Een tijdsindeling van het Neogeen

Vergelijkbare documenten
BELGIË. Algemeen. D. Edelman 10/2/2007 1/23 Belgie v. 1.1

DENEMARKEN ALGEMEEN PALEOCEEN EOCEEN

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Afzettingen van Veldhoven

Glimmer zanden Ratzeburg Member Laat-Neochattien

Aquiferkaarten van Nederland

Afzettingen van Rijsbergen

De Oostrivier. Inleiding

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Afzettingen van Rupel

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Het gebruik van Thorium/Kalium metingen als indicator voor klimaat in het Midden-Pleistoceen

1 De groeve bij Loenermark

Sedimentaire Systemen voor 2 e jaars geologen en biogeologen

Mysteries van het Rijnland. Gilles Erkens e.a.

1 Harderwijk afzettingen

3D SUBSURFACEVIEWER VOOR DE NIEUWE 3D-MODELLEN. Katrien De Nil, ALBON

UITGEWERKT VOORBEELD ERKENNINGSDOSSIER WAARDEVOLLE SITE VOOR BODEM PELLENBERG ROELANTSZANDGROEVE

INTRODUCTIE EN SAMENVATTING

Over de zoutcrisis in de Middellandse Zee tijdens het Messinien (2)

GEOLOGISCH 3D MODEL VAN VLAANDEREN

G3D van het Paleogeen en Neogeen Opbouw en geologische inzichten

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

3D geologisch model van het Tertiair in Vlaanderen (excl. Roerdalslenk) Timothy Lanckacker 06/05/2011

Roestig land. De Wijstgronden

De nieuwe lithostratigrafische indeling van afzettingen in de ondergrond van Nederland

DE NOORDZEE. Algemeen

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Hoe oud zijn de Nederlandse strandfossielen? Frank Wesselingh, Tom Meijer, Anton Janse & Peter Moerdijk

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Scheemda afzettingen. 1 Algemene lithologie

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Algemene inleiding en samenvatting

Vossekotstraat Keet Tielrode

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.

De Rijn. Algemeen. Chronologisch signaal

1 BEKKEN VAN PARIJS 1.1 ALGEMEEN

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

NL3D. Inleiding. Werkwijze. Boringen. Geologisch raamwerk

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Rapportage van onderzoek aan eigenschappen van de Klei van Boom die relevant zijn bij de beschouwing van dit laagpakket voor opslag van kernafval.

Een interessante ontsluiting in miocene afzettingen te Wilrijk bij Antwerpen (België)

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

Fossiele knaagdieren uit Zuidoost Europa Servië en Bosnië & Herzegovina

Publicatie van het model: DOV en de 3D Subsurface Viewer

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Temperaturen in de Nederlandse ondergrond

1 Afzettingen van Oosterhout

De lithostratigrafische indeling van Nederland Formaties uit het Tertiair en Kwartair Versie 2000

Aanpassing referentieniveau zandwinning: haalbaar of niet?

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

De Noordzee HET ONTSTAAN

Twee bijzondere vondsten in Yerseke

Technische haalbaarheid Geologische aspecten en risico s

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

1 De leeftijd van het Belvedèrien

DE MENS VAN ZEELAND J. M. Moraal

Demosessie Geologie. Om de geologische data te bekijken in de Verkenner kan je op 3 manieren werken:

De Verborgen Attractie van de Aarde. De Verborgen Attractie van de Aarde. 3- Drift der continenten en plaattektoniek. Drift der continenten

Tectonische verschijnselen in de Zuidelijke Noordzee

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Het Geologisch 3D Model van Vlaanderen. Katrien De Nil

' p'ffi ecrcar'- FAIE I. rònunrles' 6ßzs,q. Rdpport. , Pd$tbus bb AO Heerten. 'ilãhrtnwc SLEaHT-DIIRLATENDE LAAGIAKKETTEN van TERTTATRE

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Doorlatendheden van de ondergrond

Beschrijving lithostratigrafische eenheid

De statespace van Small World Networks

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

1 Karlich. 1.1 Algemeen. 1.2 Locatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

Een sluitend 3D-model

Even voorstellen. Auke Barnhoorn

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Nederlandse Geologische Vereniging

