag jij hun een vergoeding? De vergoeding van jouw Heer is beter; Hij is de beste voorziener. ك و ن 23:73 Voorwaar, jij roept hen op tot een Recht Pad. En jij roept hen echt op tot een juiste weg.

23:81 Integendeel, zij zeggen hetzelfde als de vroegeren zeiden. ب ل قال و مث ل ما ق اللا لا و ل و ن ١٨ 023.081 Bal qaloo mithla ma qala al-awwaloona Welnee, zij zeggen hetzelfde als zij die er eertijds waren. ال م ب ع و ث و ن قال و ء ذ مت نا و ك ن ا ت رب او عظام ا ءن ٢٨ 023.077 Hatta itha fatahna AAalayhim baban tha AAathabin shadeedin itha hum feehi mublisoona 23:77 Totdat, wanneer Wij voor hen de deur van een zware bestraffing openden, zij in wanhoop verkeerden. Wanneer Wij dan voor hen een deur tot een strenge bestraffing openen, dan zijn zij opeens in wanhoop terneergeslagen. لا م ا و ه و ل ذي ن ش ا ل ك م لس م ع و لا لا ب ص ار و لا لا ف Å د ة w ق لي لا ت ش ¹ l و ن ٨٧ 023.082 Qaloo a-itha mitna wakunna turaban waaaithaman a-inna lamabaaoothoona 23:82 Zij zeiden: "Wanneer wij dood zijn en tot aarde en beenderen geworden zijn, zullen wij dan zeker worden opgewekt? لا س اط ه ذ لا Zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij gestorven zijn en stof en gebeente geworden zijn, dan weer opgewekt worden? ل ق د و عد ن ا ن ح ن و ب ا ؤ ن ا ه ذ من ق ب ل ن لا لا و ل ٣٨ 023.083 Laqad wuaaidna nahnu waabaona hatha min qablu in hatha illa asateeru al-awwaleena 23:83 Voorzeker, dit werd vroeger aan ons en onze vaderen beloofd: dit zijn slechts fabels van de vroegeren." Dat was ons en onze vaderen vroeger ook al toegezegd, maar dit zijn slechts fabels van hen die er eertijds waren." ك ن ت م ع ل م ون ٤٨ ق لل م ن لا لا رض و من في ها ن 023.084 Qul limani al-ardu waman feeha in kuntum taaalamoona 23:84 Zeg: "Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?" Zeg: "Van wie is de aarde en wat erop is, als jullie het weten?" 023.078 Wahuwa allathee anshaa lakumu alssamaaa waal-absara waal-af-idata qaleelan ma tashkuroona 23:78 En Hij is Degene Die voor jullie het gehoor en gezichtsvermogen en de harten geschapen heeft. Weinig dankbaarheid tonen jullie! ٩٧ Hij is het die voor jullie gehoor, gezichtsvermogen en harten heeft laten ontstaan; gering is de dank die jullie betuigen. ذي ذ ر X م R لا لا ر ض و ل ي ه ت ح l و ن و ه و ل 023.079 Wahuwa allathee tharaakum fee al-ardi wa-ilayhi tuhsharoona 23:79 En Hij is Degene Die jullie deed groeien op de aarde en tot Hem worden jullie verzameld. هار w فلا لا ول ه ختلا لا فل ي ل ولن ع قل ون ٠٨ En Hij is het die jullie op de aarde geschapen heeft en tot Hem zullen jullie verzameld worden. ذي ي Ç 2 و ي مي ت و ه و ل 023.080 Wahuwa allathee yuhyee wayumeetu walahu ikhtilafu allayli waalnnahari afala taaaqiloona 23:80 En Hij is Degene Die doet leven en doet sterven. En aan Hem behoort het afwisselen van de dag en de nacht Begrijpen jullie dan niet? En Hij is het die leven geeft en laat sterven en van Hem is het verschil van nacht en dag; zullen jullie dan niet tot verstand komen?

