Stadsbeheer Gemeente Groningen J. Pestoor Postbus BC GRONINGEN. Datum 11 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stadsbeheer Gemeente Groningen J. Pestoor Postbus BC GRONINGEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T F wnb@rvo.nl Aanvraagnummer Betreft Beslissing op uw aanvraag FF/75C/2016/0685.toek.vv Bijlagen 4 Geachte heer Pestoor, Op 20 december 2016 heeft u een ontheffing aangevraagd. Ik heb uw aanvraag met de aanvullingen van 18 januari 2017, 3 mei 2017, 4 mei 2017, 15 mei :01 uur en 16:38 uur, en 30 mei 2017 beoordeeld. In deze brief licht ik dit nader toe en leest u wat mijn beslissing is. De Wet natuurbescherming Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden. Het overgangsrecht in deze wet bepaalt dat aanvragen die onder de Flora- en faunawet zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld volgens de Wet natuurbescherming. Dit kan van invloed zijn op dit besluit, omdat vanaf 1 januari 2017 een aantal soorten niet meer bij wet zijn beschermd of dat juist wel zijn geworden. Het kan ook zo zijn dat in uw projectgebied soorten voorkomen die beschermd zijn, maar waar u nu nog geen ontheffing voor heeft. In dat geval dient u mogelijk een aanvullende ontheffing aan te vragen bij het bevoegd gezag. Inhoud aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Restauratie van de Der Aa-toren Groningen, gelegen in de gemeente Groningen. Het project betreft het groot onderhoud aan de toren van de Der Aa-kerk. De werkzaamheden bestaan uit: behandelen van aangetast houtwerk en schilderwerk; herstelwerkzaamheden aan het betonwerk; vervangen van houten onderdelen van trappen en balustraden; verwijderen van voegwerk aan de westgevel; verwijderen van schilderwerk op metselwerk; schilder- en metselwerk aan de buitenkant van de toren en het verwijderen van de houten betimmering aan de gevels; het plaatsen van ventilatieluiken. Pagina 1 van 7

2 U vraagt ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 4 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft exemplaren van de franjestaart (Myotis nattereri), gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en de watervleermuis (Myotis daubentoni). Besluit Ik verleen u voor de periode van tot en met 31 december 2021 ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 4 voor zover dit betreft het beschadigen of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. Mijn overwegingen voor dit besluit worden in bijlage 1 toegelicht. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften a. De ontheffing wordt voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. b. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die volgens de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. c. Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Restauratie van de Der Aa-toren Groningen, gelegen in de gemeente Groningen aan het Akerkhof 2, één en ander zoals is weergegeven op de bij de aanvraag gevoegde kaart van 20 december d. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met het bevoegd gezag indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift c noodzakelijk zijn. e. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. f. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. g. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar het bevoegd gezag te zenden. Pagina 2 van 7

