NOTITIE BESTEMMINGSPLANPROCEDURE WINDHINDER Aan : Brink Management / Advies b.v. T.a.v. : mevrouw C. Dijk Referentie : 2016.1394 Behandeld door : Vestiging Utrecht / dr. ir. F.J.R. van Mook Datum : 1 november 2016 Betreft : Windhinder rond nieuwbouw Suitsupply in het kader van een bestemmingsplanprocedure Bijlagen : (geen) Inleiding Nieman Raadgevende Ingenieurs doet onderzoek naar het windklimaat rond de nieuwbouw van het hoofdkantoor van Suitsupply in Amsterdam. In deze notitie gaan we in op het windklimaat rond het huidige ontwerp van de nieuwbouw ten opzichte van het windklimaat dat zou ontstaan in een gebouwconfiguratie volgens het geldende bestemmingsplan. Documenten Onze bevindingen zijn gebaseerd op de volgende documenten: Bestemmingsplan Kop Zuidas, vastgesteld op 21 januari 2010 door de gemeente Amsterdam; Bijlage 14 bij de toelichting op dit bestemmingsplan: Notitie 20082073-02, Project Kop Zuidas te Amsterdam, Actualiseren Windhinder, 20 november 2008, door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs; Bijlage 15 bij de toelichting op dit bestemmingsplan: Musical Theater te Amsterdam, Windklimaat op loopniveau windtunnelonderzoek, 28 januari 2008, rapport 20073123-01, door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs; Schetsontwerp Suitsupply, 20-7-2016, door BIG; 3d-dwg-bestand van het huidige ontwerp voor het hoofdkantoor van Suitsupply van 23-8-2016 door BIG; Plangebied Kop Zuidas Amsterdam, Windklimaatonderzoek met behulp van CFD, rapportnummer O 15755-1-RA-001, 12 oktober 2016, door Peutz. Vraagstelling Het bestemmingsplan staat een gebouwhoogte van maximaal 27 m toe op het gedeelte van kavel C waar de nieuwbouw van het kantoor beoogd wordt. Het huidige ontwerp voor het kantoor heeft een
hoogte van circa 57 m (Figuur 1). Ons is de vraag gesteld in hoeverre het windklimaat voor voetgangers op straatniveau rond het huidige ontwerp van het gebouw afwijkt van het geval van de gebouwvolume volgens het geldende bestemmingsplan, in een bebouwde omgeving die met het bestemmingsplan overeenstemt. Figuur 1: Impressie Suitsupply (BIG). Figuur 2: Plankaart bij het bestemmingsplan. Analyse Het windklimaat rond een gebouw is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de lokale windstatistieken (windrichting en windsnelheid), de vorm en hoogte van het gebouw in kwestie, maar ook van de vormen en hoogten van gebouwen en andere obstructies in de buurt daarvan. Windhinder (en windgevaar) in de context van deze notitie slaat op de mechanische windeffecten die voetgangers op straatniveau ondervinden, zoals in NEN 8100:2006 Windhinder en windgevaar in de gebouwde omgeving gedefinieerd. In het bestemmingsplan en de daaronder liggende studies wordt dezelfde norm gehanteerd. Uit het bestemmingsplan (Figuur 2) en de toelichting daarop valt op: Er zijn verschillen in gebouwhoogte op het bewuste deel van kavel C, zoals die is gemodelleerd voor de windhinderstudie in de windtunnel (opgenomen als bijlage 15 in de toelichting op het bestemmingsplan) en de maximaal toegestane hoogte in de plankaart van het bestemmingplan. De windtunnelstudie is een gebouw (daar westblock geheten) op kavel C 2016.1394 1 november 2016 Pagina 2
gezet dat geen 27 m hoog is, maar lager, zo maken we op uit de foto s (Figuur 3). De exacte toegepaste hoogte is niet in het rapport vermeld; we schatten die op circa 18 m in. plein westblock (kavel C) theater (kavel J) Figuur 3: Maquette van de basisconfiguratie (Cauberg-Huygen, 28 januari 2008). In het bestemmingsplan, maar ook in de windtunnelstudie, is ten zuiden van het plein (dat zich ten oosten van kavel C bevindt) een theater (kavel J) voorzien, met een maximale gebouwhoogte van 35 m. Uit de windtunnelstudie bleken de windhinderbeoordelingen in de zuidwesthoek van het plein wat van plek tot plek te wisselen: van matig naar goed voor doorlopen (meetpunten 4, 41 en 45; Figuur 4). Na de windtunnelstudie door Cauberg-Huygen is het ontwerp voor het bestemmingsplan nog gewijzigd. Uit bijlage 14 van de toelichting bij het bestemmingsplan blijkt dat dit vooral om aanpassingen van de blokken/kavels ten zuidoosten van het theater gaat (Figuur 5). In paragraaf 14.2 van de toelichting wordt herhaald wat Cauberg-Huygen zonder verdere windtunnelmetingen te verrichten verwacht met het gewijzigde ontwerp: Ook ter plaatse van de hoek van het Theater met het westblock zal het windklimaat naar verwachting verslechteren. Met behulp van windafschermende voorzieningen aan de zuidwestzijde is de verwachting dat het windklimaat verbeterd kan worden. 2016.1394 1 november 2016 Pagina 3
