De knoflookpad in Noord-Brabant

Vergelijkbare documenten
Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Verslag Excursie Kombos Ravon Utrecht

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

RAVON Hemelvaartweekend

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012

Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Graag bespreek ik met u de mogelijkheden om met behulp van subsidie dit project tot uitvoering te brengen.

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Mees Ruimte & Milieu T.a.v. de heer mr. M.W. van der Hulst Postbus AW Zoetermeer. Ons kenmerk: MEHA Datum: Versie:

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Hatertse en Overasseltse Vennen

INHOUDSOPGAVE. Het voorkomen van vleermuizen, amfibieën en vissen in het gebied van de stedelijke uitbreidingslocatie te Elst. 1 INLEIDING...

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

9Sommige stukken van beken en rivieren bieden nog extra charme, Prachtige oorspronkelijke stukken van beken

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Bijlage 11. Onderzoek rugstreeppad (Oranjewoud, 2012)

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Amfibieën onderzoek Haarlemmermeer

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Onderzoek naar het voorkomen van de knoflookpad op de Hondsrug

GRIENDTSVEENPARK - EMMEN

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010

Bosbeheer voor reptielen en amfibieën. Jeroen van Delft

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad

RAVON midzomer vissenweekend

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Atlas Amfibieën en Reptielen van de Provincie Vlaams-Brabant. Sam Van de Poel Natuurpunt Studie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Harderbos en Harderbroek verbonden

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Aantalsontwikkeling van amfibieën

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

aanvullend veldonderzoek onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vissen locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht rapportnummer

Notitie Kleine Vliet 3 en 4 te Veldhoven

De knoflookpad in de Meinweg

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

P Parkeerplaats. Natuurwandelpad Halfmijl. Halfmijl. Wandelroute. Bebouwing. Informatiebord. Bos. Verharde weg. Weiland. Onverharde weg.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Notitie aanvullend onderzoek bosrand Oisterwijk

Quick scan ecologie Schagerbrug - woningbouw

RED DE AMFIBIEËN IN EN ROND DE KERKPOLDER IN DELFT

Flora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad

Zuidrand te Delfland

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Inventarisatie poelkikker Nieuwklap

Een leefgebied voor de rugstreeppad

Memo. Inleiding. Box 1: Verordeling Ruimte Noord-Brabant 2011 (8 maart 2011)

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg

Verplaatsing houtsingel

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

Tuinieren voor amfibieën en reptielen

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

6 Flora- en fauna quickscan

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Transcriptie:

De knoflookpad in Noord-Brabant Inventarisatie in 2003 en leefgebiedplannen voor de periode 2004-2009 REPTIELEN, AMFIBIEËN EN VISSENONDERZOEK NEDERLAND

De knoflookpad in Noord-Brabant Inventarisatie in 2003 en leefgebiedplannen voor de periode 2004-2009 Studie in opdracht van de provincie Noord-Brabant uitgevoerd door stichting RAVON W. Bosman februari 2004 Stichting RAVON Postbus 1413 6501 BK Nijmegen Tel: 024-3653298 Email: kantoor@ravon.nl Colofon 2004. Stichting RAVON. Met duidelijke bronvermelding mag alles uit dit rapport worden overgenomen. Rapportnummer: 2004-2 Tekst en samenstelling: Met medewerking van: In opdracht van: Foto kaft: Overige foto s: W. Bosman Herpetologische studiegroep Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Wilbert Bosman Wilbert Bosman en Arnold van Rijsewijk Te citeren als: Bosman, W., 2004. De knoflookpad in Noord-Brabant. Monitoring in 2003 en leefgebiedplannen voor de periode 2004-2009. Stichting RAVON, Nijmegen. 61 p.

Met dank aan alle personen die hebben meegewerkt aan dit onderzoek. Ton Bakker Sergé Bogaerts Jan Constant Ben Crombaghs Jeroen van Delft Martijn Dorenbosch Rombout van Eekelen Dirk Heijkers Arthur Hofman René van Hoof Renë Krekels Piet van den Munckhof Arnold van Rijsewijk Geert Sanders Piet Schoor Robbert Snep Frank Spikmans

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 5 2 Werkwijze 7 2.1 Selectie van de onderzoekslocaties 7 2.2 Veldwerk 7 2.2.1 Kooractiviteit 7 2.2.2 Larvenonderzoek 7 2.2.3 Overige waarnemingen 7 2.2.4 Waardering land- en voortplantingshabitat 8 3 Resultaten 9 3.1 De waargenomen amfibieën in de verschillende gebieden 9 3.2 Coudewater 11 3.3 De Houtvelden 13 3.4 Gastelse heide (inclusief Woutjespeel) 15 3.5 Hazeldonk-Gemert 17 3.6 Groote meer (inclusief Moseven) 19 3.7 Heieind 21 3.8 t Hurkske 23 3.9 Nulandse Heide 25 3.10 Toterfout 27 3.11 Landgoed Zoomland 29 3.12 Zwaluwenbunders 31 4 Discussie 33 4.1 De weersomstandigheden tijdens de voortplantingstijd van de knoflookpad in 2003 33 4.2 Vroege soorten 33 4.3 Actuele vindplaatsen van de knoflookpad 33 4.3.1 Gastelse heide 33 4.3.2 Heieind 34 4.3.3 't Hurkske 35 4.3.4 Toterfout 36 5 Conclusie 37 6 Herstelplan knoflookpad voor de periode 2004-2009 39 6.1 Gastelse heide 39 6.2 Heieind 42 6.3 't Hurkske 44 6.3.1 Inrichtingsvisie t Hurkske 44 6.3.2 Zonnebaars 45 6.3.3 Nieuwe wateren 45

6.4 Toterfout 45 Literatuur 49 Bijlage 1. Overzicht van de waarnemingen aan amfibieën en vissen in de onderzoeksgebieden. 51 Bijlage 2. Voortplantingswater knoflookpad 61

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 1 INLEIDING Al jaren is bekend dat het aantal leefgebieden van de knoflookpad in Nederland afneemt. Mede daarom verscheen in 2001 het beschermingsplan knoflookpad dat is opgesteld in opdracht van het Ministerie van LNV. Dit plan heeft als primaire doelstelling de aanwezige populaties te behouden en vervolgens te versterken, uit te breiden en daarna populaties met elkaar te verbinden (Crombaghs & Creemers, 2001). Uit de provincie Noord Brabant zijn uit het verleden elf leefgebieden bekend waar de knoflookpad voorkwam (archief RAVON). Het is bekend dat er in de loop der tijd leefgebieden zijn verdwenen. Niet eerder is er structureel onderzoek verricht naar het voorkomen van de knoflookpad in de provincie Noord-Brabant. Een compleet recent beeld van het voorkomen van de knoflookpad in de provincie Noord-Brabant bestaat niet. Doel van deze inventarisatie is dan ook een actueel beeld van het voorkomen van de knoflookpad in de provincie Noord-Brabant te krijgen. Alle gebieden waar de knoflookpad is aangetroffen, zijn op geschiktheid voor de knoflookpad beoordeeld. Aandacht is besteed aan de kwaliteit van het actuele voortplantingswater maar ook aan het aantal geschikte wateren dat aanwezig is in een gebied. De knoflookpad stelt hoge eisen aan zijn landhabitat. Van ieder gebied is ingeschat wat de landhabitat in de leefgebieden is en hoe dit, wanneer nodig, kan worden verbeterd. Op grond van de resultaten wordt voor ieder actueel leefgebied voor de periode 2004-2009 een leefgebiedplan opgesteld. 5