3 Specifieke voorschriften h. U dient, met inachtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Mitigatieplan Aa-toren te Groningen van 15 mei 2017 (bijlage 2 bij dit besluit); zoals beschreven in de antwoorden op de vragen 1, 3 en 4 van de aanvulling op de aanvraag van 15 mei :01 uur (bijlage 3 bij dit besluit); zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 15 mei :38 uur (bijlage 4 bij dit besluit) i. Het is niet toegestaan om gaten en scheuren dicht te maken die geschikt kunnen zijn voor vleermuizen zoals voorgesteld in het antwoord op vraag 3 van de aanvulling op de aanvraag van 15 mei :01 uur. j. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de kwetsbare paar- en overwinteringsperiode van de gewone dwergvleermuis. Deze lopen respectievelijk globaal van half augustus tot en met half oktober en van november tot en met maart. Daarnaast dient u rekening te houden met de kwetsbare overwinteringsperiode van de franjestaart, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. Voor de franjestaart loopt deze periode globaal van half oktober tot en met maart. Voor de gewone grootoorvleermuis loopt deze periode globaal van half oktober tot en met half april. Voor de ruige dwergvleermuis loopt deze periode globaal van half oktober tot en met september. Voor de watervleermuis loopt deze periode globaal van half september tot en met half april. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. k. U dient, voorafgaand aan de werkzaamheden een monitoringsplan op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan het bevoegd gezag. Pas na het verkrijgen van de goedkeuring mogen de werkzaamheden starten. l. Na afronding van de renovatiewerkzaamheden dient u de Der Aa-toren minimaal vijf jaar te monitoren. Daarbij dient jaarlijks een verslag aan het bevoegd gezag te worden aangeboden na de wintertelling en voor de zomerperiode van de aanwezige vleermuissoorten. De monitoringsresultaten dienen een beeld te geven over de functionaliteit van de toren en aantallen van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. Wanneer de monitoringsresultaten daartoe aanleiding geven kunnen er aanvullende maatregelen door het bevoegd gezag worden opgelegd. m. U dient er zorg voor te dragen dat het microklimaat in de toren van de Der Aa-kerk behouden blijft gedurende de kwetsbare overwinteringsperiode (luchtvochtigheid is 80 procent). U dient het meten van de luchtvochtigheid door middel van luchtvochtheidsloggers te blijven continueren. Indien wijzigingen in de luchtvochtigheid vastgesteld worden dienen de werkzaamheden direct gestaakt te worden. U dient vervolgens in overleg met het bevoegd gezag tot een oplossing te komen voordat de werkzaamheden voortgezet kunnen worden. Pagina 3 van 7

4 Overige voorschriften n. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. o. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte te worden gesteld. p. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn, een verzoek tot verlenging van de ontheffing in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. Opmerking q. Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, Wnb kan de verleende ontheffing worden ingetrokken of gewijzigd. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 4 van 7

5 Bijlage 1: Overwegingen Wet natuurbescherming Instandhouding van de soorten Artikel 3.5, lid 4 Wet natuurbescherming Franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en watervleermuis De toren van de Der Aa-kerk vervult een functie als massawinterverblijfplaats en is daarmee een essentiële rustplaats voor de franjestaart, gewone dwergvleermuis en de watervleermuis. Er zijn 110 tot 150 exemplaren van de gewone dwergvleermuis, 30 tot 40 exemplaren van de franjestaart en 10 tot 15 exemplaren van de watervleermuis tijdens de wintertellingen waargenomen. Er zijn ook één tot enkele exemplaren van de ruige dwergvleermuis en de gewone grootoorvleermuis vastgesteld die de toren ook gebruiken als rustplaats gedurende de winterrustperiode. De toren van de Aa-kerk heeft ook een functie als voortplantingsplaats voor ongeveer tien exemplaren van de gewone dwergvleermuis. De toren heeft een marginale functie als rustplaats in de actieve periode van de gewone dwergvleermuis. Er is één rustplaats in de actieve periode vastgesteld aan de buitenkant van de toren. De voortplantings- en rustplaatsen bevinden zich voornamelijk achter palen, balken, spleten, gaten in muren en achter houtwerk. Het is niet uitgesloten dat door de renovatiewerkzaamheden voortplantings- en rustplaatsen van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis verloren gaan. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soorten tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Mitigatieplan Aa-toren te Groningen van 15 mei 2017; zoals beschreven in de antwoorden op de vragen 1, 3 en 4 van de aanvulling op de aanvraag van 15 mei :01 uur en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 15 mei :38 uur. Voorafgaand aan de werkzaamheden worden geschikte locaties voor vleermuizen in kaart gebracht en gemerkt. Er worden geen spleten en scheuren gedicht die als geschikt voor vleermuizen worden beschouwd. Drie maanden voorafgaand aan de kwetsbare overwinteringsperiode worden er permanente voorzieningen aangebracht in de vorm van minimaal twintig wandschalen op diverse verdiepingen. Daarnaast bent u voornemens om maatwerk te realiseren in de vorm van tien planken van één vierkante meter op de verdiepingen B tot en met F, tien wegkruipstenen op de verdiepingen B tot en met G en zestien boorgaten in de noordmuur. Door bovenstaande maatregelen blijven er voldoende geschikte voortplantings- en rustplaatsen aanwezig en worden er voldoende alternatieve voortplantings- en rustplaatsen gerealiseerd waar exemplaren van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de meervleermuis naar kunnen uitwijken. De door u voorgestelde maatregelen worden gezien als een experimentele maatregel en het is niet met zekerheid vast te stellen dat de functionaliteit op voorhand kan worden gegarandeerd. Pagina 5 van 7