ت س È l ون ٩٨ w H ق ل ف ا س ي ق ول ونالله I l و ن الله HI w ق ل فلا لا ت ذº ٥٨ س ي ق ول ون 23:89 Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom zijn jullie dan misleid?" 023.089 Sayaqooloona lillahi qul faanna tusharoona Zij zullen zeggen: "Van Allah." Zeg: "Hoe zijn jullie dan zo betoverd?" ه مل ك ذب و ن ب ل ت ي ن ه مبال ح ق ون ٠٩ 023.085 Sayaqooloona lillahi qul afala tathakkaroona 23:85 Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom laten jullie je dan niet vermanen?" Zij zullen zeggen: "Van Allah." Zeg: "Zullen jullie je dan niet laten vermanen?" ب ق ل م ن ر بل ع ر ش ل ع ظيم ٦٨ لس م و ت لس بع و ر 023.090 Bal ataynahum bialhaqqi wa-innahum lakathiboona 23:90 Maar Wij hebben de Waarheid gegeven, zij zijn zeker leugenaars. Ja zeker, Wij zijn met de waarheid tot hen gekomen en zij zijn het die liegen. ذ هب ƒ ل ل ه خ ذ الله I H من و ل د و ماƒ ان م ع Š ه من له ذ ل مات بما خ لق ول علا لا a ع ض ه م ع a ع ض w س ب حن الله HI عم ا ي صف و ن ١٩ 023.091 Ma ittakhatha Allahu min waladin wama kana maaaahu min ilahin ithan lathahaba kullu ilahin bima khalaqa walaaaala baaaduhum AAala baaadin subhana Allahi AAamma yasifoona 23:91 Allah heeft zich geen kind genomen en er is geen god naast Hem! Dan zou iedere god weggaan met wat hij schiep en zouden zij elkaar overweldigen. Heilig is Allah boven wat zij (Hem) toeschrijven. Allah heeft zich geen kind genomen en er is naast Hem geen andere god; dan zou elke god met wat hij geschapen heeft weggaan en zou de een de ander overweldigen. Allah zij geprezen, verheven als Hij is boven wat zij [Hem] toeschrijven, 023.086 Qul man rabbu alssamawati alssabaai warabbu alaaarshi alaaatheemi 23:86 Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon? 23:87 Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom vrezen jullie (Allah) dan niet?" Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de geweldige troon?" ق و ن س ي ق ول و ن الله HI w ق ل فلا لا ت ت ٧٨ 023.087 Sayaqooloona lillahi qul afala tattaqoona Zij zullen zeggen: "Van Allah." Zeg: "Zullen jullie dan niet godvrezend worden?" ن ل Ë ء و ه وي ج ولا لا ي ج ار ع ل يه ق ل من بي ده م ل ك وتƒ ك ن ت م ع ل م ون ٨٨ 023.088 Qul man biyadihi malakootu kulli shay-in wahuwa yujeeru wala yujaru AAalayhi in kuntum taaalamoona ع لمل غ يب و لش ه ادة ف ت ع عم اي Xl و ن ٢٩ 23:88 Zeg: "In Wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt en Hij wordt niet beschermt, als jullie het weten." Zeg: "In wiens hand is de heerschappij over alles zodat hij bescherming geeft terwijl er tegen hem geen bescherming gegeven kan worden, als jullie het weten?" 023.092 AAalimi alghaybi waalshshahadati fataaaala AAamma yushrikoona

