Immaculata Instituut

Vergelijkbare documenten
Was je handen zodra ze vuil zijn en altijd voor het verlaten van het laboratorium.

Les 1: Veiligheid op het laboratorium.

Instituut voor Verpleegkunde Sint-Vincentius Molenaarsstraat GENT. Laboratorium reglement

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

Groep: Naam: Klas: HOOFDSTUK 1. INLEIDING.

HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

1. RISK & SAFETY ZINNEN

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

Gevaarlijke stoffen PREVENTIEMAATREGELEN

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

Reactie propaan-2-ol, azijnzuur en zwavelzuur

DE GELE BIJLAGE VEILIGHEIDSGEGEVENS VOOR EEN AANTAL STOFFEN

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Risk & Safety zinnen (Risico- en veiligheidsaanduidingen op etiketten)

Maken van siliconen uit zand

Inhoud. 1. Inleiding

Basisveiligheid voor technische en facilitair departement

Toolbox-meeting Gevaarlijke dampen, gassen en stoffen

Exo-energetische reactie: Een chemische reactie waarbij energie vrijgegeven wordt.

1. De wetenschappelijke methode: OVUR

Gevaarlijke stoffen. Afdeling H&S - EON Maasvlakte

Aanslag en beton verwijderaar voor industriele toepasingen.

PRACTICUM BRANDER. Welke twee veiligheidsmaatregelen moet je bij jezelf nemen?

Vorming van niet-metaaloxiden

VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

De inhoud van uw gascilinders. Veiligheidsboekje nr. 1

Kristallisatie in snel tempo

De 'oscillerende klok' Sarah van Mierloo en Annelies vandendriessche

Aanslag en beton verwijderaar voor industriele toepasingen.

Overzicht symbolen Afdrukdatum:

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Furacine Soluble Dressing 2 mg/g zalf Furacine 2 mg/ml Oplossing voor cutaan gebruik nitrofural

trisodium nitrilotriacetate % Carc. Cat. 3; R40 Xn; R22 Xi; R36 Sodium hydroxide (Natriumhydroxide)

Grootmoeder zorgt veilig voor roodkapje. Een presentatie van Gastouderbureau Roodkapje en Frans van Tilborg (HVK) Hartelijk dank voor uw komst!

Bedankt voor uw vertrouwen in SUBESTA en tot ziens. Pagina 1 van 6

PC41. Industrie reiniger.

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test.

... Think safety! Werken met. Mijnstof en Black Powder. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Veilig werken met chemicaliën

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Basisveiligheid voor Technisch en Facilitair Departement

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper

VEILIGHEIDSTIPS VOOR JOBSTUDENTEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

: Kobaltcomplexen. 1. Onderzoeksvraag Welke complexen kan je met kobaltionen vormen?

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

11. Hoeveel meter kan een ladder best uitsteken boven de te bereiken werkvloer? a)1 meter b) 2 meter c) 0,5 meter d) 1,5 meter

Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte

Werkplaatsreglement Eerste graad

Texaco Ruitensproeier antivries concentraat

WERKPLAATSREGLEMENT ELEKTRICITEIT ELEKTRONICA 501, 138,139

Showdechemie2. Demonstreren met Showde. dechemie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Introductie uitzendkrachten

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Veiligheidsinformatieblad

VGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert!

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER. Furacine Soluble Dressing 2 mg/g zalf Furacine 2 mg/ml Oplossing voor cutaan gebruik nitrofural

brandbare stof zuurstof ontstekingsbron

ontleding van bakpoeder tot soda

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

reddingstekens artikelgroep 3100

Veilige voorbereiding

Onderzoekscompetenties. 3 de jaar. Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek

Vanaf december 2008 is de EU-GHS verordening in werking getreden.

Druivensuiker in zetmeel

Fiche 2 (Observatie): R-ZINNEN

Instructiekaart. Elektrische risico s

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GOEDE LABORATORIUM PRAKTIJK

Adres van de leverancier Koopvaardijlaan Gent België Telefoonnummer in geval van nood: Antigif Centrum

HSE guidelines. april 2017 BENZEEN

ph bepalen m.b.v. rode koolsap

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

PRODUCTINFORMATIE DESBEST 700

HSE guidelines december 2014 CAUSTIC SODA HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Onderzoek 38: Haren laten verdwijnen

Micro-organismen kweken en bekijken. Zelf bacteriën kweken. Benodigdheden. Werkwijze. Ziek van virussen?