1 Paleomagnetisme en sondeercurves

Een reis door de tijd

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Diepe geologie. Natuurontwikkelingsproject Nieuw Leven in de Lus van Linne. Invloed op drinkwater en tectonische activiteit in diepere grondlagen

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Titel van de presentatie :24

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Lithostratigrafie van het Oligoceen in de regio Almelo-Winterswijk, Oost Nederland

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

ADDENDUM 10. Werkput 5

Tektonische signalen in de tertiair afzettingen van de Zuidelijke Noordzee

1 Het Bekken van Amsterdam (alternative)

Transcriptie:

Een tijdsindeling van het Neogeen Inleiding In het zuidelijk deel van de Noordzee komt een serie afzettingen voor tussen de Boomse klei van Oligocene ouderdom en de onderzijde van de Laat-Pliocene post-ppb afzettingen. Deze afzettingen zijn alle afgezet in (sub-)tropische kust-nabije milieus. Tot vrij recent was er eigenlijk weinig meer bekend van de afzettingstijd dan, bijvoorbeeld, Midden-Mioceen. De ontwikkeling van een zonering op basis van dinoflagellate cysten, een soort harde huidjes van coconnen van planktonisch zeeleven, bleek een handvat te biedden om de diverse afzettingen in de tijd te plaatsen en ten opzichte van elkaar te correleren. Eerder onderzoek Al vanaf het midden van de jaren 80 van de vorige eeuw is er gepubliceerd over, kortweg, dinocysten van het Neogeen. Powell (1986) was een van de eerste die in Italie op basis van dinocysten een indeling maakte. In 1996 raakte het onderzoek naar dinocysten van het Neogeen in een stroomversnelling door de publicatie van de Verteuil en Norris. Verder leek het erop dat de zonering van de andere zijde van de Atlantische Oceaan ook waarde had voor deze zijde van de oceaan. Voorts was het afzettingsmilieu voor de oostkust van de VS te vergelijken met de Noordzee, beide ondiepe shelf zeeen. In Belgie is het onderzoek verder uitgebouwd door Louwye (1999, 2000, 2004), in Nedersachsen door Köthe (2005) en in Nederland door Munsterman (2004) Munsterman heeft aan de hand van vele monsters uit de boring 58F-64, Groote Heide, de typelokaliteit van de Breda-Formatie, een zonering gemaakt met 14 verschillende dinocyst associaties. Op basis van het eerste (lowest occurence, LO) aanwezig zijn en het laatste aanwezig zijn (HO, highest occurence) van verschillende soorten kon, met behulp van dinocyst zonering uit het Ocean Drilling Project (2003), een datering aan de zones gegeven worden. De nauwkeurig beschreven boring 58F-64 diende vervolgens als verbinding tussen de Breda sequenties zoals beschreven elders op deze website, de afzettingen in de Nederrijnbocht, Noord- Duitsland en Belgie. 1/6