23:97 En zeg: "Mijn Heer, ik zoek mijn toevlucht tot U tegen de influisteringen van de Satans. 23:98 En ik zoek mijn toevlucht tot U zodat zij niet bij mij komen." En zeg: "Mijn Heer, ik zoek bij U bescherming tegen de ophitsingen van de satans, و ع و ذبك ر ب ني ح Â l ون ٨٩ 023.098 WaaAAoothu bika rabbi an yahdurooni ق ال ر ب ر جع ون ٩٩ en ik zoek er bij U bescherming voor, mijn Heer, dat zij bij mij komen." ذ ج ا ء ح د ه م ل م و ت ح 023.099 Hatta itha jaa ahadahumu almawtu qala rabbi irjiaaooni 23:99 Totdat, wanneer de dood tot een van hen komt, hij zal zeggen: "O mijn Heer, laat mij terugkeren. En wanneer dan tot een van hen de dood komt, zegt hij: "Mijn Heer, laat mij teruggaan, ل ع ع م ل صالح ا في ما ت رX تƒ لا لا w ن هاƒ لم ة ه و ق ا kل هاw و من و ر آ kهم ب ر زخ ي وم ي ب ع ث ون ٠٠١ 023.100 LaAAallee aaamalu salihan feema taraktu kalla innaha kalimatun huwa qa-iluha wamin waraihim barzakhun ila yawmi yubaaathoona 23:100 Hopelijk kan ik goede werken verrichten voor wat ik nagelaten heb." Zeker niet! Voorwaar, dit zijn slechts woorden die hij spreekt en voor hen is een scheiding tot de Dag waarop zij opgewekt worden. opdat ik dan misschien wel deugdelijk zal handelen in wat ik [nu] achtergelaten heb." Nee! Dat is zomaar een woord dat hij zegt, maar achter hen is een versperring tot aan de dag waarop zij opgewekt worden. ف اذ فخ R لص ور فلا لا ن ساب ب ي ن ه م ي و م,ذ و لا لا ي ت س ا ءل ون ١٠١ 23:92 De Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare: verheven is Hij boven wat zij (Hem) toekennen. de kenner van het verborgene en het waarneembare; ver verheven is Hij boven wat zij aan Hem als metgezellen toeschrijven! بم ا تري ما ي و ع د ون ٣٩ ر ق ل 23:93 Zeg: "Mijn Heer, indien U mij zou laten zien wat hun aangezegd is. 023.093 Qul rabbi imma turiyannee ma yooaaadoona Zeg: "Mijn Heer, als U mij wilt laten zien wat hun aangezegd wordt, لظلم ٤٩ ر ب فلا لا ت ج ع ل R ل ق وم 23:94 Mijn Heer, breng mij niet onder het onrechtvaardige volk!" 023.094 Rabbi fala tajaaalnee fee alqawmi alththalimeena ما عد ه مل ق در ون ٥٩ mijn Heer, zet mij dan niet bij de mensen die onrecht plegen." ري ك ن ا ع ن ون 023.095 Wa-inna AAala an nuriyaka ma naaaiduhum laqadiroona 23:95 En voorwaar, Wij zijn zeker in staat om jou te laten zien wat Wij hun toezeggen. Wij hebben zeker de macht om jou te laten zien wat Wij hun aanzeggen. ي ةw ن حن ع ل م بما ي صف ون ٦٩ د ف عبال 2«ح سن لس ي 023.096 IdfaAA biallatee hiya ahsanu alssayyi-ata nahnu aaalamu bima yasifoona 23:96 Weer het slechte af met het beste. Wij weten het beste wat zij toeschrijven. Weer de slechte daad af met iets wat beter is. Wij weten het best wat zij beschrijven. ع و ذبك من ه م ز ت لش يط ٧٩ ر ب و ق ل 023.097 Waqul rabbi aaaoothu bika min hamazati alshshayateeni