6 Het microklimaat in de Der Aa-toren wordt in de kwetsbare overwinteringsperiode gemonitord. Uit meetgegevens van luchtvochtigheidsloggers blijkt dat het merendeel van de loggers jaarrond een luchtvochtigheid van ongeveer 80 procent heeft geregistreerd. In het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan; Restauratie van de Der Aa-toren Groningen 20 december 2017 geeft u aan dat wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte onder deze referentiewaarde komt, de ventilatieluiken worden afgesloten. Echter, in het bij de aanvraag gevoegde rapport Mitigatieplan Aa-toren te Groningen van 15 mei 2017 geeft u aan dat er een minimale vereiste luchtvochtigheid van 60 tot 80 procent wordt aangehouden in de periode van half november tot en met half april en dat de ventilatieluiken en inlaten sowieso gesloten zijn in de overwinteringsperiode. U bent niet eenduidig over het niveau van luchtvochtigheid dat in de toren wordt nagestreefd. Hierdoor kan niet worden uitgesloten dat veranderingen in luchtvochtigheid in de toren negatieve gevolgen heeft voor de functionaliteit van de voortplantings- en rustplaats van de aanwezige vleermuissoorten. Daarnaast bent u voornemens om aangetaste houtdelen te behandelen met het middel Wood Bliss. Het is niet bekend hoeveel balken zijn aangetast door houtrot. Het middel werkt in op de structuur van het hout, waardoor de functionaliteit van mogelijke voortplantings- of rustplaatsen van vleermuissoorten ter plaatse niet kan worden gegarandeerd. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf mogelijk niet voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen voor de aanwezige populaties van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. De door u voorgestelde monitoring behoeft nog enige specificatie. Daarnaast dient u er zorg voor te dragen dat het microklimaat in de toren van de Der Aa-kerk behouden blijft. De functionaliteit van de voortplantings- of rustplaatsen van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis blijft hierdoor niet gegarandeerd. Ter aanscherping heb ik hiervoor in de ontheffing aanvullende voorschriften opgenomen. De franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis komen voor in (de omgeving van) het plangebied. Door het markeren en ontzien van alle geschikte voortplantings- en rustplaatsen van de soorten is het aannemelijk dat de functie als essentiële rustplaats in de kwetsbare winterrustperiode voor de soorten behouden blijft. Daarnaast worden er voldoende permanente alternatieve voorzieningen aangebracht, waardoor het voldoende aannemelijk is dat de soorten in de directe omgeving van de Aa-kerk aanwezig blijven. Uit de monitoring kan blijken dat de toren in gebruik blijft als rustplaats voor minimaal dezelfde aantallen individuen van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis. Indien blijkt dat dit niet het geval is kunnen er aanvullende maatregelen worden opgelegd door het bevoegd gezag. Pagina 6 van 7

7 De gunstige staat van instandhouding van de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Andere bevredigende oplossing en belang U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten en ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied zoals genoemd in de artikelen 3.8, lid 5, sub b en 3.10, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Het project is locatiegebonden vanwege het groot onderhoud en herstelwerkzaamheden aan het rijksmonument de Der Aa-kerk. De toren van de kerk verkeert momenteel in een slechte bouwkundige staat. Indien de werkzaamheden niet worden uitgevoerd zal het houtwerk in hoog tempo verder wegrotten en worden stenen en het voegwerk nog verder aangetast. Voor de toren bestaat een instandhoudingsplicht. De gemeente Groningen is dan ook verplicht om de maatregelen die noodzakelijk zijn uit te voeren om de monumentale waarde van de toren te waarborgen. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode juni tot en met augustus waardoor er voldoende rekening wordt gehouden met de kwetsbare perioden van vleermuizen. Door de gekozen werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Gelet op het voorgaande ben ik van oordeel dat het belang de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten voldoende is om de negatieve effecten op de franjestaart, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis en de watervleermuis, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Pagina 7 van 7