Profiel 58F-64 In deze boring nabij het dorp Tegelen is op een groot aantal verschillende diepten in de glauconiethoudende fijne zanden, waarvan het vermoeden bestond dat ze tot de Breda afzettingen zouden behoren, een analyse gemaakt van de dinoystsamenstelling. Voor een gedetailleerde indeling wordt verwezen naar Munsterman (2004). De datering die Munsterman aan de door hem onderscheiden 14 zones heeft gehangen wijkt op essentiele punten af van de standaard die door o.a. Verteuil (ODP, 2003) is gegeven. Hij geeft hiervoor in zijn artikel geen onderbouwing. Wel volgt uit zijn indeling dat er in het Vroeg-Mioceen geen hiaat in de afzettingen voorkomt. Op basis van de indeling van Verneuil is wel sprake van een aantal hiaten: Tussen de top van de DN-3 zone en de onderzijde van de DN-4 zone bevindt zich een hiaat van minimaal 3,5 Ma Tussen de top van de DN-7 (de Mid-Miocene Unconformity) en de onderzijde van de DN-8 waarschijnlijk meer dan 1,4 Ma. De afzettingen na de DN-7 behoren tot de vulling van een golvend oppervlakte en zijn benoemd als Diest en/of Inden afzettingen. Wat uit de in deze notitie gehanteerde (lithologische) indeling blijkt is dat de volgende indeling gehanteerd zou kunnen worden: Rupelien-afzettingen Oligoceen DN-1 Veldhoven-afzettingen Vroeg-Mioceen Aquitanien DN-2 Burdigalien DN-3 Breda-afzettingen Mid-Mioceen Langhien DN-4 Serravalien DN-5 DN-6 DN-7 Diest / Inden-afzettingen Laat-Mioceen Tortonien DN-8 DN-9 Messinien DN-10 Verder past voor de Breda-afzettingen de volgende sequentie stratigrafische indeling bij deze afzettingen: NTO SB Hierop en Condensed Section met veel glauconiet Hierboven DN-4 B1 TST Mariene sequentie DN-4 B2 HST Veengroei van Morken DN-4 DN-5 B3 TST Heksenberg transgressie DN-5 B4 HST Veengroei van Frimmersdorf DN-5 B5 TST Neurath transgressie DN-5 DN-6 DN-7 B6 HST Veengroei van Garzweiler DN-7 Met behulp van de bij Verneuil genoemde data voor het eerste en laatste verschijnen van diverse soorten dinocysten (zie de boring op de volgende pagina) kan vervolgens een leeftijd worden bepaald cvan de verschillende intervallen waarbinnen de DN-zones vallen. 2/6

Groote Heide Kleur CaCO3 58F-64 Last Occurrence First occurrence Typelocaliteit Breda -52 o -54 o Glauconiet Afzettingssnelheid -56 Labyrinthodinium truncatum 7,9 Ma -58 14 DN9-60 4 cm/ky -62-64 o -66 Diest Inden -68-70 13-72 -74 Palaeocystodium golzowense -76 Sumatradinium soucouyantiae 8,4 Ma -78-80 -82-84 DN8-86 -88 12-90 -92-94 -96-98 -100-102 -104 Garzweiler Cannosphaeropsis passio 11,3 Ma -106 MMU 6e DN7 3,3 cm/ Ky -108-110 -112-114 11-116 -118-120 -122-124 -126 B6-128 o -130-132 -134-136 -138-140 -142-144 -146-148 -150-152 -154 10? 12.8 Cerebrocysta poulsenii 18,0-10,9 Ma Cannosphaeropsis passio 12,8 Ma -156 9-158 DN6 Unipontidinium aquaeductum 13,2 Ma 3,7 cm/ky -160 8-162 Neurath -164 6d DN5-166 -168 B5 Antwerpen -170-172 -174 13.3 Palaeocystodinium ventricosum 21,9-10, 5 Ma? -176-178 -180-182 -184 7 Frimmersdorf -186 6c Systematophora placacantha -188-190 B4-192 -194-196 -198-200 -202-204 14.2-206 -208 6 Heksenberg -210 6b -212 B3-214 -216-218 -220-222 14.6-224 -226 Morken -228 6a -230-232 B2 Unipontidinium aquaeductum 15,0 Ma -234 Distatodinium paradoxum -236 5 DN4 Cousteaudinium aubryae 15,0 Ma -238-240 3,6 cm/ky -242-244 -246-248 -250-252 -254-256 B1-258 -260 4-262 -264-266 -268-270 -272 Labyrinthodinium truncatum 16,0 ma -274 15.1 Cordosphaeridium cantharellum 19,5-276 2,0 cm/ky -278 NTO DN3-280 3-282 -284-286 -288-290 -292 Ve -294-296 -298-300 -302-304 -306-308 -310-312 -314-316 -318-320 -322-324 -326-328 -330-332 -334-336 -338-340 -342-344 -346-348 Kiel -350-352 Membranilarnacia? Picena 21,7-18,2 Ma -354 DN2-356 -358-360 -362 Edegem -364-366 2-368 -370-372 -374-376 -378-380 -382-384 -386-388 -390-392 Hystrichosphaeropsis obscura -394-396 -398 Cousteaudinium aubryae 22,1 Ma -400 Chiropteridium spp. 22,4 Ma -402 DN1 Homotryblium vallum -404 1 2,6 cm/ky -406-408 -410-412 -414-416 -418-420 -422-424 -426-428 -430-432 -434-436 -438-440 Ecosphaeropsis burdigalensis 23,7 Ma -442-444 Distatodinium biffii 28,5 Ma -446-448 -450-452 -454-456 -458 3/6

