GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen 9185 Wachtebeke Tel 09/345.01.35 UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE Openbare zitting van 19 december 2013 Tegenwoordig: M.M. Verontschuldigd: Heirwegh, Voorzitter; Van Cronenburg - burgemeester; Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Smet, Meers - schepenen; De Loose, De Fleurquin, Van Hoecke, Fermont, Remorie, Van de Velde, Gerard, Parthoens, Van Himme, Coone, Aleander, De Block - raadsleden; Tack - Secretaris. K. De Wilde, raadslid. A. AGENDAPUNTEN VAN HET SCHEPENCOLLEGE 01. Budget 2014 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de besprekingen van het budget 2014 en het financieel plan 2015-2019 in het MAT op 17 december 2013; Gelet op de besprekingen in de gemeenteraadscommissie van 11 december 2013 bevoegd voor het budget en afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; Overwegende dat de NV-A zal tegenstemmen omdat het budget 2014 te weinig ambitie vertoont; Keurt het budget van de gemeente Wachtebeke voor het jaar 2014 als volgt goed: met 11 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Smet, De Loose, De Fleurquin, Remorie, Gerard, Van Himme, Heirwegh; en met 6 neen-stemmen: Van Hoecke, Fermont, Van de Velde, Coone, Aleander, De Block; Resultaat op kasbasis 2014 I. Eploitatiebudget (B-A) 97.182,00 A. Uitgaven 6.849.081,00 1
B. Ontvangsten 6.946.263,00 II. Investeringsbudget (B-A) -1.999.760,00 A. Uitgaven 2.430.910,00 B. Ontvangsten 431.150,00 III. Andere (B-A) 683.028,00 A. Uitgaven 316.972,00 1. Aflossing financiële schulden 316.972,00 B. Ontvangsten 1.000.000,00 1. Op te nemen leningen en leasings 1.000.000,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) -1.219.550,00 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 1.445.660,00 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) 226.110,00 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 226.110,00 Autofinancieringsmarge 2014 I. Financieel draagvlak (A-B) 195.479,00 A. Eploitatieontvangsten 6.946.263,00 B. Eploitatie-uitgaven eclusief de nettokosten van schulden (1-6.750.784,00 2) 1. Eploitatie-uitgaven 6.849.081,00 2. Nettokosten van schulden 98.297,00 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 415.269,00 A. Netto-aflossingen van schulden 316.972,00 B. Nettokosten van schulden 98.297,00 III. Autofinancieringsmarge (I-II) -219.790,00 02. Meerjarenplan 2015-2019 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de besprekingen van het budget 2014 en het meerjarenplan 2015-2019 in het MAT op 17 december 2013; Gelet op de besprekingen in de gemeenteraadscommissie van 11 december 2013 bevoegd voor het budget en afstemming van het gemeentelijk beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; 2
Overwegende dat de NV-A zal tegenstemmen omdat het budget 2014 te weinig ambitie vertoont en de operationele budgetten worden bevroren en men een gebrek aan detailinformatie heeft gekregen; Keurt het meerjarenplan 2015-2019 als volgt goed: met 11 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Smet, De Loose, De Fleurquin, Remorie, Gerard, Van Himme, Heirwegh; en met 6 neen-stemmen: Van Hoecke, Fermont, Van de Velde, Coone, Aleander, De Block; Resultaat op kasbasis 2015 2016 2017 2018 2019 I. Eploitatiebudget (B-A) 460.703,00 475.287,00 517.244,00 587.965,00 743.612,00 A. Uitgaven 6.667.823,00 6.840.729,00 6.992.535,00 7.121.391,00 7.171.308,00 B. Ontvangsten 7.128.526,00 7.316.016,00 7.509.779,00 7.709.356,00 7.914.920,00 II. Investeringsbudget (B-A) - - - - 1.512.425,00 2.364.425,00 1.838.702,00 1.763.702,00-725.000,00 A. Uitgaven 2.528.000,00 3.380.000,00 1.838.702,00 1.763.702,00 725.000,00 B. Ontvangsten 1.015.575,00 1.015.575,00 0,00 0,00 0,00 III. Andere (B-A) 1.119.206,00 2.018.981,00 1.496.477,00 1.535.944,00-454.226,00 A. Uitgaven 380.794,00 481.019,00 503.523,00 464.056,00 454.226,00 1. Aflossing financiële schulden 380.794,00 481.019,00 503.523,00 464.056,00 454.226,00 B. Ontvangsten 1.500.000,00 2.500.000,00 2.000.000,00 2.000.000,00 0,00 1. Op te nemen leningen en leasings 1.500.000,00 2.500.000,00 2.000.000,00 2.000.000,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) 67.484,00 129.843,00 175.019,00 360.207,00-435.614,00 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 226.110,00 293.594,00 423.437,00 598.456,00 958.663,00 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) 293.594,00 423.437,00 598.456,00 958.663,00 523.049,00 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 293.594,00 423.437,00 598.456,00 958.663,00 523.049,00 Autofinancieringsmarge 2015 2016 2017 2018 2019 I. Financieel draagvlak (A-B) 609.747,00 713.589,00 820.920,00 956.218,00 1.094.513,00 A. Eploitatieontvangsten 