Ï 23:105 Zijn Mijn Verzen dan niet aan jullie voorgedragen? Toen plachten jullie ze te loochenen. "Zijn Mijn tekenen niet aan jullie voorgelezen en loochenden jullie ze dan niet?" ا ق وم ا ض ا ل قال و رب نا غ ل بت ع ل ي نا شق و ت نا و كن ٦٠١ 023.106 Qaloo rabbana ghalabat AAalayna shiqwatuna wakunna qawman dalleena 23:106 Zij zelden: "Onze Heer, wij zijn overwonnen door ons ongeluk en wij waren een dwalend volk. ٧٠١ ا ظ لم و ن ع د ن ا ف ان Zij zeggen: "Onze Heer, onze ellendigheid heeft ons overwonnen; wij waren mensen die dwaalden. ن ا lج ن ا من ه ا ف ان ر ب 023.107 Rabbana akhrijna minha fa-in AAudna fa-inna thalimoona 23:107 Onze Heer, haal ons hieruit! Als wij het herhalen: voorwaar, dan zijn wij onrechtvaardigen." Onze Heer, breng ons hieruit en als wij dan terugvallen, dan plegen wij echt onrecht." ق ال خ س¼ و في ها ولا لا ت ³ ل م ون ٨٠١ 23:108 Hij zei: "Blijft daarin en lijdt. En spreekt niet tot Mij." 023.108 Qala ikhsaoo feeha wala tukallimooni Hij zegt: "Weest weg, [blijft] erin en spreekt niet tot mij. ن عب ادي ق ول و ن رب نا م ن ا ف اغ^[ل ناو م خ لرحم ٩٠١ ر ح م نا و ن ت ه ƒ Š ان ² lي ق ن 023.109 Innahu kana fareequn min AAibadee yaqooloona rabbana amanna faighfir lana wairhamna waanta khayru alrrahimeena 23:109 Voorwaar, er is een groep onder Mijn dienaren die zegt: "Onze Heer, wij geloofden, vergeef ons daarom en schenk ons Barmhartigheid en U bent de Beste van de Bamhartigen." Er was een groep van Mijn dienaren die gewoonlijk zeiden: 'Onze Heer, wij geloven, vergeef ons dan en heb erbarmen met ons; U bent de beste van de barmhartigen.? 023.101 Fa-itha nufikha fee alssoori fala ansaba baynahum yawma-ithin wala yatasaaloona 23:101 Wanneer er op de bazuin geblazen wordt, op die Dag is er geen verwantschap tussen hen en zij kunnen elkaar geen vragen stellen. Wanneer op de bazuin geblazen wordt, dan bestaan er op die dag tussen hen geen verwantschapsbetrekkingen meer en zullen zij elkaar niet ondervragen. ه مل م ف لح ون ٢٠١ ف من Ð ق لت م و زي ن Š ه فا ول -,ك 023.102 Faman thaqulat mawazeenuhu faola-ika humu almuflihoona 23:102 Degenen wiens weegschalen zwaar wegen: Zij zijn degenen die de welslagenden zijn. En zij van wie de weegschalen zwaar wegen, zij zijn het die het welgaat. م و زي ن Š ه فا ول -,كل ذين خ lو ف س ه م R ج ه ن م خ لد ون ٣٠١ ت و م ن خ ف 023.103 Waman khaffat mawazeenuhu faola-ika allatheena khasiroo anfusahum fee jahannama khalidoona 23:103 Degene wiens weegschalen licht wegen: zij zijn degenen die zichzelf verloren hebben, zij zullen in de Hel eeuwig levenden zijn. ٤٠١ Maar zij van wie de weegschalen licht zijn, zij zijn het die zichzelf verloren hebben; in de hel zullen zij altijd blijven. ار و ه م في ه ا ƒ لح و ن ت ل ف ح و ج و ه ه م لن 023.104 Talfahu wujoohahumu alnnaru wahum feeha kalihoona 23:104 Het Vuur verbrandt hun gezichten terwijl zij daarin venminkt worden. Het vuur zal hun gezichten verzengen waarbij zij hun mond vertrekken. ب ون ٥٠١ ل م ت كن ي ت ت ع ل ي ك م ف ك ن ت م بها ت كذ 023.105 Alam takun ayatee tutla AAalaykum fakuntum biha tukaththiboona