Stichting RAVON Figuur 1. Ligging van de gebieden die in 2003 zijn onderzocht op het voorkomen van de knoflookpad in de provincie Noord-Brabant. 6

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 2 Werkwijze 2.1 Selectie van de onderzoekslocaties Voor de keuze van de onderzoekslocaties is het RAVON archief geraadpleegd. Hieruit zijn de locaties geselecteerd waar nu nog de knoflookpad voorkomt en locaties waar in het verleden in Noord-Brabant knoflookpadden zijn aangetroffen. Daarnaast zijn locaties geselecteerd die kansrijk worden geacht maar in het verleden niet of nauwelijks zijn bezocht. Tabel 1 geeft een overzicht van de 11 onderzochte gebieden en de verdeling van de 52 onderzochte wateren. Figuur 1 geeft de ligging van de gebieden in de provincie Noord-Brabant. Tabel 1. Overzicht van de geselecteerde gebieden en het aantal wateren dat per gebied is onderzocht. Gebied aantal onderzochte wateren Coudewater 6 De Houtvelden 7 Gastelse heide (inclusief Woutjespeel) 4 Hazeldonk-Gemert 2 Groote Meer (inclusief Moseven) 2 Heieind 3 t Hurkske 5 Nulandse heide 5 Toterfout 6 Landgoed Zoomland 4 Zwaluwenbunders (inclusief Schaapsven) 8 Totaal 52 2.2 Veldwerk 2.2.1 Kooractiviteit In het veldwerk zijn twee perioden te onderscheiden. In de eerste periode die liep vanaf half april tot eind mei zijn alle wateren onderzocht op kooractiviteit van de mannetjes van de knoflookpad. Dit geeft een indruk van de grootte van een populatie. Alle geselecteerde wateren zijn minimaal twee keer bezocht. Tijdens deze bezoeken is tevens naar eisnoeren gezocht. 2.2.2 Larvenonderzoek Om succesvolle voortplanting aan te tonen zijn de wateren eenmaal in juni en eenmaal begin juli volgens een standaard bemonsteringsmethode op de aanwezigheid van larven van de knoflookpad onderzocht. 2.2.3 Overige waarnemingen Tijdens het onderzoek is tevens gelet op de aanwezigheid van andere amfibieën. Doordat een aantal vroege soorten zoals gewone pad, bruine kikker en heikikker na de voortplanting soms een periode inactief zijn, kunnen er soorten zijn gemist. Wanneer deze soorten ontbreken betekent dat dus niet dat ze niet aanwezig zijn in een water of gebied. Ook de aanwezigheid van vis is genoteerd en wanneer mogelijk tot op soort gedetermineerd. 7

Stichting RAVON 2.2.4 Waardering land- en voortplantingshabitat Op de plaatsen waar de knoflookpad is aangetroffen is op grond van de bestaande kennis over het landgebruik van de knoflookpad ingeschat wat de landhabitat in het gebied is en wat de kwaliteit daarvan is. Daarnaast zijn ook de actuele voortplantingswateren gewaardeerd op hun kwaliteit voor de knoflookpad. 8

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3 Resultaten 3.1 De waargenomen amfibieën in de verschillende gebieden Er zijn in de onderzochte gebieden 11 soorten waargenomen (tabel 2). In drie gebieden zijn knoflookpadden aangetroffen. Dit zijn de Gastelse heide, Heieind en Toterfout. Het groene kikker-complex was in alle gebieden aanwezig. Kleine watersalamander, middelste groene kikker, alpenwatersalamander, bruine kikker en gewone pad zijn in meer dan de helft van de gebieden aangetroffen. Met respectievelijk één en twee vindplaatsen zijn Meerkikker en Heikikker het minst waargenomen. De kamsalamander is op vijf locaties gevonden, waar bij die van de Zwaluwenbunders nieuw is. De soortenrijkste gebieden zijn de Gastelse heide (8 soorten), Groote Meer bij Ossendrecht (7 soorten) en Toterfout (7 soorten). Tabel 2. Overzicht van de waargenomen soorten in de onderzochte gebieden in 2003. *: tellen niet mee wanneer één van beide soorten met zekerheid is vastgesteld knoflookpad alpenwatersalamander kleine watersalamander kamsalamander gewone pad rugstreeppad heikikker bruine kikker poelkikker middelste groene kikker meerkikker groene kikker-complex * gewone pad/rugstreeppad * kleine/vinpootsalamander * aantal soorten Coudewater 3 De Houtvelden 5 Gastelse heide inclusief Woutjespeel 8 Gemert-Hazeldonk 1 Groote Meer inclusief Moseven 7 Heieind 3 't Hurkske 6 Nuland 6 Toterfout 7 Zoomland 1 Zwaluwenbunders inclusief Schaapsven 5 totaal aantal vindplaatsen 3 6 7 5 6 3 2 6 3 7 1 12 1 1 : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 9

Stichting RAVON Figuur 2. Gebied Coudewater met de ligging van de onderzochte wateren. 1 2 3 4 5 6 groene kikker-complex bruine kikker kamsalamander kleine watersalamander Water Tabel 3. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Coudewater. : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 10

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.2 Coudewater Het gebied Coudewater, waar zich het psychiatrisch ziekenhuis bevindt, ligt aan de zuidoost rand van de stad Den Bosch. Er is uit deze omgeving één waarneming van de knoflookpad uit 1951 bekend (RAVON archief). In 2003 zijn 6 wateren in het gebied onderzocht (figuur 2). Met uitzondering van water 1 zijn in alle wateren amfibieën waargenomen (tabel 3). In het gebied zijn vier soorten amfibieën aangetroffen. De kamsalamander reproduceerde zich succesvol in water 2. De Kleine watersalamander, bruine kikker en groene kikker-complex zijn de andere soorten die zijn waargenomen. De kleine watersalamander plantte zich in water 2, 3 en 5 succesvol voort. Van de bruine kikker werd in water 5 voortplanting vastgesteld. 11

Stichting RAVON Figuur 3. Gebied De Houtvelden met de ligging van de onderzochte wateren. groene kikker-complex middelste groene kikker gewone pad kleine watersalamander poelkikker 1 2 3 4 5 6 7 alpenwatersalamander water Tabel 4. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied De Houtvelden. : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 12

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.3 De Houtvelden Tussen Geldrop en de Strabrechtse heide ingeklemd ligt het onderzoeksgebied De Houtvelden (figuur 3). In juli 1965 is hier eenmalig knoflookpad waargenomen. Of het om eisnoeren, larven of een adult exemplaar gaat is niet bekend. Er zijn vijf soorten in de zeven onderzochte wateren gevonden, maar geen knoflookpad (tabel 4). Aangetroffen zijn: alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad, poelkikker en middelste groene kikker. Van de alpenwatersalamander kon in de wateren 3, 5, 6 en 7 reproductie worden vastgesteld. Larven van de kleine watersalamander en het groene kikker-complex zijn aangetroffen in de wateren 3, 6 en 7. De gewone pad plantte zich in water 2 succesvol voort. Onderzoekslocatie 3 in het gebied Houtvelden nabij Geldrop. 13

Stichting RAVON Figuur 4. Gebied De Gastelse heide en Woutjespeel met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 5. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Gastelse heide inclusief Woutjespeel. water knoflookpad alpenwatersalamander kleine watersalamander gewone pad rugstreeppad bruine kikker middelste groene kikker meerkikker groene kikker-complex 1 (Hondsven) 2 3 (Soerendonks goor) landvondst bij 3 4 Woutjespeel : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 14