7.128.526,00 7.316.016,00 7.509.779,00 7.709.356,00 7.914.920,00 B. Eploitatie-uitgaven eclusief de nettokosten van schulden (1-2) 6.518.779,00 6.602.427,00 6.688.859,00 6.753.138,00 6.820.407,00 1. Eploitatie-uitgaven 6.667.823,00 6.840.729,00 6.992.535,00 7.121.391,00 7.171.308,00 2. Nettokosten van schulden 149.044,00 238.302,00 303.676,00 368.253,00 350.901,00 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 529.838,00 719.321,00 807.199,00 832.309,00 805.127,00 A. Netto-aflossingen van schulden 380.794,00 481.019,00 503.523,00 464.056,00 454.226,00 B. Nettokosten van schulden 149.044,00 238.302,00 303.676,00 368.253,00 350.901,00 III. Autofinancieringsmarge (I-II) 79.909,00-5.732,00 13.721,00 123.909,00 289.386,00 De heer Parthoens komt de zaal binnen en vervoegt de zitting. 03. Meerjarenplan OCMW 2014-2019 Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; 3
Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 betreffende de inwerkingtreding van de meeste artikelen van het OCMW-decreet; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 19 december 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW van Wachtebeke; Gelet op het gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 16 december 2013; Gelet op de goedkeuring van het budget 2014 van het OCMW van Wachtebeke door de OCMW-raad in zitting van 17 december 2013; Gelet op het voorontwerp van meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW van Wachtebeke, goedgekeurd door de OCMW-raad in zitting van 17 december 2013; Overwegende dat in het meerjarenplan een gemeentelijke bijdrage in de eploitatie voorzien is van : 1.344.000 euro voor 2014 1.276.000 euro voor 2015 1.251.000 euro voor 2016 1.226.000 euro voor 2017 1.176.000 euro voor 2018 1.126.000 euro voor 2019 Gelet op de bijgevoegde strategische nota; Gelet op de toelichting verstrekt door de OCMW-voorzitter; Overwegende dat de NV-A zal tegenstemmen omdat ze een meer ambitieus meerjarenplanning hadden verwacht en wegens het feit dat bepaalde cijfers nog te onduidelijk zijn; Overwegende dat de CD&V zich zal onthouden; Na beraadslaging, BESLUIT: met 12 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Smet, De Loose, De Fleurquin, Remorie, Gerard, Parthoens, Van Himme, Heirwegh; met 3 neen-stemmen: Van de Velde, Coone, De Block; en met 3 onthoudingen: Van Hoecke, Fermont, Aleander; Artikel 1 ART. 2 Keurt het meerjarenplan van het OCMW 2014-2019 met strategische nota goed. Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het OCMW Wachtebeke, Godshuisstraat 13 te 9185 Wachtebeke, de financieel beheerder en de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent. 04. OCMW - Budget 2014 4
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 betreffende de inwerkingtreding van de meeste artikelen van het OCMW-decreet; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 19 december 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW van Wachtebeke; Gelet op het gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 16 december 2013; Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 2 december 2013 betreffende de goedkeuring van de bestemming van het overschot van de eploitatierekening dienstjaar 2012; Gelet op de goedkeuring van het budget 2014 van het OCMW van Wachtebeke door de OCMW-raad in zitting van 17 december 2013; Overwegende dat in het budget 2014 een gemeentelijke bijdrage in de eploitatie van 1.344.000 euro voorzien is; Overwegende dat de gemeentelijke toelage in de eploitatie en in de investeringen kadert binnen het meerjarenplan 2014-2019; Gelet op de toelichting verstrekt door de OCMW-voorzitter; Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1 ART. 2 Neemt kennis van het besluit van de OCMW-raad van 17 december 2013 betreffende de goedkeuring van de beleidsnota en het budget 2014 van het OCMW goed met een gemeentelijke bijdrage in de eploitatie van 1.344.000 euro. Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het OCMW Wachtebeke, Godshuisstraat 13 te 9185 Wachtebeke, de financieel beheerder en de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent. 05. Belasting op de afgifte van administratieve stukken Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; 5