بث ت ملا لا ق لي لا لا ل و ن ك م ك ن ت م ع ل م و ن ٤١١ ق لنل 023.114 Qala in labithtum illa qaleelan law annakum kuntum taaalamoona 23:114 Hij (Allah) zei: "Jullie verbleven er maar kort, als jullie het weten. ٥١١ Hij zegt: "Het heeft voor jullie inderdaad slechts kort geduurd. Als jullie het maar wisten. م ا خ ل ق ن ك م ع ب ث ا و ن ك م ل ي ن ا لا لا ت ر ج ع و ن ف ح سب ت م ن 023.115 Afahasibtum annama khalaqnakum AAabathan waannakum ilayna la turjaaaoona 23:115 Dachten jullie dat Wij jullie zo maar geschapen hebben? En dat jullie niet tot Ons terugkeren?" ل ع ر ش ل lي ¹ م لا ه وœ ر ب قœ لا لا ل ه لا ل ح Of dachten jullie dan dat Wij jullie als een spel geschapen hebben en dat jullie niet tot Ons terug worden gebracht?" ٦١١ H ل م لك ف ت ع اللهI 023.116 FataAAala Allahu almaliku alhaqqu la ilaha illa huwa rabbu alaaarshi alkareemi 23:116 Verheven is Allah, de Ware Koning er is geen god dan Hij, Heer van de Edele Troon. ما حس ابهŠ ل Š ه بهŒ فان ا Œ l لا لا ب ر هان ٧١١ Hoogverheven is Allah, de ware koning. Er is geen god dan Hij, de Heer van de edele troon. و من ي د ع م ع الله HI ل ه Š هلا لا ف لحل ك ^[ ون ه ن w عن د رب 023.117 Waman yadaau maaaa Allahi ilahan akhara la burhana lahu bihi fa-innama hisabuhu AAinda rabbihi innahu la yuflihu alkafiroona ن هم خ ذ ت م و ه م س lي ا ح ن س وX م ذ º lي و ك ن ت مم فات ض ح ك و ن ٠١١ 023.110 Faittakhathtumoohum sikhriyyan hatta ansawkum thikree wakuntum minhum tadhakoona 23:110 Toen maakten jullie hen tot een onderwerp van bespotting, totdat jullie vergaten Mij te gedenken. En jullie plachten hen uit te lachen. Maar jullie maakten hen belachelijk, totdat zij jullie daardoor lieten vergeten aan Mij te denken. En jullie lachten hen uit. ج ز ي ت ه مل ي و م بما ص و Œ ن ه م ه مل ف ا kز و ن ١١١ 023.111 Innee jazaytuhumu alyawma bima sabaroo annahum humu alfa-izoona 23:111 Voorwaar, Ik gaf hun op die Dag een beloning omdat zij geduldig waren: en voorwaar, zij zijn de winnaars. Ik beloon hen vandaag, omdat zij geduldig hebben volhard, zodat zij het zijn die triomferen." ق ل ك مل بث ت مR لا لا ر ض ع د دسن ٢١١ 23:112 Hij (Allah) zei: "Hoeveel jaren verbleven jullie op de aarde?" 023.112 Qala kam labithtum fee al-ardi AAadada sineena Hij zegt: "Hoe lang heeft het voor jullie in de aarde geduurd, hoeveel jaar?" قال و ل بث نا ي وم ا و a عض ي وم ف س¼ ل ل ع ا د ين ٣١١ 023.113 Qaloo labithna yawman aw baaada yawmin fais-ali alaaaddeena 23:113 Zij zeiden: "Wij verbleven daar een dag of een gedeelte van een dag, vraag het aan de rekenaars." Zij zeggen: "Het heeft voor ons een dag of een paar dagen geduurd, vraag maar aan hen die kunnen tellen." 23:117 En wie een andere god aanroept naast Allah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn En als iemand naast Allah een andere god aanroept, waarvoor hij geen bewijs heeft, dan is

afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen. خ لرحم ٨١١ zijn afrekening bij zijn Heer; het zal de ongelovigen niet welgaan. غ ]^ و ر ح م و ن ت ر ب و ق ل 023.118 Waqul rabbi ighfir wairham waanta khayru alrrahimeena 23:118 En zeg: "Vergeef en begenadig, en U bent de Beste van de Bamhartigen." En zeg: "Mijn Heer, vergeef mij en heb erbarmen; U bent de beste van de barmhartigen." www.kuran.nl