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

ABSORPTIE KOELKAST MODEL FA60G 12 V - 220/230 V - Flessengas GEBRUIKSAANWIJZING

Een veilige en gezonde BBQ aan de VUB

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

Gevaarlijke producten in de basisschool.

Hydropro Waterbehandeling B.V., Iepenlaan 11, 1161 TA Zwanenburg, NL tel: (+00-31)-(0) , fax: (+00-31)-(0)

Veiligheidsinformatieblad volgens 2001/58/EG

CLINIFAX BLEEKWATERTABLETTEN

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

Veiligheidsinformatieblad Volgens 1907/2006/EG, artikel 31

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW

Transcriptie:

Immaculata Instituut 2015-2016 Reglement voor labo Fysica, Biologie en Chemie

Voorschriften bij het werken in het labo 1 Algemene voorschriften 1.1 Bij het betreden van het labo is het gebruik van een labo jas verplicht. Deze jas wordt dichtgeknoopt en is uit katoen of een vezelmengsel waarin katoen verwerkt is. Je naam wordt links op of boven het borstzakje aangebracht. Labo jassen zijn beschermingsmiddelen: er wordt niet op geschreven of getekend. 1.2 Alle overbodig materiaal dat niet in het labo gebruikt wordt, zoals jassen, boekentassen,... blijft achter in de gang. 1.3 Het is voor leerlingen niet toegelaten zonder toezicht in het labo te vertoeven, tenzij mits uitdrukkelijke toelating van de leerkracht (en onder diens verantwoordelijkheid). 1.4 Het is niet toegelaten om het even wat uit het labo mee te nemen. 1.5 Loshangend haar wordt samengebonden. 1.6 Eten of drinken in het labo is verboden. 1.7 Lees aandachtig de opdracht en de werkwijze vooraleer je een proef begint. Enkel de opgelegde proeven mogen uitgevoerd worden. 1.8 Hou de werktafel altijd droog en rein. Gemorste producten worden onmiddellijk opgeruimd. 1.9 Werk steeds op de plaats die je toegewezen is en verlaat die plaats enkel als dit voor het verloop van de proefnemingen vereist is. 1.10 Was de handen steeds op het einde van de laboles. 2 Voorschriften bij het labowerk 2.1 Kijk bij het begin van de les na of het materiaal volledig in orde en proper is. Meld elke beschadiging of elk tekort van materiaal. Laat elke opstelling controleren door de leerkracht. 2.2 Elk toestel dat in werking is, wordt voortdurend in het oog gehouden. 2.3 Proeven waarbij giftige en/of brandbare gassen ontstaan, worden uitgevoerd in de zuurkast. Zet de ventilatie aan. 1

2.4 Buig het aangezicht nooit over recipiënten bij het uitvoeren van proeven of bij het mengen van stoffen. 2.5 Giet zwavelzuur en andere zuren langzaam en al roerend bij water en nooit omgekeerd. Door de grote warmteontwikkeling kunnen spatten ontstaan. 2.6 Ruik nooit aan de opening van een fles, maar wuif de lucht boven de fles met de hand naar je toe en snuif voorzichtig, nooit met volle teugen. 2.7 Proef nooit van een product. 2.8 Raak een product niet aan met de handen. Gebruik steeds een spatel of lepeltje. 2.9 Pipetteer nooit met de mond, maar gebruik de daartoe bestemde apparatuur (opzuigpeer of pipump). 2.10 Bij sommige proefnemingen is het aangewezen om - op aangeven van de leerkracht - een veiligheidsbril en/of aangepaste handschoenen te dragen. - handschoenen worden in elk geval steeds gebruikt bij het werken met geconcentreerde zuren en basen, andere corrosieve stoffen, giftige stoffen, en organische verbindingen. - een veiligheidsbril wordt gedragen bij het gebruik en het verdunnen van zuren en basen, bij het verwarmen van stoffen in een proefbuis en bij het uitvoeren van reacties in opstellingen waarbij glaswerk gebruikt wordt. 2