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.4 Gastelse heide (inclusief Woutjespeel) De Gastelse heide ligt in zuidoost Brabant ten noordoosten van Gastel (figuur 4). Het is één van de vier bekende leefgebieden van de knoflookpad in de provincie Noord- Brabant. Vlak langs de Belgische grens, zuidwestelijk van Budel-Dorplein ligt Woutjespeel. Van dit water is uit het verleden geen knoflookpad bekend maar het ligt in een slecht onderzocht deel van Noord-Brabant en het water voldoet aan de habitateisen van de knoflookpad. In het gebied zijn acht soorten amfibieën gevonden (tabel 5. In water 1 (Hondsven) zijn in 2003 twee roepende knoflookpadden gehoord en twee knoflookpadlarven gevangen (bijlage 1). Verder is de aanwezigheid van alpenwatersalamander, gewone pad, bruine kikker en het groene kikker-complex vastgesteld (tabel 5). Roepende rugstreeppadden zijn samen met kleine watersalamander en groene kikker-complex in water 2 waargenomen. Van de kleine watersalamander en groene kikker is voortplanting vastgesteld. In monsterpunt 3 (Soerendonks goor) zijn middelste groene kikker en meerkikker gezien. Op een onweersavond in juni zaten er 30 gewone padden op de weg en in de bosrand aan de oevers van dit water. In de Woutjespeel (water 4) is gewone pad en middelste groene kikker gezien en gehoord. Het water is flink bezet door karper en giebel. Het Hondsven, het enige voortplantingswater van de knoflookpad in leefgebied de Gastelse heide. 15

Stichting RAVON Figuur 5. Gebied Hazeldonk-Gemert met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 6. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Hazeldonk-Gemert. Water poelkikker groene kikker-complex 1 2 : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 16

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.5 Hazeldonk Gemert Het gebied Hazeldonk ligt ten zuidoosten van Gemert (figuur 5). In dit gebied is in 1977 voor het eerst knoflookpad waargenomen. De laatste waarneming dateert van 1982 (RAVON archief). Er zijn twee wateren onderzocht waarin in één van de twee één soort, de poelkikker is aangetroffen (tabel 6). Het andere water is recentelijk vernieuwd en nog niet door amfibieën gekoloniseerd. 17

Stichting RAVON Figuur 6. Gebied Groote Meer en Moseven met de ligging van de onderzochte wateren. 18 rugstreeppad heikikker bruine kikker middelste groene kikker groene kikker-complex heikikker of bruine kikker gewone pad kleine - of vinpootsalamander kleine watersalamander 1 Groote Meer 2 Moseven alpenwatersalamander water Tabel 7. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Groote Meer en Moseven.

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.6 Groote meer (inclusief Moseven) Het Groote meer ligt in het zuidwesten van Noord-Brabant oostelijk van het in België gelegen natuurreservaat Kalmthoutse Heide (figuur 6). Het landgoed waarin het ven ligt is zeer rijk aan amfibieën en uit de omgeving is knoflookpad bekend (Ravon archief). Het Moseven ligt op anderhalve kilometer van het Groote Meer en is voedselrijker dan veel andere wateren in de omgeving en daarom in het onderzoek opgenomen (figuur 6). In de onderzochte wateren zijn zeven soorten amfibieën gezien of gehoord maar geen knoflookpad (tabel 7). In het Groote meer zijn alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad, rugstreeppad, heikikker, bruine kikker en middelste groene kikker gevonden. Kleine watersalamander, gewone pad en groene kikkercomplex zijn in het Moseven vastgesteld. De kamsalamander en poelkikker zijn uit het verleden bekend van het Groote meer. Ze zijn tijdens het onderzoek niet aangetroffen. Groote meer bij Ossendrecht, een zeer rijk amfibieëngebied waarvan nog niet kan worden uitgesloten dat de knoflookpad er voorkomt. 19

Stichting RAVON Figuur 7. Gebied Heieind met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 8. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Heieind. water knoflookpad gewone pad middelste groene kikker groene kikker-complex 1 2 3 : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 20

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.7 Heieind Onderzoeksgebied Heieind ligt ten zuiden van Deurne in het oosten van de provincie Noord-Brabant (figuur 7). Het is een van de gebieden waar jaarlijks knoflookpadden worden waargenomen. Er zijn drie wateren in het gebied bemonsterd waarin drie soorten amfibieën zijn aangetroffen (tabel 8). In water 1 is één roepend mannetje van de knoflookpad gehoord. Daarnaast is middelste groene kikker aangetroffen. De gewone pad en middelste groene kikker zijn op monsterpunt 2 gevonden. De gewone pad plant zich in dit water ook voort. In water 3 is de aanwezigheid van het groene kikker-complex vastgesteld. Het water in Heieind waar in 2003 één roepend mannetje is gehoord. 21

Stichting RAVON Figuur 8. Gebied Het Hurkske met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 9. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Het Hurkske. water alpenwatersalamander kleine watersalamander kamsalamander heikikker bruine kikker middelste groene kikker groene kikker-complex 1 (Rauwven) 2 3 4 5 : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 22

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.8 t Hurkske t Hurkske is een bosgebied in de gemeente Veghel ten zuiden van het dorp Erp. In 1977 is hier door J. Verhoeven voor het eerst knoflookpad waargenomen (Crombaghs et al., 1993). Er zijn 5 wateren in het bosgebied onderzocht waarin (figuur 8) zeven soorten zijn aangetroffen. In water 1, het Rauwven is voortplanting van alpenwatersalamander, kleine watersalamander, heikikker en middelste groene kikker vastgesteld (tabel 9). Daarnaast is de kamsalamander gevonden. De knoflookpad is niet aangetroffen. Midden in een bos ligt monsterpunt 2 waar larven van alpenwatersalamander en kleine watersalamander zijn gevonden. Daarnaast was er het groene kikker-complex aanwezig. In water 3, dat in het najaar van 2002 is aangelegd zaten alpenwatersalamander, bruine kikker en groene kikker-complex. Alle drie de soorten planten zich hier voort. Het eveneens in 2002 aangelegde water 4 is in 2003 niet gekoloniseerd. In water 5 is een enkele groene kikker gezien. Het Rauwven in het Hurkske. Nog steeds voortplantingswater van de knoflookpad? 23

Stichting RAVON Figuur 9. Gebied Nulandse Heide met de ligging van de onderzochte wateren Tabel 10. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Nulandse Heide. water alpenwatersalamander kleine watersalamander kamsalamander rugstreeppad poelkikker middelste groene kikker groene kikker-complex gewone pad/rugstreeppad 1 (Nieuwe karreput) 2 (Oude karreput) 3 (Oude karreput) 4 (Oude karreput) 5 Landvondst : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 24

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.9 Nulandse Heide De Nulandse Heide ligt ten westen van het dorp Nuland in het noordoosten van de provincie. In het gebied zijn 5 wateren onderzocht. De knoflookpad is er voor het eerst in 1986 aangetroffen toen er eisnoeren werden gevonden in de Oude karreput dat tegenwoordig uit drie wateren bestaat (figuur 9). Er zijn zes soorten amfibieën in het gebied gevonden (tabel 10). In de nieuwe karreput (water 1) zijn rugstreeppad, poelkikker en middelste groene kikker aangetroffen. Kleine watersalamander, kamsalamander en zijn in de Oude karreput (water 2) aanwezig. Water 3 is met vijf soorten het rijkst in het gebied. Alpenwatersalamander, kleine watersalamander, kamsalamander, rugstreeppad en middelste groene kikker zijn er gezien. Van de aanwezige salamanders is voortplanting aangetoond. Voortplanting was er ook in water 4 van de drie salamanders. Daarnaast zijn er niet op soort gedetermineerde groene kikkers gezien. In water 5 zijn kleine watersalamander en kamsalamander gevonden en larven van een van de twee padden die in het gebied voorkomen. Op een zandpad in de buurt van water 3 zijn tijdens een nachtelijk bezoek meerdere rugstreeppadden gevonden. 25