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008; Gelet op het Ministerieel besluit tot vervanging van de bijlage van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Na beraadslaging, BESLUIT: met 15 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Smet, De Loose, De Fleurquin, Remorie, Van de Velde, Gerard, Parthoens, Van Himme, Coone, De Block, Heirwegh; en met 3 neen-stemmen: Van Hoecke, Fermont, Aleander; Artikel 1 ART. 2 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van getuigschriften en andere stukken. De belasting valt ten bezware van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald: a) Op de afgifte van een elektronische vreemdelingenkaarten, en verblijfskaarten : 20,00 euro - dringend: 120,00 euro en zeer dringend: 185,00 euro. b) attesten van immatriculatie voor vreemdelingen: 5,00 euro c) Op de afgifte van trouwboekjes: 20,00 euro huwelijksceremonie : 30,00 euro, 70,00 euro etra voor de huwelijksceremonie wordt aangerekend als het huwelijk doorgaat op een vrijdagnamiddag of op een zaterdag; d) Op de afgifte of vernieuwing van een elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar (Kids-ID): 8,00 euro - dringend: 120,00 euro en zeer dringend: 185,00 euro. e) Aanvragen tot stedenbouwkundige en/of verkavelingsinlichtingen : 30,00 euro per kadastraal perceel; f) Uittreksel uit het plannenregister: 30,00 euro per perceel; g) Uittreksel uit het vergunningenregister: 30,00 euro per perceel; h) Op de afgifte van reispassen: - Nieuwe reispas: gemeentelijke taks bedraagt 4,00 euro i) Op de afgifte van een elektronische identiteitskaart: normaal : 20,00 euro, dringend:120,00 euro, zeer dringend: 185,00 euro. Bij verlies van de pincode wordt 5,00 euro aangerekend j) Afgifte van een elektronisch rijbewijs, een voorlopig elektronisch rijbewijs en een internationaal rijbewijs: 25,00 euro. 6
ART. 3 ART. 4 ART. 5 ART. 6 ART. 7 ART. 8 ART. 9 Zijn van de belasting vrijgesteld: a) De stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit, een besluit van de Vlaamse regering of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven en dienstig zijn voor het openbaar nut; b) De stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening; c) Geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor reductiekaarten voor grote gezinnen; d) Alle stukken die vereist zijn voor eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan eamens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving; e) Identiteitsstukken (geboortepasjes) voor kinderen jonger dan 12 jaar; f) Getuigschriften voor het bekomen van een sociaal telefoontarief voor Belgacom. Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven bij de gemeenteontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. De contantbelasting wordt geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie),6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelasting en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Met ingang van 1 januari 2014 wordt het besluit van de gemeenteraad van 1 februari 2013 betreffende de belasting op de afgifte van de administratieve stukken opgeheven. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid, de dienst burgerzaken en aan de financieel beheerder overgemaakt. 7
06. Belasting op ontgravingen Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1973, 10 januari 1980, 28 december 1989, 20 september 1998 en 8 februari 2001; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij decreet van 10 november 2005 en bij decreet van 18 april 2008: Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van 14 mei 2004 van de Vlaamse regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 ; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 ART. 4 Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de ontgravingen van stoffelijke overblijfselen uit volle grond, van een urne uit de grond of uit het columbarium en het verplaatsen van een urne uit de grond of uit het columbarium. Deze belasting gaat in op 1.1.2014 en eindigt op 31.12.2017. De belasting is verschuldigd door diegene die de machtiging tot ontgraven of het verplaatsen aanvraagt. Zijn er meerdere aanvragers dan zijn ze in solidum en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Deze belasting is niet verschuldigd: -Voor de opgravingen en de verplaatsingen door de gerechtelijke overheid bevolen; -Voor de opgravingen en de verplaatsingen die zouden geschieden tengevolge van de verandering van de bestemming van de begraafplaats of het columbarium; -Voor de opgravingen en de verplaatsingen van oorlogsslachtoffers gestorven in dienst van het vaderland. Volgende tarieven worden vastgesteld: - Ontgravingen: 500; - Ontgraving van een urne: 100; - Verplaatsing van een urne: 100. 8
ART. 5 ART. 6 ART. 7 ART. 8 ART. 9 Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven bij de gemeenteontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. De contantbelasting wordt geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie),6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelasting en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid en de financieel beheerder overgemaakt. 07. Standgeld op de jaarmarkt Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het vigerende retributiereglement betreffende het standgeld op de jaarmarkt; Overwegende dat dit retributiereglement vervalt op 31.12.2013; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) 9