2.11 Om een reageerbuis te verwarmen in de vlam van de bunsenbrander: - mag de reageerbuis maar voor een vijfde gevuld zijn, - gebruik je een proefbuis tang, - verwarm je het schuin gehouden proefbuisje ter hoogte van het vloeistofoppervlak, nooit onderaan, - blijf je voortdurend schudden, - richt je de opening van de proefbuis nooit naar een medeleerling of naar jezelf. 2.12 Om een bunsenbrander aan te steken: - haal de brander van onder draadnet of verwarmplaat weg, - sluit eerst het venster van de brander, - open dan de gastoevoer, - ontsteek het gas met een lucifer (niet met een aansteker of een andere brandende bunsenbrander!), - open de luchttoevoer tot je een stabiele en kleurloze vlam verkrijgt. 2.13 Controleer of slijpstukken en glazen kranen nog voldoende ingevet zijn, zo niet worden ze voor gebruik met silicone ingevet. Na gebruik worden glazen kranen uit buretten en toevoegtrechters uit het toestel genomen en afzonderlijk bewaard. 2.14 Op het einde van elke labo les wordt het lokaal weer volledig in orde gebracht: - oplossingen worden bewaard in donkere flessen voorzien van een etiket (niet in maatkolven), - glaswerk en apparatuur worden gereinigd en opgeborgen, - materiaal dat gebroken is wordt vervangen, - vraag aan de leerkracht of eventueel gebroken materiaal nog kan hersteld worden, - tafels en gootstenen worden gereinigd en vodden netjes opgehangen aan het rek. 2.15 Afval wordt afzonderlijk ingezameld: - chemisch afval in de restflessen (zie 3.7), - glasafval in de glasbakken, - gewoon afval in de vuilnisbakken. Na gebruik worden de restflessen met de stop dicht gedraaid. 3

3 Voorschriften bij gebruik van chemische producten 3.1 Lees steeds aandachtig het etiket vooraleer je een product gebruikt. Pas de opgegeven richtlijnen toe. 3.2 Sluit na gebruik van een product, de fles onmiddellijk af. Laat geen spatels of lepeltjes achter in de fles. Gebruik voor een andere stof ook steeds een nieuw spateltje. Flessen die stoffen bevatten die giftige en/of prikkelende dampen verspreiden worden enkel geopend in de zuurkast. 3.3 Neem een fles bij het verplaatsen steeds bij de buik, nooit bij de hals. 3.4 Hou bij het overgieten van een vloeistof het etiket steeds naar boven. Afdruipende vloeistof maakt anders het etiket op de duur onleesbaar. 3.5 Gebruik nooit een glazen staaf om vaste stoffen los te maken, maar uitsluitend een lepel of spatel. 3.6 Chemische producten kunnen heel wat risico's inhouden. Reglementair worden ze ingedeeld in categorieën. Er werd een eenvormig etiketteringsysteem uitgewerkt met o.a. de symbolen voor deze categorieën. De volgende symbolen worden gebruikt: 4

Nieuwe etikettering: oxiderend corrosief gashouder(druk) schadelijk slechtvoor milieu irriterend slecht gezondheid giftig explosief ontvlambaar (lange termijn) 3.7 Giftig afval wordt selectief gestockeerd in speciale restflessen: - organische stoffen: kleurcode rood, - gehalogeneerde organische stoffen: kleurcode groen, - zuren: kleurcode wit, - basen: kleurcode zwart, - zouten: kleurcode geel, - C.O.D.- en Kjeldahl analyse afval worden afzonderlijk gestockeerd. 4 Gebruik van elektrische toestellen 4.1 Controleer voor elk gebruik van een toestel: - de aarding, - staat van stekkers, isolatie en bedrading. 4.2 Breng de toestellen slechts onder spanning wanneer ze volledig gemonteerd zijn en na controle van de leerkracht. 4.3 Sluit een toestel alleen aan na controle van de ingestelde spanningswaarde. 4.4 Werk met droge handen. 4.5 Bij defect, stroompanne of bij verplaatsen van het toestel, steeds de stroomtoevoer afzetten, bij voorkeur de stekker uit het stopcontact trekken. 5

5 Bij ongevallen: verwittig steeds de leerkracht 5.1 Laat elke wonde verzorgen. 5.2 Bij spatten en brandwonden overvloedig spoelen met water, desnoods gebruik maken van de douche. 5.3 Bij incidenten met bepaalde producten moeten specifieke maatregelen genomen worden. (vb. bij inademen van giftige dampen, inname van producten). 5.4 Meld elk begin van brand onmiddellijk. 5.5 Bij brand in een zuurkast, eerst het ventilatiesysteem afzetten. Gebruik nooit water om te blussen. Een branddeken kan zeer efficiënt zijn. De leerkracht beslist over het gebruik van de blusapparaten (CO2 of poeder). 5.6 Bij grote brand verlaat iedereen het lokaal en volgt de uitgestippelde evacuatieweg. 6