Stichting RAVON Figuur 10. Gebied Toterfout (links) en Veldhoven (rechts) met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 11. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Toterfout. water knoflookpad alpenwatersalamander kleine watersalamander kamsalamander gewone pad bruine kikker groene kikker-complex 1 (Luizeven) 2 (Koepeltje) 3 (Halfmijl) 4 5 (Habraken) 6 (Rundgraaf) : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 26

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.10 Toterfout Het onderzoeksgebied Toterfout ligt ten zuidoosten van Eindhoven bij Oerle (figuur 10). De knoflookpad is hier in 1984 ontdekt door G. Sanders (Crombaghs & Hoogerwerf, 1993). Een andere waarneming van knoflookpad in deze omgeving komt uit een deel van de Rundgraaf bij Veldhoven (figuur 10). Er zijn zes wateren in dit gebied onderzocht waarin zes soorten zijn aangetroffen. De knoflookpad is in 2003 in het Luizeven (1) waar hij al jaren van bekend is waargenomen (tabel 11). Er zijn zeven roepende mannetjes gehoord. Andere hier aanwezige soorten zijn: alpenwatersalamander, kleine watersalamander, kamsalamander, gewone pad, bruine kikker en groene kikker-complex. In het Koepeltje (2) zijn alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en groene kikker-complex aangetroffen. Water 3, Halfmijl ligt op een steenworp afstand van het bekende knoflookpaddenwater. Hier is de aanwezigheid van alpenwatersalamander, kleine watersalamander, kamsalamander, gewone pad en groene kikker-complex vastgesteld. In de bospoel bij de grafheuvels (water 4) zitten alpenwatersalamander en groene kikker-complex. Alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en het groene kikker-complex zijn in het water bij Habraken (5) gevonden. In de Rundgraaf (6) is de bruine kikker en het groene kikker-complex waargenomen. Het actuele voortplantingswater (1) van de knoflookpad in Toterfout 27

Stichting RAVON Figuur 11. Gebied Landgoed Zoomland met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 12. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Landgoed Zoomland. water groene kikker-complex 1 2 3 4 : soort heeft zich succesvol voortgeplant : soort aanwezig 28

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.11 Landgoed Zoomland Landgoed Zoomland ligt ten oosten van Bergen op Zoom. Uit deze regio is een waarneming van een knoflookpadlarve bekend uit 1960 (RAVON archief). Er zijn in dit gebied 4 wateren onderzocht (figuur 11). In de wateren 1 en 2 zijn geen amfibieën gevonden (tabel 12). In water 3 en 4 is een groene kikker-soort aangetroffen waarvan in water 3 ook voortplanting is vastgesteld. Een van de onderzochte wateren op landgoed Zoomland 29

Stichting RAVON Figuur 12. Gebied Zwaluwenbunders (boven) en Schaapsven (onder) met de ligging van de onderzochte wateren. Tabel 13. Waargenomen amfibieën in onderzoeksgebied Zwaluwenbunders en Schaapsven. water kamsalamander gewone pad bruine kikker middelste groene kikker groene kikker-complex 1 2 3 4 5 6 7 8 Schaapsven 30

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 3.12 Zwaluwenbunders De Zwaluwenbunders ligt ten noordwesten van Tilburg. In 1987 zijn er voor het laatst knoflookpadden waargenomen (Crombaghs et al., 1993). Acht wateren zijn er in dit gebied in het onderzoek betrokken (figuur 12) waarin vier soorten aanwezig waren. In water 1 zijn kamsalamander, bruine kikker en groene kikker-complex aangetroffen (tabel 13). Gewone pad, bruine kikker en middelste groene kikker zijn in water 2 gevonden. Op monsterpunt 3 is de bruine kikker en het groene kikker-complex vastgesteld. Beide planten zich hier voort. In water 4 is alleen middelste groene kikker gezien. In water 5 is maar één soort, de kamsalamander, waargenomen. Ook op het zesde monsterpunt is maar één soort, de middelste groene kikker, gezien. Bruine kikker en middelste groene kikker zitten in water 7. In het Schaapsven (8) is de bruine kikker en het groene kikker-complex waargenomen. Water in de Zwaluwenbunders waar kamsalamander is aangetroffen. 31

Stichting RAVON 32

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 4 Discussie 4.1 De weersomstandigheden tijdens de voortplantingstijd van de knoflookpad in 2003 In de periode dat in 2003 de voortplantingsmigratie van de knoflookpad op gang kwam waren de weersomstandigheden zeer ongunstig. Overdag was het vaak zonnig weer, de avonden helder met koude (vries)nachten. Dit had tot gevolg dat er, op een enkele uitzondering na, op veel plaatsen in Nederland waarvan knoflookpadden bekend zijn in vergelijking met andere jaren veel minder of zelfs géén roepende mannetjes zijn gehoord. Dit houdt in dat niet volledig uit te sluiten is, dat op de in 2003 onderzochte locaties waar geen knoflookpad is aangetroffen, deze aanwezig is. Daarom wordt er naar gestreefd in 2004 een aantal kansrijke locaties als t Hurkske en Groote Meer wederom een aantal keren te bezoeken. 4.2 Vroege soorten Wanneer Stichting RAVON onderzoek doet aan een bepaalde soort probeert zij ook de andere amfibiesoorten in zo n onderzoek mee te nemen. De voortplantingsperiode van de knoflookpad begint wanneer de voortplanting van soorten als gewone pad, bruine kikker en heikikker in de meeste jaren al weer voorbij is. Volwassen dieren van deze soorten zijn na de voortplanting een tijd inactief en in deze periode moeilijk te vinden. Larven van deze soorten kunnen zich in deze periode in diepere delen van een water ophouden en zijn dan eveneens niet altijd te vinden. Dit betekent niet zondermeer dat wanneer tijdens dit onderzoek in een gebied deze soorten niet zijn aangetroffen, ze ook niet aanwezig zijn. 4.3 Actuele vindplaatsen van de knoflookpad Voor aanvang van dit onderzoek waren er in de provincie Noord-Brabant vier locaties waarvan de knoflookpad recent nog bekend was. Op grond van het RAVON-archief en publicaties zijn er voorafgaand aan het onderzoek 11 gebieden geselecteerd die in 2003 in het onderzoek zijn betrokken. Op drie locaties, waarvan het voorkomen al bekend was, zijn knoflookpadden aangetroffen. Dit betekent dat van één gebied, t Hurkske, waarvan de knoflookpad tot voor kort nog bekend was, geen waarnemingen konden worden verzameld. Vanwege de ongunstige weersomstandigheden tijdens de voortplantingsperiode zal het gebied in 2004 nogmaals worden onderzocht op het voorkomen van de knoflookpad. 4.3.1 Gastelse heide De populatie van de knoflookpad die zich voortplant in het Hondsven is sinds 1981 bekend (Stumpel et al., 1981). Tabel 14 laat zien in welke jaren er knoflookpadden zijn waargenomen. In 2003 zijn er twee roepende mannetjes gehoord. Dit is zeker in vergelijking met 2001, maar ook met de jaren daarvoor een klein aantal. Hier zal het ongunstige weer van invloed zijn geweest, aangezien aan de poel en zijn omgeving de laatste jaren geen grote veranderingen hebben plaatsgevonden. 33