Artikel 1 ART. 2 ART. 3 ART. 4 ART. 5 ART. 6 ART. 7 ART. 8 ART. 9 Gedurende een termijn beginnende op 1.1.2014 en eindigend op 31.12.2017 zal een standgeld geheven worden op de jaarmarkt. Het recht wordt vastgesteld op 1 euro per lopende meter, voor al de koopwaren zonder onderscheid. De voertuigen met koopwaren beladen zijn slechts aan de rechten onderworpen indien de waren te koop zijn in het voertuig. De rechten zullen eisbaar zijn van het ogenblik dat de koopwaren tentoongesteld zijn en zullen dadelijk door de verkopers moeten betaald worden in handen van de gemeenteontvanger of dezes aangestelde. De verkopers zullen hun betalingsbewijs moeten tonen telkens zij daartoe door de politie of de ontvanger van het standgeld aangezocht worden. De marktkramers die een vast contract hebben op de wekelijkse markt zijn vrijgesteld van onderhavige heffing. Zij dienen in het bezit te zijn van hun contract. De foorinstellingen zijn niet onderworpen aan onderhavig reglement. In geval van betwisting is de burgerlijke rechtbank bevoegd voor de betwiste gedeelte. Voor wat betreft het niet-betwiste gedeelte van de niet-fiscale vorderingen is artikel 94 van het Gemeentedecreet van toepassing. Dit besluit zal aan de financieel beheerder en de marktverantwoordelijken worden overgemaakt. Dit besluit zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekendgemaakt worden. 08. Activeringsheffing (Belasting op onbebouwde percelen). Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, 10
BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een nietvervallen verkaveling. Als niet bebouwd perceel wordt beschouwd elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor woning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van de eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. De belasting wordt vastgesteld op 25,00 euro per strekkende meter lengte van het perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de verkavelingsvergunning, met een minimum van 250,00 euro per perceel. Elk gedeelte van een meter wordt als een volledige meter beschouwd. Wanneer een perceel aan verscheidene wegen paalt, is de langste gevellengte langs één van deze wegen de grondslag van de belastingsberekening. Wanneer het perceel begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte gevellengten, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek. ART. 4 ART. 5 ART. 6 Vrijstellingen van de activeringsheffing worden toegekend, zoals voorzien in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden- en pandenbeleid. De belastingplichtige ontvangt, vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. ART. 7 De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. 11
ART. 8 ART. 9 ART.10 ART.11 ART.12 De belasting wordt ingevoerd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie),6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelasting en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid, de financieel beheerder en de technische dienst overgemaakt. 09. Belasting op de tweede verblijven Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 ; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het belastingsreglement op de tweede verblijven goedgekeurd werd in de gemeenteraad van 22 december 2011; Overwegende dat het belastingsreglement op de tweede verblijven van 20/12/2012 eindigt op 31 december 2013; 12
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 ART. 4 ART. 5 ART. 6 ART. 7 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven. Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfgelegenheid en waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf. De belasting bedraagt 1000,00 euro per tweede verblijf, waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van tenminste 250 euro. De belasting bedraagt 500,00 euro per tweede verblijf, waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van minder dan 250 euro, per tweede verblijf, waar een weekendverblijfsnummer (W-nummer) werd aan toegekend. Voor de tweede verblijven die opgesteld staan op een reglementair erkend staancaravanterrein of kampeerverblijfpark bedraagt de belasting 400,00 euro per tweede verblijf. De belasting valt ten laste van diegene die op het adres van het tweede verblijf niet in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het hoofdverblijf en, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of als gebruiker, een tweede verblijf betrekt of kan betrekken. De belasting is verschuldigd door diegene die het verblijf betrekt of kan betrekken op 1 januari van het aanslagjaar. Vallen niet onder toepassing van de belasting: a) Het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; b) de tenten, verplaatsbare caravans en mobilhomes, kampeerauto s, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen. c) de leegstaande woongelegenheden, waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij tijdens het aan het belastingsjaar voorafgaand kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend. De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. 13
