Examen Flora en Fauna
Inhoud Flora en Fauna wet 1. Welke van onderstaande beheergroepen staat NIET in de gedragscode Bestendig beheer (gemeentelijke) groenvoorzieningen? a. Houtige struweelbegroeiing b. Waterbegroeiing en overgangen land-water c. Siergras en bollen d. Kruidige begroeiing met jaarlijks intensief onderhoud
Inhoud Flora en Fauna wet 2. Wat houdt het in de Flora faunawet benoemde aspect Zorgplicht in? a. Als niemand ziet dat je iets vertrapt, maakt het niet uit b. Als je een beschermd dier vindt moet je er voor zorgen c. Voldoende zorg voor in het wild levende planten en dieren en hun omgeving d. Voldoende zorg voor alle dieren en planten, dus ook exoten en tuinplanten
Inhoud Flora en Fauna wet 2. Waar is de Flora en Fauna wet van toepassing? a. Particuliere tuin b. Openbaar groen c. Bedrijfstuin, openbaar groen en particuliere tuin d. Overal
Kennis van Flora en Fauna 1. Wat is de relatie tussen krabbenscheer en groene glazenmaker? a. Geen relatie b. Het zijn beide planten c. De krabbenscheer heeft de groene glazenmaker nodig om voort te planten d. De groene glazenmaker heeft de krabbenscheer nodig om voort te planten
Kennis van Flora en Fauna 2. Welke beschermde dieren kun je verwonden/doden tijdens het maaien van wegbermen in het voorjaar? a. Geen, want de dieren rennen wel weg b. Bodem broedende vogels en amfibieën c. Bodem broedende vogels, amfibieën, zoogdieren d. Bodem broedende vogels, amfibieën, zoogdieren, reptielen, insecten
Kennis van Flora en Fauna 3. Welke vogels zijn beschermd volgens de Flora en Faunawet? a. Alle vogels, dus ook de exoten b. Alle vogels die verblijven in Nederland, dus ook in volières c. Alle inheemse vogels
Kennis van Flora en Fauna 4. Mag een heestervak waar de Brede wespenorchis groeit, geschoffeld worden? a. Nee, want de brede wespenorchis is beschermd b. Ja, deze hoort niet thuis in een heestervak c. Ja, als je de groeiplaatsen markeert en er omheen werkt
Kennis van Flora en Fauna 5. Bij het onderhoud van een particuliere tuin wordt een eekhoornnest gezien. Wat zijn de stappen die je neemt? a. Zone van 10 meter markeren, hierbinnen mag niet gewerkt worden. De nestboom moet behouden blijven b. Zone van 2 meter markeren, hierbinnen mag niet gewerkt worden. De nestboom moet behouden blijven c. Markeren is niet nodig, als je rustig om de nestboom heen werkt d. Op een later tijdstip terug komen als de eekhoorn zijn nest niet meer gebruikt
Zorgvuldig handelen 1. Hoe kan insporing tijdens het maaien van een wegberm niet beperkt worden? a. Verlagen bandenspanning b. Maaimachine aan een giek gebruiken c. Rijplaten gebruiken d. Verhogen bandenspanning
Zorgvuldig handelen 2. Wat houd het in de Flora faunawet benoemde aspect Zorgvuldig handelen in? a. Het uitvoeren van de werkzaamheden heeft wel degelijk invloed op de beschermde soorten, maar de schade wordt zoveel mogelijk beperkt. b. Het uitvoeren van de werkzaamheden heeft geen wezenlijke invloed op de beschermde soort en de schade aan beschermde soorten wordt zoveel mogelijk voorkomen. c. Schade herstellen en ervoor zorgen dat niemand het ziet. d. Voldoende zorg voor alle dieren en planten, dus ook exoten en tuinplanten
Communicatie en werkproces 1. Wat zijn de verantwoordelijkheden van een aannemer bij de uitvoering van werken indien de opdrachtgever geen of onvoldoende informatie aanlevert? a. De aannemer hoeft dan niets te doen, de informatie moet door de opdrachtgever worden aangeleverd. b. Als de aannemer net doet alsof er niets zit, zit er ook niets c. De aannemer wacht op een reactie van de gemeente d. De aannemer dient dan zelf de nodige informatie in te winnen
Communicatie en werkproces 2. Moeten alle werknemers in de groenvoorziening aan kunnen tonen dat ze gecertificeerd zijn en over een certificaat van een erkend opleidingsinstituut beschikken? a. Nee, één van de werknemers in een werkploeg dient een certificaat te bezitten, als in het werk de gedragscode van toepassing is. b. Nee, één van de werknemers in een werkploeg dient een certificaat te bezitten, ongeacht of in het werk de gedragscode van toepassing is. c. Ja, alle werknemers moeten een certificaat hebben d. Nee, als iemand maar het certificaat heeft, ongeacht of die persoon op het werk aanwezig is.
Inhoud Flora en Fauna wet 3. Wat controleert de AID op de werklocatie? a. Of er een plan van aanpak aanwezig is b. Of er een plan van aanpak en een werkomschrijving aanwezig is c. Of er een plan van aanpak, een werkomschrijving en de gedragscode aanwezig is d. Of de medewerkers genoeg ecologische kennis hebben
Soortenherkenning 1.Wat voor soort dier is dit? a. Gewone pad b. Groene kikker c. Rugstreeppad d. Bruine pad
Soortenherkenning 1.Wat voor soort dier is dit? a. Waterhoentje b. Meerkoet c. Carolinaeend d. Zwanen jong
Soortenherkenning 1.Wat voor soort dier is dit? a. Kamsalamander b. Muurhagedis c. Levendbarende Hagedis d. Kleine watersalamander
Soortenherkenning 1.Wat voor soort plant is dit? a. Daslook b. Rietorchis c. Lelietje van Dalen d. Crocus
Soortenherkenning 1.Wat voor soort plant is dit? a. Gele klaver b. Brede wespenorchis c. Gele helmbloem d. Dotterbloem
Soortenherkenning 1.Wat voor soort plant is dit? a. Grote Kattenstaart b. Gewone vogelmelk c. Brede wespenorchis d. Grasklokje
Soortenherkenning 1.Wat voor soort plant is dit? a. Gewone vogelmelk b. Waterdrieblad c. Daslook d. Vogelmuur