Stichting RAVON Tabel 14. Waarnemingen van de knoflookpad in de periode 1981-2003 in het Hondsven te Gastel. jaar 1981 1984 1986 1987 1993 1998 2001 2003 aantal roepende mannetjes 10 30 enkele >30 10 10 75 2 larven -- -- -- -- -- -- 1 2 Er is in het verleden vermoedelijk maar sporadisch naar larven geschept. Het ven is door de aanwezigheid van een zeer dichte begroeiing van mattenbies moeilijk te bemonsteren op larven (van der Est & Hertveld, 2003). In 2001 is één larve geschept, in 2003 twee larven. Op een afstand van ongeveer 1500 meter van het Hondsven ligt het Soerendonks Goor. Dit voedselrijke water is geschikt voor de knoflookpad en ligt aan, op het oog geschikt landhabitat. Het is water is echter groot, delen zijn slecht bereikbaar en daardoor moeilijk te onderzoeken. Desalniettemin zou hier in 2004 middels een onderzoeksroute om het Soerendonks Goor moeten worden onderzocht of de knoflookpad gebruik maakt van dit water. De Gastelse heide vormt ongetwijfeld een belangrijk onderdeel van de landhabitat van de knoflookpad. Met name de rulle zandige paden door de heide vormen een geschikt landhabitat. Ook de moestuinen van de inwoners van Gastel vormen geschikt landhabitat. De maïsakkers rondom het Hondsven worden als ongeschikt geacht als zomerhabitat. Of deze wel als winterhabitat functioneren is niet bekend. 4.3.2 Heieind De knoflookpad is hier in 1992 ontdekt (Hoogerwerf & Crombaghs, 1992). Er werden toen in een kleine poel 13 larven gevangen (RAVON archief) (tabel 15). Een jaar later werden er enkele roepende mannetjes gehoord. Tabel 15. Waarnemingen van de knoflookpad in de periode 1992-2003 in Heieind te Deurne. jaar 1992 1993 2001 2002 2003 aantal roepende mannetjes -- enkele 1 5 1 larven 13 -- -- -- -- In 2001 is er één roepend mannetje gehoord. Het aantal roepende mannetjes werd in 2002 geschat op 5. In 2003 is ondanks meerdere bezoeken maar één maal een roepend dier gehoord. Er zijn geen larven gevangen. In Heieind zit een zeer kleine en uiterst kwetsbare populatie van de knoflookpad. Er zijn in 2003 geen larven aangetroffen, waardoor onzeker is of de soort zich heeft voortgeplant. Hunink & Kruyt (2003) onderzochten de waterkwaliteit in 2003 die qua alkaliniteit (6,7 meq/l) geschikt is om succesvolle voortplanting mogelijk te maken. Het blijft vooralsnog onduidelijk waarom in 2003 geen larven zijn aangetroffen. De landhabitat in het gebied is zeer marginaal. In het bos direct zuidelijk van het voortplantingswater (figuur 7 en figuur 15) zijn maar een paar plekken die als landhabitat geschikt zijn voor de knoflookpad. Wel geschikt is het struweel ten 34

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 noorden van de Dolweg direct tegenover het perceel waarin het voortplantingswater ligt. De strook is echter vrij smal. Struweel ten noorden van het water waar jaarlijks roepende knoflookpadden worden gehoord, vormt vrijwel zeker onderdeel van de landhabitat bij Heieind. 4.3.3 t Hurkske Al in 1971 is de knoflookpad in het Rauwven, gelegen in het bosgebied t Hurskse ontdekt (RAVON-archief). Er werden toen drie larven en één roepend mannetje waargenomen (tabel 16). Twee roepende dieren en twee larven zijn in 1997 gehoord en gevangen. In 1981, 1987 en 1992 werden er één respectievelijk twee en zes mannetjes gehoord. In die jaren is er waarschijnlijk niet naar larven geschept. Tabel 16. Waarnemingen van de knoflookpad in de periode 1971-2001 in het Rauwven te Erp. jaar 1971 1977 1981 1987 1992 1993 1996 1998 2001 2003 aantal roepende mannetjes 1 2 1 2 6 -- 5 6 1 -- larven 3 2 -- -- -- 2 -- -- -- -- In 1993 zijn er twee larven in het ven gevangen. In de jaren daarna zijn er alleen nog roepende dieren waargenomen. In 1996 zes, 1998 zes en in 2001 één dier. In 2001 is het ven in het kader van een onderzoek bemonsterd waarbij ook intensief is geschept, maar geen larven van de knoflookpad zijn aangetroffen (Sierdsema, 2003). In 2003 is de knoflookpad niet waargenomen. De zomereiken-berken bossen met een goed ontwikkelde strooisellaag en rulle zandpaden rondom het Rauwven vormen de landhabitat van de knoflookpad. 35

Stichting RAVON 4.3.4 Toterfout De populatie die het Luizeven als voortplantingswater gebruikt, is in 1984 ontdekt. Er werden dat jaar drie roepende mannetjes gehoord (tabel 17). In de jaren daarop (1985 en 1987) zijn 5 roepende dieren waargenomen. In 1992 riepen er tijdens een bezoek slechts 2 dieren. Tabel 17. Waarnemingen van de knoflookpad in de periode 1984-2003 in het Luizeven in Toterfout. jaar 1984 1985 1987 1992 2001 2002 2003 aantal roepende mannetjes 3 5 5 2 4 6 7 larven -- -- -- -- -- -- -- In 2001, 2002 en 2003 werden er respectievelijk 4, 6 en 7 dieren gehoord. Er zijn nooit larven gevangen, maar daar moet bij worden vermeld dat niet ieder jaar met een steeknet is gemonsterd. Het bos ten noorden en oosten van het voortplantingswater vormen de belangrijkste landhabitat van de knoflookpad in dit gebied. 36

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 5 Conclusie Alle elf oorspronkelijk leefgebieden van de knoflookpad zijn in 2003 onderzocht op het voorkomen van de knoflookpad. Er zijn ruim 50 wateren in het onderzoek betrokken, in drie daarvan zijn knoflookpadden aangetroffen. Op de Gastelse heide in de gemeente Cranendonk leeft de zuidelijkste populatie van Noord-Brabant. Op grond van waarnemingen in 2001 is dit de grootste populatie in deze provincie. De populatie gebruikt het Hondsven als voortplantingswater. Nabij Deurne bij Heieind leeft een zeer kleine populatie van de knoflookpad die zeer ernstig bedreigd is. Er is in 2003 slechts één roepend mannetje gehoord. Het aantal roepende dieren is altijd laag geweest en voortplanting is nooit vastgesteld. De derde populatie leeft bij Toterfout. Ook hier gaat het om een kleine, maar constante populatie. De laatste jaren worden er 5 tot 7 roepende dieren waargenomen. Succesvolle voortplanting is nooit aangetoond. In alle gebieden gebruikt de knoflookpad maar één voortplantingswater wat de populaties zeer kwetsbaar maakt voor eventuele calamiteiten. In Heieind is maar weinig geschikt landhabitat aanwezig. Op de Gastelse heide en Toterfout kan de landhabitat worden verbeterd. 37