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. ART. 8 ART. 9 ART.10 ART.11 ART.12 ART.13 De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30/05/2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid en de financieel beheerder overgemaakt. 10. Onroerende voorheffing 2014-2018 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het wetboek van inkomstenbelasting, meer bepaald op artikel 351, 1 ; 14
Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt 1500 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. ART. 2 Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid, aan het Agentschap Vlaamse Belastingsdienst, t.a.v. Katrien Matthijs, Vaartstraat 16 te 9300 Aalst en aan de financieel beheerder overgemaakt. 11. Personenbelasting 2014-2018 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2017 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente Wachtebeke op 1 januari van het aanslagjaar. De belasting wordt vastgesteld op 8,5% van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op 15
basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. ART. 3 ART. 4 De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Deze beslissing wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden en FOD Financiën, Mechanografische diensten Karde, t.a.v. Mevrouw Verbeek, North Galay Toren A 19 de verdieping, Koning Albert II-laan 33 bus 43 te 1030 Brussel. 12. Retributie voor het afleveren van afval op het containerpark Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de brief van OVAM van 21 maart 2008 betreffende de inzameling van asbestcement op het containerpark; Gelet op het retributiereglement dd. 26/10/2010 betreffende het afleveren van afval op het containerpark; Overwegende dat inzake vuilnisophaling ondertussen het Diftar-systeem is ingevoerd; Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Intercommunale Durme-Moervaart Huisvuilverwerking en Milieuzorg (IDM), Zelebaan 42 te 9160 Lokeren; Overwegende dat het recyclagepark van Wachtebeke één van de inzamelparken in het IDM-gebied is waar men met vele afvalstromen terecht kan; Overwegende dat de inwoners van de gemeente Wachtebeke een gratis hoeveelheid asbestcement per gezin kunnen aanbieden op het recyclagepark; Overwegende dat de gratis aanvoer beperkt is tot 200kg per gezin per jaar of 1m³ per gezin per jaar of 10 asbestcementplaten per gezin per jaar; Overwegende dat voor zelfstandigen en KMO s dezelfde hoeveelheidsbeperkingen gelden; Overwegende dat het retributiereglement dd. 26/10/2010 betreffende het afleveren van afval op het containerpark voorbijgestreefd is en dat dit retributiereglement kan worden opgeheven met ingang van 1 januari 2014; Gelet op het advies van de milieuraad van 4 december 2013; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 16
Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 ART. 4 ART. 5 ART. 6 ART. 7 ART. 8 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het afleveren van zuiver steenpuin op het gemeentelijk recyclagepark. De retributie is verschuldigd door de persoon die de materialen aflevert. De retributie wordt vastgesteld als volgt: 12,5 euro/m³ voor zuiver steenpuin De retributie moet contant betaald worden bij aflevering van de materialen aan de aangestelde van het gemeentebestuur. Er wordt een bewijs van betaling afgeleverd. Gemengd tuinafval wordt gratis aangevoerd. Elk huisgezin van de gemeente Wachtebeke levert, per openingsdag, maimaal 2 m³ gemengd tuinafval aan op het recyclagepark. Voor zelfstandigen en KMO s gelden dezelfde hoeveelheidsbeperkingen. De gratis hoeveelheid asbestcement per gezin is beperkt tot 200kg per gezin per jaar of 1m³ per gezin per jaar of 10 asbestcementplaten per gezin per jaar. Het retributiereglement dd. 26/10/2010 betreffende het afleveren van afval op het containerpark wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2014. Dit besluit zal aan de toezichthoudende overheid, de financieel beheerder en de technische dienst worden overgemaakt. Dit besluit zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekendgemaakt worden. 13. Belasting op het weghalen van sluikstorten Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 ; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 17
Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 ART. 4 ART. 5 ART. 6 ART. 7 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt, ten voordele van de gemeente, een belasting gevestigd op het weghalen van afvalstoffen die gestort worden op plaatsen waar dit wettelijk of reglementair verboden is of gestort of achtergelaten op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten. De belasting is in hoofdorde verschuldigd door diegene die de afvalstoffen gestort heeft en in bijkomende orde, zo de dader onbekend is, door de eigenaar van de afvalstoffen voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaar effectief schuldig of medeplichtig is. In geval er meerdere daders zijn, is elke dader hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. Evenzo ingeval er meerdere eigenaars van de afvalstoffen zijn, is elke eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting zo de dader onbekend is en voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaars effectief schuldig of medeplichtig zijn. Het bedrag van de belasting is gelijk aan de kostprijs voor het weghalen en verwerken van de sluikgestorte goederen evenwel met een minimumaanslag van 250,00 euro. De belasting is contant te betalen, op de dag van het weghalen, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30/05/2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 14. Belasting op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten 18
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 ; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 ART. 3 Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2017 een gemeentebelasting gevestigd op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt, tenzij deze ingebruikname onderworpen is aan een andere gemeenteverordening inzake belasting of retributie of toegestaan is krachtens een contract. De belasting is verschuldigd door de gebruiker. De belasting wordt per marktdag als volgt vastgesteld: - Standplaats met kraam (overdekt/onoverdekt met ma. diepte van 3 m) : 1,00 euro per strekkende meter - Standplaats met als kraam ingericht voertuig: 1,00 euro per strekkende meter met een minimum van 3,00 euro. - Standwerker of demonstreerder: 1,00 euro per m² met een minimum van 3,00 euro. - Liedjeszanger (zonder kraam): 3,00 euro per dag - Wagens, auto s, landbouwmachines: 3,00 euro per stuk. - Standplaatsen zonder kraam (pluimvee, kleine huisdieren, enz ) 1,00 euro per m² met een minimum van 3,00 euro. De delen van een strekkende meter of van een vierkante meter worden als een volle strekkende meter of vierkante meter aangerekend. ART. 4 ART. 5 De belasting moet vanaf het ogenblik van het plaatsen contant betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke aan een contante betaling binnen de 30 dagen, wordt de belasting een kohierbelasting. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens 19
vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. ART. 6 ART. 7 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie),6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelasting en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegestuurd. 15. Belasting op ambulante activiteiten Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 ; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT: met unanimiteit (18 ja-stemmen) Artikel 1 ART. 2 Voor een termijn beginnend op 01.01.2014 en eindigend op 31.12.2017 wordt een gemeentebelasting gevestigd op ambulante activiteiten, waarvan de uitoefening onderworpen is aan de voorafgaande machtiging van de Minister van Middenstand overeenkomstig de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. De belasting is verschuldigd door de ambulante handelaar die een standplaats inneemt op het openbaar domein van de gemeente Wachtebeke. 20
ART. 3 ART. 4 De belasting wordt vastgesteld op 40,00 euro per dag. Een gedeelte van een dag wordt beschouwd als een volle dag. De belastingplichtige is gehouden, minstens vierentwintig uren vooraf, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Bij gebreke van aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. ART. 5 ART. 6 ART. 7 ART. 8 ART. 9 De overeenkomstig artikel 4 ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30/05/2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op inkomsten betreffen. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 16. Gemeentebelasting op de milieuvergunningsplichtige inrichtingen Gelet op het besluit van de Vlaamse Eecutieve dd. 6 februari 1991 tot vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunningen en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; 21