> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Bodegraven-Reeuwijk J. Tijssen Postbus 401 2410 AK BODEGRAVEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek.corres.vv Bijlagen 2 Geachte mevrouw Van Vliet, Op 1 december 2016 heb ik uw verzoek tot wijziging van de ontheffing met kenmerk FF/75C/2012/0042 voor het project Woningbouw aan de Steupel ontvangen. Ik heb uw verzoek met de aanvullingen van 3 januari 2017 en 19 mei 2017 beoordeeld. In deze brief leest u wat dit betekent. De Wet natuurbescherming Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden. Het overgangsrecht in deze wet bepaalt dat aanvragen die onder de Flora- en faunawet zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld volgens de Wet natuurbescherming. Dit kan van invloed zijn op dit besluit, omdat vanaf 1 januari 2017 een aantal soorten niet meer bij wet zijn beschermd of dat juist wel zijn geworden. Het kan ook zo zijn dat in uw projectgebied soorten voorkomen die beschermd zijn, maar waar u nu nog geen ontheffing voor heeft. In dat geval dient u mogelijk een aanvullende ontheffing aan te vragen bij het bevoegd gezag. Verzoek Door vertraging in de planvorming zijn de werkzaamheden tot op heden nog niet uitgevoerd. Alleen de aanleg van één van de twee compensatiepercelen voor natuur perceel 4 aan de Oudeweg is gerealiseerd. U verzoekt mij om de huidige ontheffing te verlengen tot en met 28 februari 2022. Besluit Ik ga akkoord met uw verzoek. Dit betekent dat de ontheffing met kenmerk FF/75C/2012/0042 is gewijzigd. Hierbij ontvangt u de nieuwe ontheffing met kenmerk. Voor wat betreft mijn overige overwegingen voor de nieuwe ontheffing, met name de andere bevredigende oplossing en het belang verwijs ik u naar mijn brief van 14 augustus 2012 met kenmerk. De ontheffing met kenmerk FF/75C/2012/0042 komt hiermee te vervallen. Ik verzoek u deze ontheffing aan mij terug te sturen. Pagina 1 van 6
Ik verleen u voor de periode van tot en met 28 februari 2022 ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.10, lid 1b voor zover dit betreft het opzettelijk beschadigen of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de waterspitsmuis (Neomys fodiens) en de ringslang (Natrix natrix). De overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan dit besluit worden in bijlage 1 toegelicht. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden:.corres.vv Algemene voorschriften a. De ontheffing wordt voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. b. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die volgens de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. c. Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Woningbouw aan de Steupel, gelegen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Locatie 1 ligt ten oosten van de Steupel in de Amersfoort coördinaten 110/451 en 110/452. Locatie 2 ligt ten noorden van Steupel 19 met als Amersfoort coördinaat 110/452, één en ander zoals is weergegeven in figuur 2 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk-Brug van november 2016. d. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met het bevoegd gezag indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift c noodzakelijk zijn. e. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. f. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. g. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar het bevoegd gezag te zenden. Specifieke voorschriften h. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven op de pagina s 30 tot en met 44 van het bij het wijzigingsverzoek gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk-Brug van november 2016 (bijlage 2 bij dit besluit). Pagina 2 van 6
i. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de kwetsbare voortplantings- en overwinteringsperiode van de waterspitsmuis en de ringslang. Voor de waterspitsmuis lopen deze perioden respectievelijk globaal van april tot en met augustus en van december tot en met februari. Voor de ringslang lopen deze perioden respectievelijk globaal van mei tot en met augustus en van november tot en met maart. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen. j. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen. k. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. l. U dient middels een overeenkomst met de (potentiële) kopers het werkprotocol te borgen. De kopers van de percelen dienen bij de bouw van de woningen rekening te houden met hetgeen in het werkprotocol gesteld is. m. De beheersmaatregelen op het perceel aan de Oudeweg ( perceel 4 ) dient plaats te vinden voorafgaand aan de werkzaamheden aan perceel 2. Hierbij dient tevens rekening te worden gehouden met de kwetsbare perioden van de ringslang en de waterspitsmuis zoals genoemd in voorschrift i. De werkzaamheden aan perceel 2 mogen pas van start gaan, nadat een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen het perceel aan de Oudeweg heeft beoordeeld als functioneel leefgebied voor de waterspitsmuis en de ringslang..corres.vv Zorgplicht Ik wijs u er op dat u op grond van artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming de volgende maatregelen in acht dient te nemen voor wat betreft de ringslang: n. Het overzetten van exemplaren van de ringslang dient te worden uitgevoerd door een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen. Overige voorschriften o. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. p. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte te worden gesteld. Pagina 3 van 6
q. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn, een verzoek tot verlenging van de ontheffing in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. Opmerking r. Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, Wnb kan de verleende ontheffing worden ingetrokken of gewijzigd..corres.vv Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 4 van 6
Bijlage 1: Overwegingen Wet natuurbescherming Functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen van de soorten Artikel 3.10, lid 1b Wet natuurbescherming Waterspitsmuis De waterspitsmuis is niet in het plangebied aangetroffen, maar wel in de directe omgeving hiervan. Gezien de aanwezige geschikt habitat in het plangebied is op voorhand dan ook niet uit te sluiten dat de soort niet aanwezig is in het plangebied en dat daar voortplantings- of rustplaatsen zijn gevestigd. De soort is daarnaast zeer moeilijk te inventariseren. De waterspitsmuis is een soort die zijn holen in de oevers van watergangen bouwt..corres.vv Door het vergraven van de oevers kunnen voortplantings- of rustplaatsen van de waterspitsmuis worden beschadigd of vernield. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soort tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina s op de pagina s 30 tot en met 44 van het bij het wijzigingsverzoek gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk- Brug van november 2016. De voorgestelde mitigerende maatregelen zorgen niet direct voor functioneel leefgebied voor de waterspitsmuis. De omgeving biedt echter voldoende alternatieven voor de soort om als tijdelijke overbrugging te dienen. Met de inrichting van beide percelen voor natuur ontstaat bovendien een nieuwe ecologische verbinding tussen plas Ravensberg, SLoene en Broekvelden- Vettenbroek waardoor de omstandigheden voor de waterspitsmuis aanzienlijk worden verbeterd. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf niet voor voldoende alternatief leefgebied dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen voor de aanwezige populatie van de waterspitsmuis. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. De beheersmaatregelen op het perceel aan de Oudeweg dient eerst plaats te vinden voordat de werkzaamheden aan perceel 2 (zoals te zien in figuur 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk-Brug van november 2016) worden uitgevoerd. Een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen dient voorafgaand aan de werkzaamheden aan perceel 2, het perceel aan de Oudeweg ( perceel 4 ) te beoordelen als functioneel leefgebied. De functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen van de waterspitsmuis kan op voorhand niet worden gegarandeerd. De waterspitsmuis komt in het Reeuwijkse plassengebied op relatief veel oevers voor. Het rietperceel aan de Steupel vormt slechts een beperkt deel van het leefgebied van de lokale populatie. Na enkele seizoenen vormt het compensatiegebied een kwalitatief beter leefgebied dan in de huidige situatie aanwezig is. Het zwaartepunt van de lokale populatie is gelegen buiten het plangebied. De tijdelijke dip die mogelijk ontstaat door de werkzaamheden zal dan ook niet leiden tot een significant effect op de aanwezige populatie. Hiermee is het voldoende aannemelijk dat de waterspitsmuis in de directe omgeving van het plangebied aanwezig blijft. Pagina 5 van 6
De gunstige staat van instandhouding van de waterspitsmuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Ringslang De ringslang is in het plangebied aangetroffen. Op het rietland zijn broedhopen aangetroffen; hieruit mag opgemaakt worden dat het gebied naast de functie van leefgebied ook de functie van voortplantingsplaats heeft..corres.vv Door het bouwrijp maken van het rietland worden voortplantings- of rustplaatsen van de ringslang beschadigd en vernield. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soort tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina s op de pagina s 30 tot en met 44 van het bij het wijzigingsverzoek gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk- Brug van november 2016. Er wordt alternatief leefgebied voor de ringslang ingericht ( perceel 3 ). In het inrichtingsplan is opgenomen dat er minimaal vier broeihopen worden aangelegd. Daarnaast biedt het perceel voldoende mogelijkheden tot foerageren, opwarming en beschutting. De voorgestelde mitigerende maatregelen zorgen niet direct voor functioneel leefgebied voor de ringslang. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf niet voor voldoende alternatief leefgebied dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen voor de aanwezige populatie van de waterspitsmuis. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. De beheersmaatregelen op het perceel aan de Oudeweg dient eerst plaats te vinden voordat de werkzaamheden aan perceel 2 (zoals te zien in figuur 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan; De Steupel te Reeuwijk- Brug van november 2016) worden uitgevoerd. Een deskundige op het gebied van zoogdieren en reptielen dient voorafgaand aan de werkzaamheden aan perceel 2, het perceel aan de Oudeweg ( perceel 4 ) te beoordelen als functioneel leefgebied. De functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen van de ringslang kan op voorhand niet worden gegarandeerd. De ringslang is een relatief algemene soort in de omgeving van het plangebied. De exemplaren van de ringslang in het plangebied maken deel uit van een grote populatie die zich bevindt ten noorden van het plangebied. Via onder andere de Breevaart door Reeuwijk-Brug migreren de exemplaren van de ringslang via Gouda waar aan de noordkant ook een populatie aanwezig is. Hiermee is het voldoende aannemelijk dat de ringslang in de omgeving van het plangebied aanwezig blijft. De gunstige staat van instandhouding van de ringslang komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Pagina 6 van 6