Stichting RAVON 38

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 6 Herstelplan knoflookpad voor de periode 2004-2009 6.1 Gastelse heide Het Hondsven is in dit gebied het enige ven waarvan kon worden aangetoond dat het door de knoflookpad wordt gebruikt als voortplantingsplaats. Eén voortplantingslocatie is niet voldoende om een populatie veilig te stellen en duurzaam te behouden. Een kleine calamiteit kan in dit soort situaties voor een populatie vergaande gevolgen hebben. In het gebied de Gastelse heide is in het kader van de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur langs de bovenloop van de Strijper Aa een natte ecologische verbindingszone gepland. Omdat dit in het leefgebied van de knoflookpad is, vormt de verbetering van het leefgebied van de knoflookpad een belangrijk onderdeel van de inrichting van het gebied. Om hier invulling aan te geven is door de gemeente Cranendonk en waterschap Boven-Dommel in samenwerking Brabants Landschap en stichting RAVON een voorstel voor inrichting van deze natte ecologische verbindingszone opgesteld (Bosman et al., 2003). Belangrijk doel binnen het voorstel is het realiseren van een ecologische verbindingszone langs de Strijper Aa en het realiseren van deze ecologische zone in de richting van de Gastelse Heide en de Buulderbergseheide. Het inrichtingsmodel dat wordt nagestreefd is het nat kralensnoer model. In dit model wordt per kilometer waterloop 2,5 ha als natuur ingericht. In het rapport worden twee inrichtingsvarianten gepresenteerd. Figuur 12. Inrichting van de ecologische verbindingszone langs de Strijper Aa volgens het oorspronkelijk plan (inrichtingsvariant A). (Bron: Bosman et al., 2003) Inrichtingsvariant A In deze variant wordt een verbindingszone aangehouden zoals aangegeven in het natuurgebiedsplan (figuur 12). De lengte van de ecologische verbindingszone is dan 1825 meter. Bij een breedte van 25 meter wordt 4,56 ha ingericht. Nadeel van deze 39

Stichting RAVON variant is dat over de hele lengte een zone van dezelfde breedte wordt ingericht. Ruimte voor bredere stapstenen, waarin voor de knoflookpad geschikte wateren (bijlage 2) zouden kunnen worden aangelegd is er dan niet. Bijkomend nadeel is dat de Ecologische verbindingszone over een huiskavel is gepland. Om de aanleg van optimale voortplantingswateren voor de knoflookpad te kunnen realiseren is variant B ontwikkeld. Inrichtingsvariant B Voor inrichtingsvariant B is gekozen voor smallere zones langs grote delen van de beek van 15 meter breed, zodat vijf stapstenen van 1,5 ha kunnen worden ingericht (figuur 13). Hier is voldoende ruimte voor de aanleg van een voortplantingswater voor de knoflookpad, waarvan er dan vijf zullen komen. Bovendien is een tweede verbindingszone naar de Gastelse Heide opgenomen om de afstand tot dit belangrijke zomer- en winterhabitat zo kort mogelijk te houden. Figuur 13. Nieuwe inrichtingsvariant met een bredere stapstenen waarin optimale voortplantingswateren voor de knoflookpad kunnen worden aangelegd. (Bron: Bosman et al., 2003) De gemeente Cranendonk en het Waterschap de Dommel zijn de initiatiefnemers van het project. De gemeente is verantwoordelijk voor het soortenbeleid binnen de gemeente Cranendonk. Het Waterschap de Dommel dient de ecologische verbindingszone te realiseren. Toekomstig beheer In het bestemmingsplan Buitengebied West van 1988 is het gebied rondom het Hondsven opgenomen als agrarisch gebied met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden. Het Hondsven heeft de bestemming natuurgebied. In de Beleidsvisie buitengebied, wat de voorloper is van een nieuw bestemmingsplan buitengebied, is het Hondsven en omgeving aangeduid als extensiveringsgebied (met aanduiding amfibieënbiotoop en overige beekdalen en kwelgebieden). Het Hondsven 40

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 is daarin opgenomen als natuurgebied. Ondanks dat het Hondsven (ook nu al) is aangewezen als natuurgebied is het ven nog steeds in particulier eigendom en is over het beheer ervan tot op heden niets geregeld. Planning Dit plan moet in de periode 2004-2009 worden uitgevoerd. Belangrijke stap in het geheel is de grondverwerving in het gebied die nodig is om de verbindingszone te realiseren. De gemeente en het Waterschap dienen hierover onderling afspraken te maken en te onderzoeken of grondverwerving mogelijk is. Dit dient in 2004 in gang te worden gezet. Wanneer dit is afgerond kan een definitief plan worden gemaakt en worden overgegaan tot inrichting van de ecologische verbindingszone. Beheer Hondsven Het beheer van het Hondsven is nog altijd niet geregeld. Hier dienen in 2004 met de eigenaar afspraken over te worden gemaakt. De gemeente is de meest voor de hand liggende partij om hiervoor het initiatief te nemen. Het Langbosch Aan de Gastelse heide grenst het Langbosch (figuur 14) dat in eigendom is van Staatsbosbeheer. Het is een naaldbos dat in deze vorm niet geschikt is als landhabitat voor de knoflookpad. Om in dit leefgebied meer geschikt landhabitat voor de knoflookpad te realiseren, kan dit bos in de periode 2004-2009 omgevormd worden tot het voor deze standplaats natuurlijke droog zomereiken-berkenbos. Het aanwezige naaldhout dient gefaseerd maar volledig (met wortels) te worden verwijderd. Figuur 14. Ligging van het Langbosch nabij het Hondsven. Dit bos dient te worden omgevormd tot geschikt landhabitat voor de knoflookpad. 41

Stichting RAVON 6.2 Heieind In Heieind zit een zeer kleine en uiterst kwetsbare populatie van de knoflookpad. Primair doel is het behouden van deze populatie om er vervolgens voor te zorgen dat de populatie in het gebied duurzaam kan voortbestaan. Er zijn in 2003 geen larven aangetroffen waarmee onzeker is of de soort zich heeft voortgeplant. De waterkwaliteit is goed dus blijft het vooralsnog onduidelijk waarom geen larven zijn aangetroffen. De landhabitat in het gebied is zeer marginaal. In het bos direct zuidelijk van het voortplantingswater (figuur 7 en figuur 15) zijn maar een paar plekken aanwezig die als landhabitat geschikt zijn. Wel geschikt is het struweel ten noorden van de Dolweg direct tegenover het perceel waar het voortplantingswater ligt. De strook is echter vrij smal. Om tot duurzaam voortbestaan van de populatie in Heiend te komen wordt voorgesteld éérst maatregelen te nemen om de populatie te behouden, vervolgens te versterken en daarna het leefgebied uit te breiden. In noordelijke richting liggen er nauwelijks kansen om het leefgebied uit te breiden omdat daar de woonkern van Deurne ligt. Het meest kansrijk is uitbreiding van het leefgebied in zuidelijke richting naar het bosgebied waarin de Galgenberg ligt (figuur 15). In het volgende stappenplan wordt aangegeven hoe bovenstaande is te realiseren. Figuur 15. Toekomstvisie voor uitbreiding van het leefgebied voor de knoflookpad in Heieind met daarin opgenomen de compensatie voor uitbreiding van de ontgrondingsplas De Brink. 42