Correlatie van de tijden Het volgende is bepaald: 1. De globale afzettingstijd van de verschillende DN-zones in de Nederlandse Breda-type lokatie, gebasseerd op de gegevens van Verteuil en daarmee de koppeling naar het Ocean Drilling Project waarbij deze dateringen zijn gecalibreerd met magnetische ompolingen. 2. De begrenzingen van de Breda afzettingen gebasseerd op lithologische grenzen (SB, MFS) 3. De dikte van de afzetingen van de diverse sequenties in de standaard boring 4. De afzettingssnelheid gedefinieerd als de dikte gedeeld door de afzettngsduur, welke zelf weer is gedefinieerd door de DN-zones 5. Hieruit werd een berekende datering van de diverse begrenzingen bepaald 6. Deze begrenzingen werden als SB of als MFS gekoppeld aan de datering die Wornardt (1999) heeft gegeven voor de diverse sequence stratigraphy grenzen van de zeespiegelwisselingen in het Neogeen. Dit leverde de grafiek op de volgende pagina op. Hieruit komt een beeld naar voren van een vergelijk van de berekende dateringen (waarbij in het Mioceen een andere waarde naar voren komt dan in het Plio-Pleistoceen) met de gecalibreerde van Wornardt. De correlatie-coefficient tussen beide lag boven de 0,99. Dat wil in mijn opinie zeggen dat de grenzen in het Neogeen door de zeespiegelwisselingen zijn gestuurd. Een tweede sturing op tectonische gronden is van ondergeschikt belang. Zij zorgt alleen voor verdikkingen bij breuken maar de grenzen ter weerszijden van die breuken blijven bestaan en zijn chronostratigrafisch van waarde. 4/6

Relatie tussen de SB datering (Wornardt) en de eigen berekeningen Berekende leeftijd volgens 17 cm/ka (P/P) en 3,5 cm/ka (Mioceen) leeftijd in Ma 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 Pleistoceen Plioceen Mioceen R 2 =0,9926 0 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 Bepaalde leeftijd volgens Wornardt Leeftijd in Ma 5/6

Referenties Köthe A. 2005 Korrelation der Dinozysten-Zonen mit anderen biostratigraphiscch wichtigen Zonierungen im Tertiär Norddeutschlands Revue de Paleobiologie 24(2) pp. 697-718 Louwys S. 1999 Dinoflagellate cyst stratigraphy and depositional history of Miocene and Lower Pliocene formations in northern Belgium Geologie en Mijnbouw 78, pp. 31-46 Louwye S. 2000 Shallow marine Lower and Middle Miocene deposits at the southern marin of the North Sea Basin (northern Belgium): dinoflagellate cyst biostratigraphy and depositional history Geol, Mag. 137 (4), pp 381-394 Louwye S. 2004 Dinoflagellate cyst stratigraphy and paleoecology of the Pliocene in northern Belgium, southern North Sea Basin Geol, Mag. 141 (3), pp 353-378 Munsterman D.K. 2004 A Southern North Sea dinoflagellate cyst zonation Geologie en Mijnbouw 83 pp. 267-285 Powell, A.J 1986 Latest Paleogene and earliest Neogene dinoflagellate cysts from the Lemme section, northwest Italy AASP Corntr. Series 17, pp. 83-104 Verteuil de L., Norris G. 1996 Miocene dinoflagellate stratigraphy and systematics of Maryland and Virginia Micropaleontology 42 Wornardt, Walter W. Jr 1999 Revision of Sequences Boundaries and Maximum Flooding Surfaces: Jurassic to Recent 6/6