In de windtunnelstudie werden dergelijke windafschermende voorzieningen in de vorm van bomen ten zuidwesten van deze hoek positief getest. In de windtunnelstudie zijn erg weinig meetpunten rond het toen geheten westblock geplaatst, waardoor nauwelijks harde gegevens langs met name de lange zijden van dit blok bekend zijn. Meetpunt 43, aan de oostzijde van het blok, krijgt de beoordeling matig voor doorlopen in de basisconfiguratie. Figuur 4: Windtunnelresultaten van de basisconfiguratie (Cauberg-Huygen, 28 januari 2008). Figuur 5: Ontwerp-bestemmingsplan (uit Cauberg-Huygen, 20 november 2008). Door Peutz is recentelijk een windhinderstudie door middel van CFD uitgevoerd: Hierin is verwerkt het huidige ontwerp van Suitsupply (met gebouwhoogte van circa 57 m) in combinatie met een geheel nieuw ontwerp voor de bebouwing (gebouwvormen en gebouwhoogten) ten zuiden van het plein. Op het plein ontstaat in de zuidwesthoek een gebied met een matig tot slecht windklimaat voor doorlopen. Dit gebied is vanwege de CFD-rekentechniek duidelijker zichtbaar dan met een windtunnelmeting, omdat bij CFD heel veel meetpunten automatisch voorhanden zijn, in tegenstelling tot een windtunnelmeting. Net als Cauberg-Huygen in der tijd, adviseert Peutz windafschermende maatregelen ten zuidwesten van de hoek tussen Suitsupply (kavel C) en kavel J. 2016.1394 1 november 2016 Pagina 4
De studie van Peutz geeft ook een gedetailleerder beeld van het windklimaat rond de gehele kavel C. Hoe verder naar het noorden, hoe minder het windklimaat daar van de bebouwing ten zuiden van het plein afhangt. Figuur 6: Windhinderstudie met CFD (Peutz, 12 oktober 2016). Ondanks dat de toegepaste bebouwing ten zuiden van het plein, die in de windhinderstudie door Peutz is toegepast, afwijkt van het geldende bestemmingsplan, kunnen we wel deze studie gebruiken, in combinatie met de oudere windtunnelstudie van Cauberg-Huygen, om een beeld te vormen van het windklimaat in een configuratie die bestaat uit het huidige ontwerp van Suitsupply in combinatie met een omgevende bebouwing die wel overeenstemt met het geldende bestemmingsplan. Conclusie Uit de gedane studies en aan de hand van onze kennis en ervaring met wind concluderen we het volgende in verband met de vraagstelling, namelijk het windklimaat rond het huidige ontwerp van Suitsupply (met gebouwhoogte van circa 57 m) in combinatie met een omgevende bebouwing die overeenstemt met het geldende bestemmingsplan: Het windklimaat langs de westzijde van kavel C zal matig tot goed voor doorlopen zijn. Bij ingangen aan deze zijde wordt dit winklimaat matig tot slecht gekwalificeerd, en zijn windafschermende maatregelen aan te bevelen. 2016.1394 1 november 2016 Pagina 5
Het windklimaat langs de oostzijde van kavel C zal goed voor doorlopen zijn. Bij ingangen aan deze zijde wordt dit winklimaat goed tot matig gekwalificeerd, waardoor windafschermende maatregelen niet nodig zijn. Tussen kavels C en J is plaatselijk een matig tot slecht windklimaat voor doorlopen te verwachten. Dat blijkt al uit de gedane studies, maar is ook te verwachten gezien de vorm en oriëntatie van de doorgang tussen beide kavels, in verband met de overheersende windrichting (zuid-west). Afhankelijk van de vormen en hoogten van de concrete gebouwen zal het windklimaat beter of slechter zijn, en zal het gebied met het mindere windklimaat zich meer of minder naar het zuidwesten of het noordoosten van de hoek tussen de beide kavels bevinden. Gezien de gedane windhinderstudies geen windgevaar rond kavel C te verwachten. Uit de toelichting van het geldende bestemmingsplan blijkt (a) dat rekening is gehouden met een mogelijke verslechtering van het windklimaat, met name tussen kavels C en J, (b) dat de mogelijke verslechtering niet is gekwantificeerd, en (c) dat met nadere windhinderstudies maatregelen tegen windhinder aan de zuidwestzijde kunnen worden gedimensioneerd. Ons inziens passen deze drie opmerkingen zowel bij de situatie geheel conform het geldende bestemmingsplan, namelijk met een gebouwhoogte van maximaal 27 m op kavel C, als bij een situatie met het huidige ontwerp (gebouwvorm en gebouwhoogte) van Suitsupply in een bebouwde omgeving die verder met het bestemmingsplan overeenstemt. 2016.1394 1 november 2016 Pagina 6