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 I: periode 2004 De wateren in het gebied moeten in 2004 weer worden onderzocht op het voorkomen van de knoflookpad. De wateren waar de knoflookpad wordt vastgesteld moeten worden gecontroleerd op de aanwezigheid van eisnoeren en larven zodat kan worden vastgesteld of er voortplanting is. Visvrij maken water 2 Vissen kunnen prederen op eieren en larven van de knoflookpad. Het visvrij maken van water is een goede maatregel om de kansen van de knoflookpad op die plaats te vergroten. In water 2 (figuur 7) is in 2003 de giebel, de wildvorm van de goudvis, aangetroffen. Het water is klein en door elektrische bevissing is het mogelijk de vis te verwijderen. II: periode 2004-2009 Nieuw voortplantingswater Om tot een duurzaam voortbestaan van de populatie te komen dient een verbindingszone te worden gerealiseerd naar de zuidelijk van Heieind gelegen bossen, hier verder het Galgenbergse bos genoemd (figuur 15). De bossen zijn eigendom van de gemeente Deurne. Daarvoor is het nodig dat tussen het huidige leefgebied en het in te richten compensatiegebied Hoogdonk (zie verderop) een nieuw voortplantingswater wordt gerealiseerd aan de rand van het bosgebied dat als landhabitat functioneert. Omdat de knoflookpad hoge eisen stelt aan zijn voortplantingswater en zijn landhabitat is het van groot belang dat er goede (ecologische) begeleiding is bij de uitvoering. De Oude Aa De oevers van de Oude Aa zijn beschoeid en vormen daardoor op dit moment een onneembare barrière voor de knoflookpad maar ook voor vele andere organismen. Langs de Oude Aa is hier een ecologische verbindingszone gepland. Voor de invulling hiervan is Waterschap De Aa verantwoordelijk. De beschoeiing dient op korte termijn te worden verwijderd. Op die manier functioneert de Oude Aa beter als verbindingszone. Compensatiegebied Hoogdonk Kalkzandsteenfabriek Hoogdonk BV heeft het voornemen een bestaande ontgrondingsplas De Brink in zuidelijke richting uit te breiden (Beekman, 2003). Dit heeft als gevolg dat een in 1974 aangeplant multifunctioneel bos zal verdwijnen. Dit moet worden gecompenseerd in de vorm van bossen en grasland met poelen. Een deel van de compensatie zal worden uitgevoerd op percelen die gelegen zijn aan de noordoostzijde van het Galgenbergse bos (figuur 15). Deze percelen, 11,23 ha groot zijn in eigendom van Hoogdonk BV. Ongeveer driekwart van de gronden is inmiddels al ingeplant met als doel het ontwikkelen van droog zomereiken-berken bos in de hogere delen en vochtig zomereiken-berken bos in de lagere, nattere delen. Aan de noordzijde worden in een tot bloemrijk grasland te ontwikkelen deel twee wateren aangelegd voor de knoflookpad. Met de grond die daar bij vrij komt worden anderhalve meter hoge zandruggen gevormd (figuur 15). 43

Stichting RAVON Water aan Eikendreef Het meest oostelijk deel van het te ontwikkelen leefgebied wordt gevormd door een klein boscomplex aan de Eikendreef waarin een water is gelegen. Dit water is in 2003 geschoond en momenteel vegetatieloos. Van dit water is waterviolier bekend, die wellicht in het groeiseizoen van 2004 weer zal kiemen. De aanwezigheid van waterviolier indiceert een waterkwaliteit die geschikt is voor de knoflookpad. Hier zijn geen maatregelen nodig. Het Galgenbergse bos Delen van het Galgenbergse bos bestaan uit zomereiken-berkenbos. Met een goed ontwikkelde strooisellaag zijn deze geschikt als landhabitat voor de knoflookpad. Naast dit bostype zijn er ook percelen met naaldhout aanwezig. Deze zijn niet geschikt als landhabitat voor de knoflookpad (Bosman et al., 1988). De naaldhoutpercelen moeten in de loop der tijd worden omgevormd tot het voor deze standplaats natuurlijke zomereiken-berkenbos. 6.3 t Hurkske In 2004 is in opdracht van de Provincie Noord-Brabant een inrichtingsplan opgesteld voor het bosgebied t Hurkske met speciale aandacht voor de knoflookpad. In dit plan Inrichtingsvisie voor het Hurkske als leefgebied voor amfibieën is een stappenplan opgenomen om het gebied in een periode van 20 tot 30 jaar om te vormen naar een gebied met natuurlijk bos, heide en vennen (Crombaghs & Bosman, 2004). 6.3.1 Inrichtingsvisie Hurkske Vrijstellen stuifduinen In het Hurkske liggen een aantal stuifduinen die in het verleden zijn bebost en mede daardoor niet meer geschikt zijn als landhabitat voor de knoflookpad. Deze zullen worden vrijgesteld en geschikt gemaakt voor de knoflookpad. Oorspronkelijke Rauwven Het Rauwven was in het verleden veel groter. Een deel van het ven is het ontgonnen en daarna ingericht als weiland. Doel is dan ook het Rauwven in zijn oorspronkelijke vorm te herstellen. Herstel vennen en heide Rond 1850 was het Hurkske nog één groot heidegebied met daarin een aantal vennen. Deze zijn in de loop der tijd gedempt waarna in het hele gebied bos is aangeplant. Voorgesteld wordt om de vennen te herstellen in een deel van het Hurkske weer heide te ontwikkelen. Hiermee wordt een belangrijke ecologische component (heide) hersteld die op een klein stukje bij het Rauwven na, niet meer aanwezig is in het gebied. De grond die vrijkomt bij het herstel van de vennen wordt gebruikt om lage duinen nabij de vrijgestelde vennen te ontwikkelen. Omvormen naar natuurlijk bos In het verleden is in vrijwel het hele Hurkske bos aangeplant. Doel is op de locaties waarvan wordt voorgesteld dat er bos gehandhaafd blijft, dit om te vormen naar het voor dit gebied natuurlijke zomereiken-berkenbos. Voor plaatsen waar nieuw bos wordt aangeplant wordt voorgesteld ook dit type bos te ontwikkelen. 44

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 Recreatie Het gebied heeft een belangrijke recreatieve functie binnen de gemeente. Het plan voorziet dan ook een in wandelroute en een ruiterroute voor recreanten. De routes lopen onder andere langs (potentiële) voortplantingsplaatsen van de knoflookpad en de duintjes. Doel is dat er door de recreatie voldoende dynamiek in het gebied komt zodat paden en duintjes geschikt blijven als landhabitat voor de knoflookpad. Op verschillende plaatsen worden picknickplaatsen gerealiseerd en informatiepanelen geplaatst die recreanten op de hoogte stellen van de natuurlijke waarden van het gebied. 6.3.2 Zonnebaars Het Rauwven is in de jaren negentig verdiept. Dit had tot gevolg dat het ven niet meer geheel droog viel. Enkele jaren geleden werd de zonnebaars in het ven aangetroffen. In 2002 bleek dat er erg veel zonnebaars is het ven aanwezig was. Daarop is het ven in 2002 en 2003 twee maal leeggepompt en leeg gevist. Na de tweede visactie is de oorspronkelijke venbodem hersteld (Bosman, in prep.). De zonnebaars is nu zeker uit het ven verdwenen. 6.3.3 Nieuwe wateren De laatste jaren zijn er in opdracht van de gemeente Veghel nieuwe wateren in het Hurkske aangelegd. Op dit moment liggen er dan ook voldoende geschikte wateren in het gebied en is het niet nodig nieuwe wateren te realiseren. 6.4 Toterfout In de nabije toekomst is er voor dit gebied een landinrichting gepland. In deze landinrichting zal aandacht worden besteed aan de aanwezigheid van de knoflookpad in het gebied rond Toterfout. De planvorming is echter nog niet afgerond. Op dit moment ligt er in de nabijheid van het actuele voortplantingswater één ander water dat geschikt is voor de knoflookpad. Om meer risicospreiding te bewerkstelligen wordt voorgesteld dat er nabij het voortplantingswater nog een voortplantingswater bij komt. Een ideale locatie is direct langs de zuidrand van het noordelijk ervan gelegen bos (figuur 16). In 2004 dienen de mogelijkheden hiervan te worden onderzocht en wanneer mogelijk dient over gegaan te worden tot aanleg. Periode 2004-2009 Om de populatie in Toterfout duurzaam te behouden moet het leefgebied in de periode 2004-2009 worden vergroot. Delen van de bossen ten noorden en westen van de actuele voortplantingplaats vormen vrijwel zeker de landhabitat in dit gebied (figuur 17). Delen van deze bossen bestaan echter uit naaldhout. Deze delen dienen in de periode 2004-2009 te worden omgevormd tot het voor deze standplaats natuurlijke zomereiken-berkenbos. 45

Stichting RAVON Figuur 16. Toterfout. Zoeklocatie waar op korte termijn een nieuw water in de directe omgeving van het actuele voortplantingswater moet worden gerealiseerd. In figuur 17 zijn globaal zones aangegeven waarin naar locaties kan worden gezocht voor de aanleg van nieuwe wateren. De Bruggenrijt vormt westelijk van het huidige gebied een belangrijk lintvorming element waarlangs wateren kunnen worden gerealiseerd. In de zone langs de Bruggenrijt die in figuur 17 is aangegeven dient minimaal één water te worden aangelegd. In oostelijke en (vervolgens) noordelijke richting wordt de bosrand gevolgd. In deze zones moeten drie wateren worden gerealiseerd. 46

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 Figuur 17. Toterfout. Zones waar in de periode 2004-2009 de aanleg van nieuwe wateren voor de knoflookpad moeten worden gerealiseerd. 47

Stichting RAVON 48

De knoflookpad in Noord-Brabant in 2003 Literatuur Beekman, J.H., 2003. Boscompensatie Hoogdonk. Inrichtingsplan bos en poelen. Hoogdonk Kalkzandsteenfabriek BV. Arcadis. 30 p. Bosman, W.W., Giesberts, J.P.M., Kleukers, R.M.J.C., Munckhof, v.d., P.J.J. & J.C.M. Musters, 1988. Nichesegregatie bij zes anura in de Overasseltse en Hatertse vennen tijdens de zomerperiode. Werkgroep Dierecologie. KU Nijmegen. Rapportnr. 282. 65 p. Bosman, W., 2003. Het Rauwven, een exotisch ven in het beekdal van de Aa. Stichting RAVON. RAVON 15 5 (3), 33-36. Bosman, W., Rijken, E., Meulengraaf, van de, T. & E. Sprangers, 2003. Ecologische verbindingszone Strijper Aa. Plan voor behoud van de populatie knoflookpadden in het Hondsven te Gastel. Gemeente Cranendonk, Brabants Landschap en Stichting RAVON. 20 p. Bosman, W., in prep. De zonnebaars overwonnen! Stichting RAVON. RAVON 17 6 (2). Crombaghs, B.H.J.M., Hoogerwerf, G. & C.C.H. Marijnissen (1993). De knoflookpad in Noord-Brabant. Een plan van aanpak voor beschermingsmaatregelen in de laatste leefgebieden van de knoflookpad. Limes Divergens. 26 p. Crombaghs, B.H.J.M. & R.C.M. Creemers, 2001. Beschermingsplan knoflookpad. Rapport EC-LNV. Directie natuurbeheer nr 2001/019. 82 p. Est, van der, D. & C. Hertveld, 2003. De knoflookpad uit het duister gehaald. Een onderzoek naar de waterhabitat. Stichting RAVON. Stageverslag. 68 p. Hoogerwerf, G. & B. Crombaghs, 1992. Herpetofauna onderzoek. Voorkomen en verspreiding van herpetofauna en kwaliteit van leefgebieden in het zuiden en zuidoosten van Noord-Brabant. Provincie Noord-Brabant en Limes Divergens. Hunink, S. & D.B. Kruyt, 2003. Waterkwaliteit van voortplantingswateren van de knoflookpad in Nederland. Stichting RAVON Hogeschool Larenstein. Stageverslag. 58 p. Sierdsema, H., A. van Kluenen, J. Bouwman, F. Spikmans, B. Koese, J.T.Smit, H. van Kleef & A.J.J. Lemaire, 2002. Beleidsmonitoring OBN-fauna 2002. VOFFrapport 2002/2. Vereniging Onderzoek Flora en Fauna, Nijmegen. 92 p. Stumpel, A.H.P., F.J. Kragt & M.W.J. Bons (1982). Een biotoop van de knoflookpad in de Gemeente Maarheeze. De Levende Natuur 84 (3). 69-76. 49

Stichting RAVON 50

Bijlage 1. Overzicht van de waarnemingen aan amfibieën en vissen in de onderzoeksgebieden. gebied water acx xh acy yh Nederlandse naam datum ei larve juv sub man vrouw onbepaald Coudewater 1 154 1 411 9 niets gezien/ vis aanwezig 270403 Coudewater 1 154 1 411 9 niets gezien/ vis aanwezig 140503 Coudewater 2 153 9 412 5 Kleine watersalamander 190603 10 Coudewater 2 153 9 412 5 Kamsalamander 190603 8 Coudewater 2 153 9 412 5 Blankvoorn 190603 1 Coudewater 3 153 6 412 4 Kleine watersalamander 190603 3 1 Coudewater 3 153 6 412 4 niets gezien/geen vis 020503 Coudewater 4 154 4 413 0 Kleine watersalamander 080503 1 Coudewater 4 154 4 413 0 niets gezien/vis aanwezig 140503 Coudewater 4 154 4 413 0 vis aanwezig 080503 Coudewater 5 154 3 411 8 Kleine - / Vinpootsalamander 160703 1 Coudewater 5 154 3 411 8 Bruine kikker 190603 1 25 Coudewater 5 154 3 411 8 160703 1 Coudewater 5 154 3 411 8 Groene kikker onbepaald 160703 1 Coudewater 6 154 4 411 8 Groene kikker onbepaald 190603 1 De Houtvelden 1 167 2 379 2 Gewone pad 080503 1 De Houtvelden 1 167 2 379 2 Groene kikker onbepaald 180603 10 10 De Houtvelden 2 168 4 380 1 Gewone pad 080503 2 De Houtvelden 2 168 4 380 1 Middelste groene kikker 080503 1 De Houtvelden 2 168 4 380 1 Blankvoorn 180603 2 De Houtvelden 3 168 6 380 3 Alpenwatersalamander 150703 30 De Houtvelden 3 168 6 380 3 180603 50 2 1 De Houtvelden 3 168 6 380 3 Kleine watersalamander 180603 50 1 De Houtvelden 3 168 6 380 3 Poelkikker 080503 1 De Houtvelden 3 168 6 380 3 Middelste groene kikker 080503 1 De Houtvelden 3 168 6 380 3 Groene kikker onbepaald 150703 18 6 De Houtvelden 3 168 6 380 3 180603 1000 500 50 De Houtvelden 4 167 2 379 4 Alpenwatersalamander 080503 30 De Houtvelden 4 167 2 379 4 Kleine watersalamander 080503 20